Verdiepingsonderzoek in de lerarenopleiding Nederlands van de Rijksuniversiteit Groningen

Publicatie datum: 1992-01-01
Auteur: Theo Witte
Collectie: 10
Volume: 10
Nummer: 1
Pagina’s: 3-17
theo witte verdiepingsonderzoek in de lerarenopleiding nederlands van de rijksuniversiteit groningen waarom moeten wij een onderzoek doen als leraar doe je toch geen onderzoek meer kan die tijd niet beter besteed worden aan lesgeven iedereen heeft toch al onderzoek gedaan dat hoeven we toch niet weer over te doen deze opmer kingen werden in 1988 bij de introductie van het verdiepingsonderzoek door mijn collega van algemene onderwijskunde opgetekend zij vormen een weergave van de veelgehoorde bezwaren die studenten destijds en ook later nog tegen dit onderdeel hebben geuit sommige studenten gingen van de vooronderstelling uit dat het doen van onderzoek in de tweede fase overbodig is omdat ze als kersverse academicus reeds over voldoende onderzoeksbekwaamheden zouden beschikken andere studenten twijfelden sterk aan de relevantie van onderzoeksbekwaamheden voor de beroepspraktijk van de eerstegraads leraar lesgeven heeft in de perceptie van deze studenten weinig met het doen van onderzoek te maken aangezien het verdiepingsonderzoek zich in 1988 nog niet had onderscheiden van het onderzoek dat de studenten in de eerste fase van hun studie hadden uitge voerd kan ik mij die reacties nu wel voorstellen bovendien waren de begeleiders onzeker het onderdeel was nieuw in het curriculum van een lerarenopleiding en bovendien bestond er nog geen sterke onderzoekstraditie onder de lerarenop leiders inmiddels nadat er drie jaar met dit onderdeel is geexperimenteerd reage ren de studenten veel positiever op deze verandering kom ik in paragraaf twee terug maar eerst zal ik de stand en gang van zaken met betrekking tot het verdiepingsonderzoek in het huidige programma uiteenzetten daarna kom ik terug op de ontwikkeling van het verdiepingsonderzoek sinds 1988 en geef ik tot slot in paragraaf drie een voorlopige evaluatie van dit onderdeel 1 huidige situatie ik begin deze paragraaf met een omschrijving van wat wij op dit moment in groningen onder het verdiepingsonderzoek verstaan daarbij zal ik onder andere ingaan op de keuze van de onderzoeksvragen daarna zal ik weergeven hoe we het onderzoek in het programma hebben verwerkt vervolgens zal ik de onder zoeken karakteriseren aan de hand van hun thematiek en het type onderzoek tot slot van deze paragraaf sta ik stil bij de gang van zaken rond de beoordeling van het onderzoek spiegel 10 1992 nr 1 3 17 1 1 wat wordt er onder onderzoek verstaan deze vraag is hoewel relevant moeilijk te beantwoorden onderzoeken is een veel voorkomende activiteit en kent vele praktijken en opvattingen aanvankelijk bestonden er dan ook verschillende definities met betrekking tot het verdiepings onderzoek inmiddels hanteren we vijf criteria waarmee we het onderzoeksplan van de dio docent in opleiding goedkeuren of afkeuren deze criteria definieren samen in feite het verdiepingsonderzoek ik zal ze hieronder toelichten het eerste criterium is een beetje obligaat maar niet overbodig of het voorstel als onderzoek kan worden aangemerkt kuypers 1982 onderscheidt in dit verband zoekers en onderzoekers zowel de zoeker als de onderzoeker zoeken iets maar het verschil tussen hen beide is dat de zoeker zoekt om iets te hebben en dat de onderzoeker zoekt om iets te weten en eventueel te hebben kortom een onderzoeksplan behoort te beginnen met een probleemstelling en een doelstel ling het tweede criterium heeft betrekking op de aanpak van het onderzoek die moet uiteraard wetenschappelijk zijn dit houdt in dat de onderzoeker de regulatieve of empirische cyclus in het plan heeft opgenomen en gebruik maakt van redelijk betrouwbare bronnen methoden en theorieen het derde criterium heeft betrekking op de relevantie voor de onderwijspraktijk van de stageschool een belangrijk doel van het verdiepingsonderzoek is een kwalitatieve bijdrage te leveren aan het onderwijs op de stageschool om dit te kunnen bewerkstelligen moet de dio met enige nauwkeurigheid kunnen aangeven wat hij of zij gaat onderzoeken voor wie en welk belang ermee gediend gaat wor den de dio wordt hierdoor in een vroeg stadium geleerd doel en publiekgericht te denken in dit verband is het van belang dat de dio zich goed realiseert dat het eindresultaat voor de school relevant is en niet het onderzoeksverslag om de stu dent hiervan te doordringen moet hij of zij in het onderzoeksplan de vorm van het eindprodukt zo concreet mogelijk benoemen bijvoorbeeld adviesnota lesmateri aal handleiding discussienota etc aangezien de implementatie van het voorstel tot nu toe dikwijls problematisch is is ook de implementatiestrategie een onder deel van het onderzoeksplan geworden de persoonlijke relevantie of motivatie van de dio vormt het vierde criterium een belangrijke doelstelling van