Publicatie datum: 1993-11-01
Auteurs: Riet Jeurissen, Stijn Moechars
Collectie: 23
Volume: 23
Nummer: 2
Pagina’s: 3-18
Documenten
tot mijn grote verwondering riet jeurissen stijn moechars alles is wonder voor wie het kan zien voor wie de kunst verstaat van het beschou wen d w z van een schouwen dat de blik sereen laat rusten prof l vander kerken van meet af aan tracht je als docente verbonden aan een opleidingsinstituut de verwondering basis van menig inzicht bij je aspirant onderwijsgevenden te acti veren kun je deze verwondering tot reflectie brengen kun je dit onderzoeken ver der procesmatig laten uitmonden in een didactische vertaling dan heb je een stap gezet in de richting van reflective teaching 4 ot mijn grote verwondering nk i s de sprekende titel van het eind taal is werk van een van mijn laatstejaarsstu taal is adembenemend denten juni 1993 stijn moechars taalis bewegen vanuit de verwondering van de veelzij taal is communicatie dige invulling van het begrip taalbe taal is dynamisch schouwing ondernam hij een zoektocht taal is er naar een mogelijke gebiedsafbakening taal is finesse en naar educatieve ontwerpvormen voor taalis gebonden taal is handig de basisschool het resultaat hiervan is een taalis interpreteren inspirerende bundel waarvan ik u door mid taal is jongleren del van een inleidende beschrijving met taal is kleurig citaten uit het eindwerk medelezer wil taalis leven maken weliswaar fragmentarisch taal is manipuleren taalis nadenken bij het begin van mijn zoektocht leek het taal is ontleden begrip taalbeschouwing vrij goed invulbaar taal is puzzeren naarmate ik me meer verdiepte in het taal is queste onderwerp leek die zekerheid heel wat min taalis redeneren der tastbaar te zijn dan vetwacht taal is structuur taal is theatraal vanuit zijn associatieve verwondering t o v taalis uitvinden van taal vanuit uitspraken opgetekend uit taalis verwondering taalis woordspel een kindermond vanuit zijn bewondering taal is xerox voor de veelzeggende taaleenvoud van taalis ypsilon toon hermans leidt hij ons van de theorie taalis zoeken naar de praktijk nov dec 1993 nummer 2 23e jaargang ng uit een kindermond het lynn 5 jaar jij bent mijn adem en mijn alles nu weet ik wat een priester is daar jij bent mijn denken en mijn taal moet je een pries in steken pries zonder jou kan ik niet leven dialect voor stekker nee jij bent het helemaal joris 5 jaar papa wat doet gij daar papa lk ben aan het boren jongen toon hermans joris ik ben ook geboren he papa mama je bent nogal zwart veerle heb je in de mijn gewerkt veerle 6 jaar lk heb niet in de uw gewerkt bij taalbeschouwingsonderwijs concludeert het verschil tussen taalbeschouwing van hij gaat het erom de spontane ingesteld alledag en taalbeschouwingsonderwijs ligt heid van een kind om over taal te reflecte hierin dat het op school een bewuste ren om te buigen tot een bewust naden gestructureerde en doelgerichte activiteit is ken en praten over betekenis gebruiks en waarbij zich stilaan een reflectieve houding vormaspecten van taal nijmeegse t o v taal en taalgebruik ontwikkelt vanuit werkgroep taaldidactiek 1992 dit alles de verwondering over taalgedrag gebruik zou dan moeten resulteren in een vergrote taalstructuur systematiek taalgebruikers taalvaardigheid jezelf en anderen plaatst men zich bewust op metaniveau onderwijsgevende en kin taalbeschouwing mag je niet zien als een deren verwoorden hun re fl ecties praten produkt van een lesuur maar als een pro met taal over taal en krijgen zodoende meer ces waarbij je kinderen een verwonderende inzichten in verschirlende talige verschijnse onderzoekende houding bijbrengt die resul len stijn ziet taalbeschouwing als centrum teert in een dieper inzicht in taalgebruik in zichzelf als taalgebruiker en in de taalstruc tuur in 23e jaargang nummer 2 nov dec 1993 off of pm 4 taalbeschouwing heeft didactisch