Vijftien jaar schoolonderzoek Nederlands: restauratie en vernieuwing

Publicatie datum: 1987-01-01
Collectie: 18
Volume: 18
Nummer: 5-6
Pagina’s: 7-20

Documenten

lenneke schouw ellie van der gees t vijftien jaar schoolonderzoek praktijk nederlands restauratie en vernieuwing onderzoek over het schoolonderzoek nederlands wordt veel gepraat gediscussieerd ge mopperd maar hoe ziet het er in 1987 nu werkelijk uit om een antwoord te vinden op deze vraag doet antoine braet een onderzoek naar het schoolonder zoek op het havo en het vwo in het kader van hun studie nederlands werkten lenneke schouw en ellie van der geest mee aan een gedeelte van dit onder zoek namelijk een enquete die gehouden is onder 380 havo en vwo scholen in dit artikel doen zij verslag van de resultaten van deze enquete en vergelijken deze resultaten met die van soortgelijk onderzoek uit 1974 inleiding nomen over het onderwijs dat aan de toetsing van bepaalde onderdelen voorafgaat maar de toen men begin jaren zeventig het schoolon ze laten we hier buiten beschouwing 2 wij ver derzoek invoerde kon men niet bevroeden tot gelijken de resultaten waar mogelijk met de welke problemen dit zou leiden problemen die resultaten van de enquete uit 1974 nog steeds aan de orde zijn het onderzoek in de volgende paragraaf geven we een ver dat de didactiek commissie nederlands van antwoording bij de enquete deze paragraaf levende talen dcn in 1974 deed toonde kan door lezers die niet in statistische achter aan dat docenten vooral moeite hadden met grondinformatie geinteresseerd zijn overgesla de vaardigheden die niet in het traditionele gen worden hierna bespreken we de belang mondelinge examen thuishoorden om na te rijkste resultaten ook zonder de tabellen te gaan of er in deze situatie verandering geko bekijken is de tekst te volgen in de conclusie men is hielden wij een enquete onder de sec proberen we een aantal tendensen in de ont tievoorzitters nederlands van 186 havo en wikkeling van het schoolonderzoek aan te ge 194 vwo scholen ven en we besluiten met een beoordeling van in dit artikel wordt verslag gedaan van de en deze ontwikkelingen queteresultaten voor zover die betrekking heb ben op de toetsing van de verschillende vak onderdelen bij het schoolonderzoek neder lands in de enquete waren ook vragen opge 7 verantwoordin g geven ten slot te no g het vol gen d e w ij zijn ons b e ons onderzoek maakt deel uit van een om w ust van d e be p er k in g en van dit soort em pi vangrijk project dat opgezet is om onder meer risch onderzoek al nee m je aan d a t d e g een te achterhalen wat de feitelijke prioriteiten van qu teerde docenten de vragen conscientieus de docent nederlands in de bovenbouw zijn invullen dan kun je no g je tw ij f els h eb be n aan welke vakonderdelen wordt hoeveel tijd over de absolute aantallen d i e soms er g k lein besteed en welk belang wordt bij het geven zijn w ij zullen met d eze tw ijf els reke nin g hou van cijfers aan elk onderdeel gehecht naast den door slechts voorzichtig e conclusies t e zogenaamd aanbodonderzoek naar de tijd trekk en verschillen wo rden d oor ons alleen besteding en cijfergeving in de klassen 4 5 en genoem d als zij sig nificant z ijn p 0 05 6 leek een enqu e te naar het schoolonderzoek een geschikt middel om achter die prioriteiten te komen aandeel en gewicht van een vak de enqueteresultaten onderdeel in het schoolonderzoek drukken im mers een oordeel uit over het belang dat men de vragen uit de enquete die het sc h oolonder eraan toekent zoek betreffen zijn in te delen in een z estal nu is een representatieve momentopname van cat egorieen we z u llen aan el k e categorie in de examenpraktijk al informatief maar nog in een afzonderlij k e paragraaf aan dach t besteden formatiever is een vergelijking van verschillen b ij de vragen die de meeste informatie o pleve de momentopnames men kan dan eventuele ren voor ons hoofddoel namelijk h et vaststel verschuivingen op het spoor komen gelukkig len van d e prioriteiten in het hui dige schoolon was er ook in 1974 een onderzoek naar de in derzoek zullen we ta b ellen o p ne m en in d e richting van het schoolonderzoek gedaan hoofdte k st een aantal andere tabellen wor dt jammer genoeg bleef dat onderzoek beperkt opgenomen in een bijlage tabellen a tot en tot havo scholen en is een aantal gegevens met k over de opzet van dit onderzoek moeilijk toe w e beginnen met d e vraa g w elke onderdelen gankelijk toch lijkt een vruchtbare vergelijking men in h et school onderzoek o p nee mt en h o e mogelijk 3 veel vragen in onze enquete zijn z w aar deze on d erdelen meetellen vervolgens daarom inhoudelijk gelijk aan de vragen in de zullen w e de vragen over de toet somstandig enquete van 1974 heden