Publicatie datum: 1985-01-01
Auteur: Rudy Beernink
Collectie: 03
Volume: 03
Nummer: 2
Pagina’s: 81-93
Documenten
rudy beernink vijf auteurs over kleuters kleuteronderwijs en taal 1 inleiding over kleuteronderwijs wordt in vakdidactische literatuur relatief weinig geschreven nu zijn vakken als middelen om het onderwijs te structureren in het kleuteronderwijs ook niet erg gebrui kelijk kleuterleidsters spreken liever van ontwikkelings gebieden en van activiteiten dan van vakken of lesjes een van de ontwikkelingsgebieden waarop de dagelijkse activiteiten zich richten is dat van de taalontwikkeling voor veel neerlan dici zijn het kleuteronderwijs en de taalontwikkeling zoals die daar gestalte krijgt vrij onbekend in deze bijdrage wil ik dat gebied van het taalonderwijs al zullen veel kleuterleidsters het woord onderwijs nooit met taal verbinden enigszins in kaart brengen door vijf publikaties te bespreken die dat terrein betreffen het lijkt misschien wat merkwaardig nog over kleuteronderwijs te schrijven nu de kleuterschool en de lagere school opgaan in de basisschool en terwijl de oude oplei dingen voor kleuterleidsters en voor onderwijzers inmiddels al geintegreerd zijn tot pabo s pedagogische academies voor het basisonderwijs daar komt bij dat deze publikaties in de pabo misschien geen of een geringe rol zullen spelen zeker nu de oude methodiekdocente geleidelijk het veld zal ruimen voor de moderne onderwijskundige m v maar ook al zullen de oude instituten verdwenen zijn toch zal het taalonderwijs aan de jongste kinderen in de basisschool een eigen karakter blijven behouden en zullen studenten zich willen blijven specialiseren in het werken met juist die leeftijdsgroep de bestaande publikaties op dit terrein zullen ook na augustus 1985 nog wel een tijd invloed blijven uitoefenen omdat veel kleuterleidsters straks leraressen basisonderwijs in de geest van een of meer van deze boeken opgeleid zijn en zij zullen toch voor een groot deel de vormgeving van het taalonderwijs in wat de onderbouw heet gaan bepalen ook de docenten van de voor malige ko staan in die traditie zoals de docenten van de pa hun kennis van wat het lager onderwijs was meenemen in het nieuwe opleidingsinstituut 81 spiegel 3 1985 nr z 81 93 er zijn dus goede redenen om een verkenning te doen op dit ter rein ik wil daartoe vijf publikaties bespreken dat wil zeggen samenvatten en van commentaar voorzien in de te bespreken boeken blijken opvattingen voor te komen die niet altijd sterk con trasteren dit overzicht wil niet meer zijn dan het resultaat van leeswerk en enige reflectie daarop voor ik tot het samenvatten en reflecteren overga wil ik om de vijf boeken in een kader te kunnen paatsen enkele opmerkingen maken over de praktijk van het taalonderwijs in de kleuterschool 2 kleuters en taal in de inleiding heb ik de term taalonderwijs gebruikt in krin gen van kleuterleidsters zal die term niet zo vaak gebruikt wor den zij geven geen onderwijs zoals leerkrachten in het lager onderwijs dat doen zij begeleiden kinderen in hun taalontwikke ling en dat ontwikkelingsgebied is wel te onderscheiden maar niet te scheiden van de andere gebieden lichamelijke en zintuig lijke ontwikkeling muzikale vorming ontwikkeling van andere middelen tot expressie sociale en verstandelijke vorming de wet op het basisonderwijs geeft een andere ordening van vak en ont wikkelingsgebieden maar het ligt voor de hand dat de taalontwik keling in nauwe samenhang met de totale ontwikkeling van kleuters gezien zal blijven worden de taal van kleuters ontwikkelt zich in de school in allerlei activiteiten die soms het etiket taal activiteit hebben opzettelijke uitbreiding van de woordenschat taalspelletjes uitspraakoefeningen en dergelijke maar vaker onder een andere noemer geplaatst worden het kringgesprek bij voorbeeld gaat over van alles buiten het gebied taal maar het stimuleert wel het leren spreken met en luisteren naar elkaar en de leidster die in allerlei informele situaties het taalgebruik van kinderen terloops verbetert door middel van modeling of expansie respectievelijk een foute vorm correct herhalen of uitbreiden met nieuwe vormen bevordert de taalontwikkeling zonder dat haar schema van werkzaamheden aangeeft dat zij op dat moment met taalontwikkeling bezig is in allerlei