voor mij zeer veel waarde gekregen als middel binnen de taalvaardigheden luisteren spreken lezen en schrijven en als doel luisteren spreken lezen schrijven taal beschouwing taalbeschouwing taalbeschouwingt taalbeschouwingt taalbeschouwing ii de opsomming van onderwerpen in voor enkele aangehaalde voorbeelden van taal gestelde curricula leverde heel wat sugges beschouwingsonderwijs voor deze terreinen ties op i v m nieuwe uitgangspunten aan zijn trekkelijkheid en verteerbaarheid van oefen het genre van een tekst veranderen stof de appet ijt was er maar de instructies uitspraak en structuurverschillen tussen om echt didactisch te ontwerpen ontbraken dialect en standaardtaal onderzoeken vaak vergroten van de woordenschat d m v een woordveld binnen het lectuuraanbod over taalbe pictogrammen ontwerpen en vertalen schouwing heeft hij veel theoretische uitwei nonsenswoorden maken en in nonsens dingen gevonden maar weinig curricula taal communiceren alleen lentz van tuijl 1989 geven een factoren in een communicatieve situatie meer concrete aanzet tot het uitstippelen onderzoeken b v het doel van de zen van een leerlijn der het gekozen communicatiekanaal kenmerken van de ontvanger dokters ai is het zo dat praten anders dan dokwerkers taalbeschouwingsonderwijs zich richt op de structuur betekenis en functie aspecten van taal stijn ziet wil men althans de communica taalbeschouwing ook voorkomt in spon tieve taalgebruikssituatie behouden duide tane toevallige taalgebruikssituaties lijk gevaren in een cursorische aanpak hij de graad van taalbeschouwing bepaald laat zich bij het ontwerpen van taalbeschou wordt door de taalontwikkelingslijnen wingslessen dan ook leiden door zijn ver van het kind wondering t o v taal door de aangehaalde toch is er degelijk nood aan een soepel en bouwstenen en door de didactische fase op niveau aangepast curriculum met aan ring van kroon dekkers duiding van haalbaar te ontginnen terreinen vaak beperkt men zich tot het aanreiken van bouwstenen vanuit het perspectief van het taalsysteem het formele de betekenis bedoeling het semanti sche het conceptuele de taalgebruiker het pragmatische het culturele de taalhouding het attitudinele nu nov dec 199 nummer 23e jaargang ir voorbeelden vergelijken regel formuleren andere voorbeelden noemen regel vergelijken met de oorspronkelijke uiting inoefening er wordt iets bijzonders opgemerkt waar direct of later op wordt doorgegaan de lus van dekkers uit jeugd school en wereld jg 1987 1988 nr 4 p 39 1 beschrijven 4 toepassen het kind en de leerkracht verwonderen het leren toepassen van verworven zich over de taal en het taalgebruik ze inzichten binnen het eigen taalgebruik nemen grondig waar en proberen hun d w z in een andere context gebruiken ontdekken te beschrijven lus 1 aangevulde stap 6 een hulpmiddel hierbij kan het zoeken naar meer voorbeelden zijn lus 2 en eens het begrip en de didactiek in verband het stellen van wat en hoe vragen lus met taalbeschouwing omlijnd lag de weg 3 voor het didactisch ontwerpen open tijdens het laatste jaar van zijn opleiding 2 verklaren nam stijn bij iedere stage de gelegenheid te het leren verklaren of interpreteren wat baat om taalbeschouwingsopdrachten in je in de taal hebt waargenomen lus 4 functie van zijn scriptie uit te werken de confrontatie met de praktijk kon alleen maar 3 beoordelen tot nieuwe en verruimde inzichten leiden het leren beoordelen van de beschreven maar jammer genoeg behoorden die en geinterpreteerde taal opdrachten vooral tot het terrein van de tra hierbij gaat het om het kritische t o v de ditionele grammatica deze kiassiekers taaluiting om het waarom ilus 5 ombuigen tot reflecties over taalfenome 5 ai 2 e jaargang nummer2 n1 nov dec 1993 nen was een eerste opgave stilaan opper de hijzelf veel ideeen en nam hij reacties van kinderen als uitgangspunt voor taalbe kind schouwing