Publicatie datum: 1992-01-01
Auteur: Wolfgang Herrlitz
Collectie: 10
Volume: 10
Nummer: 2
Pagina’s: 79-92
Documenten
wolfgang herrlitz vanuit de vliering naar vernieuwing in het moedertaalonderwijs gekeken een bespreking van b van der leeuw en h bonset m m v j sturm vernieuwing in het moeder taalonderwijs een vergelijking van zeven case studies in het perspectief van leerplanontwikkeling studies in leerplanontwikkeling enschede 1990 1 beeldspraak ter inleiding in het nijmeegse is het wom het werkverband onderzoek moedertaalonderwijs sinds 1981 bezig met de aanbouw van een huis getiteld vernieuwing en vernieu wingsweerstanden in voortgezet moedertaalonderwijs in eerste instantie was voorzien in een gebouw met twee etages op de begane grond de ruimte voor het moedertaalonderwijs zelf met tot nu toe kamers voor projectmatig onderwijs schrijfonderwijs schoolwerk planontwikkcling lctterkunde onderwijs dramatische expressie schrijf vaardigheidsonderwijs en introductie van het vak mto op de eerste verdieping de bel etage waar het de wom ers eigenlijk om gaat de ruimte voor etnografisch onderzoek naar de op de begane grond gehuis veste praktijk van het moedertaalonderwijs in nederland met kamers voor een zevental projecten 1 ik sta hier niet voor mezelf te praten projectmatig onderwijs als aanzet tot onderwijsvernieuwing een case studie daamen verstegen 1982 2 schrijfonderwijs in praktijk een verslag van een etnografisch onderzoek naar de invoering van thematisch cursorisch schrijfonderwijs op een basisschool hoogeveen verkampen 1985 3 schoolwerkplanontwikkeling in praktijk een verslag van een etnografisch onderzoek naar de totstandkoming van een deel schoolwerkplantekst over thematisch cursorisch schrijfonderwijs op een basisschool adams 1987 4 letterkunde onderwijs op de vhbo van pinxteren swennen 1985 5 leren te spelen spelen om te leren een onderzoek naar dramatische expressie in de klas giesen driessen fest 1986 6 schrijfvaardigheidsonderwijs tussen denken en doen een verslag van onder zoek naar praktijk en retoriek van schrijfvaardigheidsonderwijs aerts geer lings van goch 1987 7 low country school ii a demonstration of an imen case study in progress hoogeveen sturm verkampen 1986 spiegel 10 1992 nr 2 79 92 in tweede instantie is aan de aannemer bonset van der leeuw gevraagd om op de eerste verdieping een dak te bouwen in de vorm van een afgeknotte piramide de zo ontstane tweede verdieping biedt ruimte voor een meta etnografisch onderzoek met als resultaat een kamer waarin de essentie van de zeven kamers op de begane grond en van de zeven kamers op de eerste verdieping in een ameublement geintegreerd is in derde instantie werd blijkbaar omdat volgens de wom ers onder het dak de nodige helderheid ontbrak het constructiebureau j sturm uitgenodigd om de tweede verdieping met een groot terras te verrijken dit moest riante uitloop bieden voor het meta etnografisch onderzoek en ruimte om in een apart hoofdstuk over leerplanontwikkeling onderzoek en de ontwikkeling van een gemeenschap van begrijpende gebruikers na te denken over het doel waarop meta etnogra fisch onderzoek naar het moedertaalonderwijs gericht is om het terras van een stevig fundament te voorzien was het nodig om op de begane grond een kamer stellen aan te bouwen en daar bovenop een kamer voor een etnografische studie naar dit stelonderwijs over en weer de ontwikkeling van een lessenserie hoogeveen verkampen 1987 ten slotte ik hoop dat de attente lezer de schets van het huis nog voor ogen heeft is aan schrijver dezes opgedragen om boven op het dak de top van de piramide helemaal af te werken zo ontstaat een vliering met ruimte niet alleen voor een maquette van de tweede verdieping maar ook ondanks alle voor dit soort zolderkamertjes typerende stoffigheid en benauwdheid voor een enorme loep waardoor vanuit het dak door een klein raampje kritisch naar de maquette kan worden gekeken nadat nu eerst de maquette zal worden gepresenteerd zullen daarna twee passages aan een kritische bespreking worden gewijd 2 een beschrijving van de maquette de onderzoeksvragen van der leeuw bonset 1990 doen een poging om een integraal beeld te geven van het moedertaalonderwijs dat