activiteiten buiten spelen poppenhoek boekenhoek werken met ontwikkelings materiaal verwoorden kinderen hun handelingen en ervaringen praten ze met elkaar doen ze sociale emotionele zintuiglijke en taalervaringen op kleuterleidsters onderkennen die samenhang de integrerende functie van de taalontwikkeling vandaar dat zij als er over taal gesproken wordt steeds nadrukkelijk die verwe venheid aangeven in de praktische uitwerking van taalontwikkeling lijkt er in de meeste kleuterscholen overeenstemming te bestaan ten aanzien van een aantal activiteiten zo komen in de meeste scholen kring gesprekken voor spontane gesprekjes in groepjes taalspelletjes er wordt voorgelezen en verteld de bedoelingen van zulke activi teiten komen in het algemeen neer op ontwikkeling van het 82 spreken en luisteren vergroten van de woordenschat bevorderen van het denken verschillen in praktijk en opvattingen worden duidelijk als het gaat om voorbereidende programma s dat wil zeggen om oefeningen die tot doel hebben het leren lezen en schrijven voor te bereiden er zijn kleuterleidsters die bijvoor beeld klankdorp wolters noordhoff 1979 een voorbereidend leesprogramma dankbaar gebruiken omdat het structuur geeft aan wat zij al deden in incidentele lesjes anderen daarentegen vin den dat zulke onderdelen niet in het onderwijs aan jonge kinderen thuis horen en wijzen alles af wat op een systematische leergang voorbereidend lezen schrijven of rekenen lijkt in de te bespreken boeken komt dit dilemma terug 3 vijf auteurs op het gevaar af dit overzichtsartikel te laten uitlopen in een wijdlopige bespreking van publikaties wil ik in deze paragraaf het werk van vijf auteurs over taal in de kleuterschool samen vatten van ieder boek geef ik de uitgangspunten en de praktische uitwerking daarvan die praktische zaken probeer ik zo beknopt mogelijk te houden de toetsing van de praktische aanwijzingen aan de uitgangspunten bewaar ik voor de volgende paragraaf de te bespreken boeken zijn w m nijkamp perspectieven van het kleuteronderwijs vier delen groningen 1971 19752 k c lambert anema de doorgaande lijn zutphen 19773 frea janssen vos e a werken met kinderen zes delen assen amsterdam 19772 nijmeegse werkgroep taaldidactiek taaldidactiek voor de kleuterschool groningen 1979 en e eerland en s e k faber taal voor kleuters twee delen amsterdam 1982 de drie eerstgenoemde worden en werden op oplei dingen voor kleuterleidsters veel gebruikt de overige twee zijn op opleidingen nog niet erg ingeburgerd ik heb ze gekozen om dat ze wat recenter zijn dan de andere en omdat er gewoon niet zo veel te kiezen valt er zijn niet veel boeken over taal op de kleuterschool de reeks perspectieven van het kleuteronderwijs betreft zoals de titel al aangeeft het hele kleuteronderwijs de leidende gedachte ervan is dat volwassenen de ontwikkeling van kleuters niet te systematisch moeten willen leiden kinderen ontwikkelen zich volgens een eigen systematiek deze boodschap keert in alle deeltjes en hoofdstukken over observatie over het spel over de lichamelijke ontwikkeling enz terug toch wilde mevrouw nijkamp geen pleidooi houden voor passief onderwijs de leidster moet achter de kleuter staan ze moet het kind waakzaam volgen steunen stimuleren tot verder gaan deel i blz 52 in deel ii hoofdstuk m komt taal expliciet aan de orde in veel andere hoofdstukken wordt er wel iets over taalontwikkeling meegedeeld in dat hoofdstuk blijkt 83 ook die aandacht voor de eigen systematiek van de kinderlijke ontwikkeling taal en denken begripsontwikkeling ondersteunen elkaar voor de kleuter is denken en praten heel nauw verbonden met doen de methodiek dient daarom uit te gaan van veel laten doen en veel laten praten het niveau van de taalontwikkeling moet door de leidster geaccepteerd worden op deze uitgangspunten volgt een aantal suggesties om praten doen en denken te stimu leren die activiteiten sluiten aan bij de gewone activiteiten in de klas gesprekjes exposities naar aanleiding van seizoenen verwoorden wat je als leerkracht doet rijmpjes verhaaltjes mevrouw nijkamp wijst alles wat naar schoolsheid zweemt af de werkbladen waarop figuurtjes staan waarvan de grootste de lin ker twee dezelfde en dergelijke moeten worden gekleurd en andere materialen die maar op een manier gebruikt kunnen worden