Documenten
vlot kunnen lezen is een overlevings en weerbaarheids vaardigheid naar een gedifferentieerde leesaanpak in de eerste graad van het bso als je niet kunt lezen dan sta je in de hoek dan is de hele wereld een dichtgeslagen boek als je niet kunt lezen loop je door de woestijn er is geen drupje water en t zal er ook nooit zijn mies bouhuys op 1 oktober 1988 startte in het vrij gesubsidieerd beroepsonderwijs een leesproject met steun van de externe bso begeleiding waarom uit gesprekken met bso leerkrachten en uit een beperkt onderzoek blijkt dat heel wat jongeren ernstige lees en schrijfmoeilijkheden vertonen niet of onvoldoende kunnen lezen en schrijven heeft voor de betrokkenen vaak tot gevolg dat ze zich afhankelijk opstellen t o v hun omgeving dat ze zich angstig voelen zich gaan isoleren of zich schamen over hun onkunde het opzet en de uitbouw van het leesproject zijn een stap in de goede richting om het functioneel analfabetisme te bestrijden technische leesvaardigheid in het b s o a wat zegt het leerplan over technisch lezen of hardop lezen in i b en 2de bv j een tekst behoorlijk hardop kunnen lezen basis het juist verklanken van de symbolen het lezen met een heldere duidelijke uitspraak uitbreiding het in acht nemen van de woordgroepen en de leestekens didactische wenken de leerkracht bepaalt eerst het leesniveau van elke leerling om vonk 1988 18de jg nr 5 272 aangepast leesonderricht te kunnen geven en om remedierend te kun nen werken dit kan door 1 een stukje onvoorbereide tekstte laten lezen normering 2 de afname van de een minuut test van brus voeten de bandrecorder is een onmisbaar instrument bij het leesonderricht b onderzoek in het iste b en bvj 2 bso toont aan dat een op de vijf niet kan lezen en dat een op de twee dringend aan remediering toe is de onthaalcyclus van het vbso moet de leesvaardigheid van die achter gebleven leerlingen bijsturen en vervolmaken om ze later van het dac project alfabetisering weg te houden c het staat buiten kijf dat een goede technische leesvaardigheid een hoeksteen van het begrijpend lezen vormt naarmate leerlingen beter tech nisch lezen kunnen ze hun aandacht in grote mate richten op het begrijpen van zinnen en zinsverbanden technisch lezen maakt deel uit van het proces dat tot tekstbegrip voert in de amerikaanse literatuur is er bij herhaling op gewezen dat het leeson derwijs er niet in slaagt om het technisch lezen op een voldoende hoog peil van automatisering te brengen d w z dat het snel en probleemloos zonder haperingen verloopt een van de oorzaken van het achterblijven van de technische leesvaar digheid kan in de praktijk van de leesbeurten met hardop lezen gelegen zijn het leerresultaat bestaat hier in het begrijpen wat er staat door middel van verklankingen d er wordt nog altijd veel gelezen nico scheepmaker berekende dat de t v fan die naar een buitenlandse serie kijkt en op de voettitels aangewezen is op 25 min ongeveer 1 575 woorden leest wie verscheidene feuilletons per avond bekijkt verwerkt per jaar aan voettitels alleen het equivalent van zo n 50 pockets en dan is er nog het lezen van reclameboodschappen ge bruiksaanwijzingen bankalgoritmen bijsluiters wegwijzers spoortabellen warenhuisaanbiedingen enz vandaag de dag moeten we beter kunnen lezen dan vroeger omdat we meer aan manipulatie blootstaan denk maar aan de kleine lettertjes van allerhande documenten en formulieren het is evident dat een goede lees vaardigheid weerbaar maakt in onze huidige formulierenmaatschappij er zijn niet alleen nog ontstellend grote aantallen functionele analfabeten er zijn ook duizenden mensen die wel technisch kunnen lezen maar niet tot behoorlijk tekstbegrip komen e leesproblemen veroorzaken leerproblemen technisch correct lezen is de basis voor de assimilatie van andere vakinhouden meer zelfs het is de voorwaarde om voor de zaakvakken goed te presteren 273 f lezen en denken zijn nauw met mekaar verweven er is een hoge correlatie tussen slechte leerprestaties en een zwak functioneel geheugen bij drie en meerklankwoorden lettergrepige