naar voren wordt gebracht in zeven case studies van het nijmeegse werkverband onderzoek moedertaalonderwijs wom dat beeld komt voort uit een schooletnografische aanpak dat betekent dat in de zeven case studies de verheldering centraal staat van de betekenisgeving die constitutief is voor het onderwijsleerproces in het vak moedertaal en wel vanuit het perspec tief van de betrokkenen die hun handelen op hun interpretaties baseren van der leeuw en bonset laten duidelijk zien hoe in alle cases de etnografische benade ring wordt gebruikt om antwoorden op drie vragen te geven 1 wat zeggen docenten onder studie dat ze willen en kunnen in hun moeder taalonderwijs 80 2 wat doen docenten onder studie in een reeks geobserveerde lessen activitei ten 3 hoe zijn de relaties tussen het geverbaliseerde willen en kunnen enerzijds en het geobserveerde doen anderzijds te begrijpen zowel voor de docenten onder studie zelf als voor de onderzoekers p 49 in de cases worden antwoorden op de vragen 1 en 2 gegeven op basis van uitgebreide documentaties transscripties van open interviews met de docenten onder studie en van opnames van de bezochte lessen documenten over de context zoals leerplannen werkplannen schoolboeken handboeken etc terwijl bij de beantwoording van vraag 3 een aantal analytische concepten zoals retoriek versus praktijk rationaliteit concerns van de leerkracht vakparadigma een centrale rol spelen in essentie draait het allemaal om de vraag hoe het schoolvak moedertaal gedefinieerd wordt welke vakdefinitie hanteert de leerkracht in haar zijn uitleg welke definities liggen ten grondslag aan de sociale realiteit van het onderwijs leerproces in de klas hoe zijn de tegenstrijdigheden en parallellen tussen de twee genoemde defini tieniveaus te begrijpen in hun meta etnografisch onderzoek streven van der leeuw en bonset door middel van een vergelijking van de zeven case studies drie doelen na a nagaan welke algemenere kennis deze vergelijking oplevert over processen en factoren die een centrale rol spelen in de vernieuwingsproblematiek van het moedertaalonderwijs b construeren van een instrumentarium in de zin van bereflecteerde onder zoeksvragen en onderzoeksaanpak waarmee ook in gang zijnde of nog uit te voeren case studies geanalyseerd en onderling vergeleken kunnen worden c nagaan welke bijdrage de onder a genoemde algemenere kennis kan leveren aan de leerplanontwikkeling voor moedertaalonderwijs pp 8 9 conform de hoofdstukvolgorde in van der leeuw bonset bespreek ik eerst de constructie van een instrumentarium punt b om erna in te gaan op de produktie van algemenere kennis over het moedertaalonderwijs punt a het conceptueel kader in hun tweede hoofdstuk geven van der leeuw en bonset een reconstructie van het conceptueel kader van de zeven case studies na kort te hebben gewezen op het symbolische interactionisme dat ten grondslag ligt aan de nieuwe onderwijsso ciologie en de engelse kennissociologie die wederom de basis vormen voor de etnografie van het wom bespreken ze een achttiental concepten die voor het onderzoek van het wom essentieel blijken te zijn twaalf van deze concepten worden als sensitizing concepts aangeduid zij geven perspectief aan de interpre tatie van betekenistoekenning in alle zeven case studies de resterende zes concepten worden ontwikkeld genoemd zij worden specifiek in een case studie 81 ontwikkeld ten behoeve van de conceptualizering van de alleen hier spelende interpretatieproblemen ik beperk mij in deze recensie ertoe om op een tweetal sensitizing concepts retoriek en praktijk en traditie nader in te gaan ik heb voor deze twee gekozen omdat ze mij bijzonder fundamenteel lijken in die zin dat de andere concepten verwant zijn aan en zelfs overlap vertonen met deze twee het concept retoriek en praktijk r p wordt in van der leeuw bonset p 27 als volgt omschreven retoriek verwijst naar de discussie plannen theorie en opvattingen over ver nieuwd onderwijs retoriek is te vinden in de richtlijnen van de overheid in de didactische handboeken in verhandelingen in de vaktijdschriften in publikaties van leerplanontwikkelaars en tenslotte in de opvattingen van leerkrachten praktijk verwijst naar het feitelijk