door het enthousiasme van de kinderen en door de functionele taalgerich een mens is niet zomaar een dingetje te aanpak kregen ook enkele tutoren er iets bloots meer zin in en waagden ze zich op glad diep in dat dingetje verbergt ijs zijn laatste stageschool gaf hem carte zich iets groots blanche om over de jaren heen een rooster er woont een wonder in iets samen te stellen i v m zelfgekozen taalbe ongelooflijk machtigs schouwingsactiviteiten hierdoor kreeg hij een kind is meer dan maar de kans om verhalend te ontwerpen om alleen iets engelachtigs kinderen via een aangeboden context toe 1k weet niet wat het is vallig te confronteren met taalverschijnse dat niet len maar ik maak me sterk zo n mensenkind is taalbeschouwingsonderwijs vraagt om niet alleen maar mensenwerk een explorerende leerkracht die het aan durft om af te stappen van stereotiepe vra toon hermans gen en antwoorden van goed en fout eens die sprong gewaagd ervaart men taalbe schouwing en de verwondering op zich als een didactische en persoonlijke verr ijking al door dit eindwerk herontdekte ik het kind ben je zelf ervan overtuigd binnen de in mij tot mijn grote verwondering onderwijswereld moet je nog ontzettend hard knocken om collega s uit hun veilige door stijn moechars eindwerk herontdekte haven te loodsen ik als docente de kiemende reflectieve ont werpkracht van een hogeschoolstudent die uit het rijke aanbod maakte ik voor u de mits de nodige impulsen kan komen tot het volgende didactisch gevarieerde keuze onder wijzen van het taal wonder een straatje om verhalend werken over lente wandeling 2e leerjaar nt2 ruilen ruilsituaties rollenspel 5e leer riet jeurissen jaar venstraat 26 taal en cultuur taalgebruik wordt bein 3 700 vreren vloed door o a cultuur en traditie mannelijke en vrouwelijke beroepen 6e leerjaar bibliografie de kinderen werkten tijdens deze taalbe schouwingsactiviteiten erg enthousiast aan nijmeegse werkgroep taaldidactiek hun taalonderzoek vaak stond ik versteld taaldidactiek aan de basis van de reflecties van de weergave van de groningen wolters noordhoff 1992 taaldenkrelaties van de taalcreaties het ode druk gedicht kind van toon hermans bevestigt trouwens mijn vermoeden dat er in een kind lentz l h van tuijl red zo vaak meer zit dan je op het eerste taalvaardigheid in de basisschool gezicht zou denken enschede slo 1989 oi i f 4 nov dec 1993 numme 2 23e jaargang v i ill doelgroep tweede leerjaar thema verhalend werken lente wandeling rode draad luisteren spreken lezen schrijven doorheen taalspelletjes lesmateriaal verhaal bewerking op een straatje om van s kitamura van holkema warendorf 1987 tekeningen als ondersteuning bij het verhaal werkblad met oefeningen opmerkingen deze les is een nt2 les d w z dat de les is opgesteld met de bedoeling om een aantal doelwoorden aan te brengen cf modules prof dr k jaspaert steunpunt nt2 leuven zo zou het kunnen dat het aanbod ervan wat kunstmatig overkomt toch bleek tijdens en na het geven van de les dat dit zeker niet hinderlijk was voor deze kin deren in het verhaal zijn taalspelletjes verwerkt bindteksten zorgen voor de overgang van beschouwingsmomenten naar het verhaal doelstellingen aan het einde van de les moeten de leerlingen in staat zijn met de aangeboden woorden en zinnen te spelen zich erover te verwonderen de betekenis van deze woorden in zich op te nemen via het aanbod in de verschillende situaties in het verhaal in de tekeningen in de verschillende werkvormen luisteren naar het verhaal de oefeningen op het werkblad zich in te leven op de verschillende niveaus fonologisch lexicologisch semantisch syntactisch en in de aangeboden situaties de aangeboden verbale en schri ftelijke spelvormen correct en empathisch in te vullen om zo via taalbeschouwing tot taalverruiming te komen zich te durven inleven in de bewegingssituatie in de doe alsof situatie lesverloop 1 