Publicatie datum: 1987-05-01
Auteur: Jef Janssens
Collectie: 17
Volume: 17
Nummer: 3
Pagina’s: 152-166
Documenten
waarom historische leti4erkunde in de klas 1 literatuur en cultuur in het boek als dwergen op schouders van reuzen een ufsal publikatie brussel 1982 door j boven j janssens en j uyttendaele vindt men in het eerste hoofdstuk een warm pleidooi voor een bescheiden behandeling van een aantal fragmenten van hoogtepunten uit de middelnederlandse letterkunde in de klas het boek zal vermoedelijk volgend schooljaar in een volledig herwerkte uitgave beschikbaar zijn publikatie bij acco leuven ik blijf geloven in de doelstellingen die ik toendertijd formuleerde kennismaking met oudere literatuur werkt relativerend in op onze moderne vaak absolute pretenties ze opent onverwachte nieuwe horizonten bij leerlingen ze leert hen de mens in de cultuurgeschiedenis kennen in zijn universele want existentiele vragen op die manier begrepen kan die kennismaking ook iets met hun eigen leven te maken hebben althans dat is mijn stille hoop ik stel me hier op een ander standpunt en probeer vrij subjectief te antwoorden op de vraag wat zou ik wensen dat leerlingen meedragen van een confrontatie met oudere cultuur i c middelnederlandse letterkunde vooraf nog dit ik ben zeer diep de overtuiging toegedaan dat de leraar nederlands geschiedenis elke gelegenheid te baat moet nemen om met jonge mensen op geestelijk avontuur te trekken op ontdekkingstocht naar nieuwe ein ders op reis in de cultuurgeschiedenis dit omdat het boeiend is voor leraar en leerling en om te voorkomen dat leerlingen enkel maar met de technische aspecten van de opleiding nederlands en geschiedenis te maken zouden hebben een helaas duidelijk waarneembare tendens in som mige handboeken m 0 dat dit weldoordacht en gedoseerd dient te gebeuren spreekt vanzelf men heeft de culturele situatie niet gered wanneer men jongeren naar een tentoon stelling over het neo classicisme in belgie sleurt zonder degelijke inleiding en commentaar op hun niveau gewoon onder het motto cultuur is belangrijk dit overkwam mijn zoon leerlingen moeten het belang aan voelen ervan onder de indruk komen dingen al zijn het er maar een paar knap vinden maar dit veronderstelt dat de leraar hen dit heeft voorgedaan heeft vborgevoeld maar ik wil mijn betoog niet op deze wijze verderzetten uiteindelijk is het immers een pleidooi voor authentieke enthousiaste leraars voor echte mensen die geloven in humaniora ik weet wel dat dit in een chaotische onderwijswereld als de onze niet gemakkelijk is maar toch vonk 1987 19de jg n1r 3 152 omdat plastische kunsten in een visuele cultuur als de moderne doorgaans gemakkelijker aanspreken dan teksten is het denk ik wenselijk dat de kennismaking met de oudere literatuur ingebed wordt in een globalere initia tie tot de oudere cultuur een degelijke bespreking van een maar goed gekozen triptiek van rogier van der weyden of hans memlinck of wie dan ook kan exemplarisch het hele middeleeuwse mens en wereldbeeld de toenmalige manier van denken beter oproepen dat een uitvoerig maar abstract betoog over middeleeuwse denkkaders of als je het per se eens anders wil proberen wat te denken van de behandeling van een middeleeuws recept men hale er niet te vlug de neus voor op sinds de vlaan deren leeft campagne van p dewael is gastronomie immers cultuur want ook via die weg kom je de middeleeuwse mentaliteit op het spoor ik geef een voorbeeld zie j m van winter van boeter cokene recepten uit de oudheid en de middeleeuwen haarlem 1976 bij fibula van dishoeck p 138 140 in het oudste gedrukte nederlandse kookboek getiteld een notabel erecxken van cokeryen verschenen bij thomas van der noot in brussel ca 1510 staat het volgende visrecept een bruyn sause op den carper neempt eenen goeden carper ende siet dien wel morwe dan doeten vanden eiere ende laetten staen in sijn sop neempt pepercaecke ofte lyef coecke ende dat bedt te weycke int vette sop vanden carpere dat suldy dan af scheppen vanden ketel met eenen lepele ende alst gheweyct es so suldy den coecke in stucken wryven metten seleen lepele seer cleyne emmers so cleyne alst moghelijck es dan linghet met azine ende wine dan settet over tuier ende latet sieden dat binde dan boeter inne ghimber caneel ende eenen goeden deel suyckers