het dynamische milieu is belangrijker om het denken en het spelen en het spreken te bevorderen dan het statische het sta tische milieu althans de leermiddelen daarin zijn dikwijls ontworpen door volwassenen die in hun denken wel zijn uitgegaan van de doelstellingen die zij het leermiddel hebben toege schreven maar niet van de concrete levenssituaties van het kind zelf deel ii blz 204 de doorgaande lijn stelt niet de leerstof maar het zich ont wikkelende kind centraal blz 7 mevrouw lambert anema heeft hierbij het kind van ongeveer vier tot ongeveer zeven acht jaar op het oog wiens doorlopende ontwikkeling in een doorgaande leer en opvoedingslijn vertaald moet worden vooruitlopend op de wettelijke integratie van kleuterschool en lagere school komt zij met een eigen leerplan de natuurlijke taalontwikkeling ziet zij als imiteren nabootsen aaneenrijgen van klanken die geleide lijk een verwijzende functie krijgen opbouwen van zinnetjes uit woorden ze baseert zich hierbij op werk van stern en buhler titels worden niet vermeld de taak van de school is uit breiden van de woordenschat verhoging van het taalniveau goed spraakgebruik bevorderen blz 38 veel laten praten en luis teren is de manier om die taak te realiseren aangezien de school kinderen ook moet leren lezen en schrijven kan dat tot een dilem ma leiden kinderen kunnen er te vroeg mee geconfronteerd worden in plaats van voorbereidende programma s te gebruiken kan de school beter kinderen laten toegroeien naar lezen en schrijven door middel van spelsituaties deze natuurlijke taalontwikkeling die zich in school voortzet noemt lambert anema de incidentele taalontwikkeling dit is slechts een aspect van taalonderwijs daarnaast onderscheidt ze orientatie in de ruimte en op het platte vlak wereldorientatie of verkenning begripsvorming leren lezen de voorbereiding voor de systematiek van de taal de klankbeluistering imitatie intonatie en als laatste de uitwerking van de systematiek het leren lezen en schrijven de grammatica de spelling de stijl blz 210 e v met wereld 84 orientatie bedoelt de auteur exploratie van de omringende wereld door middel van groepsgesprekken dia s naslagwerken de bedoeling daarvan is stimuleren van het logisch denken van de algemene ontwikkeling en van de taalontwikkeling voor dat onder deel heeft ze thema s uitgewerkt in boekjes het huis het water enz in de groepsgesprekken leren kinderen praten en luisteren gesprekken bevorderen de sociale ontwikkeling en geven stimulansen voor creatieve bezigheden die erop volgen de begripsvorming dient van gesprekken los te staan blz 242 daarvoor is een andere aanpak nodig spelen met materialen wer ken met platen opdrachten geven wijs het middelste grootste hoogste aan een lijst van aan te brengen begrippen besluit dit hoofdstuk blz 248 het leren lezen een gevoelig punt in de kleuterschool vertoont volgens mevrouw lambert de volgende natuurlijk lijn in de aan vang komt de peuter al luisterend en imiterend ter tale later gaat de kleuter al luisterende imiterende analyserende syntheti serende lezen en schrijven waarbij het verkregen inzicht in het platte vlak hem steun geeft blz 255 het klankbeluisteren is daarom van groot belang dat geschiedt met behulp van de klank sorteerdozen waarin tekeningen van voorwerpen zitten waarvan de bijbehorende woorden gelijke of verschillende klanken bezitten bijvoorbeeld een tekening van een kat en een van een kam het leren lezen en schrijven loopt door in aandacht voor de systema tiek van de taal voorzetsels meervouden aanwijzende voornaam woorden enz de namen van de woordsoorten worden niet gebruikt allerlei sorteeroefeningen moeten de kinderen bewust maken van de betekenis en vormkenmerken van woorden we trachten dit verder op te bouwen uitgaande van de opeenvolgende doorgaande ontwikke lingsfasen van het kind waarbij we in de loop der jaren hebben getracht na te gaan welke woordsoorten kinderen van bepaalde leeftijden in de opeenvolgende stadia gebruiken blz 298 een hoofdstukje over voorlezen vertellen rijmpjes en een over de keuze van kinderboeken sluiten het gedeelte over taal af werken met kinderen gaat evenals beide vorige uitgaven over het gehele kleuteronderwijs het bestaat uit een handleiding en vijf werkboeken deel 6 gaat over taalontwikkeling de handlei ding