de opleiding is dat de dio zelfstandig probleemsi tuaties in de praktijk opmerkt interpreteert en op een systematische wijze weet op te lossen dit wordt dikwijls aangeduid met de onderzoekende of kritische attitude die tot de standaarduitrusting van de eerstegraads leraar nieuwe stijl zou moeten behoren de dio zal zijn keuze dus moeten kunnen motiveren op basis van zijn of haar eigen praktijkervaringen uiteraard mag de school sectie of sp docent ideeen en onderzoeksvragen opperen soms in het kader van een vervolgonder zoek bijvoorbeeld is dat zelfs zeer gewenst voorwaarde is echter wel dat de student voor dergelijk onderzoek gemotiveerd is en dat het draagvlak binnen de school voldoende aanwezig is met deze laatste voorwaarde willen we voorkomen dat de dio zonder dat zelf te weten en te willen zich in wespennesten begeeft of 4 als wetenschappelijk breekijzer wordt gebruikt om langlopende conflicten te be slechten het vijfde criterium is praktisch het onderzoek moet binnen de ervoor gestelde tijd uitvoerbaar zijn het komt erop neer dat de dio er in een aaneengesloten periode van tien weken continu aan kan werken dat de planning realistisch is en dat de organisatie van het onderzoek niet al te zeer afhankelijk is van factoren die de dio niet onder controle heeft 1 2 hoe is het onderzoek in het curriculum verwerkt de dio s zijn van de eerste tot en met de laatste dag op een of andere wijze bezig met het verdiepingsonderzoek hoewel er aanvankelijk voor dit onderdeel geen opbouw in het curriculum werd aangebracht is er naar aanleiding van de evalua ties geleidelijk een programma voor het onderzoek ontstaan dat zich laat onder scheiden in een orientatie instructie uitvoerings en evaluatiefase orientatiefase september november de orientatie op het verdiepingsonderzoek start in feite op de eerste opleidingsdag met de toelichting op het programma overigens weten de studenten die de predoctorale orientatiecursus hebben gevolgd dan al dat de lerarenopleiding een omvangrijke onderzoekscomponent heeft de dio s zijn dus goed op de hoogte gebracht tijdens de vele colleges in het eerste trimester van de opleiding maar ook tijdens de besprekingen met de sp docenten op de stageschool wordt de onderzoekende attitude van de dio s voortdurend geprikkeld dat gebeurt door bij de behandeling van een vakonder deel in de colleges steeds een relatie te leggen tussen onderzoeksresultaten en onderwijspraktijk hierbij worden ook onderzoeken van oud dio s gebruikt de onderzoekende attitude wordt eveneens geprikkeld door de subjectieve theorieen van de dio s zelf en die van hun docenten op school tot onderwerp te maken van een kritische reflectie en discussie mijn ervaring is dat deze orienterende activiteiten een goede warming up zijn voor het verdiepingsonderzoek de ervaringen die de dio s in deze fase opdoen zijn regelmatig van invloed op de keuze van het onderwerp en de probleemstelling van hun onderzoek instructiefase december april begin december organiseert de algemene onder wijskunde een bijeenkomst waar de instructie wordt gegeven aan alle dio s de case van nlo student theo smit uit de aanpak van onderzoek tromp en riet meijer 1990 functioneert in dit college als herkenbare inspiratiebron inspire rend is ook de kennismaking met de soms zeer verrassende onderzoeksverslagen van de dio s uit voorgaande jaren de instructiefase heeft voor het onderzoek twee belangrijke momenten omstreeks de krokusvakantie moet het onderwerp zijn vastgesteld in april ongeveer veertien weken voor het einde van de opleiding moet de dio het onderzoeksplan opzet en planning inleveren de studenten ondervinden bij de opzet van hun onderzoek erg veel steun aan het genoemde boekje van tromp en rietmeijer bij de bespreking van de onderzoeksopzetten heb ik zelf dikwijls met succes gebruik gemaakt van verschuren 1986 kuypers 1982 en swanbom 1984 5 deze fase eindigt met de goedkeuring van het plan door de algemeen onderwijs kundige en de vakdidacticus aan de hand van de hierboven beschreven criteria uitvoeringsfase april juni nadat de dio zijn hoofdstage en nevenstage heeft beeindigd en ook de verdiepingscursus heeft afgerond begint hij of zij zo n tien weken voor het eind van de opleiding met de uitvoering van het onderzoek afhankelijk van het onderwerp wordt het onderzoek door de vakdidacticus of onderwijskundige begeleid de uitvoering wordt bepaald door een strakke aanpak aanvankelijk wekelijks en na ongeveer vier weken tweewekelijks vinden er bijeenkomsten met de begeleider plaats deze bijeenkomsten worden zolang als zinvol is door alle studenten be zocht ik vind het erg belangrijk dat de dio s voortdurend op eikaars werk reageren en op de hoogte blijven van de vorderingen en vooral de bevindingen van hun medestudenten tot nu toe is dit niet erg gelukt de meeste dio s hebben genoeg aan hun eigen onderzoek en de inbreng van de andere dio als ze met z n tweeen