handelen van leerkracht en leerlingen in de klas het verloop van de onderwijsleeractiviteiten dit concept is van essentieel belang voor het wom onderzoek omdat het een einde maakt aan de zo vaak en zo onverstoorbaar tegen beter weten in gekoes terde illusie dat veranderingen in het praten over onderwijs automatisch en noodzakelijk leiden tot veranderingen in het onderwijs zelf kijk eventjes naar de basisvorming r p ligt ten grondslag aan een centrale vraag die het wom onderzoek tracht de beantwoorden wat komt er in de praktijk van het moedertaal onderwijs eigenlijk terecht van al die ideeen over vernieuwing die de retoriek zo ijzersterk in de greep hebben of in de traditie van het symbolische interactionis me geformuleerd welke invloed hebben veranderende betekenistoekenningen op meta niveau praten over het moedertaalonderwijs op de zingeving die constitu tief is voor het symbolisch handelen van leerkrachten en leerlingen in de klas de boven geciteerde drieslag wat zeggen docenten wat doen docenten wat is de relatie tussen zeggen en doen die aan alle case studies structuur geeft vloeit voort uit het centrale concept r p de concepten curriculum rationaliteit vakparadigma relatie schoolvak wetenschap gedeeltelijk ook leraarsperspectief en posities en belangen kunnen als verbijzonderingen van de retoriek worden beschouwd daarentegen geven biografie van de leerkracht rivaliserende concerns maatschappelijke functies van het onderwijs institutionele rollen bezigheidsfuncties voortgang van de les toetsgerichtheid schoolorganisatie en weer gedeeltelijk leraarsperspectief en posities en belangen een nadere invulling aan het onderzoek naar de praktijk vertrekkend vanuit het centrum r p zetten deze concepten lijnen van onderzoek uit die in de specifieke case studies met een documentatie onderlegd en met een interpretatie van de betekenistoekenning door betrokkenen expliciet uitgewerkt worden het concept traditie t omschrijven van der leeuw en bonset op p 40 met de volgende korte aanduiding traditie verwijst naar succesvolle en stabiele elemen 82 ten uit de geschiedenis van het vak die ook in de huidige onderwijspraktijk zijn waar te nemen ondanks het feit dat t in de case studies niet expliciet uitvoerig aan de orde wordt gesteld en dus ook in de meta etnografie van van der leeuw bonset een tamelijk ondergeschikte rol speelt ben ik toch van mening dat het hier om het tweede centrale concept van het wom onderzoek gaat hoe sterk het moedertaal onderwijs ingebonden is in traditionele definities van het vak en hoe en in welke mate vernieuwingen mogelijk zijn tegen deze bindingen aan de traditie in dat is immers de hamvraag van het hele onderzoeksprogramma vermoedelijk moet ook hier vergelijkbaar aan r p aan een tweeledige aanduiding van het concept de voorkeur worden gegeven om de inherente conceptuele tegenstelling expliciet te maken innovatie traditie i t vooral de concepten rationaliteit biografie van de leerkracht vakparadigma relatie schoolvak vakwetenschap geschiedenis van het schoolvak en maat schappelijke functies van het onderwijs kunnen als nadere bepalingen van i t worden beschouwd het ligt overigens niet voor de hand om de twee conceptuele kernen van het wom onderzoek r p en i t als totaal ongerelateerd tegen over elkaar te plaatsen veel vruchtbaarder lijkt het mij om ze als twee dimensies in een coordinatenstelsel samen te brengen en zo de tweevoudige conceptuele spanning van de nijmeegse case studies aanschouwelijk en doorzichtig te maken retoriek b innovatie traditie d praktijk in het schema kunnen de verschillende conceptuele vertrekpunten van de case studies worden geplaatst en op karakteristieke wijze aan elkaar worden gerela teerd een etnografie van schrijfonderwijs in de praktijk bijvoorbeeld vertrekt vanuit het veld a vernieuwing van een deelleerplan innovatie in de retoriek onderzocht wordt aan welke rationaliteit deze vernieuwing te danken is en hoe zij historisch bepaald is relatie met de concepten rationaliteit en geschiedenis van het vak in veld b tevens wordt gekeken naar de invloed van de pedagogische biografie en de schrijfervaring van de leerkracht op de schrijflessen relatie met de concepten biografie