geeft aan dat de taak van de kleuterschool is scheppen van situaties waarin velerlei ervaringen opgedaan kunnen worden hulp bieden bij het opdoen van die ervaringen en bij het ordenen en verdiepen daarvan dit alles heeft tot doel de ontwikkeling van kinderen te bevorderen onder ontwikkeling verstaan janssen vos e a een proces van veranderingen dat tot stand komt door inter actie met de omringende wereld die ontwikkeling is in grote lij nen voor alle kinderen gelijk zo ontwikkelt het taalvermogen zich van een eenvoudige cummunicatie tussen kind en ouder door middel van intonatie tot communicatie met woorden en zinnen die geleerd worden binnen een bepaalde context het kunnen loskomen 85 van concrete situaties bevordert het verwerven van begrippen en het denken de toename van het aantal ervaringen en van de hoe veelheid sociale contacten doet het taalgebruik en het denken toenemen deel 6 taalontwikkeling werkt die uitgangspunten uit niet in de vorm van een leergang maar van suggesties waaruit leidsters kunnen kiezen de suggesties zijn geordend volgens de didactische richtlijnen exploratie gesprek doelgericht werken evaluatie op deze wijze worden ervaringen opgedaan geordend verdiept door evaluatie gaat de leidster na of deze weg juist is afgelegd als doelstellingen voor taalontwikkeling noemen de auteurs kunnen communiceren met anderen blz 21 voorwerpen kunnen rubriceren en handelingen en gebeurtenissen kunnen inter preteren blz 52 het verwerven van vaardigheden die nodig zijn voor het leren lezen blz 78 88 die drie doelstellingen han gen samen met drie gebieden in de taalontwikkeling actief taal gebruik taal en denkontwikkeling taalvaardigheden symbool vorming auditieve discriminatie visuele discriminatie voor actief taalgebruik vormen de taal van kinderen en hun ervaringen het vertrekpunt door hen nieuwe ervaringen te laten opdoen door als volwassenen goede taal aan te bieden door kinderen over ervaringen te laten praten breiden zij hun taalvermogen uit gaan zij van expressief naar communicatief taalgebruik poppenkast prentenboeken verhalen vertellen dramatiseren zijn daarvoor geschikte materialen en werkvormen door al die activiteiten wor den begrippen in concrete situaties verworven hoofdstuk i hiermee wordt het terrein van taal en denken betreden de taal is een middel om het denken te ordenen janssen vos groepeert de relaties tussen taal en denken in twee categorieen ordenen van voorwerpen naar eigenschappen plaats en tijd het geheel waartoe ze behoren en hun eigen soort de tweede is herkennen van hande lingen wat ging vooraf wat is het gevolg wat is de volgorde het stimuleren van deze taaidenkactiviteiten kan door middel van gesprekken over ervaringen en met behulp van allerlei materialen plaatjes werkbladen lotto s materiaal uit de poppenhoek puzzels enz in hoofdstuk iii worden de vaardigheden die het leren lezen mogelijk maken besproken kinderen moeten enkele begrippen beheersen vooraan achteraan links en dergelijke ze moeten de functie van symbolen begrijpen verkeersborden letters ze moeten een woord los van zijn betekenis kunnen beschouwen kabouter is als woord langer dan reus en ze moeten klanken tekenverschillen kunnen zien en horen b p d bijvoorbeeld allerlei materialen en oefeningen zijn daarvoor bruikbaar met kleding kun je figuren symboliseren met voor werpen kun je iets anders voorstellen een doos is een garage pantomime sorteren van figuren plattegronden maken rijmspel letjes kunnen toegepast worden taaldidactiek voor de kleuterschool is in tegenstelling tot de vorige publikaties geheel gewijd aan taal het pleit voor doel 86 gerichter werken in de kleuterschool niet om daarmee tegemoet te komen aan eisen van de lagere school maar om kinderen zinvol te laten bezig zijn het door kleuterleidsters gebruikte begrip activiteit bergt het gevaar in zich dat te veel ad hoe wordt georganiseerd en te weinig doelgericht kinderen moeten greep krijgen op de wereld creatief hun taal gebruiken en leren commu niceren enige systematiek is daarvoor nodig dat kan door uit te gaan van belevingen door te beseffen dat taal de hele dag een rol speelt en door taalgebruik een speels karakter te geven om kleuters goed te kunnen begeleiden in hun taalontwikkeling is observatie van hun taalgebruik noodzakelijk hoofdstuk 4 