zijn en tonen weinig betrokkenheid bij de onderzoeksperikelen van hun collega s ze geven er de voorkeur aan individueel te worden begeleid na een week of drie moeten de dio s hun eerste hoofdstuk inleveren dit is vooral bedoeld om na te gaan of de opzet van het onderzoek en de verantwoording ervan goed uitpakt ook dient het als stok achter de deur des te sneller studenten gaan schrijven des te eerder hakken ze knopen door en des te groter zijn hun vorderin gen ik hecht er derhalve aan om steeds afspraken te maken over de inleverdatum van een volgend hoofdstuk nadat het concept door de begeleider is goedgekeurd en het definitieve werkstuk is ingeleverd vindt de beoordeling plaats evaluatiefase april juli in de uitvoeringsfase zijn drie vaste evaluatiemomenten geprogrammeerd namelijk de evaluatie van het onderzoeksplan het eerste hoofdstuk en het concept van het eindverslag deze evaluaties hebben uiteraard betrekking op het proces pas als het onderzoek in het stadium van de afronding is gekomen vindt er een beoordeling plaats in de vorm van een prognose de definitieve beoordeling wordt gegeven nadat de student alles heeft ingeleverd ik ga hier in paragraaf 1 4 verder op in 1 3 karakterisering van de onderzoeksresultaten veertien van de vijftien verdiepingsonderzoeken die door de dio s nederlands tot nu toe zijn gedaan bevinden zich op het gebied van de vakdidactiek het enige onderzoek dat hierbuiten valt heeft het computerondersteund onderwijs tot onder werp de onderwerpkeuze is gevarieerd zes onderzoeken handelen over litera tuuronderwijs vier onderzoeken liggen op het gebied van de mondelinge taal vaardigheid en drie onderzoeken hebben de leesvaardigheid bij zakelijke teksten tot onderwerp taalbeschouwing heeft tot nu toe de aandacht van een student kunnen trekken alle onderzoeken kunnen als toegepast praktijkgericht onderzoek worden beschouwd swanborn 122 geen van de onderzoeken heeft tot doel gehad een bijdrage te leveren tot theorievorming overeenkomstig de uitgangspunten voor 6 het verdiepingsonderzoek komen de onderzoeksactiviteiten voort uit de signale ring van een probleem in de praktijk en streven ze vanzelfsprekend naar een oplossing ervan aangezien de praktijk aanleiding en doel is van het verdiepings onderzoek en er wetenschappelijke eisen zijn gesteld aan de werkwijze zijn on derdelen van de empirische cyclus swanborn 127 of de regulatieve cyclus van strien 19 in de onderzoeken duidelijk aanwezig tot zover de overeenkom sten belangrijke verschillen worden zichtbaar als de doelen worden vergeleken ik kom dan grofweg tot een onderscheiding van twee typen onderzoek namelijk a onderzoek dat gericht is op de ontwikkeling van nieuwe leermiddelen en b onderzoek dat gericht is op de verbetering van het onderwijsleerproces ik heb de titels en een beknopte weergave van de vijftien onderzoeken in de bijlage opgeno men a onderzoek dat gericht is op de ontwikkeling van nieuwe leermiddelen dit type onderzoek verloopt meestal volgens een vast patroon de student ervaart in het curriculum van de stageschool een vakinhoudelijke lacune en beschouwt dat als een probleem die lacune kan betrekking hebben op allerlei vakonderdelen ik noem enkele onderwerpen ter illustratie massacommunicatie jeugdliteratuur discussie vaardigheden vrouwenliteratuur toneel etc de eigen vakstudie visie op het vak of hobby s van de dio zijn vaak bepalend voor de keuze van dit soort onderwerpen de dio confronteert de leden van de sectie met het probleem en onderzoekt vervolgens de ervaringen en behoeften van de docenten we zouden dit kunnen vergelijken met een marktonderzoek je tromp en rietmeijer 24 e v meestal wordt het initiatief van de student door de sectie gewaardeerd en krijgt hij of zij voldoende steun om een deelcurriculum te gaan ontwikkelen overigens zonder dat daaraan al te expliciete voorwaarden worden verbonden de student krijgt zo erg veel ruimte om het onderdeel op zijn of haar wijze in te vullen de hardste voorwaarden betreffen meestal de omvang de toetsing en de doelgroep van de lessenserie om te voorkomen dat de student bij de ontwikkeling te sterk docent gericht te werk zal gaan dient de dio sinds 1990 ook de leerlingen en het curri culum nadrukkelijk in en bij het onderzoek te betrekken het resultaat van deze inventariserende fase is een nauwkeurig overzicht van de feitelijke situatie en van de gewenste situatie op basis van deze informatie wordt de probleemstelling en doelstelling van het onderzoek geformuleerd hypothesen ontbreken daarbij meestal vervolgens wordt er literatuuronderzoek gedaan om het te ontwikkelen lesmateriaal te kunnen verantwoorden een en ander mondt uit in een reeks van praktische didactische en vakinhoudelijke voorwaarden en uitgangspunten die samen het kader bepalen waarbinnen het lesmateriaal moet worden ontwikkeld daarna worden er onderwijsleersituaties ontworpen teksten geschreven lesmate riaal