Documenten
3 voorwaarden voor een leerrijk taalbeschouwingsonderwijs marc stevens er wordt de laatste paar maanden weer behoorlijk veel gepraat en gediscussieerd over taalbeschouwing heel wat leerkrachten uit vooral het lager onderwijs zie ik met de handen in het haar zitten er wordt zoveel misbaar gemaakt over dit voor het vlaamse onderwijs schijnbaar nieuwe fenomeen dat een mens zich wel moet beginnen afvragen of het hier over een bijzonder moeilijke en complexe discipline gaat laat dat maar even mijn uitgangspunt zijn de vraag of taalbeschouwing in feite moeilijk is die vraag wil ik allereerst genuanceerd beantwoorden ee en dat is mijn impulsieve woordt ja dat denk ik wel en eet reactie taalbeschouwing is verder helemaal niet moeilijk mensen iemand bedacht ooit volgend versje doen immers heel spontaan en drink niet te veel vermouth als je ver frequent aan taalbeschouwing moedt datje nog ver moet zelfs op de gekste plekken en de deze vormen van humor drijven op heel raarste momenten van de dag veel taalbeschouwing jonge mensen doen het en oude mensen doen het en gezien die laatste categorie op moeder kondigt aan dat de babysit school vaak enkel woord en zinsontleding gearriveerd is de zoon van 7 vraagt kreeg is het wellicht zo dat mensen het moeder om de persoon maar weg te zichzelf of elkaar kunnen aanleren want de sturen gezien hij geen baby meer is dagdagelijkse reflectie van mensen op hun taalbeschouwing taal beperkt zich niet enkel tot het benoe men van woordsoorten en zinsdelen een leerling merkt op dat de leraar van vorig jaar dat verhaal ook al had verteld maar veel saaier taalbeschouwing bij wijze van aanloop sommige mensen doen het zelfs binnen daarvoor al dan niet speciaal opgerichte ver enigingen nog andere mensen kunnen het iemand schrij ft een brief naar een niet laten om door een speciale bril naar taal omroep om te protesteren tegen het te kijken en daar een boekje over te schrijven gebruik van dialect in een tv feuilleton dat levert wetenschap op of leuke vulgarise hij is bezig met taalbeschouwing rende lectuur van deze laatste soort boekjes worden er jaarlijks zelfs in ons kleine taal ik vraag mijn broer aan tafel of hij het gebiedje tientallen gepubliceerd zoutvat even kan aangeven hij ant voorbeelden jan feb 1999 nummer 3 28 jaargang i lxti i 3 woordenboeken over dialecten ton van der wouden verboden op het werk te komen klein woordenboek van vlaamse taal en andere eigenaardigheden enschede siwu 1998 over eufemismen hans rombouts mooipraat taal als camouflagemiddel bloemendaal aramith uitgevers 1989 over domeinen met een apart taalgebruik en aparte taalgewoontes zoals in het boekje wouter schoonman autotaal over geld sex macht en status bloemendaal aramith uitgevers 1992 allerlei woordenboekjes met aandacht voor een speciaal gebied bijvoorbeeld over eponiemen mensen houden er ook van om lijstjes aan te leggen ewoud sanders eponiemenwoordenboek nijgh van ditmar 1990 je ziet mensen zo vaak op zulke uiteenlo betere en duidelijkere keuzes te pende manieren reflecties maken over taal maken in het taalverkeer dat je er moet van uitgaan dat dit niet alleen weerbaarder te worden tegen allerlei makkelijk is maar ook iets heel normaals verbale invloeden eventueel ook het zoals autorijden fietsen drinken of ontmaskeren van manipulatieve taal tegenwoordig ook op reis gaan dat opzet handelingen ten van een speciale bril om naar taal te kij oog te krijgen voor de veelzijdigheid ken daar is niets aan dat kan iedereen van taal en taalmogelijkheden toch kijk zonder handen wil je dat realiseren dan volstaat het heel en toch als amateur mis je nog tal van taal toevallig reflecteren niet meer maar ook de beschouwelijke kansen wanneer taalbe traditionele schoolse disciplines leveren schouwing goed onderwezen wordt moet geen bijdrage om bovenstaande doelen te het jonge mensen in staat stellen om bereiken nee dan moet je besluiten dat het echt vat te krijgen op het voornaam hier niet over een simpele discipline