gesprekjes met kinderen onderling hun verwoording van prenten boekverhalen en klassegesprekken leveren daarvoor het materiaal om de taalontwikkeling te stimuleren moet de leerkracht taalacti viteiten organiseren vertellen opzegversjes laten leren voor lezen omgaan met prentenboeken poppenkast dramatiseren laten praten naar aanleiding van beeldschriftboekjes klassegesprekken enz deze activiteiten worden van praktische adviezen voorzien hoofdstuk 5 hoofdstuk 6 bespreekt de bevordering van taal en denken in navolging van werken met kinderen worden twee gebie den van taal en denken onderscheiden een overzicht van materia len en lessuggesties sluiten dit hoofdstuk af de in dit verband veel gebruikte speel werk bladen worden kritisch besproken blz 206 e v vanwege het trainerige gebruik dat er vaak van wordt gemaakt het hoofdstuk omgangssituaties taal als communicatie middel hoofdstuk 7 benadrukt het belang van expansie uitge breider en correct herhalen van foute zinnen van modeling in goede taal op foute uitingen ingaan en van het verwoorden van handelingen hoofdstuk 8 tenslotte biedt een overzicht van leer pakketten en compensatieen activeringsprogramma s de hoofd stukken 9 en 10 behandelen de pro s en contra s van voorberei dingen op het lezen en schrijven in de kleuterschool een te vroege training wordt afgewezen een speelse aanpak waarbij een leeshoek een schrijfen stempelhoek het schrijven van woordjes bij tekeningen en een gedifferentieerde leergang voor 6 jarigen worden bepleit sluiten beter aan bij wat kleuters vragen en kunnen taal voor kleuters de laatste van deze vijf publikaties is evenals taaldidactiek voor de kleuterschool geheel gewijd aan taal of zoals de subtitel zegt aan theorie en praktijk van taal en leesvoorbereiding in de eerste jaren van de basisschool er zijn twee deeltjes het eerste geeft feiten achtergronden en beschouwingen aangaande taal en leesvoorbereiding toegespitst op het onderwijs aan kinderen van vier tot circa zeven jaar het tweede beschrijft de praktijk van taalactiviteiten en leesvoor bereiding met kinderen van vier tot circa zeven jaar deze boeken willen geen programma geven dat klakkeloos gevolgd moet worden maar kennis en inzichten aanreiken waarmee leerkrachten 87 zelf hun taalonderwijs kunnen inrichten taalonderwijs is een min of meer bewust ingrijpen in de taalontwikkeling van kinderen het voegt nieuwe onderdelen toe aan de reeds bestaande taalvaar digheid het onderwijs bestaat uit woordenschat spreken en luisteren ook expressie en communicatie lezen spellen stel len taalbeschouwing deel ii blz 5 lezen spellen en stellen zijn in feite nieuwe onderdelen die vooral in de lagere school voorkomen en waarop het kleuteronderwijs dient voor te bereiden taalactiviteiten met kleuters moeten echter wel ingebed zijn in het dagelijks taalgebruik en aansluiten bij de taalontwikkeling pogingen om kinderen van vier of vijf jaar te leren lezen zijn dan ook niet lonend dat sommigen uit zichzelf leren lezen recht vaardigt zulke pogingen althans niet beter is het kinderen door middel van taalbeschouwing ervaringen te laten opdoen die later bij het leren lezen van belang zullen zijn functies van letters klanken kunnen onderscheiden beseffen dat er zinnen zijn in deel ii op blz 5 geven de auteurs aan hoe ze het geheel van taal in de kleuterschool zien voorop staat het werken aan de woordenschat woorden en begrippen moeten worden toegepast in wereldverkenning expressie en communicatie dit heet taalvaar digheid daarnaast zijn er de algemene leesvoorbereiding en de specifieke leesvoorbereiding hoe deze onderdelen praktisch moeten worden uitgewerkt staat in de volgende hoofdstukken de woordenschat moet worden vergroot door middel van concrete voor werpen en situaties woorden en begrippen vormen de basis van de taalvaardigheid taalvaardigheid blijkt uit de mate van vloeiendheid waarmee zinnen worden gevormd uitdrukkingen en zegswijzen worden gehanteerd dingen op een andere of bepaalde manier worden gezegd verhalen worden verteld enzovoort blz 8 die taalvaardigheid valt uiteen in een technische vooral luisteren en luisteropdrachten vertalen in handelingen en een inhoudelijke expressie en communicatie dramatische werkvormen nadoen poppenkast gespreksvormen en dergelijke horen bij taalvaardigheid de