wat bouts ende plucter rosijn inne dit ghietmen overe al den carpere in die vastenen wat toelichting siet van sieden gaar koken doeten doet hem de karper suldy sult ghi linghet aanlen gen dat binde opdat het zou binden plucter strooi er dit is een vastenrecept zoals de laatste regel aangeeft in deze periode mochten middeleeuwers enkel op zondag vlees eten en op de andere dagen van de week niet alleen geen vlees maar ook geen melk boter kaas en eieren wat overbleef aan dierlijk voedsel was alleen vis en voor de rest moesten ze het met vervangingsmiddelen stellen zoals raapolie of olijfolie in plaats van boter en aman delmelk in plaats van koeiemelk er werden in deze weken dan ook heel veel amandelen en andere zuidvruchten gegeten bijv vijgen dadels en rozijnen maar met de beperkte middelen die de kerk hun toestond wisten middeleeuwers toch nog wel smakelijke en zo beseffen wij nu meer en 1 53 meer ook gezonde gerechten te bereiden vis was daarbij de hoofdschotel en daarin hadden zij een veel grotere keuze dan wij rivieren waren immers nog niet hopeloos vervuild het recept heeft het voordeel dat het door de utrechtse historica prof dr van winter werd uitgeprobeerd of beter gezegd door haarzelf en een aantal wisselende studenten geschiedenis en goed van smaak bevonden ik geef in de volgende alinea haar raadgevingen omdat de karpervangst heden ten dage half februari sluit kun je dit gerecht beter in december of januari eten bij een goede vishandelaar kun je dan vaak wel een verse karper bestellen die al gauw zes tot acht pond per stuk weegt we koken de karper twintig minuten in ruim water met 20 gram zout per liter en laten hem dan staan in zijn kooknat van dit nat nemen we ruim een liter apart en laten daarin vier lebkuchen lyefcoecke weken lebkuchen worden in duitsland alleen omstreeks kerstmis gebakken en in de handel gebracht en in sommige delicatessenwinkels kun je ze dan ook bij ons kopen ze bestaan met en zonder chocoladeglazuur je moet ze uiteraard zonder chocolade nemen het zijn vrij harde ronde koeken van ongeveer tien centimeter middellijn gemaakt van honing bloem en spece rijen zoals anijs koriander kaneel gemberpoeder noot muskaat en kruidnagel deze lebkuchen weken we in het kooknat en wrijven ze daarna fijn door een zeef waarna we er een scheut witte wijn en wat azijn bij doen en het mengsel laten koken en binden tot sausdikte vervolgens gaan er nog gemberpoeder en kaneel bij en ongeveer een ons gewelde rozijnen de smaak wordt afgemaakt tot zoetzuur met een flinke hoeveelheid rietsuiker laten we zeggen vijf bij het opdoen nemen we de karper uit zijn kooknat en storten de saus erover allemaal goed en wel maar wat heeft dat met middeleeuws denken te maken merkwaardig genoeg wordt dit recept pas echt begrijpelijk als we het bekijken tegen de achter grond van de leer van macro en microkosmos de invloed van het heelal op de mens en de daaruit voortvloeiende theorie der temperamenten ik verklaar me nader in het ondermaanse zo weet de middeleeuwer is alles samengesteld uit de vier oerelementen vuur aarde lucht en water alles is bovendien een variatie of combinatie van een of meer der vier basiskwaliteiten heet koud droog en vochtig hoewel galenus 2e eeuw na christus aan de basis ligt van de volgende theorie was ze in de grieks romeinse oudheid al erg populair bij empedoclos aristoteles en hippocrates volgens de theorie bestond de mens althans in zijn lichamelijke verschijning uit vier levenssappen de zqn humores vgl humeur die met de vier oerelementen overeenkwamen bloed sanguis 154 zwarte gal melancholos gele gal cholos en slijm flegma bovendien ging de middeleeuwer ervan uit dat elk der hemel lichamen die hij als intelligenties wezens met een zeker bewustzijn beschouwde een specifieke invloed uit oefende op het aardse gebeuren en op het karakter en de gezondheid van de aardbewoners saturnus invloed is kwaad aardig hij instigeert rampen en maakt mensen zwaarmoedig en zwartgallig melancholisch jupiter is de planeet van het rustige geluk van zijn uitwerking op de mense lijke psyche getuigt nog ons woord joviaal van de genitief iovis mars doet oorlogen ontstaan en begunstigt het temperament dat men martiaal noemt de zon daarentegen brengt voorspoed rijkdom en gerechtigheid venus zorgt voor menselijke schoonheid en