gaat ste medium van communicatie en expressie want wie boven de werkelijk daarom zeg ik wanneer ik niet intuitief heid kan uitstijgen niet contemplatief reageer maar even stilsta bij deze proble maar wel metatalig krijgt overzicht matiek taalbeschouwing is best moeilijk over zijn onderwerp en dat leidt op zijn voor leerkrachten die daar in de klas op een beurt tot het verwerven van meer greep zinvolle manier mee willen bezig zijn en er op taal en realiteit geen specifieke opleiding in gehad hebben 28e jaargang nummer 3 jan feb 1999 en daardoor niet goed weten hoe ze nu ren om in de klas bezig te zijn met onder eens een totaal andere bril moeten opzetten werpen die met de realiteit weinig of niets te om samen met hun leerlingen naar taal te maken hebben maar hier zitten we met een kijken probleem onderzoek in de jaren 70 en 80 heeft namelijk uitgewezen dat het klassieke goed taalbeschouwingsonderwijs is dus ontleedonderwijs geen impact heeft op de niet vanzelfsprekend ik leg u in wat volgt taalvaardigheid van leerlingen meuffels nog wat genuanceerder uit waarom zo 1982 meuffels 1983 tordoir wesdorp kom ik meteen bij de kern van mijn betoog 1979 dat is ook wel logisch omdat leerlin leerrijke taalbeschouwing in de klas moet gen veel moeilijkere zinnen kunnen voort aan een aantal voorwaarden voldoen die brengen dan ze kunnen ontleden en omdat voorwaarden of eisen die het moeilijk bij het zeggen of schrijven van een tekst maken voor de leerkracht en gemakkelijk veel meer komt kijken dan het bouwen van voor de leerling wil ik in wat volgt even de een zin revue laten passeren om het voor u aan trekkelijk genoeg te houden wil ik mijn welnu dan is het duidelijk dat we in lessen standpunten stofferen met concrete voor waarin we met leerlingen reflecteren over beelden daarnaast wil ik een en ander op taal en taalgebruik veel nauwer moeten metaforische wijze toelichten het in de klas aansluiten bij het reele taalgebruik en ik reflecteren over taal vergelijk ik bijvoorbeeld bedoel hier niet mee dat de leerkracht dan graag met het reizen van mensen ook wel best zinnen uit opstelletjes haalt om te ont eens met het omgaan met vormen van leden nee voor mij betekent deze stelling moderne technologie of zelfs met het name dat we met teksten of in ieder geval nakaarten na een bewogen kaartspel met contextgebonden materiaal moeten bezig zijn en dat we veel meer moeten doen dan het reflecteren over woordcategorieen en de zinsstructuren gelukkig is dat tegen de voorwaarden voor woordig de gangbare visie bij mensen die leerrijk taalbeschouwings op dit vlak mee het beleid voeren graag geef ik enkele voorbeelden van wat ik onderwijs geschikt materiaal noem het betreft teksten voor taallessen in de lagere school en het voorwaarde 1 secundair onderwijs we moeten in de klas aan de slag gaan 1 materiaal waarin leerlingen door verge met echt levend en betekenisvol taalma lijking zenders van boodschappen op teriaal het spoor moeten komen de leer kracht gee ft drie berichten die in een de bedoeling van scholing is om de leerlin zelfde situatie door drie verschillende gen heel veel te leren over de wereld waarin personen werden uitgesproken het is ze opgroeien en later hun plan moeten leren aan de leerlingen om via vergelijking en trekken het gaat hier over een bijzonder het nauwgezet lezen of beluisteren van snelle hectische en veeleisende wereld het materiaal die zenders te benoemen bijgevolg kunnen we het ons niet permitte of te karakteriseren zie voorbeeld 1 jan feb 1999 nummer 3 28e jaargang voorbeeld 1 schrijf onder elk stukje welke persoon aan het woord is we drukken onze leerlingen op het hart steeds dubbel voorzichtig te zijn omdat hier in aarschot de meeste scholen op hetzelfde tijdstip beginnen als de onze is het op de wegen rond de scholen heel druk en een ogenblik onvoor zichtigheid is dan voldoende om een ongeval te veroorzaken ja ik reed wat hard maar hadden die voetgangers niet op het fietspad gestaan dan was er niets gebeurd