algemene leesvoorbereiding is een vorm van taalbeschouwing stimuleren van het waarnemen van klan ken en klankverschillen bijvoorbeeld ook daar het bespreken van dialecten en vreemde talen in ons land omgaan met boeken ver zamelen van gedrukt materiaal enzovoort specifieke leesvoor bereiding richt zich op analyse van spraakklanken rijmoefenin gen aanbrengen van noodzakelijke begrippen links rechts voor aan midden e d en het hanteren van schrijfmaterialen 4 bespreking het zou te ver voeren hier ieder van die publikaties apart te bespreken ik wil ze zo veel mogelijk gezamenlijk bespreken aan de hand van deze vragen hebben de publikaties duidelijke uitgangspunten zijn die uitgangspunten in overeenstemming met wat wordt 88 geboden aan praktijksuggesties bieden deze publikaties steun aan het kleuteronderwijs dat een bedreigde positie in de integratie ten opzicht van de sterkere lagere school inneemt zijn er op grond van deze boeken tendensen in het taal onderwijs aan jonge kinderen waar te nemen de twee eerste punten zijn gebruikelijk bij het bespreken van literatuur en behoeven geen toelichting het derde punt komt mis schien voor sommigen uit de lucht vallen het kleuteronderwijs is door een aantal vooroordelen die ik hier nu niet allemaal nader wil uitwerken de underdog in de nieuw te vormen basis school enkelen van die vooroordelen zijn het onderwijs van de kleuterschool is niet serieus er wordt maar wat gespeeld het kleuteronderwijs werkt niet met een duidelijke leerstoflijn kleuterleidsters werken niet met nauw omschreven doelstellingen voor de volledigheid er is ook omgekeerde kritiek de kleuter school zou te cognitief worden de werkgroep identiteit kleuter onderwijs zie beernink 1982 blz 135 161 heeft aan die onge rustheid verschillende keren lucht gegeven in brochures en in artikelen in de landelijke pers als reactie op dat onduidelijke vrijblijvende beeld dat leerkrachten uit het lager onderwijs en ouders hebben van kleuteronderwijs zijn de laatste jaren ver schillende publikaties verschenen over verworvenheden of ken merken van kleuteronderwijs omdat daarbij nauwelijks vakinhou delijke zaken hebben meegespeeld wil ik dat aspect graag even meenemen van de vijf boeken heeft alleen taal voor kleuters geen duide lijk omschreven uitgangspunten de doorgaande lijn werken met kinderen en taaldidactiek voor de kleuterschool hebben vrij nauw omschreven ideeen over kinderen en taal onderwijs de doorgaande lijn ziet een duidelijke lijn in de ontwikkeling en wil daarop het onderwijs afstemmen werken met kinderen en taaldidactiek voor de kleuterschool hebben ook een idee over ontwikkeling maar zien die in tegenstelling tot de doorgaande lijn als een interactie tussen kind en omgeving perspectieven voor het kleuteronderwijs tenslotte heeft een eigen kijk de ontwikkeling heeft een eigen systematiek en dynamiek hoe die systematiek dan is wordt niet aangegeven kan waarschijnlijk van uit deze optiek ook niet aangegeven worden de uitwerking van die uitgangspunten is in perspectieven mijns inziens consistent die eigen systematiek kan alleen door zorgvuldige observatie gevolgd en begeleid worden schoolse voorgeprogrammeerde zaken passen daar niet bij in de doorgaande lijn leidt de koppeling van ontwikkeling aan leerstof tot een erg gesloten programma waarin vrij stellige uitspraken gedaan worden onder verwijzing naar gezaghebbende psychologen dat wil zeggen hun namen worden genoemd er worden geen duidelijke verwijzingen of citaten gegeven of naar ervaringen bijvoorbeeld de ervaring heeft geleerd dat het opbouwen van 89 een begrippenapparaat een andere aanpak vraagt dan de groeps gesprekken met kleuters en dat het opzettelijke stimuleren van verbanden tussen deze twee niet raadzaam is blz 242 de wat verouderde psychologische basis die onder andere leidt tot een kijk op taalontwikkeling als zou die zich van imiteren naboot sen aaneenrijgen van klanken tot het opbouwen van zinnen uitbreiden zonder dat communicatieve aspecten erbij betrokken worden wordt ook in bijvoorbeeld het leren lezen vertaald als een van klein naar groot proces van klank tot woord conseguent is een en ander wel maar het programma maakt een gesloten indruk en tegelijk dringt zich vaak de vraag op waarom nu juist deze aanpak overeenstemt met de ontwikkelingslijn