woorden spelen geheugenproblemen een rol de eerste gesproken klanken moeten in het geheugen opgeslagen worden en niet elke lezer doet dat spontaan g een nieuwe aanpak dringt zich op als een aantal leerlingen niet in staat is om een eenvoudige tekst correct te lezen dringt een remedierende aanpak zich op het verloop van de klassikale leesles waarin het meelezen met de individuele leesbeurt van een ander voorop staat is een leeractiviteit waar van we niet veel rendement mogen verwachten de grote individuele tempo en niveauverschillen dwingen de leerkracht om gedifferentieerde leesstof te kiezen je kunt niet meer volstaan met klassi kaal doorlezen de leerkracht moet de leerstof selecteren mom te individua liseren in overeenstemming met de leesvaardigheidsniveaus en de verstan delijke mogelijkheden de inhoud moet de leerlingen aanspreken daarom ook is leesstof voor de basisschool geen leesstof voors de be psschool h om aan het leesonderwijs verbeteringen aan te brengen is het nodig eerst een scherpe diagnose te stellen daarvoor beschikken we wel over een aantal objectieve controlemiddelen leestoetsen en of leestests 1 maar de validiteit de normering en de betrouwbaarheid verwijzen naar de populatie van het basisonderwijs vandaar de poging van drie leraren 2 om het leesvaardigheldsniveau bij bso leerlingen nauwkeuriger vast te stellen onderwijs waar geen diagnose aan voorafgaat of dat zonder planning verloopt kan niet efficient zijn alleen nog maar bij toeval is het effectief voor bso leerlingen kan het zelfs schadelijk zijn opdat het leesproject zou slagen zijn vier stappen fundamenteel 1 de individuele beginsituatie bepalen d i het leesniveau per leerling 2 gedifferentieerde leesstof per leesniveau uitwerken voor het bso 3 een gedifferentieerde aanpak van de leesles 4 de leesvorderingen met aangepaste leestoetsen geregeld peilen en bijsturen concrete vaststellingen inzake de lees beginsituatie de moeilijk lezenden kunnen het leesmateriaal geschreven voor hun leeftijd niet aan 274 a foutieve leesgewoonten bemoeilijken het lezen elk geschreven woord met de vinger aanwijzen articuleren bij het lezen ook liplezen treuzelen bij het lezen de oorzaken zijn van velerlei aard meestal werd de achterstand in de ba sisschool opgelopen die kloof wordt alsmaargroter als we niet remedierend optreden b veel voorkomende uitingsverschijnselen van zo n leesachterstand zijn hortend en stotend lezen voortdurend herpakken onnauwkeurigheid door toevoegen van letters of woorden verkeerd beklemtonen van woorden b v bedelen bedelen spellend lezen een ander woord lezen dan er staat maar dat toch in de context past b v politieagent politieman c het zwakke leestechnische niveau kan een zodanige struikelblokvormen dat veel van het gelezene niet begrepen wordt een afkeer voor het lezen ontstaat andere vakinhouden niet geassimileerd kunnen worden d voorwaarden om deze leerlingen te helpen inzicht krijgen in de aard van de leesmoeilijkheden van elke leerling afzonderlijk leesmateriaal uitkiezen dat technisch aangepast is en tevens in hun belangstellingssfeer ligt de teksten of boeken die deze leerlingen wel aankunnen met eenvoudige leestechnische moeilijkheidsgraad vinden ze te kinderachtig zo sluit b v de inhoud niet meer aan bij hun leefwereld ook de lay out van zulke boeken is niet erg aantrekkelijk daarentegen zijn de boeken die wel in hun interes sesfeer liggen vaak leestechnisch te moeilijk e waarschuwing bij thematisch en projectmatig werken bestaat het gevaar dat veel teksten zomaar worden gekopieerd uit tijdschriften jeugdbladen kranten enz ofschoon een kopie de echtheid waarborgt rijzen een aantal ernstige bezwaren in veel gevallen zijn die teksten niet taalzuiver typografisch zijn ze niet aangepast teksten in kolommen lezen is moeilijker het lettertype is vaak te klein leestechnisch vallen ze veel te moeilijk uit moeilijke en meer lettergrep ige woorden langere zinnen daarom verdient het aanbeveling om die teksten te herschrijven op een een voudig leespeil 275 leesbaarheid van teksten leesplezier kunnen