gezocht etc dit type onderzoek resulteert uiteindelijk in een lespakket dat meestal bestaat uit de volgende onderdelen een docentenhandleiding het leerlingmateriaal en sinds dit jaar een implementatieplan 7 de invoering van het plan blijft meestal steken bij de introductie van het pakket op de sectievergadering een mogelijke verklaring hiervoor is dat met het vertrek van de dio ook het probleem is opgelost ik kom hier in de volgende paragraaf op terug b onderzoek dat gericht is op de verbetering van het onderwijsleerproces dit type onderzoek onderscheidt zich in verschillende opzichten van het vorige dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat het probleem dat de dio heeft gesignaleerd en dat de aanleiding is tot het verdiepingsonderzoek een heel ander is dat probleem is niet vakinhoudelijk het missen van een vakonderdeel maar didactisch van aard de collegestof is vaak bepalend geweest bij de keuze van deze onderwerpen de student treft een aanpak aan op school waarvan hij of zij het sterke vermoeden heeft dat die gegeven de doelstelling van het onderwijs niet adequaat is dat vermoeden wordt doorgaans versterkt door de merkbare onvrede van de docenten en of leerlingen de student baseert daarop vaak een eerste hypothese en onder zoekt vervolgens de situatie op school door de feitelijk gerealiseerde doelen te confronteren en te vergelijken met de gewenste doelstellingen deze vergelijking resulteert in een probleem dat met behulp van een literatuuronderzoek wordt geanalyseerd op basis van deze analyse wordt de diagnose gesteld en een alternatief plan ontworpen cruciale onderdelen van dit plan worden eerst uitgetest en geevalueerd alvorens ze in een lespakket of advies worden opgenomen het eindprodukt van deze onderzoeken bevat meestal zeer concrete aanwijzingen of bruikbare lespakketten voor de sectie of sp docent de ervaring is dat de meeste scholen daarvan gebruik willen maken de onderzoeken van clary ravesloot 1991 en van henriette roordink en anita voortman 1990 waarvan in dit nummer verslag is gedaan zijn voorbeelden van dit type onderzoek 1 4 beoordeling het verdiepingsonderzoek bepaalt voor de helft het examen van de instituutsactivi teiten de examenonderdelen algemene onderwijskunde en vakdidactiek dat vinden we acceptabel omdat het met een studielast van tien weken bijna een vierde van het programma omvat zoals hiervoor al naar voren kwam heeft het verdiepingsonderzoek verschillende beoordelingsmomenten in een eerdere fase zijn de onderzoeksopzet en het eerste hoofdstuk goedgekeurd in de eindfase wordt de uitvoering van het onderzoek beoordeeld en uitgedrukt in voldoende ruim voldoende goed of zeer goed hierbij worden de volgende aandachtspunten gehanteerd a consistentie er dient een duidelijke en systematische relatie te zijn tussen de aanleiding vraagstelling doelstelling uitvoering en conclusies eindprodukt b transparantie de verslaglegging dient zo te zijn opgebouwd dat de lezer de gang van het onderzoek volledig kan volgen 8 c betrouwbaarheid de onderzoeker dient betrouwbare bronnen en methoden te hebben gebruikt en zich bewust te zijn van de mate van betrouwbaarheid van de door hem verzamelde gegevens en toegepaste methoden d niveau de mate waarin de dio ervaringen en waarnemingen in verbinding brengt met de vakliteratuur inductie en omgekeerd theorie vertaalt naar de praktijk deductie e bruikbaarheid de mate waarin het eindprodukt bruikbaar is voor de onder wijspraktijk de algemeen onderwijskundige en de vakdidacticus geven beiden onafhankelijk van elkaar een judicium bij de vaststelling van het eindresultaat heeft de begelei der de zwaarste stem 2 veranderingen het eerste probleem waar de nieuwe universitaire lerarenopleiding in 1988 voor stond was de integratie van het onderdeel onderzoek de arculo had in haar nota bouwstenen voor het curriculum van de universitaire lerarenopleiding 1985 een taakanalyse van de eerstegraads docent gemaakt en vastgesteld waarin de leraar in spe naast handelings en reflectieve bekwaamheden moet kunnen beschikken over onderzoeksbekwaamheden ten behoeve van de ontwikkelingsta ken onderzoek als belangrijke en omvangrijke component in de lerarenopleiding was volkomen nieuw voor alle betrokkenen was het dan ook even wennen voor de scholen en sp docenten omdat die werden geconfronteerd met hen onbekende doelstellingen van de opleiding en eveneens een onbekend beroepsprofiel van de eerstegraads leraar voor de opleiders omdat die in het algemeen weinig ervaring hadden opgedaan met sociaal wetenschappelijk onderzoek voor de opleiding omdat er nog geen onderzoekstraditie en infrastructuur bestond voor de dio s omdat die met andere verwachtingen aan de opleiding waren begonnen het is dan ook goed verklaarbaar dat het een paar jaar en enkele evaluaties heeft geduurd voordat dit onderdeel zich heeft ontwikkeld tot een zinvol en geintegreerd onderdeel van de