de insp raak van d e leerlingen en de be de overigens sterk ingedikte vragenlijst heb trou w baarheid van d e beoor d elingen bes pre ben we opnieuw bij een tiental leraren en eni k en ten slotte ko men d e vr agen over d e vorm ge onderzoekers uitgeprobeerd zie ook noot en de inhoud van de toetsen aan de orde we 1 na enige bijstelling die een vergelijking sluiten af met het oordeel d at d ocen ten heb met het dcn onderzoek ongemoeid liet ben over het huidige schoolond erzoe k hebben we een aselecte steekproef getrokken van 186 havo en 194 vwo scholen aan deze de onderdelen van het schoolonderzoe k scholen is de enqu ete toegezonden na een schriftelijk en telefonisch rappel hebben 82 de invoering van het schoolonderzoekregle vwo scholen en 89 havo dagscholen de en ment in het begin van de jaren zeventig bete quete teruggestuurd kende de wettelijke verplichting bepaalde on niet alle vragen zijn door alle respondenten derdelen op te nemen in 1987 blijkt lang niet beantwoord dit zijn vragen die niet van toe iedereen zich aan deze regels te houden en passing waren voor de desbetreffende school als men alle verplichte onderdelen wel in het bijvoorbeeld omdat een vaardigheid niet ge schoolonderzoek opneemt zijn er vaak ver toetst wordt of vragen die om wat voor reden schillen in het gewicht dat men aan de ver dan ook niet te beantwoorden waren beide schillende vakonderdelen toekent zie tabel 1 zijn niet in de percentages van de tabellen op hoewel voorlezen luistervaardigheid en genomen we geven dus gecorrigeerde percen spreekvaardigheid verplichte onderdelen zijn tages omdat de absolute aantallen hierdoor van het schoolonderzoek worden ze opvallend kunnen dalen hebben we deze telkens aange vaak niet getoetst het percentage scholen dat geven als in 1974 geen vergelijkbare vraag luistervaardigheid niet toetst is zelfs toegeno gesteld is kunnen we uiteraard geen cijfers men het eveneens verplichte onderdeel litera 8 tabel 1 welke onderdelen zij n opgenomen in het schoolonderzoek in pe rcentage s de cijfe rs tu ss en haakje s zij n de abso lute aanta llen absl voorlezen luister spreek tekstbegrip stellen literatuur vaardigheid vaardigheid labs labs labs labs labs abs havo 74 82 4 256 83 6 12561 87 1 12561 54 7 256 38 3 256 88 3 256 havo 87 74 7 1 871 72 1 86 89 8 88 57 1 1841 69 8 86 100 87 vwo 87 73 2 182 72 2 79 91 5 82 75 0 76 55 8 77 100 82 tabel 2 voor hoeveel procen t bepaalt di t onderdeel het total e a choolonde rzoekcij ier i in percentages abs zijn de absolute aantallen a havo 7 4 b havo 87 c v wo 8 7 voorlezen luister spreek tekstbegrip stellen literatuur vaardigheid vaardighei d a b c a b c a b c a b c a b c a b c 0 18 8 27 7 23 7 1 8 4 28 a 28 4 1 3 8 1 1 8 9 7 47 7 60 0 23 0 63 2 2 6 7 41 0 7 0 0 0 1 10 42 2 53 8 68 0 23 6 38 8 38 7 28 8 41 1 48 4 8 1 13 6 13 0 8 2 14 3 13 1 0 4 0 0 1 1 20 3 5 4 18 5 1 8 9 43 8 28 b 28 3 43 b 38 b 33 b 26 8 15 2 3 1 1 20 5 25 9 2 7 9 11 5 4 3 6 0 21 30 3 8 0 3 4 1 2 9 4 5 6 7 1 2 9 7 6 8 1 1 0 0 13 8 1 7 9 5 0 24 3 1 4 7 17 2 17 4 23 9 31 40 0 0 0 2 7 1 5 0 0 9 2 9 0 5 9 4 5 9 9 1 8 7 2 1 8 25 1 27 6 23 8 41 50 0 0 0 0 9 0 0 0 0 0 0 9 3 0 4 9 1 4 1 4 1 6 1 8 1 25 0 23 9 50 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5 0 0 0 1 4 0 2 0 7 21 7 22 4 ie b el 223 65 5 9 2 2 5 67 60 22 4 68 62 222 88 61 220 70 61 22 7 69 67 tuur daarentegen wordt nu op elke school ge bepaalt als het meetelt nog stee d s eentien d e toetst tekstbegrip een niet verplicht onder deel van het schoolond erzoe k cij f er o p vwo deel op het havo wordt toch nog steeds op scholen is te k s tb egrip wel verplicht en d aar ongeveer de helft van de scholen in het telt het dan mee voor 10 a 20 een o pval schoolonderzoek opgenomen op het vwo lende verandering zien we w eer bij het faculta waar het wel een verplicht onderdeel is wordt tieve stellen d it on d erdeel w ordt niet alleen het desondanks op een kwart van de scholen va k er in he t schoolonderzoe k opgenomen er niet getoetst opvallend is de toeneming van w ord t ook meer g e w icht aan toegek en d e en het toetsen van het op beide schooltypen fa toenemen d aant a l scholen laat het voor cultatieve stellen zie tabel 2 20 30 meetellen wat de zwaarte van de verschillende onderde len betreft blijken voorlezen en luistervaardig de toetsom standigheden heid steeds minder gewicht in de schaal te leggen het aantal havo scholen dat deze on het grootste d eel van de scholen toetst de on derdelen zwaarder dan 10 laat wegen derdelen in een vaste perio d e b uiten d e les in neemt sterk af voorlezen heeft zoals te ver 1 9 74 werd er w at vaker in d e les getoetst wachten de minste invloed maar luistervaar het onderdeel literatuur wordt anno 1 98 7 digheid en spreekvaardigheid