inleiding motivering als leidraad vertelt de leerkracht een verhaal over een wandeling met vrouw vriend en wat ieder van hen zag tijdens die wandeling vreemd zij hij zag allerlei dingen in het bos die ik niet zag b v een konijnepijp een nest in de boom een spechtegat hoe kan dat nu we liepen toch op dezelfde weg vit 23e jaargang 1 nummer 2 nov 1993 2 kern aanbreng onderwerp verhaal over een meisje dat samen met haar hond gaat wande len de leerkracht vertelt ook dat het verhaal af en toe onderbroken wordt om met let ters en woorden te spelen nieuwe zinnen te maken de leerkracht vertelt het eerste deel van het verhaal met behulp van tekeningen het boek lily gaat graag een eind wandelen met haar hondje nikkie kijk daar loopt ze op de brede stoep achter haar loopt de hond soms lopen ze urenlang tot de zon wegzakt achter de heuvels taalspel de leerkracht brengt het woord zon op het bord en wijst naar het woord de leerlingen lezen het woord dit is het begin van het woord hoeveel letters heeft het woordje zon welke letter staat aan het begin van het woord verander het begin de eerste letter van het woordje zon zodat je een nieuw woord krijgt de leerkracht noteert op het bord is het begin van het woordje nog hetzelfde ga nu in drie stappen van het woordje zon naar het woordje tak zon b k tak de leerkracht vertelt het volgend deel van het verhaal nikkie is altijd bij lily daarom is ze nooit bang ook niet als het donker wordt weet jij hoeveel blaadjes er op de grond liggen vandaag doet lily boodschappen voor haar moeder ja die lekkere meloenen wijst lily daar aan de achterkant geef me er zo maar eentje wat moest ik nog meebrengen denkt ze en ze kijkt op de achterkant van haar boodschappenli stje oh ja appels en bananen voor de fruitsla en sinaasappelen mocht ik zeker ook niet vergeten hoeveel zou ik er nemen geef er maar vier jozef taalspel de leerkracht deelt het werkblad uit met het boodschappenlijstje op lees het ijstje je hebt de voorkant gelezen van het lijstje draai je het blaadje om dan heb je de achterkant van het lijstje wie leest wat staat aan het begin van het lijstje nov dec 1993 nummer 2 23e jaargang va op de achterkant zi e je hoeveel appels lily moet meenemen hoeveel de leerkracht vertelt het volgend deel van het verhaal het wordt al donker buiten lily stopt een tijdje om naar de sterren te k ijken weet jij hoeveel sterren er zijn vraagt lily terwijl ze naar boven kijkt wel het zijn er ontelbaar veel maar er bestaan wel sterren die een naam hebben die ster die grote daar en lily wijst naar een heldere ster die heeft wel een naam ben je niet benieuwd om dat te weten nikkie dat is de grote hond gek he een hond tussen de sterren taalspel bewegingsoefening doen alsof stel je voor datje op die ster zou kunnen lopen alles gaat er heel langzaam lk ben benieuwd of je zo traag kan wandelen pe leerkracht laat de leerlingen uitvoeren en vertelt ondertussen alles gaat heel langzaam daarom loopje zo langzaam daarom praatje ook traag je komt je vriendje tegen ben je niet benieuwd wat hij zij gaat zeggen jij bent eigenlijk benieuwd hoe het met de hamster is je stoel is een hele hoge berg je probeert er op te geraken langs de achterkant het lukt niet lk ben eens benieuwd of het langs de voorkant wel zou lukken de leerkracht vertelt het volgend deel van het verhaal bij een groot pakhuis fladderen en duikelen vleermuizen door de avondlucht wat kunnen ze dat goed he nikkie ziejij hoeveel vleermuizen rondfladderen nog even en we zijn thuis taalspel de leerkracht laat de affiche bekijken o p het eigen werkblad wat vreemd er staan allerlei woorden op de affiche het zijn zinnen maar je ziet ze niet meer zo goed aan de achterkant van de grote mijnheer staan die zinnen ik ben benieuwd of je de zinnen weer heel kunt maken de teerkracht laatindividueel uitvoeren eventueel klassikale verbetering de teerkracht vertelt