universitaire lerarenopleiding ik zal de belangrijkste ontwikke lingen beschrijven aan de hand van dezelfde indeling die ik hierboven gebruikte bij de beschrijving van de huidige situatie de definitie van onderzoek de wijze waarop dit onderdeel in het curriculum is verwerkt en de onderzoeksresultaten in het eerste jaar was er geen eenduidige definitie van het onderzoek er was geen consensus over wat wel en wat niet onder verdiepingsonderzoek moest worden verstaan hoewel de dio s allemaal de bedoeling hadden gehad de sectie van hun school of hun sp docent een dienst te bewijzen met de ontwikkeling van een nieuw deelcurriculum moet achteraf worden vastgesteld dat vrijwel al deze plannen hun definitieve rustplaats hebben gevonden in diverse laden en kasten de praktijkrelevantie en betrouwbaarheid van deze werkstukken bleken te gering de dio s hadden vaak zonder een goede diagnose te stellen recepten voorgeschreven 9 en ook medicijnen verstrekt in een enkel geval was de pil al gedraaid voordat was vastgesteld aan welke ziekte de patient nu eigenlijk leed de patient liet deze medicijnen dan ook gewoon liggen hij had zich niet ziek gevoeld en zoals ik hiervoor reeds aangaf verdween met het vertrek van de dokter ook de nood zaak de medicijnen te gebruiken in het cursusjaar 1989 1990 hebben we de eisen met betrekking tot de onderzoeksopzet verscherpt met de bedoeling de dio al in een vroeg stadium te dwingen praktijkgericht te denken vooral de probleemstel ling doelstelling en praktijkrelevantie krijgen sindsdien veel aandacht met de ont dekking van een eenvoudige en zeer practische handleiding voor de aanpak van onderzoek van tromp en rietmeijer konden in het cursusjaar 1990 1991 ook de wetenschappelijke eisen worden aangescherpt hoewel dit boekje op een aantal plaatsen te oppervlakkig is en enkele onderdelen onderbelicht zijn of ontbreken geeft het de dio voldoende houvast om een strategie te bepalen voor de aanpak van het onderzoek tot dan toe hebben we de sociaal wetenschappelijke eisen een beetje laten zitten ten gunste van de praktijkgerichtheid we zagen geen mogelijk heden om standaardwerken als dat van swanborn in het curriculum op te nemen per slot van rekening moeten de dio s ook vertrouwen krijgen in de mogelijkhe den die zij hebben om onderzoekstaken te kunnen realiseren als de eisen te hoog worden gesteld zouden ze dat vertrouwen wellicht verliezen en dat hebben wij uiteraard willen vermijden ook de werkwijze was rommelig de studenten werden in het eerste jaar min of meer overvallen door de onderzoekseisen die er aan hen werden gesteld de uitspraken aan het begin van dit artikel illustreren dat het onderzoek was in het programma niet overtuigend gemotiveerd en voorbereid bovendien bestonden er veel onduidelijkheden met betrekking tot de eisen en vond de begeleiding op een te grote afstand plaats dit heeft geleid tot zeer uiteenlopende produkten en planningen het ontbrak door de bank genomen aan inspiratie structuur doelge richtheid en kwaliteit door in de colleges veel aandacht te besteden aan de relatie tussen wetenschappelijke ontwikkelingen en praktijk en aan onderzoeken die door oud dio s zijn gedaan zijn de studenten tegenwoordig over het algemeen geinspri reerd en gemotiveerd voor dit onderdeel voorts heeft de herdefiniering van het onderzoek zoals hierboven met de verscherping van de eisen wordt bedoeld ertoe geleid dat de dio s in een vroeg stadium op de goede weg worden gezet boven dien is de begeleiding aanzienlijk toegenomen en de planning van dit onderdeel tamelijk strak georganiseerd een en ander biedt de dio een heldere en veilige structuur zoals ik in de vorige paragraaf al aangaf zijn ook de resultaten van het onderzoek veranderd er is sprake van een kwalitatieve verandering doordat de praktijkrele vantie en het wetenschappelijk gehalte in enkele jaren is toegenomen voorts heeft er een duidelijke verschuiving plaatsgevonden van onderzoek dat gericht is op de curriculumontwikkeling naar onderzoek dat gericht is op de verbetering van het onderwijsleerproces de dio is zich in enkele jaren meer als didacticus en onder zoeker gaan manifesteren en minder als neerlandicus en ontwikkelaar van leuke ideeen 10 3 tot besluit evaluatie het onderzoek wordt over het algemeen door alle betrokkenen positief gewaar deerd de sp docenten worden soms verrast door de resultaten van een onderzoek en zijn dan enthousiast over dit onderdeel van de opleiding voor hun lespraktijk bovendien vinden zij het bijzonder prettig regelmatig in aanraking te worden ge bracht met nieuwe ontwikkelingen of andere visies op hun vakgebied de onder zoekende houding van een aspirant collega wordt op prijs gesteld ook voor de dio zijn er belangrijke winstpunten goed nadenken over een be staand curriculum en het overleggen met de sectie over mogelijke alternatieven geeft de dio veel inzicht in hoe een sectie en een leerplan in de