ik dacht ik zal even op de rijweg rijden maar die auto kwam er juist aan met het gevolg dat ik niet meer kon stoppen en ertegen reed de vork van mijn fiets is verwrongen en het frame is gebroken op de gentlaan in aarschot kwam het gisteren in de ochtendspits tot een aan rijding tussen de fietser johan van de gaer uit zichem en de auto van p jans uit herselt de rechtervoorkant van de wagen werd fel beschadigd vrienden van de fietser brachten johan van de gaer voor verzorging naar het mariaziekenhuis in aarschot uit vanzelfsprekend 1 methode voor het secundair onderwijs deurre uitgeverij plantyn 1983 2 het bestuderen van taalhandelingen uiteraard bekijken de leerlingen door leerlingen zelf een input te laten mekaars reacties en worden de taal doen hoe reageren ze wanneer blijkt handelingen die ze moesten uitvoeren dat hun vakantiejob niet doorgaat met elkaar vergeleken twee reacties omdat de firma op de valreep opzegt van leerlingen vindt u in voorbeeld 2 28e jaargang nummer 3 jan feb 1999 voorbeeld 2 geachte firma gisteren ontving ik uw brief waarin u meedeelde dat de afgesproken vakantiejob die ik bij u zou uitvoeren niet kon doorgaan ik moet zeggen dat ik uw houding laag bij de grond vind het is nu haast juli wat betekent dat ik geen andere vakantiejob meer zal kun nen vinden nochtans had ik het geld meer dan nodig na overleg met de gerechtsadviseur van mijn ouders wil ik u dan ook aan uw gegeven woord houden wanneer u mij dit werk niet geeft zullen wij er alles aan doen om schadeloosstelling te krijgen voor deze onfaire praktijk wij verwachten uw antwoord binnen de drie dagen geachte firma gisteren ontving ik uw brief waarin u meedeelde dat de afgesproken vakantiejob die ik bij u zou uitvoeren niet kon doorgaan ik vond dit bericht bijzonder spijtig omdat ik erop rekende in juli wat geld te kunnen verdienen voor mijn reis naar afrika eigenlijk heb ik dit geld erg nodig omdat mijn ouders mij sinds kort financieel niet meer kunnen ondersteunen ik zou u dan ook willen vragen of het niet mogelijk is de beslissing te herzien of mij eventueel voor een kortere periode in dienst te nemen ik hoop zeer snel van u toch nog positief nieuws te mogen vernemen jan feb 1999 nummer 3 28e jaargang 3 krantenartikels waarvan de leerkracht gepresenteerd zodat de leerlingen door de titels heeft gesnoeid door telkens het materiaal worden uitgenodigd om te het noodzakelijke lijdende voorwerp reflecteren over de noodzaak van een lij weg te laten zie voorbeeld 3 in het arti dend voorwerp in de zin en raar maar kel wordt de informatie wel volledig waar de term hoeft niet eens te vallen voorbeeld 3 tankwagen verliest notarisvrouw tapte op e313 af van haar man voor de tweede keer in 24 uur heeft zich in het gezin van notaris d uit het west in de bondsrepubliek een verkeersonge vlaamse wevelgem ging het reeds val voorgedaan waarbij giftige stoffen geruime tijd niet meer zo goed zijn ontsnapt zijn in dat licht is het begrijpe echtgenote lucrese r was aan de weet lijk dat er even paniek uitbrak toen gekomen dat haar man een relatie had gisteren de rijkswacht werd opgeroepen met een andere vrouw omdat bij ons op de e313 een tankwa de echtgenote wou koste wat kost de gen een gevaarlijk goedje verloor naam van haar rivale kennen en daarom maakte zij gebruik van een klein afluis terapparaat dat installeerde ze in de telefoon van de spreekkamer van haar man op die manier tapte ze alle tele foongesprekken af helaas uit deze voorbeelden blijkt dat de leerkracht den of interessen bij leerlingen anno 1998 niet enkel gericht moet zoeken naar en wer en mogen niet georganiseerd worden vanuit ken met leerrijk en uitnodigend materiaal een soort van ritueel of dogma waar elke vanuit interessante mondelinge of schriftelij taalleerkracht aan deelneemt met jaarlijks ke situaties maar dat hij om voor meer dui dezelfde zinnen en dezelfde addertjes onder delijkheid te zorgen stukjes taal in gebruik het gras dus waar het goede creatieve ook naast elkaar kan plaatsen