en projectie schrijfproblemen in veld c in de kern van het onderzoek wordt nagegaan wat van de innovatieve retoriek eigenlijk terecht 83 komt in het onderwijs zelf relatie met veld d en hoe het verleden van het schrijfonderwijs beperkingen oplegt aan de vernieuwing relatie van veld d met de velden b en c etc het schema maakt het dus mogelijk om een soort e c g van elke case studie te ontwerpen en daarin de conceptuele lijnen van de etnogra fie zichtbaar te maken in een meta etnografie zouden dan de verschillende e c g s met elkaar kunnen worden vergeleken en in hoofdlijnen worden geinte greerd van der leeuw en bonset houden minder van dit soort simplistische aanpakken zij hebben een schijf van vier p 46 ontworpen die in feite een schijf van 23 blijkt te zijn waarin rond de kern lespraktijk in de vier velden leerkracht vakinhoud vernieuwing en institutie alle achttien concepten uit de zeven case studies zijn ondergebracht waarbij we relaties tussen concepten suggereren en niet definieren of vastleggen p 47 leerkracht projectie schrijfproblemen biogra 3 paradigmatische component posities leraars organisatie belangen perspectief pragmatische component a institutionele rohcn rivaliserende jr geschiedenis v yv 1 peda traduit 1909 ichi v voortgang lespraktijk vakparadigm leerlingen wettnichap per tion praktijk seiect e m toets gram literair integratie perceived indiv creatief formal communicatie retonek ideoiogica lit godsdienstig comculurr technisch socim1 s vernieuwing nationaliteiten s ontwikkeld concept semitizing concept 84 de auteurs verwachten dat de schijf van vier richting kan geven aan toekomstig etnografisch onderzoek naar het moedertaalonderwijs een beeld van moedertaalonderwijs in hun derde hoofdstuk definities van moedertaalonderwijs geven van der leeuw en bonset zicht op het integrale beeld dat de zeven etnografieen van het moedertaalonderwijs in nederland opleveren daarbij stellen ze de concepten vakonderdeel retoriek en praktijk en vakparadigma centraal per concept worden alle zeven case studies doorgelopen en op de voor het onderzochte moedertaalonderwijs constitutieve trekken bekeken het meest opmerkelijk vind ik het volgende resultaat dat in een verschillende gedaante in alle etnografieen terug te vinden is dankzij stevige banden met de traditie is de logheid van de onder wijspraktijk in hel vak moedertaal zo groot dal deze slechts marginaal door een vernieuwde retoriek beinvloed wordt in de termen van ons schema geformuleerd wat in de retoriek van de vernieuwing te plaatsen in veld a als diepgaande invloed op een vanaf de fundamenten herbouwde praktijk te plaatsen in veld d wordt geclaimd blijkt onder de loep van de etnograaf doorgaans een opgepoetst monumentenpand te zijn te plaatsen in veld c de alles overheersende invloed van de pool traditie zorgt voor een systematische rechtsafwijking van de binding van de praktijk aan de retoriek a retoriek b ws innovatie traditie xl d praktijk om nog een metafoor te gebruiken de klok van de praktijk in het moedertaalon derwijs loopt achter en niet met minuten maar met decennia en dat maakt dat het niemand opvalt die even naar de klok kijkt vernieuwingsweerstand in hun vierde hoofdstuk zetten van der leeuw en bonset p 93 de factoren die volgens de onderzochte case studies een vernieuwing beinvloeden op een rij in het centrum staat hier de leerkracht die de meeste invloed uitoefent daarbij laat ze zich leiden door aannamen over de leerlingen de institutie de vernieu wing en over andere vakinhouden factoren die dus indirect via de leerkracht van betekenis zijn naar mijn smaak valt dit hoofdstuk te mechanisch uit van 85 zelfsprekend speelt de leerkracht een beslissende rol te sterk in de traditie van het genre samenvatting te weinig geinspireerd op zoek naar diepere oorzaken van het achterlopen van de klok maar ik heb weinig reden om de auteurs ongeinspireerdheid te verwijten omdat ik zelf mijn inspiratie elders vandaan haal namelijk uit het etnografisch onderzoek van anderson levitt 1987 in een studie naar het franse onderwijs in aanvanke lijk lezen maakt ze duidelijk dat bij leerkrachten met een progressieve en met een traditionele retoriek de practical knowledge