praktijk functi oneren de dio s die zich bezig hebben gehouden met het ontwikkelen van nieuw lesmateriaal waarderen het zeer dat ze hun deskundigheid met betrekking tot een bepaald vakgebied hebben kunnen uitbreiden voor hen is de mogelijkheid tot verdieping belangrijker dan het doen van onderzoek de dio s die zich hebben gericht op het onderwijsleerproces worden dikwijls verrast door een onthullend resultaat vruchtbare onderzoeksactiviteiten in dit verband zijn bijvoorbeeld observeren van leerlinggedrag bij het oplossen van bepaalde problemen vraag gesprekken voeren met of enquetes houden onder leerlingen over hun ervarin gen problemen en wensen met betrekking tot een bepaald onderdeel van het curriculum onderzoek naar de gewenste en gerealiseerde doelstellingen etc de dio s die dit soort onderzoek doen zeggen dat ze zich vooral meer bewust zijn geworden van het belang van een probleem en procesgerichte aanpak ten opzichte van een produkt en leerstofgerichte benadering zie rijlaarsdam 1989 87 natuurlijk zijn er ook knelpunten en twijfels over dit onderdeel het eerste knelpunt betreft de beginsituatie van de dio s de ervaringen en de kundes van de studenten lopen zeer uiteen sommige studenten hebben tijdens hun opleiding met veel plezier regelmatig onderzoek gedaan en hebben een behoorlijke startcompe tentie voor het onderzoek opgebouwd terwijl andere dio s vrijwel geen kennis en ervaring hebben en soms een regelrechte aversie hebben met de invoering van tromp en rietmeijer is dit knelpunt enigszins verzacht een tweede knelpunt heeft betrekking op de criteria die wij hanteren met betrek king tot de praktijkrelevantie en de persoonlijke relevantie zie paragraaf 1 1 deze twee criteria zijn strijdig met elkaar als de student niet gemotiveerd is voor een praktijkgericht onderzoek en of een onderwerp verkiest dat hem persoonlijk vooral boeit gezien de doelstellingen en bedoelingen van dit onderdeel ben ik van mening dat de praktijkgerichtheid en het belang van de school moeten preva leren boven de persoonlijke voorkeuren van de dio de meeste secties nederlands hebben al voldoende solisten binnen haar gelederen een derde knelpunt betreft het experimenteren met nieuw ontwikkeld materiaal in de klas de empirische of regulatieve cyclus wordt vrijwel nooit in haar geheel doorlopen de belangrijkste oorzaken hiervan zijn dat het diagnostiseren van de bestaande situatie en het ontwerpen van een alternatief vaak al erg veel tijd in 11 beslag nemen bovendien bestaat er in de school niet altijd de gelegenheid een plan experimenteel uit te voeren een mogelijke oplossing voor dit probleem is het estafette model waarin dio s uit opeenvolgende jaren achtereenvolgende onderdelen van het onderzoek uitvoeren het vierde knelpunt sluit hierop aan het is te vaak moeilijk gebleken de imple mentatie van een onderzoeksresultaat te realiseren dikwijls blijkt de relevantie te gering omdat zoals ik al eerder zei de docenten ook goed hebben leren leven met het probleem en niet al te veel overhoop willen halen de wil is er dan wel maar de noodzaak ontbreekt soms is ook de sectie te weinig een eenheid om een vernieuwing of wijziging in te voeren deze implementatieproblematiek neemt af naarmate de nood hoog is het vijfde knelpunt heeft wederom betrekking op de praktijkrelevantie maar nu vanuit het perspectief van het beroep van leraar hoewel ik steeds enthousiaster ben geworden voor het onderdeel onderzoek in de opleiding houd ik mijn twijfels bij de beroepsmogelijkheden ik ken niemand die het reeel acht dat een docent bijvoorbeeld gedurende een jaar voor een vierde van zijn taak vrijgesteld wordt voor het doen van onderzoek studenten hebben die twijfels ook om dit leed wat te verzachten hebben we wel eens overwogen de onderzoekstaken te specificeren in kleine onderzoekjes die direct gekoppeld zijn aan de onderwijstaken bijvoor beeld het onderzoeken van de beginsituatie de vorderingen van een klas de probleemoplossingsstrategieen die leerlingen hanteren etc probleem van een dergelijke benadering is dat de instituutsdocenten het eerste belangrijke denk werk verrichten en de probleemstellingen genereren het risico van verschoolsing wordt daarmee te groot ondanks de genoemde knelpunten moet ik toch vaststellen dat de huidige opzet gezien de resultaten van de meeste onderzoeken en de positieve en kwalitatief goede leerervaringen van de meeste dio s in principe bevredigend is bovendien en dat vind ik eigenlijk het allerbelangrijkste winstpunt is er met het verdiepings onderzoek een onderzoekstraditie ontstaan in de lerarenopleiding daarmee zou de kloof die al sinds jaar en dag bestaat tussen onderwijs en onderzoek overbrugd kunnen worden zeker nu er bij onderzoeksinstituten als het rion en de sco steeds meer aandacht is voor de effectiviteit van het onderwijs in klassesituaties in het proces van toenadering tussen wetenschap en praktijk kan de universitaire