die noodzaak wordt nergens aangetoond de uitwerkingen van werken met kinderen en taaldidactiek voor de kleuterschool zijn eveneens in overeenstemming met hun uitgangspunten de wisselwerking tus sen kinderen leerkracht middelen wordt in de praktische sugges ties voortgezet daarnaast wordt in ieder geval in werken met kinderen een didactisch kader geboden dat het verkennende kind hulp moet bieden bij zijn verkenningen de systematiek die beide boeken bieden is een systematiek voor leerkracht en kind niet van leerstof die systematiek van de leerstof biedt taal voor kleuters wel zij het dat die systematiek niet gefundeerd wordt op een uitgangspunt en ook vrij willekeurig aandoet zo is de scheiding tussen taal en leesvoorbereiding de subtitel wat merkwaardig lezen is immers ook taal ook het onderscheid in woordenschat spreken en luisteren lezen spellen stellen taalbeschouwing spreekt niet voor zichzelf zeker niet als later woorden en begrippen als basis van taalvaardigheid geponeerd wor den en dat is dan weer de mate van vloeiendheid waarmee zinnen worden gevormd enz aan het beeld van verworvenheden van het kleuteronderwijs heeft de serie perspectieven veel bijgedragen daarnaast ook aan de onduidelijkheid van dat onderwijs het volgen van kinderen het zo min mogelijk in een keurslijf persen van hun ontwikkeling biedt een zeer sympathiek beeld maar draagt ook bij aan het on grijpbare karakter van kleuteronderwijs werken met kinderen en taaldidactiek voor de kleuterschool leveren mijns inziens een betere bijdrage aan het verstevigen van het eigen karakter van het kleuteronderwijs zij bieden ook vrijheid aan leerkracht en kinderen maar zijn minder vrijblijvend omdat ze doelstellingen formuleren didactische lijnen uitzetten evaluatie van het onderwijs vragen aan de leerkracht de doorgaande lijn biedt mijns inziens in zoverre een positieve bijdrage aan deze verworvenheden dat het aangeeft dat een psychologische visie conseguenties heeft voor wat je aan kinderen aanbiedt en wanneer door de gesloten uitwerking en de sterk gestructureerde leerstoflijn waarvan zoals gezegd niet gemotiveerd wordt waarom die er nu per se zo moet uitzien lijkt de uitwerking meer aan het karakter van de lagere school tegemoet te komen dan aan 90 het karakter van de kleuterschool voor taal voor kleuters geldt mijns inziens hetzelfde terwijl daarin ook nog een duidelijke psychologische lijn ontbreekt 5 tendensen in de doorgaande lijn en in taaldidactiek voor de kleuter school wordt aandacht besteed aan ontwikkelingspsychologie voor zover die betrekking heeft op de taalontwikkeling mevr lambert anema verwijst naar oude psychologen om haar uitwer kingen te onderbouwen taaldidactiek voor de kleuterschool geeft een overzicht van de taalontwikkeling in engere zin fono logisch morfologisch lexicaal syntactisch en in ruimere zin in samenhang met de sociale ontwikkeling in de overige publi katies komen weinig of geen verwijzingen naar psychologen of psychologische theorieen voor toch is het zinvol eens na te gaan wat de ontwikkelingspsycho logie te bieden heeft bij het samenstellen c g bespreken van publikaties als deze taal is immers in het onderwijs aan jonge kinderen vooral een ontwikkelingsgebied minder een vak waarin kennis wordt overgedragen daarom zal het taalonderwijs aan kleu ters op zijn psychologische verdiensten beschouwd moeten worden en dat geldt natuurlijk ook voor taalonderwijs aan oudere kin deren we kunnen in de psychologie en psycholinguistiek grofweg twee richtingen onderscheiden de ene meent dat de omgeving dus ook het onderwijs relatief weinig invloed zal hebben op de monde linge taalvaardigheid van kinderen chomsky piaget de andere denkt dat die invloed er wel degelijk is en dat die er vooral zal zijn in de interactie tussen kinderen onderling en tussen kinde ren en volwassenen vygotsky wells vergelijk lentz van tuijl 1982 die laatste opvatting zien we tot uitdrukking komen in de prak tijk van het kleuteronderwijs open klassegesprekken leerge sprekken werken in hoeken groepswerk tweegesprekken deze variatie in interactie heeft impliciet of expliciet tot doel de taalvaardigheid te vergroten in werken met kinderen wordt die interactie uitdrukkelijk aanbevolen volgens de eerste opvatting kan het taalonderwijs niet zo veel effect hebben