beliefs values expcctations mental models and formulas for doing things which the teachers use in interpre ting and generating classroom events anderson levitt 1987 174 sterk overeenkomt onafhankelijk dus van de overtuigingen die men er over goed moedertaalonderwijs op nahoudt deze stelling baseert anderson levitt op de waarneming dat de praktische didactiek van het leesonderwijs de globale tijds planning van de instructie de indeling van groepen van leerlingen het gebruik van hulpmiddelen zoals boekjes letters teksten op het bord de fasering van een les etc over de grenzen van de verschillende retorieken heen nagenoeg identiek zijn de waarneming van deze identiekheid wordt mogelijk in een comparatistisch perspectief waarin een onderzoeker met een andere achtergrond naar een voor hem vreemde exotische onderwijscultuur kijkt het is aannemelijk dat deze onderwijspraktische kennis kenmerkend voor een bepaalde homogene onderwijs cultuur niet te danken is aan academische instructie wetenschappelijk onder zoek informatie over curriculumontwikkeling etc maar dat zij zoals andere alledaagse kennis ook opgebouwd wordt in de socialisatie als kind als leerling als student als leraar weinig te beinvloeden dus door de retoriek over het onderwijs maar stevig ingebonden in de traditie van de lespraktijk in hel vak in deze nauwelijks te irriteren dominaniie van de practical knowledge zie ik de sleutel die toegang moet verlenen tot de problematiek van de vernieuwingsweer standen zoals ze in de case studies van het wom zichtbaar wordt concepten zoals biografie van de leerkracht projectie schrijfproblemen toetsgerichtheid voortgang van de les bezigheidsfunctie institutionele rollen bieden aankno pingspunten in overvloed om verhelderende verbanden te leggen tussen de theorie van de practical knowledge en de nijmeegse studies 3 de opbrengst van de studie welke resultaten levert de meta etnografische studie van van der leeuw bonset op voor een antwoord op deze vraag moeten wij teruggaan naar doel a van de studie nagaan welke algemenere kennis een vergelijking van case studies ople vert over processen en factoren die een centrale rol spelen in de vernieuwings problematiek van het moedertaalonderwijs p 131 86 in het algemeen zijn van der leeuw en bonset met het bereikte resultaat tevre den hoofdstuk 3 geeft een breder zicht op en een dieper inzicht in de processen die een rol spelen in de vernieuwingsproblematiek van het moedertaal onderwijs dan de afzonderlijke case studies konden doen hoofdstuk 4 geeft op zijn beurt meer zicht op en inzicht in de factoren die een rol spelen in de vernieuwingsproblematiek van het moedertaalonderwijs hoofdstuk 2 betekent een verheldering en uitbouw van het conceptueel kader van het wom pp 131 132 met deze inschatting ben ik het zonder meer eens inderdaad levert de meta etnografie een helder consistent beeld op van het conceptuele kader van het wom onderzoek en van de belangrijkste antwoorden op de vraag naar vernieu wing en vernieuwingsweerslanden in het moedertaalonderwijs deze uitbreiding van wetenschappelijke kennis over het onderwijs in het nederlands alsmede over de vernieuwingsproblematiek rechtvaardigt ongetwijfeld de aanbouw van het piramide dak bovenop de zeven case studies op de eerste verdieping met dak is het wom gebouw ook voor een veel grotere burenkring zichtbaar wie aarzelt om zeven lijvige rapporten met de erbij horende documentatie tot zich te nemen zal dankbaar de meta etnografie pakken om zich over de essentie van dit onderzoek op de hoogte te stellen in die zin leveren van der leeuw en bonset de meest omvangrijke en instructieve beschrijving van de praktijk in relatie tot de innovatieretoriek van hei nederlandse moedertaalonderwijs die er uberhaupt is moeite heb ik met de opvatting van de auteurs dat hun meta etnografie leidt tot algemenere kennis platvloers bekeken klopt dat natuurlijk de integratie van de resultaten van twee case studies over schrijfonderwijs leidt vergeleken met de afzonderlijke studies tot algemenere kennis omdat 2 ongetwijfeld dubbel zo veel is als 1 daar staat tegenover dat de term algemener ook het idee van generali satie oproept en in die zin vind ik hem in de