tellen nauwelijks weinig verrassend pra k tisch nooit alleen in de zwaarder het onderdeel literatuur heeft de les getoetst meeste invloed op het schoolonderzoekcijfer of de toetsen met een of meerdere leerlingen het bepaalde zowel in 1974 als in 1987 vaak worden afgenomen verschilt p er on d erd eel meer dan 30 van dat cijfer op heel wat hetzelfde geldt voor het aantal minuten dat scholen zelfs meer dan 40 een toets in beslag neemt zie tabel a er zijn tekstbegrip op havo scholen niet verplicht geen grote verschillen met 1 9 7 4 9 opvallend is wel dat men de schoolonderzoe dat men minder vaak toetst dan in 1974 tabel ken vaker ontwrichtend vindt werken op het d het twee keer toetsen is toegenomen ten gewone schoolleven tabel b dat geldt voor koste van het drie of vier keer toetsen maar alle onderdelen zelfs vreemd genoeg gezien de overgrote meerderheid toetst een onderdeel de geringe tijd die er aan besteed wordt voor een keer dit geldt voor alle onderdelen maar voorlezen ook het onderdeel luistervaardig bij voorlezen luistervaardigheid en spreekvaar heid dat vijftien jaar terug nauwelijks ont digheid is deze tendens sterker het enige on wrichtend werd gevonden wordt op dit punt derdeel dat nog steeds een relatief hoog per nu veel negatiever beoordeeld dit zou mis centage vaker toetsen kent is literatuur schien verklaard kunnen worden door het feit kijken we naar het aantal beoordelaars dan is dat deze onderdelen vaker met literatuur sa er niet veel veranderd tabel e op ongeveer men worden getoetst literatuur was en is de de helft van de scholen worden het voorlezen grote boosdoener nu nog meer dan in 1974 de luistervaardigheid tekstbegrip stellen en li ze wordt gevolgd door spreekvaardigheid en teratuur nog altijd door een docent beoor tekstbegrip stellen levert volgens de docenten deeld op de andere helft van de scholen kiest op dit punt de minste problemen op men bij die onderdelen voor overleg tussen do cent en collega s bij spreekvaardigheid is er de in spr aak van de leerl i nge n evenmin veel veranderd daar werd het cijfer in vergelijking met andere onderdelen vaker in de inspraak van de leerlingen in het schoolon overleg tussen docent en leerlingen en soms derzoek blijkt over het algemeen niet groot te zelfs alleen leerlingen vastgesteld en dat is zo zijn het tijdstip van toetsafname kunnen ze gebleven bijvoorbeeld praktisch nooit kiezen voorlezen de beoordelaar of beoordelaars beschikken in spreekvaardigheid en literatuur vormen wat vergelijking tot 1974 wel vaker over van tevo dat betreft nog wel eens een prettige uitzon ren vastgestelde criteria waaraan de leerlingen dering op ongeveer 20 van de scholen kun moeten voldoen tabel f alleen het voorlezen nen de leerlingen bij deze onderdelen wel blijft op dit punt achter toch bestaan op een kiezen nog aanzienlijk aantal scholen voor luistervaar ook wat de toetsvormen betreft hebben de digheid 30 spreekvaardigheid 40 en li leerlingen evenals in 1974 trouwens niet veel teratuur 25 geen van tevoren vastgelegde keuzevrijheid over de toetsinhoud is vaker criteria het vooraf bepalen van de normering discussie mogelijk tabel c bij de onderdelen geeft volgens de docenten bij stellen en voorlezen spreekvaardigheid en literatuur is tekstbegrip minder problemen het iets gebruikelijker dat de leerlingen de het komt de betrouwbaarheid van de beoorde tekst of het onderwerp kiezen dan bij de ande ling van een vakonderdeel ten goede als die re onderdelen een vergelijking met 1974 was beoordeling in een apart cijfer wordt uitge niet goed mogelijk drukt bij luistervaardigheid en spreekvaardig heid is er echter een ontwikkeling in tegen de betrouwbaarheid van de beoo r deling gestelde richting te bespeuren tabel g op van de toets e n 80 van de scholen kreeg luistervaardigheid in 1974 een apart cijfer nu is dat 50 bij een beoordeling van een toets is betrouwbaar spreekvaardigheid is het percentage gezakt wanneer zij bij herhaalde afname van de toets van 65 naar 44 een apart cijfer voor stel en bij meerdere beoordelaars hetzelfde resul len en tekstbegrip is het meest gebruikelijk taat oplevert het komt de betrouwbaarheid gemiddeld 80 literatuur lijkt op dit punt van een toets ten goede als een onderdeel va echter ook een teruggang te laten zien waar ker getoetst wordt als er meer beoordelaars schijnlijk worden luistervaardigheid spreek zijn als de criteria van tevoren duidelijk be vaardigheid en literatuur steeds vaker samen paald zijn en als de beoordeling in een apart getoetst en worden ze dan bovendien in een cijfer wordt uitgedrukt op deze punten is er cijfer uitgedrukt in de loop der jaren zeker niet altijd vooruit gang geboekt uit de antwoorden op de vraag hoe vaak een onderdeel getoetst