Vakdidactiek een onderwijskundige subdiscipline

Publicatie datum: 1986-01-01
Auteur: P. Roest
Collectie: 04
Volume: 04
Nummer: 3-4
Pagina’s: 91-94
kritiek commentaar en beschouwing p roest vakdidactiek een onderwijskundige subdiscipline vakdidactiek een onderwijskundige subdiscipline in zijn soms wat uitdagende artikel de moedertaaldidactiek als wetenschappelijk bedrijf haar werkterrein en haar disciplinair karakter spiegel 3 1985 nr 2 komt ten brinke tot enige voorlopige conclusies hij spreekt wat bescheidener van algemene conseguenties ten aanzien van de positie van de moedertaaldidactiek tussen de wetenschappelijke disciplines ik veroorloof mij enig commentaar en betrek daarbij ook de ene praktische conseguentie die hij signaleert moedertaaldidactiek is volgens ten brinke gua gevergde veelzijdigheid een niet buitengewone wetenschap ik laat nu maar in het midden wat bedoeld kan zijn met niet buitengewoon en besteed vooral aandacht aan de veelzijdigheid omdat het onmogelijk is vakdidactiek te studeren zonder zich actief bezig te houden met de discipline achter het schoolvak moederdiscipline en met de onderwijskunde in het bijzonder met de algemene didactiek stel ik mij aan de zijde van hen die van oordeel zijn dat de beoefening van welke vakdidactiek dan ook wel degelijk veelzijdigheid vraagt het wetenschapsgebied der vakdidactiek ligt inderdaad tussen traditionele wetenschapsgebieden zoals die in het universitaire onderwijs onderscheiden worden in bij wijze van voorbeeld wijs ik op de moedertaaldidactiek die immers niet kan buiten de neerlandistiek en de onderwijskunde beide hebben zich reeds ontwikkeld en ontmoeten elkaar op een nog nauwelijks erkend wetenschapsgebied de moedertaaldidactiek het is daarom terecht dat men de vakdidactieken een interdisciplinair karakter toekent een interdiscipline ontstaat immmers niet alleen op basis van contact en samenwerking tussen de beoefenaars van de verschillende oudere disciplines maar ook en zeker in het geval van de vakdidactieken vanuit de behoeften die voortkomen uit de praktijk i c van onderwijs en opleiding om bij te kunnen dragen aan de zich ontwikkelende wetenschapsgebieden binnen het totaal van het hoger onderwijs heeft men een tweezijdige 91 spiegel 4 1986 extra nummer 91 94 deskundigheid nodig in simpele praktijkwoorden het gaat om het wat en het hoe van het onderwijs wie alleen wiskunde gestudeerd heeft mist de tweede component de didactiek wie voorrang geeft aan de formele functie van het onderwijs verwaarloost ten ongerieve van zijn leerlingen de vakinhoud i c de wiskunde deze problematiek laat zich m i niet of nauwelijks vergelijken met het schrijven van een scriptie waarvoor men zich moet verdiepen in de zeventiende eeuwse tuinarchitectuur bij de vakdidactieken gaat het erom dat leraren opgeleid en voorgegaan door vakdidactici op basis van hun dubbele opleiding kritisch en kreatief omgaan met de leerstof en haar didactisch vormgeving dat geldt mutatis mutandis ook voor het vakdidactisch onderzoek hoewel ik niet zo bijster gelukkig ben met de door ten brinke gebruikte adjectieven passief en actief bij beoefenen neem ik ze in deze korte reactie toch maar over idealiter gesproken kan men geen verantwoord vakdidactisch onderzoek verrichten als men niet thuis is in de moederdiscipline en in de onderwijskunde daarbij is het afhankelijk van de inhoud en de aard van het onderzoek welke en hoeveel disciplinaire deskundigheid wordt vereist wie promovendi heeft begeleid weet maar al te goed hoe moeilijk het is de boven en de ondergrens te bepalen en bij het onderwerp een juiste keuze te doen ten aanzien van andere wetenschappers en referenten het is waar dat verantwoord moedertaaldidactisch onderzoek teamwork van onderzoekers vooronderstelt maar ook deze bewering heeft grenzen en een daarvan is in elk geval de identiteit van de vakdidactiek en dus van de vakdidacticus hoe het komt dat de moedertaaldidactiek nog maar een brokkelige en onaffe indruk maakt het antwoord is in zijn simpelheid pijnlijk omdat de vakdidactieken in de officiele wetenschapsbeoefening jarenlang verwaarloosd zijn omdat er in nederland niet of ternauwernood hoogleraren in een vakdidactiek zijn die zelf de interdisciplinaire weg zijn gegaan omdat men jarenlang gemeend heeft te kunnen volstaan met een scheutje didaxis in de vaste spijs van de echte wetenschappelijke opleiding omdat er ook onder de wetenschappers een onwetenschappelijk dedain heeft bestaan voor dat leraarsgedoe omdat we nog maar nauwelijks toe zijn aan een nauwkeurige beschrijving van het vakdidactisch wetenschapsgebied wie levert daaraan een bijdrage daarmee de lijn voortzettend of ombuigend welke hooymayers en ik destijds op een studiedag in utrecht op het a t e e congres in oldenburg en in enige tijdschriftartikelen hebben betrokken het moet mij van het hart collega ten brinke treft met zijn knuppel in het wetenschapstheoretisch en wetenschapsorganisatorisch hoenderhok alleen hen die in een overgangstijd een moedige en eerlijke poging ondernemen om de vakdidactieken verder te helpen onderwijskundig hebben zij vaak moeten steunen op aanvullend onder wijs en zelfstudie misschien 92 zijn ze daarbij weieens te veel naar de onderwijskunde en ook nog naar andere disciplines overgeheld maar zij hebben terreinen verkend en grondslagen gelegd ze hebben ook belangrijke vragen gesteld het is waar en juist de gekritiseerde onderzoekers zullen dat beamen er valt nog heel wat te doen o m ten dienste van het onderwijs in de nederlandse taal samen maar ook individueel daarin zit het risico dat een vakdidacticus zijn tanden stuk bijt op de oplossing van het interdisciplinaire probleem van zijn vakdidactiek en later wordt gedisgualificeerd vanwege zijn gebrekkig inzicht in het verschil tussen inter sub en hulpdisciplines 93