het volgend deel van het verhaal op de brug staat lily stil om de meeuwen en de eenden in de gracht welterusten te zeggen tln de brede gracht zwemmen de eenden naar haar toe nikkie hoort iets geks achter zich hij draait zich om en hij kijkt recht in de brede muil van een enorme kop nikkie ver schrikt zich haast een bult wat een vreselijk monster in de gracht het is zo breed dat het haast de hele gracht vult met z n dikke lijf a 23e jaargang nummer 2 nov dec 1993 le oh jee als het beest maar niet uit de gracht komt de straten zijn lang niet breed genoeg voor zo een enorm lijf en dikke poten zou het brugje misschien breed genoeg zijn neen dat zou ook niet gaan gelukkig het monster blijft rustig in de brede gracht zitten taalspel gericht luisteren de leerkracht vertelt het verhaal over het monster met het modulewoord breed in verwerkt 3 einde de leerkracht vertelt het laatste deel van het verhaal even na het avondeten is het bedtijd nikkie ligt al in zijn mand aan de achterkant van de kamer dat was een fijne wandeling he zegt lily welterusten nikkie slaap lekker of nikkie rustig zal slapen de leerkracht rondt de les af werkblad naam datum module 1es taalspelletjes in een verhaal 1 een winkellijstje wat staat er aan het begin van het lijstje 7 schrijf het hier op de achterkant zie je dat lily appels moet meebrengen voor moeder lim 1144 l ah one 400t pa it4i oce 4641t li 64n af e4 2 maak je de zinnen af kies hieruit 1 sap 2 is het best i 3 een doos een tomaat is rood wil je wat koop dan tomsap ir nov dec 1993 nummer 2 23e jaargang ni doelgroep vijfde leerjaar thema ruilen rode draad rollenspel i v m ruilsituaties doelstellingen aan het einde van de les moeten de leerlingen in staat zijn zich te realiseren dat de manier waarop je in een situatie praat bepaald wordt door het doel dat je wilt bereiken te reflecteren op en taalvormen te detecteren die geschikt zijn voor een bepaald doel zich in te leven in dit rollenspel rekening houdend met de situatie de partnerwaarmee gespeeld wordt de non verbale taal ondersteuning van watje vertelt in rte zien dat door het gebruik van bepaalde woorden uitdrukkingen er een reactie iookomt bij de toehoorder correct te observeren en te verwoorden watje gezien en gehoord hebt in het rollenspel ilesverloop inleiding motivatie de leerkracht leest het gedicht voor en vraagt naar een gepaste titel mag ik drie appels of doe er toch maar vier dat is dan 20 frank meneer ze zitten in het zakje hier mag ik van jou het vlees dan krijg jij de jus geef mij dan maar de groenten maar geef het nu mag ik van jou je slippers aan dan krijg jij mijn bloemenkleedje geef dan maar je rode pet en wat vlug een beetje mag ik van jou wat aandacht en luister je dan ook echt dan luister ik ook naar jou want het is zo voorbij als ik t mijne heb gezegd stijn moechars nm 23e jaargang nummer 2 nov dec 1993 waarom heb je deze gekozen de leerkracht geeft eigen titel erbij ruilen vind je deze titel goed gekozen waarom wel niet de leerkracht laat de kinderen ruilen mag ik van jou dan 2 kern de leerkracht vertelt een situatie aan de leerlingen je hebt vast weleens meegemaakt dat jij iets hebt waar je niets meer mee doet je vriend of vriendinnetje heeft er wel wat aan en je vriend in heeft iets wat jij graag zou willen hebben leergesprek hoe zou je dit kunnen oplossen je zou kunnen ruilen verschillende manieren om te ruilen welke de leerkracht noteert de aangegeven voorbeelden op het bord zakelijk ruilen b v mijn voorwerp kost zoveel het jouwe zoveel ik betaal jou of jij betaalt me dan nog aanprijzen en zo je eigen voorwerp toch houden b v mijn voorwerp is het mooiste zeer handig om te gebruiken het is nog haast zo goed als nieuw smeken b v geef me toch alsjeblie ft dat vaasje het zou zo mooi bij mij op de kamer staan overtuigen van de andere dat hij zij het voorwerp toch zal geven b v ik heb het echt