wordt blijkt bijvoorbeeld 10 ta bel 3 in welke vorm w ordt stellen getoetst in frequenties en percentages havo 74 havo 8 7 vwo 8 7 f f f gewoon opstel 100 62 5 15 19 2 12 20 3 brief 20 12 5 31 39 7 13 22 0 gericht schrijven 8 10 3 7 11 9 gedocumenteerd schrijven 12 15 4 10 16 9 werkstu k 4 5 1 11 18 6 ander s 40 25 0 8 10 3 6 10 2 labs 160 78 59 vorm en inhoud van de toetse n beurt blijft echter de meest gebruikte vorm voor het toetsen van de spreekvaardigheid een opvallende verandering in de gebruikte ondanks een lichte achteruitgang het toetsen toetsvorm heeft zich bij het onderdeel stellen via een gesprek over literatuur komt op de voorgedaan vijftien jaar terug was het gewo tweede plaats dit gesprek is vergelijkbaar met ne opstel met 63 als toetsvorm nog onbe het in 1974 relatief veel voorkomende twist nummer een op zeer grote afstand ge gesprek met de docent examinator deze volgd door de brief met 13 nu is het opstel laatste gespreksvorm kwam toen waarschijn sterk teruggedrongen tot 19 en de brief is lijk veel voor naar analogie van het oude mon samen met de nieuwe vormen gericht schrij delinge tentamen van voor het schoolonder ven en gedocumenteerd schrijven sterk in zoek opkomst op het havo krijgt de brief nu zelfs voor zover men luistervaardigheid nu nog de voorkeur boven andere vormen op het toetst doet men dat eveneens veel vaker via vwo wordt vaker dan op het havo voor een het mondelinge tentamen literatuur deze va werkstuk gekozen en iets minder vaak voor de riant van de tweerichtingssituatie komt nu brief de opkomst van de in 1974 nog onbe ongeveer net zo veel voor als het stellen van kende vormen gericht en gedocumenteerd open vragen naar aanleiding van beluisterde schrijven is echt opvallend we vermoeden teksten een eenrichtingssituatie in vergelij dat het percentage scholen dat deze vorme n king met 1974 is deze laatste vorm wel in ge in het schoolonderzoek gebruikt ook hoger ligt bruik afgenomen een andere vorm van twee dan het percentage scholen dat deze vormen richtingsluistern namelijk de discussie komt ook in het centraal schriftelijk eindexamen nog steeds zelden voor aanbiedt in vijftien jaar hebben deze vormen de inhoud van de toetsen leveren bij de ver in het schoolonderzoek een gelijkwaardige schillende onderdelen het volgende beeld op plaats naast de andere vormen gekregen zie bij literatuur beperkt men zich in toenemende tabel 3 mate tot strikt literaire werken lectuur en tekstbegrip wordt nog iets vaker getoetst vertalingen worden minder vaak toegelaten bij door middel van open vragen bij een tekst zo tekstbegrip kiest men op het havo vaker voor wel mondeling als schriftelijk het onderdeel li poezie maar het zakelijk proza blijft de centra teratuur wordt het liefst mondeling afgeno le tekstsoort de leerlingen lezen verder iets men meer nog dan in 1974 tabel h de tra vaker literair proza voor in plaats van zakelijk ditionele aanpak dat wil zeggen het gesprek proza zoals in 1974 in spreekvaardig over de gewone boekenlijst krijgt nog steeds heidstoetsen staan nog steeds de literaire en de voorkeur maar minder dan vijftien jaar te cultureel historische onderwerpen centraal al rug bij zowel spreekvaardigheid tabel 1 als nemen de actueel maatschappelijke onderwer luistervaardigheid tabel j is er een sterke pen toe bij luistervaardigheid is in de enquete toename van het toetsen door middel van het niet zo zeer naar het soort onderwerp ge mondelinge tentamen literatuur de spreek vraagd maar naar de aard van de beluisterd e 11 tabel 4 vindt uw sectie dit in mee rderheid een zi nvol onderdeel van het schoolonderzoek in percentages a havo 74 b havo 87 c vwo 8 7 voorlezen luister spreek tekstbegrip stellen literatuur vaardigheid vaardighei d a b c a b c a b c a b c a 8 c a c ja 2 9 3 23 9 3 0 8 28 7 4 8 8 38 7 88 0 81 7 88 7 63 3 72 18 78 6 83 3 7 5 7 90 2 90 3 85 3 98 2 ja 4 1 3 38 8 30 8 33 3 37 8 39 7 32 1 31 7 48 8 24 5 28 7 21 0 nee 26 7 23 9 28 2 22 7 1 3 4 15 4 1 9 5 0 3 2 8 2 1 2 1 2 38 7 24 3 9 8 9 7 14 7 3 8 nee 2 7 13 4 1 0 3 1 7 3 0 5 1 0 1 7 1 8 4 1 0 1 2 iebe l 21 8 75 67 20 2 78 75 234 82 78 15 4 53 80 102 63 49 2 39 88 81 teksten opvallend is het relatief hoge percen maar dat men nu nog iets zinvoller is gaan vin tage scholen dat deze vraag niet kon beant den is stellen zie tabel 4 woorden doordat ze luisteren geintegreerd bij de vraag naar de zinvolheid van de verschil toetsen 33 namelijk samen met het mon lende onderdelen in het schoolonderzoek ging delinge literatuurtentamen of niet vaak via de het om de mening van de meerderheid van de discussie van de scholen die niet geintegreerd sectie nu zou het heel goed mogelijk kunnen toetsen kiest 34 voor een oorspronkelijk zijn dat belangrijke minderheden