we stimuleren door teksten voor te leggen die met de leesvaardigheid en de belangstelling van de leerlingen rekening houden de leesvaardigheid wordt echter in grote mate bepaald door de leesbaarheid of de moeilijkheidsgraad van een tekst naar inhoud en vorm maar het is niet zo makkelijk greep te krijgen op de diverse variabelen die de leesbaarheid van een tekst bepalen dr m j c mommers is de mening toegedaan dat naar een combinatie van leesbaarheidsformules en leesbaarheidsprofielen gezocht moet worden a kwantitatieve variabelen voor leesbaarheldsformules 1 de gemiddelde zinslengte 2 de gemiddelde woordlengte aantal lettergrepen 3 het gemiddelde aantal zinnen per 100 woorden 4 het percentage eenlettergrepige woorden 5 het percentage drie of meerlettergrepige woorden 6 het percentage laag frequente woorden 7 het percentage woorden van meer dan 6 letters 8 het percentage hoog frequente woorden 9 het aantal herhaalde woorden die ze op zicht herkennen 10 het aantal vreemde woorden en vreemde eigennamen bij die kwantitatieve benadering maken ze ook een onderscheid tussen verhalende en zakelijke of instrumentele teksten b kwalitatieve bategorieen en leesbaarheldsprofiel 1 de inhoud begrippen abstractiegraad aard van de voorbeelden een be roep op feitenkennis illustraties en tabellen weergave van de hoofd zaken voorkennis en belangstelling 2 typografische aspecten grootte en aard van het lettertype regellengte interlinie lay out 3 structuur van de tekst indeling in hoofdstukken en paragrafen samenvat tende alinea s overzichtelijke inhoudsopgave 4 de stijl levendig en direct complexiteit van de zinsbouw en de woord volgorde moeilijkheid van de woordenschat minder gebruikelijke zegs wijzen en uitdrukkingen compactheid van de tekst tekstsoort context 5 de doelgroep welke achtergrondkennis leeftijdsgroep en interesse 6 pedagogisch didactische gezichtspunten overzichten opdrachten voet noten verwijzingen instructies teksten op maat selecteren en of leesbaar maken de leesmotivatie verhogen en ervoor zorgen dat de teksten met de lees bekwaamheid van de leerlingen overeenstemmen zijn de grondvoorwaarden 276 voor een beter leesresultaat enkele vuistregels voor het uitzoeken van teksten of het makkelijker leesbaar maken van teksten a met betrekking tot de belangstelling 1 verhalen liggen altijd meer in de belangstellingssfeer 2 in feuilletonstijl dienen de hoofdstukken spannend te eindigen die hoofdstukken houden we kort misschien lezen bepaalde leerlingen voor het eerst een hoofdstuk in een keer uit dat is een hele ervaring zo van al een heel hoofdstuk gelezen dat werkt enorm motiverend 3 we laten overdadige beschrijvingen weg moeilijk lezenden raken vlug de verhaaldraad kwijt spanning en actie doen het altijd 4 dialogen kunnen we zeker behouden meestal korte zinnen spreektaal directe rede b met betrekking tot de leesbaarheid 5 leesindex a verder l 1 a zie bijlage 1 ofschoon de meeste handboeken daargeen rekening mee houden hielden stellen we dat niveau 9 al vrij be hoorlijk is ondergrens l i a 74 zinslengte gemiddeld 12 woorden zinnen van 20 woorden en meer knippen we woordlengte 140 lettergrepen per 100 woorden is eveneens een maxi mum veel meerlettergrepige woorden schilderachtige kronkelpaad jes remmen het verruimen van de leesboog en werken de regressie in de hand 6 ook de woordvolgorde speelt mee b v moeder moest daareersteven over denken 7 de zinsbouw en de context steunen het denken b v de bus kwam net iets te heat bij de halte die orde bevordert het tekstbegrip moeilijker wordt het als volgt net iets te laat kwam de bus bij de halte 8 ook de woordkeus is erg belangrijk veel vreemde en moeilijke woorden werken remmend c met betrekking tot de uiterlijke verzorging 9 we opteren voor een redelijk g ro ot duidelijk en onversierd lettertype zie voorbeeld hieronder 10 helder wit papier en zwarte letters doen het opperbest 11 de regelbreedte houden we tussen 10 en 12 cm hoe meer de zinnen overlopen hoe moeilijker het wordt 12 voldoende onderlinge regelafstand vermijdt het nadelige bijwijzen met