nodig ik zal je vertellen waarom dreigen b v ben jij een echte vriend je wil het boek nog niet eens geven aan je beste vriend dat zal dan ook niet meer zo lang duren of dramatiseren de leerkracht bespreekt vooraf aandachtspunten observatieopdracht voor andere leerlingen noteert deze op het bord wie neemt het initiatief om te ruilen hoe formuleert hij zij zijn woorden vragen naar informatie aanprijzen overtuigen dreigen wat is het effect ervan op de andere persoon hoe reageert hij zij de leerkracht laat de leerlingen per twee elk een voorwerp uitkiezen de leerkracht kan voorwerpen zelf aanbieden die voldoende variatie aanbrengen nov dec 1993 nummer 2 23e jaargang nm de leerlingen bepalen welke vorm van ruilen ze willen toepassen per twee bespreken ze kort hoe het rollenspel zal verlopen de leerkracht duidt leerlingen aan om te spelen en gee ft andere leerlingen de opdracht om aandachtig te observeren bespreking de leerkracht laat observatie van leerlingen aangeven door systematisch de verschillen de vragen te overlopen hoe zag je dat persoon 1 het voorwerp graag wilde welke woorden gebruikte hij zij ervoor kon je het ook zien aan hoe hij zij stond aan de gebaren welke waren die gebaren doe na overdrijf die gebaren eens vooral het effect van een bepaalde taalhandeling op de hoorder is hier van groot belang b v bij een hoofdzakelijk informatief gesprek kan het effect vrij zakelijk zijn maar ook w61 belangstelling opwekken bij het smeken kan het effect zijn dat de hoorder probeert het onderste uit de kan le halen bij tot tdreigen kan i er een verdedigende reactie opkomen de leerkracht werkt analoog mettwerschillende groepjes 3 einde de leerkracht overloopt kort de les bedoeling van het rollenspel op welke manier heb je de speler zien vragen om te ruilen wat zag jebij de persoon reet het voorwerp besluit hetzelfde doel kan je op verschillende manieren bereiken maar je moet er wel rekening mee houden dat de verschillende taalhandelingen de verschillende manieren van ruilen verschillende effecten bij de toehoorder teweegbrengen im 23e jaargang nummer 2 nov dec 1993 r werkblad naam datum taalbeschouwin mag ik even je hebt zeker al eens meegemaakt dat jij iets hebt waar je niets meer mee doet je vriend of vriendin heeft er wel wat aan je vriend in heeft iets wat jij graag zou willen je kan dit op oplossen door te ruilen maar dat kan op heel wat verschillende manieren zakelijk ruilen aanprijzen smeken overtuigen dreigen je kan dus op een bepaalde manier iets duidelijk maken maar het is zeker zo belangrijk hoe de andere persoon de hoorder zal reageren kies een van de bovenstaande manieren uit en bedenk hoe je zelf hierop zou reageren besluit je kan je doel op verschillende manieren bereiken maar je moet er wel rekening mee houden dat de manier waarop je dat doet een verschillend effect kan hebben bij de hoorder van je boodschap nov dec 1993 nummer 2 23e jaargang nm doelgroep 3e graad thema taalgebruik wordt beinvloed door o a cultuur en traditie rode draad mannelijke en vrouwelijke beroepen lesmateriaal fotomateriaal kalender ncos brussel jaargangen 1988 1989 1992 verhaal doelstellingen 1aanbet einde van de les moeten de leerlingen in staat zijn via het gericht informatief bekijken van fotomateriaal in te zien dat bepaalde beroepen in andere culturen door mannen worden beoefend en bij ons door vrouwen of omge keerd zelf het mannelijk vrouwelijk woord bij een bepaald beroep te zoeken en ook zo te ont dekken dat bepaalde beroepen maar een enkel woord hebben dat zowel voor mannen als voor vrouwen geldt te ontdekken dat bepaalde woorden beroepsnamen niet voorkomen in onze cultuur maar dat dit wel zo is in andere culturen en dat ze daarom ook een specifieke naam krij gen in die taal lesverloop 1 lnfeiding rnotivatie de leerkracht toont leerlingen foto van mannen die de was doen wat valtje op aan deze foto wat