context van een meta etnografie misleidend hier zou namelijk het misverstand kunnen ontstaan dat een meta etnografie als brug fungeert tussen de analyse van exemplarische cases van gevallen dus die als voorbeeld karakteristiek zijn voor een hele groep en de analyse van een representatieve steekproef van gevallen dus die volgens de normen van de psychometrie een hele groep representeren als je maar meta genoeg doorgaat kom je vanzelf bij de wetmatigheden uit van zo een brugfunctie kan mijns inziens geen sprake zijn ook als ze in grotere getallen voorkomen blijven cases cases exemplarische gevallen en etnografische studies hoe meta dan ook blijven kwalitatieve reconstructies van de betekenisgeving door betrokkenen in bepaalde contexten voor dit inzicht in betekenisstructuren moet de tol van de niet representativiteit worden betaald deze prijs is overigens allesbehalve ongehoord wie inzicht wil verkrijgen in de eigen onderwijspraktijk onder de gegeven specifieke omstandigheden bijvoor beeld om deze praktijk te veranderen is nauwelijks gebaat bij generaliserende theorievorming als prijs voor hun algemeenheid beter voor hun statistisch 87 berekende waarschijnlijkheid betalen deze theorieen met de abstractie van specifieke omstandigheden en met de verwaarlozing van die vaak behoorlijk omvangrijke minderheid van gevallen waarvoor ze blijkens experimenteel verkregen gegevens en daarop uitgevoerde statistische berekeningen niet represen tatief zijn je kan dus niet weten of jouw geval door een generaliserende theorie gedekt is of niet als je daarentegen jouw geval in een etnografische studie over een andere case spiegelt dan kan je mits de etnografie voldoende gedocumen teerd is zelf erover oordelen of en in welke mate de beide gevallen met elkaar in verband zijn te brengen en in hoeverre dus de resultaten van de case studie relevant zijn voor de op te helderen specifieke situatie een meta etnografische studie is dus qua theoretische opzet en qua functie niet te vergelijken met een empirische meta analyse die tot doel heeft om van de vele uit aparte studies resulterende kleinere waarschijnlijkheden een overgrote waar schijnlijkheid te maken meta etnografie streeft naar de integratie van specifieke case gebonden reconstructies van betekenisgeving in een grotere conceptuele samenhang zonder dat de specifieke facetten van de afzonderlijke gevallen verloren gaan dal opent de mogelijkheid om de verheldering van andere praktij ken genuanceerder rijker aan facetten en perspectieven te laten verlopen zie noblit hare 1988 vooral pp 9 18 4 de betekenis van de metafoor aan dit zeer overtuigende en boeiende boekje meta ethnography synthesizing qualitative studies ontlenen van der leeuw en bonset niet alleen het begrip meta etnografie maar ook essentiele inzichten in de methodologische problemen van de synthese van kwalitatieve studies en hun resultaten noblit hare 1988 plaatst de meta etnografie in de grotere samenhang van een comparative appro ach die to us leads to translations not generalizations p 23 in deze optiek bieden van der leeuw en bonset dus een vertaling van zeven nijmeegse case studies in een meta studie volgens noblit hare bestaat de centrale taak van het vertalen erin om key metaphors p 28 sleutelmelaforen of kernmetaforen in de bronteksten te identificeren en om te zetten naar de doeltekst op deze manier kan de doeltekst de betekenis van de bronnen representeren het begrip metafoor staat in deze context minder voor een figuur van retorische beeldspraak de leeuw achilles en meer in brede zin voor een aspect van kennisopbouw en interpretatie as brown 1977 77 argues in the broadest sense metaphor is seeing something from the viewpoint of something else which means that all knowledge is metaphoric noblit hare 1988 p 33 voor de praktijk van het vertaalwerk stellen ze voor in doing a synthesis the various studies must be put together this requires determining the relationships between the studies to be synthesized we think it makes sense to create a list of the key metaphors phrases ideas 88 and or concepts and ihcir relations used in each account and to juxtapose them translations are especially unique syntheses because they