de vinger 13 teksten in kolommen zoals in kranten of jeugdbladen lezen erg moeilijk 14 de tekst is onderverdeeld in blokken die inhoudelijk bij elkaar horen 15 de illustraties zijn niet kinderachtig we gebruiken foto s goede penteke ningen een cartoon 277 een voorbeeld hoe bewerken we een fragment uit een jeugdboek tot een makkelijk leesbare tekst een fragment uit r swartenbroeckx dit moet ik je vertellen standaard uitgeverij we stellen drie versies van hetzelfde fragment voor in de marge is het aantal woorden per zin opgegeven tekst 1 het betreft een kopie uit het jeugdboek eerst berekenen we de l i a en bepalen we het leesniveau zie ingevulde tabel het resultaat is leesniveau 9 dus een leestekst bestemd voorgrefencelezers merk op er komen enkele vrij lange zinnen in voor met respecttevetijk33 25 23 en 17 woorden tekst 2 voor een eerste bewerking en vereenvoudiging houden we ons aan de volgende regels te lange zinnen splitsen we in 2 of 3 kortere we vervangen enkele meerlettergrepige woorden b v demonstratief sur veillant opschepperij onhandelbaar geschiedenisles klasseprimus enz zo verkrijgen we een tekst op leesniveau 7 tekst 3 nu werken we systematisch alle lange zinnen en zoveel mogelijk drie of vierlettergrepige woorden weg ook zetten we alle zinnen onder mekaar het is duidelijk dat zo n tekst op leesniveau 5 heel wat taalarmee wordt we zijn voorstander van bewerkingen van teksten en boeken maar dan alleen voor die leerlingen voor wie het echt nodig is 278 tekst 1 lees niveau 9 5 ik keek op naar benny wat die allemaal durfde i roken was i i op onze school verboden voor jongens van de lagere maar 33 benny stak achter de toiletten rustig een sigaret op hield ze in zijn halfgesloten vuist wandelde rustig naast de sur veillant door en blies achter diens rug de rook demonstra tief de lucht in s maandags moesten we onze rapportkaart ondertekend mee terug naar school brengen het gebeurde dikwijls dat benny langs zijn neus weg zei verdomme ik heb mijn rapport nog niet getekend heeft iemand een balpen en midden in een kringetje verbaasde jongens tekende hij zelf zijn rapport si ja die benny durfde in de klas zei hij eens tegen een leraar 9 huiswerk niet gemaakt i geen zin 1 toen de leraar het eens al te bar vond en dreigend op hem 47 toe kwam zei benny ii je mag niet slaan i weet je dat 3 het was muisstil in de klas en de kleintjes keken zo bang 13 en zo witjes alsof ze het in hun broek gedaan hadden soms vertelde benny met het gewoonste gezicht van de 17 wereld dat hij naar een bal was geweest lekker gedanst man d ik vroeg mij af of het opschepperij was 7 op zekere dag was hij erg onhandelbaar hij had zijn boeken 43 tas dus ook zijn huiswerk niet mee naar school gebracht hij viel zogezegd in slaap tijdens de geschiedenisles op a de speelplaats liet hij de fietsband van onze klasseprimus is leeglopen en trapte hij elke bal die in zijn buurt kwam de verkeerde richting uit 279 tekst 1 berekening l i a aantal aantal aantal lettergrepen zinnen woorden 1 2 3 4 5 6 7 1 5 it 4 i 2 z 3 6 2 4 33 t2 5 4 2 r 5 4 5 1 6 40 7 2 1 i 7 8 12 z 8 f i 9 12 6 a 33 r i i 10 lt 2 2 11 z 9 12 0 1 i l y x na 13 2 1 i f 14 15 2 47 n 44 3 16 4 17 3 18 23 46 7 s 19 2 44 li t 20 3 i 2 21 8 7 0 0 22 7 15 0 1 23 43 140 z i 24 8 5 i i 0 25 25 6 6 z 1 2 4 116 t 54 xi 6 1 x4 x2 x3 x4 x5 162 1 408 163 4 11 5 362 aantal zinnen 2s zl z34 9 76 aantal woorden 244 aantal lettergrepen 362 wl 362 x 100 i 8 3 g 2 414 2 3 wl 98 g0 1 05 98 90 leesniveau l i a i 745 1 280 tekst 2 lees niveau 7 s ik keek op naar benny wat die allemaal durfde 6 roken was op onze school verboden maar benny stak 1d achter de toiletten rustig een sigaret op hij hield 43 die in zijn vuist en stapte zo achter de leraar door ez hij blies zelfs achter diens rug de rook zomaar de lucht in op maandag moesten we ons rapport ondertekend mee 40 terug naar school brengen het gebeurde vaak dat benny langs zijn neus weg zei s verdomme ik heb mijn rapport nog niet getekend j heeft iemand een balpen 11 en midden in een kringetje verbaasde jongens tekende hij het