merk je op wie doet het huishoudelijk werk is dat bij ons ook zo bij wie gebeurt dat thuis zo wel eens wie is baas in deze school directeur de leerkracht noteert op het bord in elke school directrice wat is verschil tussen beiden waar kan je directeur of directrice van zijn hoort bij het ene een directeur en bij het andere een directrice b v technische school huishoudschool fabriek bejaardencentrum club w in 23e jaargang nummer 2 nov dec 1993 2 kern klassikale opdracht de leerkracht noteert in de kolom onder directeur nog aantal mannelijke woorden b v onderwijzer schrijver timmerman en onder directrice een aantal vrouwelijke woorden b v telefoniste verpleegster vroedvrouw de leerkracht vraagt de lee rl ingen een aantal andere beroepen aan te geven die noteert hij in de juiste kolom mogelijk dat een beroep wordt gegeven dat zowel mannelijk als vrouwelijk kan zijn dat noteert de leerkracht in de derde kolom b v minister arts bediende burgemeester verpleegkundige verloskundige concierge de leerkracht vraagt de leerlingen om bij ieder woord het corresponderende woord te bedenken bespreking de leerkracht stelt een aantal gerichte vragen welke moeilijkheid ondervind je bij het zoeken van de vrouwelijke mannelijke vorm een aantal komt maar weinig voor hoe komt het dat er voor sommige maar een bepaalde benaming is voor mannelijk en vrouwelijk beroep de leerkracht geeft richting aan indien de leerlingen niet verder geraken bepaalde dingen worden getekend door de traditie in cultuur wij leven in een mannen cultuur de man is steeds de baas geweest dat kan ook veranderen wat vind je daar van de leerkracht toont een prent van wassende mannen hoe zou je deze mannen noemen wasmannen hoe zou dit bij ons zijn wasvrouwen hoe komt dit volgens jou hebben we deze woorden nodig zouden ze een woord hebben in die taal voor het beroep dat deze mannen heb ben hoe ontstaan volgens jou voor deze beroepen dan nieuwe woorden in onze taal de leerkracht toont andere prenten waar vrouwen in onze ogen mannenwerk doen en omgekeerd en stelt gelijkaardige vragen de leerkracht bespreekt enkele wat minder gekende beroepen typisch vrouwelijke typisch mannelijke beroepen b v caissiere opticien telefoniste ballonvaarder politi ca opmerking zie werkblad een woord zelf heeft ook een geslacht je kan dit opzoeken in een woordenboek nov dec 1993 nummer 2 23e jaargang wg an 3 einde de leerkracht vraagt naar de hoofdbedoeling van de les of geeft ze zelf indien te moei lijk voor de leerlingen je taalgebruik wordt beinvloed door je eigen cultuur en traditie de leerkracht kan de les afronden met een kort verhaal bij de prenten werkblad naam datum taalbeschouwin g minister is dat nu mannelijk of vrouwelijk je kan zeker heel wat beroepen opnoemen die je kan thuisbrengen bij de mannelijke of vrouwelijke beroepen zoek jij telkens het mannelijke of het vrouwelijke woord bij het opgegeven beroep vind je geen ander woord voor het beroep mag je er een kring omheen trekken mannelijk vrouwelijk onderwijzer directeur schrijfster minister schilder burgemeester bejaardenhelpster vroedvrouw wasvrouw concierge vaak heb je beroepen in een bepaalde cultuur die in onze cultuur ofwel niet worden uitgeoefend ofwel door het andere geslacht kan je hier een voorbeeld van geven een tussendoortje je hebt tot nu toe mannelijke en vrouwelijke beroepen gezocht maar wist je dat elke zelfstandig naamwoord ook een geslacht heeft dat kan je opzoeken in een woordenboek doe dat eens voor volgende woorden m mannelijk v vrouwelijk o onzijdig berk kortsluiting medicijn hoofd lucht ozon besluit je gebruikt je eigen taal in je eigen cultuur dit taalgebruik wordt beinvloed door je eigen cultuur en traditie een specifiek woord uit een andere cultuur heeft vaak geen woord in onze taal bv een beroep stijn moechars korte heidestraat 20 3 740 bilzen mn 23e jaargang nummer 2 nov dec 1993