ter vergelij divergente taaldenken ophoudt te bestaan king of een stukje kan saboteren zodat de in zo n aanpak beginnen leerkrachten vol leerling op zoek wil gaan naar waar het gens mij meer op de karikaturen van vol schoentje knelt wassenen te lijken uit de boeken van roald dahl ze leven om kinderen te plagen en laat dit duidelijk zijn onze taalbeschou doen er alles aan om hen klein te krijgen wingslessen moeten ontstaan vanuit leerno ri 28e jaargang nummer 3 jan feb 1999 nee om de doelen van taalbeschouwings iets en het noteren van resultaten wellicht onderwijs te realiseren zie boven zullen we is van tijd tot tijd een kleine ontploffing niet de leerling van vandaag zo authentiek uit te sluiten het komt er dus simpelweg op mogelijk moeten confronteren met de taal aan om leerlingen hun interne grammatica wereld waarin hij lee ft en opgroeit dit bete en intuitief aanvoelen van alle aspecten van kent reflectie vanuit teksten en talige situ taal te leren expliciteren zo wordt de aties geen afgeroomde taal aanbieden afstand tussen het niveau waarop zij zich dus maar lekkere volle taal zo n beetje als talig bevinden en het niveau van de reflectie voedzame melk een baby wordt nooit niet te groot en zit de kans erin dat de groot op basis van dieetvoeding reflectie een positieve impact heeft op hun taalvaardigheid eerlijkheidshalve vermeld ik ook nog dat onderzoek bv ellis 1994 hee ft voorwaarde 2 uitgewezen dat de wisselwerking tussen expliciete en impliciete of praktische kennis de lessen taalbeschouwing moeten een niet erg groot is inductief karakter hebben ik wil dus echt afscheid nemen van een jonge mensen leren niet taalbeschouwen leerkracht die de regels en wetmatigheden voor het examen het gaat hem er dus niet al lang in zijn hoofd heeft zitten en die op om dat ze een paar liter gegevens per dag lichtjes paternalistische wijze opdringt aan slikken nee ze doen aan taalbeschouwing leerlingen hun op die manier niet meer leert onder meer om hun eigen taal aan een kri dan het nabootsen van zijn trucjes eerst de tisch oordeel te kunnen onderwerpen en op theorie en dan het toepassen is voor leren het juiste moment goede taalkeuzes te kun den niet zo n zuiver principe een leerkracht nen maken zoals mag het onderzoek uiteraard wel begelei den hij mag nee hij moet brillen aanreiken hoe spreek ik iemand aan sta ik om anders en beter te leren kijken hij mag dichtbij die persoon of moet ik eerder nee hij moet uitnodigingen aan het adres uitdrukking geven aan een wat grotere van leerlingen formuleren wat hij beter niet afstand wat is het effect van een aan doet is alles voorkauwen en voorzeggen spreking als beste dames en lieve opnieuw voorbeelden heren weet ik na het lezen van een tekst die 1 zogenaamde brieven van kinderen ik als reclameadvertentie kan benoe echte en onechte het samenstellen men voldoende over het product van het pakket is de belangrijkste taak van de leerkracht de leerlingen moe verder vind ik het zeer belangrijk dat ze op ten die bestuderen en vertellen welke een persoonlijke manier uitspraken leren brieven echt door kinderen zijn doen over hun taal willen we hen daarin geschreven ze kunnen niet anders vaardig maken dan moeten leerlingen van dan ook te kijken naar zinsbouw in het begin taal zelf kunnen onderzoeken woordkeuze en tekstopbouw enkele het moet er in de klas meer aan toegaan voorbeelden hiervan zijn de teksten zoals in een laboratorium met proefjes ver van voorbeeld 4 die we beide uit gelijkend onderzoek het uitproberen van reclameadvertenties haalden jan feb 1999 nummer 3 28e jaargang voorbeeld 4 vlt tx s jam ziatinver rin mz evdta caa mz 77toetv ry e avves e 714 et n altiteira ryiuijr t 14e nd vvsai tuvr cadecin d a jt luez4 1 14 at 2 2at e5zturza f w 124 28e jaargang nummer 3 jan feb 1999 w h s jan feb 1999 nummer 3 28e jaargang 2 video s met taalgedrag om te analyse ontwikkelen ze hun verstand want ze ren het vinden van expliciet eenvoudi moeten niet nabootsend denken maar ger materiaal