zelf ja die benny durfde in de klas zei hij eens tegen een leraar huiswerk niet gemaakt geen zin eens vond de leraar het al te bar hij kwam dreigend op benny toe die zei je mag niet slaan weet je dat het was muisstil in de klas de kleintjes keken echt bang en witjes soms vertelde benny met het gewoonste gezicht van de wereld dat hij naar een bal was geweest lekker gedanst man 8 ik vroeg me af of het waar was op zekere dag werd het nog erger y hij had zijn boekentas en dus ook zijn huiswerk niet mee naar school gebracht s tijdens de les viel hij zogezegd in slaap op de speelplaats liet hij wim z n fietsband 9 43 leeglopen elke bal die in de buurt kwam trapte hij de verkeerde richting uit berekening l i a en bepaling van het leesniveau aantal zinnen 30 zl 228 30 7 6 aantal woorden 228 w1 316 228 x 100 138 59 aantal lettergrepen 316 2 3 wl 92 39 l i a 195 92 39 15 2 87 41 leesniveau 07 281 tekst 3 lees niveau 5 ik keek op naar benny wat die allemaal durfde roken was op onze school verboden toch stak hij af en toe een sigaret op hij hield die in zijn vuist zo stapte hij achter de leraar door hij blies de rook zomaar de lucht in op maandag brachten we ons rapport mee vaak zei benny langs zijn neus weg verdom ik heb het nog niet ondertekend wie heeft een bal pen en midden tn de icrt rag tekende hij het zelf ja die benny durfde in de klas zei hij eens tegen de leraar huiswerk niet gemaakt geen zin de leraar vond het al te bar hij kwam dreigend op benny toe benny zei je mag niet slaan weet je dat het was muisstil in de klas de kleintjes keken bang en witjes net of ze in hun broek gedaan hadden soms vertelde benny dat hij naar een bal geweest was lekker gedanst man ik vroeg me af of het waar was op zekere dag werd het nog erger hij had zijn schooltas en zijn huiswerk niet mee tijdens de les viel hij in slaap op de speelplaats liet hij de fietsband van wim leeglopen hij trapte elke bal die in zijn buurt kwam weg 282 aangepaste meetinstrumenten om de beginleessituatie en de leesvorderingen van bso leerlingen vast te stellen sinds enkele jaren hebben we bij beroepsschoolleerlingen leesonderzoek ver richt zie boven daartoe gebruikten we de leestests die niet op de bso populatie genormeerd zijn de normering geldt alleen maar voor het basison derwijs om het leesvaardigheidsniveau bij bso leerlingen valide en betrouwbaar vast te stellen hebben we specifieke bso leestestsgeconstrueerd nl een progres sieve leestoets plt om snel de technische leesvaardigheid te bepalen en niveauleestoetsen nlt om de leerlingen in vorderingsgroepen in te delen met het oog op remediering voor de individuele bijsturing hebben we een aantal teksten uit de jeugdlitera tuur opnieuw geschreven op de verschillende leesniveaus 3 1 plt progressieve leestoets a doel de plt bepaalt snel de beginsituatie van de technische leesvaardigheid bij leerlingen van het eerste leerjaar b het beroepsvoorbereidende jaar bvj het eerste en tweede jaar beroepssecundair onderwijs bepaalde types van buitengewoon secundair onderwijs kortom alle leerlingen van 12 tot 14 jaar met technische leesproblemen b opzet met de plt willen we een leestoets brengen die voldoende informatie geeft om met gedifferentieerd leesonderwijs te kunnen sta rt en welke leerlingen lezen vrij goed vrij zwak in welke vorderingsgroepen delen we de leerlingen voorlopig in met welke niveauleestoets nlt starten we bij grondiger leesonderzoek c aard voor de plt opteren we voor een doorlopende tekst die progressief moeilijker wordt elk van de vijf delen in de tekst beantwoordt aan een bepaalde lees technische moeilijkheidsgraad die werd met de l i a van brouwer berekend en correspondeert telkens met een leesniveau zie scoringsformulier plt deel 1 vanaf ik lag al een tijdje leesniveau 5 deel 2 vanaf ik snapte niet leesniveau 6 deel3 vanaf maar vader was leesniveau 7 deel 4 vanaf de brandslangen lagen leesniveau 8 deel 5 vanaf uren lang hebben ze leesniveau 9 283 scoringsformulier plt progressieve leestoets de rode haan kraait aantal woorden op einde regel 7 ik lag al een tijdje in