protect the particular respect holism and enable comparison an edaquate translation maintains the central metaphors and or concepts of each account in their relation to other leey metaphors or concepts in that account p 28 ik heb zoals trouwens ook van der leeuw en bonset p 23 voor dit citaat gekozen omdat het de openheid vaagheid van het begrip metaphor laat zien zoals noblit en hare dat gebruiken blijkbaar zien ze tussen de termen metaphors phrases ideas and or concepts relaties van identieke of tenminste sterk overlap pende betekenis nadat van der leeuw en bonset hel in hun eerste hoofdstuk uitgebreid over de vertaling van metaforen p 17 gehad hebben kiezen zij in het meta etnografisch onderzoek zelf voor de term concept heel begrijpelijk omdat concept goed aansluit bij het in nederland gebruikelijke en formuleringen zoals de metafoor vakparadigma etc vooral bij de literair gevormde lezers alleen maar onbegrip en hoofdschudden te weeg hadden gebracht wel rijst nu de in de studie van van der leeuw bonset verwaarloosde vraag wat eigenlijk het metaforische is aan curriculum traditie leraarsperspectief etc en wat de sleutel metaforen uit hoofdstuk 1 te maken hebben met de concep ten uit hoofdstuk 2 behalve dan dat ze naar dezelfde naam luisteren resteert de vraag waarom noblit hare zo zeer aan het begrip metaphor hechten mijns inziens hangt dat samen met hun poging to protect the particular p 28 hun streven dus om het hele semiotische proces doorzichtig te houden van het primaire niveau van praktische betekenisgeving over alle etnografische trappen heen tot en met het niveau van de uiteindelijke synthese de keuze voor het begrip metaphor moet beklemtonen dat op elke trap een overdracht van betekenis met de daarbij horende perspectiefwisseling plaatsvindt en dat de lezer van de uiteindelijke synthese alleen dan de trappen naar de ten grondslag liggende cases terug kan afdalen als de relatie tussen de verschillende niveaus van over dracht van herstructurering van betekenis duidelijk blijft de literaire metafoor kan haar ontstaan uit de vergelijking achilles vecht als een leeuw niet ontkennen en haar interpretatie houdt de weg in terug naar deze oorsprong je moet als lezer en liefhebber door de metafoor heen naar de vergelijking kijken net zo blijft de etnografische metafoor gebonden aan de vergelijkende interpretatie van primaire documenten en je moet door de metaforen heen naar the particular naar de ten grondslag liggende cases kunnen kijken om de betekenis van het metaforisch proces te doorgronden de meta etnografie van van der leeuw bonset maakt deze weg terug op het laatste stukje niet echt makkelijk omdat de primaire documenten waarin belangrijke incidenten van het onderwijzen en leren worden weergegeven nagenoeg ontbreken de meta studie is doorzichtig tot en met het niveau van de zeven case studies de cases zelf blijven aan het oog van de lezer onttrokken het 89 is dus terecht dat van der leeuw en bonset anders dan noblil hare het begrip concept centraal stellen een begrip waarin de theoretische kadering op de voorgrond wordt geplaatst en in tegenstelling tot metaphor het semiotische proces van getrapte betekenisgeving naar de achtergrond verdwijnt de vraag blijft in welke mate de meta analyse met de genoemde beperking nog geschikt is voor de verheldering van het specifieke zoals ik dat boven in paragraaf 7 als doel van de synthese van een aantal etnografieen in een meta studie heb aangegeven ik veronderstel dat deze vraag ook bij de auteurs is opgekomen en dat zij naar aanleiding daarvan jan sturm om het hoofdstuk over leerplanontwikkeling onderzoek en de ontwikkeling van een gemeenschap van begrijpende gebruikers hebben gevraagd een hoofdstuk dat nu als een soort appendix het boek besluit sturm laat aan de lezer met etnografisch gevoel voor nuances het hele traject van empirisch interpretatief onderzoek zien van de incidenten die bepaalde gebeurte nissen in de klas documenteren via de interpretatie van cases tot de meta analyse die de gemeenschap van begrijpende gebruikers moet helpen opzetten intellectu eel stimuleren en tot een nieuwe praktijk aanzetten ik vind dit stuk een ondanks de complexiteit van hel