is taak van de leerkracht ontwikkelend creatief divergent bijvoorbeeld een gesprek uit de zevende dag tussen een minister en enkele men sen die minder intellectualistisch praten voorwaarde 3 mag ik even vergelijken met op reis gaan een leerkracht die het hele landschap al er moet gradueel en van concreet naar voor de trip heeft uitgelegd zal maken dat abstract worden gewerkt leerlingen niet meer goed zullen kijken want er moet worden gewerkt op een niveau het resultaat staat toch al vast wie een dat leerlingen aankunnen nieuwe omgeving zelf mag ervaren en ook een keertje zelf contacten mag leggen zal het abstractievermogen van kinderen is niet het meeste aan zijn reis overhouden en er oneindig groot het denk en redeneerver bovendien ook uit leren om een volgende mogen van 10 a 1 2 jarigen is nog in volle keer alleen op stap te leren gaan een reislei ontwikkeling door een zin heen kijken en der moet een soort van go between zijn tus vlotjes allerlei delen en functies doorzien sen reiziger en de bezochte streek hij moet kunnen zij nog niet maar toch was dat mensen vooral ook leren reizen zoiets doe vroeger de verwachting van de leerkrachten je nu eenmaal niet vanuit je luie zetel of door in de lagere school gezien het bij de mees naar de vakantiedia s van je buren te kijken te kinderen niet lukte was een leerkracht al tevreden wanneer de kinderen een zin ont ides callebaut lerarenopleiding sint leedden door een heleboel trucjes in een andreas brugge stelt het zo bepaalde volgorde toe te passen van wer kelijk inzicht in hoe taal werkt was nooit wanneer je inductief werkt sprake en toch is dat me dunkt een kun je op allerlei dingen komen waar de belangrijke doelstelling die we met taalbe meeste schoolboeken nooit aan schouwing nastreven wanneer we de voor gedacht hebben gaande voorwaarden realiseren is de kans zie je dingen in hun normale frequentie klein dat we sneller zullen hollen dan wat m a w wat veel voorkomt krijgt ook de het verstand van de kinderen aankan passende aandacht schools deduc tief onderwijs heeft nogal de neiging verder moeten we er rekening mee houden veel aandacht te besteden aan weinig dat we in ons onderwijs cultureel en sociaal voorkomende uitzonderingen gezien met allesbehalve homogene groepen begrijpen de leerlingen de regels beter te maken hebben kinderen uit andere cultu aangezien ze de regelmaat zelf hebben ren of met een andere moedertaal het frans kunnen ontdekken en verwoorden wie bijvoorbeeld maken een les niet op dezelfde in het onderwijs zit staat weet overi manier mee als een nederlandstalig opge gens dat het verwoorden van kinderen voed kind waarvan de mama bankdirecteur is de hoeksteen is van alle leren en de papa vult u dit zelf maar even aan onthouden leerlingen beter wat ze leren leren ze werken met een methode die ik zou het zelfs durven omkeren volgens door wetenschappers gebruikt wordt mij kunnen kinderen quasi alle aspecten van 28e jaargang nummer 3 jan feb 1999 i y y 3 201 i f ya j a1 6 0 0c 1 0 s r f 11 d o i i r r j 9 30 r l 7 5491 7 7 j i 7 4 1 ii j 98212 14 l u s l t in 4557930 10 00 u1y11 1 j rzinia 60908 8 2 30s 1 e iw il1a 8559 107 7 n t 1 1 u r 0 30m tc0 rij at 0 l gi u r t 91 42381 7 i 1079 3 v k3i1 1 j 148800 fei jl e 50345 10 45 u y ji f i v j 6 9 c47 i f 91497944 i r 1 i i r f j u r p k a jr li oi rij 1 j r j i t4iiy j cc 283729 2p 7 co sit r u i f l 11 0 x2 r l t 1 e2 r 30 h11 x a w r i i 1 j f w i r j 3 9 7 9u3 c 00 tl u t 2 1i2i r 5 1 k i r ma de stukjes taalmateriaal waarmee het heer eens aan voorbij tja de bril thuis vergeten lijk werken is liggen voor het grijpen niet zeker of nooit geleerd om andere brillen op iedereen merkt ze op men loopt er wel te zetten y 28 jaargang nummer 3 jan feb 1999 bij wijze van besluit zij schieten vooruit en willen leren en vin den en willen andere brillen opzetten om te misschien klinken mijn eisen streng kijken en andere gebieden exploreren ze misschien vindt u dat ik te veel werk en willen verder en verder steeds