bed het moest al over tienen zijn 13 door die warmte kon ik niet in slaap komen 22 het raam van mijn kamer stond nog open 30 zo kwam die scherpe geur naar binnen 37 ik snapte niet waar die vandaan kwam 44 was er soms brand in de buurt 51 vliegensvlug wipte ik mijn bed uit 57 toen sloeg een helse knal enkele ruiten aan diggelen 66 ik liep de trap af om mijn ouders te waarschuwen 76 maar vader was het huis al uit 63 het warenhuis staat in brand zei moeder nog c1 daar hoorden we een sirene in de verte even later 101 volgden er nog meer 105 de spuitgasten sprongen al uit de eerste wagen nog 114 voor die stopte 117 de brandslangen lagen al gauw op de grond met z n vieren 128 trokken ze het gebouw binnen ze sleepten nog vlug een rode 139 sportwagen naar buiten met veel moeite redden ze nog andere 149 goederen uit de brand toen konden ze echt niet meer in die 161 vlammenzee 162 uren lang hebben ze het vuur bespoten maar ze konden dat 173 niet meer overmeesteren het hele gebouw ging dan ook in 183 vlammen op pas tegen de ochtend was het vuur gedoofd de 194 spuitgasten mochten eindelijk weer naar huis gaan een man 203 bleef ter plekke om alles te bewaken 210 naam datum geboortedatum klas aantal gelezen woorden observaties aantal fouten illispellend lezen ilibijwijzen met vinger aantal correct gelezen woorden 011hortend en stotend lezen percentiel al woorden lettergrepen of letters i weglaten niveau geen rekening houden met leestekens illweinig leesbegrip opmerkingen ilislechte slordige uitspraak iliverkeerde houding 284 2 nlt niveauleestoets a doel de nlt reeks bepaalt heel nauwkeurig de technische leesvaardigheid bij alle leerlingen van 12 tot 14 jaar met technische leesproblemen ze beoogt de indeling van de leerlingen in vorderingsgroepen in functie van de remediering b aard voor de nlt reeks opteerden we voor twee keer vijf doorlopende teksten die progressief moeilijker worden zie voorbeeld in bijlage 2 elk van deze teksten beantwoordt aan een bepaalde leestechnische moeilijkheidsgraad die werd met de leesindex a van brouwer berekend en correspondeert telkens met een leesniveau in de ntl reeks werkten we de toetsen zo uit dat niet alleen de l i a gemiddelde woord en zinslengte maar ook de constante progressieve tekstlengte d i het toenemend totaal aantal woorden de moeilijkheidsgraad bepalen hoe hoger het leesniveau hoe langerde tekst die de leerlingen binnen dezelfde toegemeten tijd dienen te lezen voor elk van de vijf leesniveaus zijn a en b toetskaarten voorzien de b kaart is gelijkwaardig aan a en is bedoeld als paralleltoets om na te gaan of de leerling na de remedieringsperiode vorderingen maakte de gedifferentieerde aanpak van de leesles er zijn verschillende organisatie en werkvormen denkbaar die differentiering mogelijk maken de keuze van de werkvorm hangt af van het leespeil de groepsgrootte het klaslokaal en de persoonlijkheid van de leerkracht we nemen als voorbeeld een 1b klas met 15 leerlingen 4 a bij de bepaling van het leesnlveau bereikten we de volgende resultaten niveau 5 3 leerlingen niveau 5 0 1 leerling niveau 5 1 leerling oefenen dezelfde leerstof niveau 6 niveau 6 0 1 leerling oefenen dezelfde leerstof niveau 6 niveau 7 0 2 leerlingen niveau 8 0 2 leerlingen niveau 9 0 3 leerlingen niveau 91 2 leerlingen b enkele vaststellingen het bereikte leespeil binnen die klas is erg verschillend dit profiel is typisch voor een 1b klas vier leerlingen niveau 5 en 5 0 zijn dringend aan een remedierende aanpak toe 285 vijf leerlingen niveau 9 0 en 91 lezen al vrij behoorlijk de andere zes leerlingen zullen zeker voordeel halen uit een systematische lessenreeks technisch voortgezet onderwijs c mogelijke organisatlevormen organisatievorm 1 lezen in vorderingsgroepen niveaugroepen organisatievorm 2 de klassikale leesles met partnerlezen organisatievorm 3 de klassikale leesles met gedifferentieerde aanpak organisatievorm 4 combinatie begrijpend lezen hardop lezen voorbeeld van organisatievorm 1 lezen in vorderingsgroepen samenstelling van de vorderingsgroepen i v m klassevoorbeeld