lerarenopleiding met de dio als the go between een unieke en nastrevens waardige plaats innemen bibliografie arculo advies m b t de lerarenopleiding en de 2e fase van het w o bouw stenen voor het curriculum van de universitaire lerarenopleiding arculo 1985 kuypers g abc van een onderzoeksopzet muiderberg coutinho 1986 12 ravesloot clary literatuuronderwijs op het rolingcollege een onderzoek naar thematisch lezen in de bovenbouw van het atheneum groningen roling college en ilo rug 1991 rijlaarsdam g basisvorming nederlands leiden stenfert kroese nijhoff 1989 roordink henriette en anita voortman tekstbegrip in de brugklas deel i onderzoeksverslag en deel ii een aangepaste didactiek bij functioneel nederlands deel lvhm groningen wessel gansfort college en ilo rug 1990 strien p j van praktijk als wetenschap methodologie van het sociaal weten schappelijk handelen assen van gorcum 1986 swanborn p g methoden van sociaal wetenschappelijk onderzoek inleiding in ontwerpstrategien meppel boom 1984 tromp j h m en e f h rietmeijer de aanpak van onderzoek handleiding bij het opzetten van eenvoudig empirisch onderzoek voor scripties in het hbo utrecht antwerpen bohn scheltema en holkema 1989 3e herziene druk verschuren p j m de probleemstelling voor een onderzoek utrecht antwerpen het spectrum 1986 aula paperback 134 13 bijlage overzicht van onderzoeksverslagen ingedeeld naar doel 1 onderzoek gericht op het computerondersteund onderwijs karen geerts 1990 de computer de school in leidraad tot herbezinning op het computerbeleid rsg oost stellingewerf oosterwolde en ilo rug groningen op zoek naar de oorzaak van het geringe gebruik dat de docenten van het computerlokaal maakten heeft geerts het computerbeleid van haar stageschool geevalueerd dit heeft geresulteerd in een kritische analyse en een advies aan de schoolleiding karen geerts 1990 computerondersteund onderwijs nut of narigheid een inleiding in de gebruiksmogelijkheden van de computer in de lessen nederlands ilo rug groningen aansluitend op de bovengenoemde adviesnota schreef geerts een syllabus die als inleiding dienst kan doen voor de lerarenopleiding 2 onderzoek gericht op de ontwikkeling van nieuwe leermiddelen coen peppelenbos en eddy van der wal 1988 het leesdossier een voorstel tot de invoering van het leesdossier op het nienoordcollege in leek nienoordcollege leek en ilo rug groningen het allereerste verdiepingsonderzoek dat in het kader van de lerarenopleiding plaatsvond de dio s waren warme voorstanders van lezersgericht literatuuronder wijs en toetsing zij zagen veel in het concept dat o a wam de moor en joost thissen voor het leesdossier hebben ontwikkeld en zijn vervolgens gaan zoeken naar mogelijkheden om het leesdossier in het curriculum van hun stageschool te integreren zij hebben de mogelijkheden daartoe onderzocht en op basis daarvan een implementatievoorstel en additioneel lesmateriaal ontwikkeld kees kuiper en peter van loevezijn 1989 de tachtigers en reisverhalen door de eeuwen heen lesmateriaal voor literatuuronderwijs in havo 5 en vwo 6 rsg winkler prins veendam en ilo rug groningen dit onderzoek is niet meer dan heel aardig lesmateriaal dat zich het beste laat vergelijken met de thematische cahiers die destijds door meulenhoff werden uitgegeven de docentenhandleiding en het onderzoeksverslag ontbreken nage noeg yvonne balk en loes nawijn 1989 poezie lessuggesties en lesmateriaal voor de onderbouw wessel gansfort college groningen en ilo rug groningen 14 ook hier was een lacune in het curriculum de aanleiding voor het verdiepingson derzoek balk en nawijn hebben een klein marktonderzoekje bij docenten en leerlingen gedaan en op basis daarvan een curriculum poezie ontworpen voor klas 2 en 3 mieneke kwist en wilma sonder 1989 de overgang van jeugdliteratuur naar volwassenenliteratuur een onderzoek naar het literatuuronderwijs in de onder bouw van het nienoordcollege te leek nienoordcollege leek en ilo rug groningen kwist en sonder willen de overgang van jeugd naar volwassenenliteratuur in de onderbouw van hun stageschool verbeteren om hun inzicht in de situatie op school te vergroten hebben zij docenten en leerlingen geinterviewd om zodoende een empirische basis te leggen onder de concrete lessuggesties de lessen hebben tot doel de overgang van jeugd naar volwassenenliteratuur te versoepelen anja janssen en ties onvlee 1989 spreken en luisteren rsg oost stellinge werf oosterwolde en ilo rug groningen op de stageschool van janssen en onvlee bestond geen programma voor het onderdeel spreken en luisteren vanuit de gedachte dat een longitudinaal program ma voor dit onderdeel gewenst was en nadat er een draagvlak binnen de sectie voor spreken en luisteren bleek te zijn hebben zij een literatuurstudie gedaan om ideefin voor spreken en luisteren te vormen op basis hiervan is een concept leer plan met lesvoorbeelden ontwikkeld laura beeftink 1990 