in de sectie gesproken dialoog of polyloog 22 voor een het daar niet mee eens zijn daarom is er ook oorspronkelijk gesproken monoloog en 11 gevraagd of de sectie het over de zinvolheid voor een oorspronkelijk geschreven tekst in van de onderdelen eens was tabel k in 1974 was er geen vergelijkbare vraag er werd 1974 is deze vraag niet gesteld uit de cijfers toen wel gevraagd naar de manier waarop die blijkt dat er nu bij geen enkel onderdeel veel teksten werden aangeboden de geluidsband onenigheid is minderheidsstandpunten komen komt nog evenveel voor maar het voorlezen volgens de sectievoorzitters nauwelijks voor van de tekst door de docent is afgenomen zo blijkt uit de antwoorden op deze vraag men blijkt steeds tevredener over de huidige het oordeel over het hu i dige schoolonderzoe k eigen toetswijze zelfs bij luistervaardigheid en spreekvaardigheid waar men in 1974 niet zo hoe zinvol v i ndt men de vakgebieden a l s on positief over oordeelde over de toetswijze derdeel va n het schoo l onderzoek over van de andere oordelen was men al behoorlijk spreekvaardigheid tekstbegrip stel len en l i te tevreden zie tabel 5 ratuur zijn de meni ngen niet veranderd men bij de vraag of er verschillen zijn met de wijze vindt dat deze onderdelen zeker thuishoren in waarop het onderdeel vorig jaar getoetst het schoo l onderzoek het n iet toetsen van werd blijkt dat er weinig geexperimenteerd spreekvaardigheid en het geringe gew icht dat wordt dat was in 1974 ook al zo bij de on aan dit onderdeel wordt toegekend kan dus derdelen stellen en tekstbegrip maar niet bij nauwelijks verklaard worden u it de opvatt i ng de toen nieuwe onderdelen voorlezen luister dat het toetsen van spreekvaardigheid i n het vaardigheid spreekvaardigheid en literatuur er schoolonderzoek niet z i nvol zou zijn dat kan wordt minder uitgeprobeerd bij deze gedeelteli j k wel bij luistervaard igheid op 39 onderdelen van de scholen vi ndt men het niet zinvol het oordeel over het schoolonderzoek zoals luistervaardigheid te toetsen in vergelijking dat door de wet is voorgeschreven valt posi met 1974 i s men over de zin van het toetsen tief uit positiever dan in 1974 in vergelijking van l u istervaard ighe i d zelfs nog negat i ever met vijftien jaar terug stemmen de voorschrif gaan oordelen want toen was het nog 24 ten vaker tot tevredenheid zie tabel 6 een onderdeel dat men al heel zinvo l vond 12 tabel 5 is uw secti e i n meerder heid tevreden over de huidige toetswijze bij dit onderdeel in percentages a havo 74 b havo 8 7 c vwo 8 7 voorlezen luister spreek tekstbegrip stellen literatuu r va ardigheid vaardigheid a 8 c a 8 c a b c a b c a 8 c a 8 c ja 40 9 4 0 7 34 9 28 8 33 8 36 1 52 9 5 2 8 44 1 38 6 41 7 5 1 3 49 3 7 8 54 8 77 7 72 8 83 8 j8 40 7 34 9 42 4 48 1 43 1 e5 1 38 6 52 5 47 7 48 8 33 3 nee 9 1 18 6 22 2 22 0 13 0 19 4 2 0 8 8 1 7 8 8 7 1 12 8 50 7 92 3 65 2 22 3 27 2 36 2 ne e 3 0 0 7 9 6 8 5 2 1 4 0 0 1 7 6 8 2 4 2 6 abs 217 88 59 104 63 59 228 77 7 2 157 5 1 57 1 03 5 9 44 240 84 78 tabel 6 wilt u de mate van tevredenhe id van uw sect ie aangeven met het gehele s choolonderzoek zoals dit door de wet ia voorgeschreven in pe rc ent age s havo 74 havo 87 vwo 8 7 zeer tev reden 5 3 9 4 5 1 enigszins tevreden 31 3 58 8 65 8 noch tevreden noch ontevreden 20 2 15 3 12 7 enigszins ontevreden 29 2 15 3 15 2 zeer o ntevreden 1 4 0 1 2 1 3 a b s 243 85 79 concl usie niet verplichte tekstbe g rip krijgt nog steeds een erg ruime plaats toe b e d eel d in het school vatten w e de belangrijkste ontwikkelingen van onderzoe k in vergelijkin g met de on derdelen het schoolonderzoek samen dan is er aan de luistervaardighei d en s p reek v a ardig h eid ene kant sprake van restauratie maar aan de het restauratieve b lij kt oo k uit de t oe tsvor andere kant oo k van vernieuwing men d ie in toenemende mate voor luisterv a ar restauratief is de tendens om luistervaardig digheid en s p ree kvaard ighei d g e b rui kt wor d en beid niet meer in het schoolonderzoek op te sls men d eze onder d elen t oetst toetst m en ze nemen of als ze nog wel getoets wordt haar steeds vaker door mid d el van het mond eling e minder gewicht toe te kennen bij het vaststel tentamen literatuur b ovendien toetst men d e len van het schoolon d erzoekcijfer in plaats ze onderd elen bijna nooit vaker d an een k e er van luistervaardighei d neemt men va ker stellen en k rij g en ze mind er v aak e en a part cijf er da n in het schoolonderzoek o p stellen krijgt bo in 1 9 7 4 vendien een steeds grotere invloed op het wat zijn de oorzaken van deze tendens ge schoolonderzoekcijfer h et toetsen van een deeltelij k k an z e verklaard worden d oor een verplicht schoolonderzoekonderdeel waarvoor verand erde mening