boven op grond van de niveauleestoetsen stellen we een aantal niveaugroepen samen principes bij elke groep van ten hoogste drie lezers zetten we een knappere lezer die treedt op als groepsleider we houden ons voornamelijk aan de doelstelling correct lezen de leerlingen krijgen leesstof op hun niveau ook hier zorgen we voor afwisseling de leesleiders veranderen geregeld van groep i ii 5 5 5 0 5 5 91 6 0 9 leesstof vanaf niveau 5 leessi vanaf niveau 6 iii iv 7 0 7 0 9 0 s 9 0 8 0 8 0 9 0 leesstof vanaf niveau 7 leesstof vanaf niveau 8 opmerkingen hoe kleiner de klasgroep hoe moeilijker de indeling in heterogene gelijkwaardige leesgroepen ook in ons voorbeeld zijn de groepen niet ideaal gekozen groep i drie evenwaardige lezers een leesleider groep ii de leerling die niveau 5 haalt leest dezelfde stof als die van niveau 6 0 286 de leerling die niveau 5 0 haalt zou eigenlijk nog op niveau 5 moeten oefenen als de problemen echt te groot blijken kan die naderhand bij groep i ingeschakeld worden groep ill de leerlingen op niveau 8 0 kunnen om de beurt als leesleider fungeren groep iv die leerlingen dienen eigenlijk leesstof op niveau 9 te krijgen met teksten van niveau 8 zullen ze weinig moeite ondervinden ze kunnen dan ook de opdrachten zelfstandig afwerken ook die leerlingen traden naderhand als leider bij groep i op jackie bourlez strandlaan 77 8460 koksijde 058 5133 59 eddy gilte burggraaf de neulontlaan 21 8200 brugge 050 3814 81 eric meurisse p a universitaire campus 8500 kortrijk 056 2179 31 noten 1 de een minuut test van brus voeten de leesniveautoetsen met avi normering de differen tiele zinnenleestest van drs i dommerholt 2 de plt nlt reeks van j bourlez e gilte e meurisse zie verder in deze bijdrage 3 lees v uur 1 en 2 kapellen de nederlandsche boekhandevuitgeverij pelckmans naargelang van het behaalde leesniveau krijgen de leerlingen aangepaste oefenstof te ver werken alle teksten van de leesboeken zijn fragmenten uit de jeugdliteratuur die op een bepaald lees niveau opnieuw geschreven zijn bijvoorbeeld een leerling die leesniveau 6 haalt leest vrij makkelijk de teksten op niveau 5 maar heeft met de leesstof op niveau 9 erg veel moeite verdelling aantal teksten in aantal teksten in lees v uur 1 lees v uur 2 leesniveau 5 7 5 leesniveau 6 6 5 leesniveau 7 5 5 leesniveau 8 4 5 leesniveau 9 3 5 kansen tot differentiering en individualisering lezen in vorderingsgroepen niveaugroepen met de bedoeling het technisch lezen o m correct hardop lezen te bevorderen bij elke tekst zijn opdrachten voorzien a b c reeks a bevat altijd de makkelijke opdrachten reeks b wordt moeilijker reeks c beschouwen we als extra leerstof voor vluggere leerlingen 4 voor meer praktijkvoorbeelden verwijzen we naar de handleiding bij lees v uur 1 en 2 bibliografie ade j uytterhoeven a walterus a een op vijf die keure brugge 1980 boonstra drs h h het didactisch lees spelling onde rzoek pedireeks uitgeverij bekadidact baarn bourlez j meurisse e taalstap handleiding la b uitgeve rij de nederlandsche boekhandel kapellen 1983 287 bourlez j meurisse e taalstap handleiding 2a b uitgeverij de nederlandsche boekhandel kapellen 1983 brus b th voeten m j m een minuut test berkhout nijmegen 1979 buyle i gedifferentieerde leesvormen de sikkel 1971 grijns j cor ria leeman niveaulezen van in lier daas h aanvankelijk lezen en zuiver schrijven stenvert niveaus stenvert zoon apeldoorn dehaspe g de wit v leesmoeilijkheden de sikkel 1977 de jonghe c j van dijk j g j moderne leesvormen malmberg den bosch 1977 dekkers p werkplan taal 1 voortgezet lezen malmberg den bosch 1979 devos l tanghe m orthodidactiek de sikkel antwerpen dommerholt drs i differentiele zinnenleestest uitgegeven door het nederlands instituut voor praeventieve geneeskunde tno wolters noordhoff groningen dumont j j curriculum schoolrijpheid malmberg den bosch dumont j j leerstoornissen 3delen lemniscaat rotterdam kephart n c hekkesluiters 3 delen lemniscaat ro tterdam m n o n c brochure van de negenentwintigste pedagogische week 1975 diagnose en remediering van kennen