hun grenzen inspanningen vraag van de leerkracht verleggend dat is de natuur van jonge misschien is dat wel zo maar het is volgens mensen de wereld ontdekken neemt u dat mij niet omwille van de eisen dat leerkrach van mij aan daarvoor zouden ze zelfs hun ten met de handen in het haar zitten wel speeltijd willen inruilen omdat ze niet weten van welk hout pijlen maken ik geloof daarom dat wij de leer wanneer we het taalonderwijs op die kracht niet alleen op reis mogen sturen met manier weer authentiek leerrijk kunnen zijn leerlingen noch in het lager noch in het maken dan krijgt de onderwijsmissie waar secundair onderwijs leerplan en school velen van ons mee bezig zijn opnieuw heel boekenmakers lectoren in hogescholen veel zin ik heb de indruk in ieder geval dat iedereen met goede ideeen en bedoelingen de nieuwe leerplannen en de schoolboeken moet helpen om het taallandschap in kaart die zich erop baseren heel wat nieuws en te brengen en de leerkracht suggesties aan goeds bieden en dat we daarom ook op de hand doen om hem met zijn leerlingen goede weg zijn boeiende reisjes te kunnen laten maken 2 een leerkracht die leerlingen op weg kan zetten lanceren zou ik bijna zeggen die marc stevens zal het helemaal niet moeilijk meer hebben constant jorislaan 11 om zijn lessen netjes rond te krijgen want 2100 deurne gemotiveerde leerlingen worden lichtvoetig mstevens uia ac be noten 1 deze tekst is een herwerkte versie van het referaat dat ik uitsprak op het 8e nederlands taalcongres georganiseerd door de van vereniging algemeen nederlands eind oktober 1998 2 collega ides callebaut en ikzelf hebben alvast de handschoen opgepakt bij uitge verij garant verschijnt van ons in de loop van het jaar een dubbele publicatie waarin taalbeschouwing het centrale gegeven is het eerste boek neemt de lezer mee op een taalbeschouwelijke reis in het tweede boek worden naast een werkplan heel veel concrete suggesties ontwikkeld om dit onderdeel op een boeiende manier in de klassen van de lagere school aan de man te brengen jan feb 1999 nummer 3 28e jaargang bibliografie ellis n c implicit and explicit learning of languages london academic press 1994 meuffels b grammatica onderwijs en taalvaardigheden i tijdschrift voor taalbeheersing 1982 4 p 345 364 meuffels b grammatica onderwijs en taalvaardigheden ii tijdschrift voor taalbeheersing 1983 5 p 19 39 tordoir a h wesdorp het grammatica onderwijs in nederland s gravenhage staatsuitgeverij 1979 svo reeks nr 17 t u s s e a d 0 0 r taalbeschouwing op woensdag 10 maa rt 1999 van 14 tot 17 uur organiseert het centrum voor didactiek van ufsia een nascholing rond taalbeschouwing met als doelgroep leraren van de derde graad basisonderwijs en de eerste graad secundair taalbeschouwing is zoals blijkt uit dit nummer van vonk een ruim begrip dat slaat op het nadenken over zowel taalgebruik als taalsysteem toch is het niet altijd duidelijk wat nu precies het onderwerp van taalbeschouwing kan zijn ook over de redenen om aan taalbeschouwing te doen valt heel wat te zeggen draagt taalbeschouwing bij tot het opbouwen van taalvaardigheid welke andere rol kan taalbeschouwingsonderwijs nog vervullen ten slotte de meest gestelde vraag hoe kunnen we met leerlingen aan taalbeschouwing doen al een hele tijd wordt in allerlei publicaties gepleit voor inducatief onderwijs dit is echter makkelijker gezegd dan gedaan de praktijk en met name de schoolboeken laten een ander voornamelijk deductief beeld zien hoe inductief onderwijs toch gerealiseerd kan worden zullen koen van gorp kris van den branden aan de hand van praktische voorbeelden illustreren ook de inhouden en het waarom van taalbeschouwing passeren de revue inlichtingen en inschrijvingen ufsia cvd miet oost prinsstraat 13 2000 antwerpen tel 03 220 46 82 fax 03 220 46 79 e mail miet 00st ufsia ac be het cursusaanbod is ook op internet te raadplegen op ufsia ac be idea o eo it x r al x y dx c r y ae 6 s i l o c q t a s 3 r a sh a 28e jaargang nummer 3 jan feb 1999