onderwerp en de diversiteit van het erbij gehaalde onderzoek door helderheid uitblinkende inleiding in en systematisering van het etnografisch onderzoek naar het mocdertaal onderwijs ik heb er in ieder geval veel van kunnen opsteken dit enthousiasme neemt niet weg dat sturms tekst betrekkelijk los staat van de andere hoofdstukken van het boek ik zie het als een poging om op een eigen wijze manier vanuit lichtelijk andere invalshoeken en via andere paden hetzelfde doel synthese van etnogra fisch onderzoek ten behoeve van de begrijpende gebruiker te bereiken de lezer zou met het bereiken van het tweede doel van de meta etnografie construeren van een instrumentarium in de zin van bereflecteerde onderzoeks vragen en een onderzoeksaanpak waarmee ook in gang zijnde of nog uit te voeren case studies geanalyseerd en onderling vergeleken kunnen worden p 131 minder tevreden kunnen zijn dan van der leeuw en bonset naar onze mening bevredigende onderzoeksopbrengst p 132 wel wordt de liefhebber van kwalitatief onderzoek aangezet tot een poging om de meta etnografie van van der leeuw bonset en sturms re heet ie op het empirisch interpretatieve onderzoekspro ces in elkaar te schuiven teneinde tot een handleiding voor de synthese van schooletnografisch onderzoek op het terrein van het moedertaalonderwijs te komen plannen voor een nieuw te bouwen huis in het nijmeegse alles op een rijtje zettend kom ik tot de volgende beoordeling 1 deze publikatie van bart van der leeuw en helge bonset met medewerking van jan sturm is pioniersarbeid in de didactiek van het onderwijs in de nederlandse standaardtaal zover ik weet is het de eerste keer dat een groot aantal case studies in een meta etnografie wordt geintegreerd zo ontstaat de 90 meest informatieve kwalitatieve studie naar de praktijk van het moedertaalon derwijs in nederland die beschikbaar is 2 samen met de uitgebreide appendix van jan sturm biedt deze publikatie een aanzet tot een methodenleer voor schooletnografisch onderzoek naar het moedertaalonderwijs en vooral voor de integratie van kwalitatieve case studies in meta etnografieen die aan de eis van doorzichtigheid en reconstrueerbaar heid van de eraan ten grondslag liggende onderwijspraktijk voldoen de verdere discussie zou zich moeten concentreren op het wegwerken van de conceptuele incoherenties en tegenstellingen die nu nog te constateren zijn 3 degenen die aan deze discussie mee willen doen worden opgeroepen om vooral helderheid te scheppen op het punt van de generalisatie van kennis over de kwaliteiten van onderwijsprocessen een helderheid die de besproken publikatie niet volledig verschaft bibliografie adams j p schoolwerkplanontwikkeling in praktijk een verslag van een etnografisch onderzoek naar de totstandkoming van een deel schoolwerkplan tekst over thematisch cursorisch schrijfonderwijs op een basisschool ensche de 1987 aerts t h geerlings m van goch schrijfvaardigheidsonderwijs tussen denken en doen een verslag van een onderzoek naar praktijk en retoriek van schrijfvaardigheidsonderwijs hegelsom 1987 anderson levitt k m cultural knowledge for teaching first grade an example from france in g spindler ed toward an interpretive ethnography of education hillsdale 1987 brown r a poetic for sociology new york 1977 daamen w g verstegen ik sta hier niet voor mezelf te praten projectmatig onderwijs als aanzet tot onderwijsvernieuwing een case studie nijmegen 1982 giesen driessen m l p fesl leren te spelen spelen om te leren een onderzoek naar dramatische expressie in de klas nijmegen 1986 hoogeveen m m verkampen schrijfonderwijs in praktijk een verslag van een etnografisch onderzoek naar de invoering van thematisch cursorisch schrijfonderwijs op een basisschool enschede 1985 hoogeveen m j sturm m verkam pen low country school ii a demon stration of an imen case study in progress in j sturm ed documents of the 1986 imen conference antwerpen december 8 11 enschede 1986 p 349 412 91 hoogeveen m m verkampen over en weer de ontwikkeling van een lessenserie enschede nijmegen 1987 mimeo interimrapport 1 deel 3 noblit g w r d hare meia eihnography synthesizing qualitative studies newbury park etc 1988 manuscript aanvaard 29 augustus 1991 92