kunnen zijn mommers fr drs m c naar een meer objectieve benadering van leerprestaties uitgeverij zwijsen tilburg nijmeegse werkgroep taaldidactiek taaldidactiek aan de basis wolters noordhoff groningen 1978 technisch lezen band 1 auditieve analyse lnfoboek meerhout van den berg r m te lintelo h g individualisering van het leesonderwijs a v i deel 2 en a v i map k p c s hertogenbosch 1977 van der geest a e a plezier in boeken malmberg den bosch van der geest a e a taalactiveringsprogramma malmberg den bosch van der ley a kijk en luistermethode gorkum de ruiter 1982 van lierop a structuuroefeningen van het lees en taalonderwijs bosch en keuning baarn vermeulen a e a leestoetsen met vorderingsstaat de sikkel naar een didacti sch verantwoorde aanpak van het technisch lezen 2 bundels provinciale stuurgroep voor taakleraars limburg informatieblad van het gemeentelijke en provinciaal onderwijs janua ri 81 8ste jg nr 3 blz 123 e v spats v b s b 3de jg nr 1 en nr 3 informatieblad van het ministerie van onderwijs oktober 1985 jg xx nr 10 blz 25 33 bijlage 1 de leesindex van brouwer op grond van analyse van alle soorten van teksten kwam brouwer tot de volgende formule leesindex a 195 2 3 gemiddelde woordlengte 2 x gemiddelde zinslengte werkwijze 1 bepaal eerst de gemiddelde zinslengte zl 2 bereken vervolgens de gemiddelde woordlengte wl 3 bereken de leesindex a l i a 4 leid het verfijnd leesniveau af 288 in de tabel hierna lezen we de betekenis van de leesindex a af indeling van de verschillende lectuurgenres op basis van zinslengte woordlengte en hun onderlinge betrekking cate leesmoeilijkheid lectuurgenre gorie i indexcijfer a omschrijving i 80 100 erg gemakkelijk kinderlectuur tot leesstof en met 12 jaar voor ii 70 85 makkelijk kinderlectuur vanaf v bso 13 jaar specifieke ve rf ijning jeugdlectuur de in 9 lees tectives en cowboys niveaus iii 50 75 standaard dames en streek romans iv 30 55 tamelijk reisverhalen en moeilijk historische romans v 20 40 moeilijk populair weten schappelijke lectuur vi 0 25 bijzonder wetenschappelijke moeilijk lectuur daaruit leiden we af dat teksten met een hoog indexcijfer a makkelijker zijn dan die met een lager cijfer vandaar dat we de leesstof kiezen binnen categorie i en ii omschreven als makkelijk en erg gemakkelijk een fijnere indeling maakt het mogelijk de leesbaarheid in 9 niveaus onder te verdelen elk niveau beantwoordt aan een bepaalde leesindex a niveau 1 en niveau 2 hebben als l i a 110 en hoger niveau 3 en niveau 4 hebben als l i a 110 109 niveau 5 hee ft als l i a 94 99 niveau 6 hee ft als l i a 89 93 leesstof niveau 7 heeft als l i a 84 88 voor niveau 8 hee ft als l i a 79 83 v bso niveau 9 hee ft als l i a 74 78 hier nemen we dezelfde normering in acht zoals in de a v i toetsen analyse van individualis eringsvormen individualisering van het leesonderwijs k p c s hertogenbosch 1977 in vonk 1988 2 hebben we gewezen op de tekortkomingen en beperkingen van de a v i toetsen en de leesindex a 289 bijlage 2 leeskaart nl t niveauleestoets 5a een nieuwe trui wim heeft al een blauwe broek daar wil hij een nieuwe trui bij ook een blauwe precies de kleur die hij in zijn hoofd heeft met moeder trekt hij de stad in ze weet wel waar ze truien verkopen maar ze begrijpt niet goed wat hij hebben wil bij elke blauwe trui die ze ziet zegt ze dat is een mooie maar wim zegt telkens die wil ik niet moeder wordt er gek van we zijn al in vijf winkels geweest moppert ze je bent nog erger als een meisje wim wil het niet opgeven moeder kent nog een winkel die ligt een eind verder op de hoek van de straat daar hebben ze er nog twee een mooie en een lelijke de mooie is erg duur moeder wil de andere die kan ze betalen wim probeert het nogmaals ik pas de rest wel bij uit mijn spaarpot alsjeblieft mama nu heeft ze er genoeg van dat kost je dan duizend frank zakgeld jongeman berekening l i a en bepaling van het leesniveau aantal zinnen 24 aantal woorden 164 aantal lettergrepen 210 zl 164 24 6 83 wl 210 164 x 100 128 04 213 wl 85 36 l i a 195 85 36 13 66 95 98 leesniveau 5 290