spreken en luisteren in de bovenbouw van het atheneum deel i vooronderzoek en deel ii het lesmateriaal nienoordcollege leek en ilo rug groningen het eerste deel van dit onderzoek bevat een diagnostisch onderzoek op systema tisch wijze wordt er informatie verzameld over de ervaringen van docenten en leerlingen met dit onderdeel en ook over het curriculum deze informatie wordt in verband gebracht met de theorie dit legt de basis voor een reeks van didactische randvoorwaarden en uitgangspunten in deel ii worden deze uitgewerkt in enkele lessenseries voor v5 en 6 arend medendorp en marieke van schaick 1991 poezieonderwijs en leerlingbe geleiding rsg winkler prins veendam en ilo rug groningen dit lesmateriaal is ontwikkeld in samenwerking met de preventie afdeling van het riagg in groningen het is een variant op de lessenserie zeggen wie je bent die door het riagg is ontwikkeld maar die uitsluitend proza teksten bevat de doelstellingen zijn gericht op de sociaal psychologische ontwikkeling van de leerling daarnaast is er een onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om dit lesmateriaal in het curriculum van de stageschool te integreren 15 3 onderzoek gericht op de verbetering van het onderwijsleerproces mariotte de langen 1989 grammatica onderwijs in de brugklas een onderzoek naar de aanwezigheid van randvoorwaarden voor transfer van bij het moedertaal grammatica onderwijs opgedane grammaticale kennis menso alting college hoogeveen en ilo rug groningen in dit onderzoek wordt nagegaan of de doelstellingen van het grammatica onderwijs met betrekking tot het onderwijs in de moderne vreemde talen van de sectie nederlands realiseerbaar zijn in verband hiermee is onderzocht of de randvoorwaarden voor transfer in voldoende mate aanwezig zijn henriotte roordink en anita voortman 1990 tekstbegrip in de brugklas deel i onderzoeksverslag en deel ii een aangepaste didactiek bij functioneel nederlands deel lvhm wessel gansfort college groningen en ilo rug groningen beschrijving van dit onderzoek elders in dit nummer wilma buitinck en monique schuurs 1990 tekstbegrip op de winkler prins rsg winkler prins veendam en ilo rug groningen de leerlingen van 4hc van het winkler prins waren niet gemotiveerd voor het onderdeel tekstverklaren en raakten in de loop van het jaar steeds meer ontmoe digd de teksten en lessen waren saai en de leerlingen kregen te weinig grip op de stof bovendien waren de resultaten op proefwerken nogal teleurstellend buitinck en schuurs hebben de situatie onderzocht en op basis daarvan een lespakket ontwikkeld ruth beijert en esther mulder 1991 spreken en luisteren kun je dat leren dan wessel gansfort college groningen en ilo rug groningen naar aanleiding van de observaties die de dio s hebben gedaan bij de discussieles sen in de examenklassen en de onvrede die er bij de sectie en leerlingen over dit onderdeel bestond hebben deze dio s de situatie nader onderzocht en een diagno se gesteld aansluitend hierop wordt het onderzoek afgesloten met een reeks van aanbevelingen en concrete lessuggesties clary ravesloot 1991 literatuuronderwijs op het rolingcollege een onderzoek naar thematisch lezen in de bovenbouw van het atheneum rolingcollege gronin gen en ilo rug groningen beschrijving van dit onderzoek elders in dit nummer harmen alkema 1991 hoe scoren leerlingen op de nieuwe samenvatting en welke strategie hanteren ze daarbij nienoordcollege groningen en ilo rug groningen de voorstellen van de commissie braet cven voor het examenonderdeel samenvatten zijn door alkema kritisch geanalyseerd en in verband gebracht met 16 de didactiek die op de stageschool in gebruik is tekstlijnen van drop en vroege nagegaan is of de leerlingen aan de doelstellingen van dit onderdeel voldoen en ook welke strategie succesvol is het onderzoek heeft geresulteerd in een reeks aanbevelingen hoewel er op verschillende onderdelen van het onderzoek iets aan te merken valt is het resultaat ervan bijzonder interessant 88 van de leerlingen blijkt aan de doelstelling te voldoen en een effectieve strategie voor het schrijven van de samenvatting vertoont sterke overeenkomsten met de fasen van flower en hayes frank t hart 1991 een sfeer van vertrouwen een onderzoek naar de voor waarden voor optimale spreek en luistersituaties in de onderbouw van het voortgezet onderwijs augustinuscollege groningen en ilo rug groningen op grond van vraaggesprekken met docenten en leerlingen en observaties in de klas komt t hart tot een aantal hypothesen die betrekking hebben op de stimule rende en belemmerende factoren in spreek en luistersituaties op school deze hypotheses werden vervolgens getoetst in diverse experimentele situaties de analyse van deze experimenten resulteert in een brief aan de docent waarin aanbevelingen worden gedaan voor de organisatie en inrichting van spreek en luistersituaties in de klas manuscript aanvaard 12 november 1991 17