over de zinvolheid van de het schoolonderzoek on d er meer in het leven z e onderd elen in h et sc h o olon d erzoe k luister is geroepen blijkt plaats te moeten maken vaard ig heid is men a ls on d erdee l in het sc h ool voor het toetsen van het niet verplichte on d er onderzoe k namelij k min d er zinvol g aan vinden deel stellen dat ook al in het centraal schrif spreekvaardigheid vindt men daarente g en nog telijk eindexamen wordt afgenomen ook het steeds erg zinvol w e vermoeden d aarom d at 13 de oorzaken van deze ontwikkeling te maken en spreekvaardigheid worden steeds vaker sa hebben met de beoordelingsproblematiek die men met literatuur getoetst of soms helemaal aan het toetsen van spreek en luistervaardig niet meer ondanks de problemen d ie er bij heid kleeft beoordelingsproblemen zijn er bij de beoordeling zijn lijkt dat ons g een goede voorbeeld ook bij stelvaardigheid maar bij dat ontwikkeling bij deze belangrij k e vaardigheden onderdeel is men er waarschijnlijk zo aan ge samen met literatuur toetsen betekent waar wend dat onbetrouwbaarheid van de beoorde schijnlijk vaa k dat spree k vaardig hei d en luister ling meer geaccepteerd wordt ook andere vaardigheid nau welij k s expliciet aandacht krij praktische problemen die het voorafgaande on gen 5 b oven d ien draagt niet of geinteg reerd derwijs in deze vaardigheden met zich mee toetsen het gevaar in zich dat deze onderdelen brengt te grote klassen slechte leermiddelen ook in het onderwijs minder aandacht zullen etcetera zullen een belangrijke rol spelen op krijg en of er geheel uit zullen verd w ijnen h et de open vraag waarom men luistervaardig onderwijs in de bovenbou w is meestal sterk heid minder zinvol vindt gaven de docenten afgestemd op de naderende examens en namelijk zowel oorzaken van toetstechnische schoolonderzoeken onderdelen die daar niet in als van praktische aard daarnaast zou de ont o p genomen zijn of slec hts indirect aan de orde wrichting die het schoolonderzoek veroorzaakt komen zullen vrij snel naar d e achtergrond voor het gewone schoolleven een neiging tot worden geschoven of helemaal niet meer aan een efficientere inrichting van het schoolon bod komen herbezinning op onderwijs in en derzoek veroorzaakt kunnen hebben dat men toetsing van deze vaardigheden lijkt ons daar het schoolonderzoek ontwrichtend vindt wer om o p haar plaats ken is duidelijk gebleken een bijdrage hieraan zou geleverd kunnen wor brengen we het hoge percentage tevredenheid den door het onderzoek dat in het najaar van over de huidige eigen toetswijze in verband 19 8 7 op het hierboven beschreven onderzoek met de hierboven geschetste ontwikkeling volgt het gaat daarbij om diepte interviews dan kunnen we concluderen dat men blijkbaar onder docenten n ederlands op havo en vw o tevreden is over deze ontwikkeling scholen dit onderzoek zal wellicht meer in behalve van restauratie is er ook sprake van zicht geven in de achtergronden van de huidi vernieuwing nieuw in vergelijking met 1974 ge ontwikkelingen inzicht dat weer kan leiden is de opkomst van het gericht schrijven en het tot concrete voorstellen ter ver b etering van de gedocumenteerd schrijven samen met het al huidige situatie wel bekende schrijven van een brief hiermee lijkt normale functionaliteit meer ingang in het schoolonderzoek te hebben gevonden noten men kiest voor examens die de vorm hebben van schrijftaken zoals leerlingen die nu of later 1 w ij z ijn anto i ne braet dankbaar voor zi j n zeer construct i eve hu l p b ij het schrij ven van di t arti in de maatschappij kunnen tegenkomen kel ook wi llen we ge rt r ijl aa rs dam be rt meuf rest de vraag hoe we de bovenstaande ont fels en vooral ron oos tdam h ier bij bedanken wikkelingen moeten waarderen de groei van voo r hun bru i kbare aanwi jz i ngen en hulp bi j d it het gericht en gedocumenteerd schrijven lijkt onde rzoek ons een positieve ontwikkeling het streven 2 een u i tgebrei d onderzoek s versl ag kan worden aan te sluiten bij in werkelijkheid veel voorko aang e vraagd al s u be l ang ste lli ng h eb t voor d it mende schrijftaken of schrijfsituaties lijkt ons ve rsl ag d i ent u uw sc hrifteli jke aa n vraag te ri ch een goed streven bij het toetsen van de stel ten aan a c b raet po s tbus 9515 2300 ra le i vaardigheid wel vragen we ons af of de den i n d it ra p po rt komen ook de vragen aan de restauratieve ontwikkeling ook wenselijk is o rde d i e wij ni et i n d it artikel bespreken en u v i ndt er de tabe ll en d i e w ij h i er n i et hebben zeker omdat er nu een overbeklemtoning ont o pgen ome n staat van onderdelen die ook al in het centraal 3 voor een ve rantwoord i ng van d e ve rge lijk i ng en schriftelijk eindexamen zijn opgenomen bo de