op de taalvaar digheid kinderen kunnen volgens piaget slechts datgene leren waartoe hun cognitieve structuur in die fase van hun ontwikkeling hen in staat stelt bij deze opvatting lijkt perspectieven van het kleuteronderwijs zich aan te sluiten waarin het handelen als voorwaarde voor het verwerven en ver woorden van begrippen belangrijk gevonden wordt aan taalonderwijs zullen we in ieder geval als eis stellen dat het de taalvaardigheid vergroot volgens de richting van piaget chomsky e a zal het onderwijs aan die vergroting weinig kunnen bijdragen hooguit door de cognitieve ontwikkeling te stimuleren 91 de tweede richting lijkt daarom vruchtbaarder te zijn voor didac tische uitwerkingen toch kan de interactionistische richting de taalvaardigheid eenzijdig interpreteren door bijvoorbeeld sterk de nadruk te leg gen op formele aspecten zoals de lengte van zinnen grammaticaal correct taalgebruik de hoeveelheid beurten in een gesprek de mate van vloeiendheid taal voor kleuters dat is onder andere het geval bij het gebruik van modeling en expansie waar bij de vorm centraal staat de vaardigheid tot deelname aan gesprekken de communicatieve competentie kan dan verwaarloosd worden ook vanuit deze optiek is het weer werken met kinderen maar ook taaldidactiek voor de kleuterschool waarin de commu nicatieve vaardigheid expliciet aan de orde wordt gesteld perspectieven van het kleuteronderwijs stelt zich heel gereser veerd op ten opzichte van klassegesprekken mevr nijkamp vindt gesprekken met meer dan vier kleuters zinloos dat zijn geen echte gesprekken daar kunnen kleuters de gedachten niet bij hou den overigens speelt de taal in de sociale vorming bij haar geen grote rol als we na deze korte excursie in de ontwikkelingspsychologie de publikaties nog eens overzien tekenen zich drie tendensen af perspectieven van het kleuteronderwijs vertegenwoordigt een opvatting die van kinderen uitgaat zij moeten zich ontwikkelen daarbij moet gestuurd worden maar niet te sterk de taal ontwik kelt zich in nauwe samenhang met de cognitieve ontwikkeling met het verwerven van inzichten en begrippen hierdoor lijkt deze publikatie zich aan te sluiten bij de ideeen van piaget de doorgaande lijn en taal voor kleuters richten hun aandacht voornamelijk op de leerstof structureren die en bieden de partjes achtereenvolgens aan deze handboeken zijn minder goed in de twee psychologische stromen te plaatsen bij de doorgaande lijn wordt dat waarschijnlijk veroorzaakt door de vrij oude theorieen waarop de ideeen gebaseerd zijn zonder dat overigens de relatie tussen theorie en uitwerking duidelijk gemaakt wordt meer dan namen van psychologen komen niet voor in taal voor kleuters dat ook bedoeld is voor onderwijs aan moeilijk lerende kinderen is de invloed van de orthodidactiek er waarschijnlijk de oorzaak van dat de leerstof sterk gestructureerd wordt en in logische stapjes wordt aangeboden werken met kinderen en taaldidactiek voor de kleuterschool tenslotte vertegenwoordigen het duidelijkst de stroming die van het etiket interactie voorzien kan worden kinderen leerkracht en omgeving waaronder leermiddelen zijn in interactie met elkaar de leerkracht is degene die het proces in gang zet situaties schept waarin kinderen ervaringen kunnen opdoen en hen helpt die ervaringen te ordenen te verwerken in de interactie 92 moeten zowel de formele aspecten van de taalvaardigheid als de communicatieve vaardigheid bevorderd worden enschede maart 1985 bibliografie beernink r kleuteronderwijs een overzicht een verkenning naar opvattingen en verworvenheden van het kleuteronder wijs enschede slo 1982 tweede druk eerland e en s faber taal voor kleuters twee delen amsterdam van goor zonen 1982 van der geest t e a interactie onderwijsorganisatie en taalvaardigheid enschede slo 1984 janssen vos f e a werken met kinderen zes delen assen amsterdam van gorcum 1977 tweede druk keuper makkink a klankdorp handleiding werkboekje oefenmaterialen groningen wolters noordhoff 1979 lambert anema k c de doorgaande lijn zutphen thieme 1977 derde druk lentz l en h van tuijl taalvaardigheid in de basisschool een orientatie op theorie innovatie en leerplanontwik keling enschede slo 1982 nijmeegse werkgroep taaldidactiek taaldidactiek voor de kleuterschool groningen wolters noordhoff 1979 93 94