vo or beh ouden ten aanzien van het dcn vendien is er bij de onderdelen luistervaardig o nde rzoek ve rw ijzen wij naa r het ond erzo eks heid en spreekvaardigheid ook geen toename rapport van meer op de praktijk aansluitende toetsvor 4 we beperke n on s tot betrouwbaa r heid s p rob le men zoals bij stellen discussie als toetsvorm men va lid i tei t l aten we h ier bu i ten be schou blijft betrekkelijk zeldzaam luistervaardigheid wi ng 14 5 we gaan hie r verde r n i et in op de v raag of gein havo onde rzoek resultaten van een enqu ete i n tegree rd toetsen met li teratuu r we l e e n valide levende talen 312 1975 p 251 25 8 vo r m is voor h et to etsen van luiste rvaard i gheid schoolonderzoekmethoden voo r het vak nederlands en spreekvaard i ghe id op het havo dee l ii commentaar van de dcn op de enque te r es ultaten onder red van de d i dactie k l iteratuur commissie neder lands amsterdam research insti tuut voor d e toegepaste psychologi e ritp 1975 bu i s th m oud de g l as het schoo londe rzoek in wesdorp h schoolonderzoekmethoden voor het he t algemeen voortgezet onde rwijs verslag van een vak nederlands op het havo deel 1 enque teresu lta an alyse van so regelin gen n i jm egen in s t i tuut voor ten amsterdam research instituut voor de toege to eg e paste so ci o lo g ie 1984 paste psycho l ogie ritp 197 4 col th of m h was dorp lu is ter v aa r d ighe i d en he t bijlagen tabel a hoeve e l minuten d uurt de t o e ts in percentages voorlezen luister spreek tekstbegrip stellen literatuur vaardigheid vaardighei d havo 74 83 5 1 5 min havo 87 71 9 0 10 1 2 4 0 0 vwo 87 78 5 2 0 4 6 0 0 0 havo 74 8 7 30 6 12 0 6 10 min havo 87 15 7 5 8 20 3 12 2 0 0 vwo 87 8 9 5 9 16 9 7 1 0 0 havo 74 7 8 42 8 1 1 20 min havo 87 9 4 23 1 43 5 9 8 0 32 1 vwo 87 7 2 21 6 43 1 3 6 0 30 7 havo 74 12 2 18 7 21 30 min havo 87 3 1 7 7 15 8 7 3 0 13 5 vwo 87 0 13 7 23 1 1 8 0 20 0 havo 74 4 4 31 50 min havo 87 0 19 2 7 2 9 8 12 0 4 9 vwo 87 5 4 17 8 7 7 8 8 9 3 10 7 havo 74 24 0 10 7 51 70 min havo 87 0 19 2 1 4 0 8 0 6 2 vwo 87 0 19 7 4 6 0 12 5 5 3 meer dan havo 74 45 3 89 2 70 min havo 87 0 25 0 1 4 58 5 80 0 43 2 vwo 87 0 23 7 0 78 9 88 1 33 3 havo 74 218 229 150 93 abs havo 87 64 52 69 41 50 81 vwo 87 56 51 65 57 32 75 15 tabel b ontwricht de toetsing in belangrijke mate het gewone schoolleven in percentages voorlezen luister spreek tekstbegrip stellen literatuur vaardighe id vaardigheid havo 74 12 4 1 0 8 28 0 21 5 15 7 48 9 ja havo 87 43 9 41 9 48 9 37 3 30 6 61 4 vwo 87 41 0 46 7 50 0 32 8 27 3 67 9 havo 74 87 6 89 2 72 0 74 7 84 3 49 4 nee havo 87 56 1 56 5 47 4 60 8 69 4 28 4 vwo 87 59 0 53 3 50 0 65 5 72 7 28 2 havo 74 3 8 1 7 soms havo 87 1 6 3 8 2 0 10 2 vwo 87 1 7 3 8 havo 74 217 204 225 158 108 233 abs havo 87 66 62 78 51 62 88 vwo 87 61 60 74 58 44 78 tabel c kunnen de leerlingen bij dit onderdeel de toets inhoud kiezen in percentages voorlezen luister spreek tekstbegrip stellen literatuur vaa rdighe id vaardigheid havo 74 36 7 62 5 7 8 36 8 ja havo 87 49 2 21 0 57 7 6 3 19 7 43 0 vwo 87 48 3 1 0 0 56 2 3 5 36 4 49 4 havo 74 63 3 37 5 92 2 57 6 nee havo 87 47 7 77 4 39 7 91 7 72 1 33 7 vwo 87 51 7 90 0 42 5 94 7 61 4 37 0 h avo 74 soms havo 87 3 1 1 6 2 6 2 1 8 2 23 2 vwo 87 1 4 1 8 2 3 13 6 h avo 7 4 2 15 2 32 15 3 236 abs havo 8 7 65 62 78 48 61 86 vwo 87 60 60 73 57 44 81 16 tabel d hoe vaa k noemt u dit onderdeel af in percentages voorlezen luister spreek tekstbegrip ste llen li teratuur vaardighe id vaardighe id havo 74 81 5 7 2 0 7 6 8 54 4 50 9 28 4 1 x havo 87 9 5 2 81 0 84 9 70 5 69 2 36 6 v wo 87 96 7 90 7 90 1 74 1 7 7 1 42 3 h av o 7 4 14 4 18 8 17 3 22 8 26 4 46 0 2x havo 87 4 8 12 1 9 6 2 5 0 28 8 48 8 v wo 8 7 1 7 7 4 8 5 14 8 14 3 144 9 havo 7 4 2 3 6 3 4 6 9 5 12 3 1 8 0 3 x havo 8 7 0 5 2 2 7 0 1 9 1 3 4 vwo 8 7 0 1 9 0 9 3 8 6 10 3 havo 7 4 1 8 2 9 1 3 1 3 3 10 4 7 6 4 x havo 87 0 1 7 2 7 4 6 0 1 2 vwo 87 1 7 0 1 4 1 9 0 2 6 havo 7 4 2 22 207 2 37 1 58 106 250 abs havo 87 63 58 73 44 52 82 vwo 87 60 54 71 54 3 5 78 tabel e w ie bepaalt het cij fer in percen tages voorlezen luister spreek tekstbegrip stell en lite ratuur vaardigheid vaardigheid havo 74 46 5 48 1 36 2 42 2 77 1 49 5 docent havo 87 50 7 50 8 32 9 58 3 73 8 36 8 vwo 87 61 7 48 3 40 0 64 9 74 4 50 0 docent havo 74 41 3 49 1 38 4 46 8 19 0 48 9 collega s havo 87 44 6 38 1 43 0 41 7 26 2 60 9 vwo 87 31 7 44 8 41 3 35 1 25 6 50 0 doc ent havo 74 10 3 0 5 16 2 1 3 0 8 l ee rli ngen havo 87 3 1 6 3 21 5 0 0 0 vwo 87 6 7 6 9 18 7 0 0 0 havo 74 0 9 1 7 leerl ingen havo 87 0 1 6 0 0 0 0 vwo 87 0 0 0 0 0 0 docent havo 74 0 4 collega havo 87 0 1 6 1 3 0 0 1 1 leerlingen vwo 87 0 0 0 0 0 0 17 vervolg tabel e voorlezen luister spreek tekstbegrip stellen literatuur vaard igheid vaard igheid havo 74 0 9 2 4 7 0 9 5 3 8 0 8 anders havo 87 1 5 1 6 1 3 0 0 1 1 vwo 87 0 0 0 0 0 0 h avo 74 2 1 3 21 2 229 158 105 36 8 ab s h avo 87 65 63 79 48 61 87 vwo 87 60 58 75 57 43 82 tabel f beschikt u voor dit onderdeel over van tevoren vastgestelde eisen voor een voldoende prestatie in percentages voorlezen luiste r spreek tekstbegrip stellen literatuur vaardighe id vaardigheid havo 7 4 52 6 51 1 47 7 63 9 63 6 59 4 ja h avo 87 57 8 66 7 60 5 83 7 80 0 69 8 vwo 87 59 3 72 4 59 2 87 5 81 0 70 1 havo 74 47 4 48 9 52 3 36 1 36 4 40 6 nee havo 87 42 2 31 7 39 5 14 3 16 7 25 6 vwo 87 40 7 27 6 40 8 12 5 16 7 26 0 havo 74 som s havo 87 1 7 2 0 3 3 4 7 vwo 87 2 4 3 9 havo 74 211 184 220 144 99 21 2 ab s havo 87 64 60 76 49 60 86 vwo 87 59 58 71 56 42 77 tabel g geeft u dit onderdeel een apa rt cijfer of samen met een ander onderdeel in percentages voorlezen luiste r spreek tekstbegrip stellen literatuu r vaardigheid vaardigheid havo 74 62 4 79 9 65 4 77 6 90 9 82 7 apa rt havo 87 60 0 50 8 43 8 74 5 93 2 64 0 vwo 87 53 4 57 6 45 2 78 6 81 0 66 7 havo 74 37 6 20 1 34 6 22 4 9 1 17 3 samen havo 87 40 0 46 2 52 5 23 4 5 1 23 2 vwo 87 46 6 42 4 50 7 17 9 14 3 21 0 havo 74 beide havo 87 3 1 3 7 2 1 1 7 12 8 vwo 87 4 1 3 6 4 8 12 3 18 vervol g tabel g voorlezen luister spreek tekstbegrip ste llen literatuur vaardighe id vaardigheid havo 74 2 1 8 209 2 28 14 3 99 237 abs havo 87 65 65 80 47 59 86 v wo 8 7 5 8 59 73 56 42 81 tabe l h we lke vo rm neemt de t oets aa n bij het on derdeel literatuur in bij elkaar opgetelde frequenties en de percentages van de sommen havo 7 4 havo 8 7 vwo 8 7 f f f mondeling over literai re tekst 28 3 9 18 6 4 19 6 8 mondeling ove r l iterai re theorie 8 1 1 36 12 8 30 10 7 mondeling ove r lite ra i re gesch ieden i s 190 26 1 55 19 6 55 19 6 mondeling ove r werkstuk 22 3 0 6 2 1 16 5 7 mondeling ove r gewone boekenlijst 231 31 8 66 23 5 57 20 3 mondeling ove r boekenlijst met speci aal onderwer p 16 2 2 26 9 3 31 11 0 schrifte lijk over li te raire teks t 16 2 2 10 3 6 15 5 3 s ch rifte lij k over li te raire theo ri e 8 1 1 14 5 0 17 6 0 schriftelijk over literaire geschieden is 98 1 3 5 25 8 9 18 6 4 sch ri ftel ij k ove r werkstu k 20 2 8 4 1 4 12 2 1 schri ftel ijk over gewone boekenlijst 67 9 2 12 4 2 7 2 5 sch ri ftel ijk ove r boeken lijst met speciaal onderwer p 4 0 6 7 2 5 2 0 7 ande r s 19 2 6 2 0 7 2 0 7 abs 727 28 1 28 1 tabel 1 hoe toetst u spreekvaard ighe i d in bij elkaar opgetelde frequenties en de percentages van de sommen havo 74 havo 87 vwo 8 7 f f f spreekbeu rt of uiteenzetti n g 67 20 9 18 14 5 13 11 4 spreekbeu rt v rage n beantwoord en 43 13 4 16 12 9 13 1 1 4 spreekbeu rt d i scussi e 38 11 9 8 6 5 12 10 5 gesprek met docent examinato r 72 22 5 11 6 9 7 6 1 gespr ek met exami nator collega 6 1 1 9 1 16 12 9 12 10 5 gesprek met exam inator leerlingen 5 1 6 2 1 6 1 0 9 tweeg esprek interview afnemen 2 0 6 1 0 8 0 0 debat pro en contra spreker 5 1 6 2 1 6 1 0 9 di scussie lei de n 8 2 5 6 4 8 9 7 9 aan di scussie deelnemen 11 3 4 7 5 6 12 10 5 mondeling bij letterkunde 6 1 9 35 28 2 31 27 2 anders 2 0 6 2 1 6 3 2 6 ab s 320 124 1 14 19 tabel j hoe toetst u luistervaardigheid in bij elkaar opgetelde frequenties en de percentages van de sommen havo 74 havo 87 vwo 8 7 f f f schriftelijk open vragen beantwoorde n n a v beluisterde tekst en 105 38 9 21 24 1 18 23 4 mondeling open vragen beantwoorde n n a v beluisterde tekst en 1 4 5 2 1 1 1 0 0 meerkeuzevragen beantwoorden n a v beluisterde tekst en 50 18 5 12 13 8 8 10 4 schriftelijk vragen beantwoorden n a v discussie 2 0 7 1 1 1 2 2 6 schriftelijk samenvatten van ee n beluisterde tekst 35 13 0 56 6 9 8 10 4 mondeling samenvatten van ee n beluisterde tekst 7 2 6 0 0 2 2 6 mondeling samenvatten van ee n discussie 14 5 2 1 1 1 1 1 3 schriftelijk samenvatten van een discussie of spreekbeurt 6 2 2 3 3 4 5 6 5 directe reacties in een discussie 16 5 9 8 9 2 7 9 1 directe reacties in tweegesprekken tussen leerlingen 1 1 1 0 0 d irecte reacties in gesprek me t docent examinator 12 13 8 8 10 4 tijdens mondeling tentamen ove r werkstuk literatuur e d 18 20 7 14 18 2 anders 21 7 8 3 3 4 4 5 2 abs 270 87 77 t ab el k bent u het in d e secti e over d e zinvolh e id van d it ond erd eel eens in percentages voorlezen l u ister spr eek teks tbegrip stellen literatuur vaa rdigheid vaardigheid ja h avo 87 47 8 47 1 51 9 61 1 54 8 66 3 vwo 87 44 6 45 6 44 0 62 7 61 7 65 0 ja havo 8 7 4 3 5 37 1 4 1 6 33 3 40 3 2 7 9 vwo 87 43 1 33 8 44 0 32 2 31 9 31 3 nee h avo 87 8 7 1 2 9 5 2 5 6 4 8 4 7 v wo 87 6 2 1 4 7 8 0 5 1 6 4 3 7 nee h avo 87 0 2 9 1 3 0 0 1 2 v wo 87 6 2 5 9 4 0 0 0 0 a bs h avo 87 69 70 77 54 62 86 v wo 87 65 68 75 59 47 80 20