voor de liefde in al haar verschijningsvormen mercurius maakt het intellect levendig als kwikzilver de maan tenslotte die wast en weer af neemt stimuleert tot ongedurigheid zij doet sommigen op reis gaan en maakt anderen maanziek lunatiek verder want het hele systeem is nog veel complexer wordt elk van de twaalf tekens van de dierenriem bepaald door een of twee van de vier basiskwaliteiten zo werd de weeg schaal bijv geacht om koud en droog te zijn de gebundelde werking van planeten en sterren in een zekere configuratie bepaalde op het ogenblik van de geboorte iemands fysische en psychische constitutie zijn temperament kon chole risch heet en droog of vurig choleriek zijn ofwel melancholisch koud en droog of aards ofwel san guinisch heet en vochtig of luchtig ofwel flegma tisch koud en vochtig of waterig tussen haakjes binnen deze context moet men woorden als koelbloedig frigied hardvochtig zwartgallig enz verklaren de middeleeuwse mens was er dus van overtuigd dat sterren en planeten althans in zekere mate er waren ook nog de voorzienigheid en de menselijke vrijheid het lot van de mens bepalen ook zijn voorbestemdheid tot bepaalde ziekten enz in dit licht nu moet men de middeleeuwse gezondheidsleer en de eetgewoonten beoordelen men nam aan dat voedsel de vier basiskwaliteiten bezat en dat spijzen althans wat hun warmte of koudegraad betreft een tegengewicht moesten vormen tegen het temperament van de gebruiker verse vis was van nature koud en vochtig corresponderend met het flegmatisch temperament daarom moest een flegmati cus die koud en nat was en wiens overheersend sap het slijm was liever geen vis eten die immers zelf ook koud en nat was aangezien dit veel slijm in de maag bracht en daardoor ziekten kon veroorzaken maar voor de choleri cus die heet en droog was was verse vis juist heel ge zond de zwartgallige melancholicus moest wijn drinken als een warm en vochtig tegengewicht tegen zijn koud en droog temperament vis in wijn of azijn en met kruiden 155 gekookt verloor iets van zijn slijm en was daardoor gezon der dan in water gekookte vis zodat in de vastentijd ook flegmatici vis konden eten nog andere middelen zijn mogelijk om literatuur en cul tuuronderwijs beter op elkaar te laten aansluiten verken ning van het middeleeuwse stadsgedeelte van brussel ant werpen enz bezoek aan de afdeling middeleeuwen in een museum enz enz zie ook het bulkboek van gerritsen vensters naar vroeger als je een van deze paden zou bewandelen zit je het is goed dit te beseffen eigen lijk op dezelfde golflengte als de wetenschappelijke medie vistiek heden ten dage ook daar zoeken geschiedenis pur sang cultuur en literatuurgeschiedenis steeds meer en vaker contact met elkaar zie f p van oostrom schetskaart of geschiedverhaal over methode en praktijk van een geschiedschrijving van de middelnederlandse letterkunde in tussentijds bundel studies aangeboden aan w p gerrit sen ter gelegenheid van zijn vijfstigste verjaardag utrecht 1985 bij hes uitgevers p 198 216 literatuurhis torici beperken hun interesse niet langer uitsluitend tot de grote meesterwerken de traditionele canon van monumenten van esthetische waardering maar hebben ook oog gekregen voor rijmkronieken didactische traktaten catechetische voorschriften enz historici hebben ingezien dat ook literatuur een belangrijke bron van informatie is als het erop aankomt de mentaliteit van een bepaalde periode te achterhalen en cultuurhistorici slaan met o m een sociologische benadering van de kunst een brug tussen beide toch zal de toenadering veel geduld vergen veel aandachtige luisterbereidheid vooral zal men weder zijds moeten leren de juiste vragen te stellen zo moet men van de kant van de historici bijv beseffen dat het niet opgaat om van de literatuurhistoricus te vragen dat hij op grond van de gedichten van hendrik iii of jan i hun karakter zou bepalen de poezie van de bedoelde brabantse hertogen is immers dat geldt overigens voor alle middeleeuwse poezie geen bekentenissenpoezie geen expressie van allerindividueelste emoties maar registrale poezie zie f willaert die met bekende woordcombinaties wendingen en beelden telkens weer nieuwe liederen con strueert en dus helemaal niets over het innerlijke van de dichter vertelt maar ook wij neerlandici zullen onze vragen preciezer moeten leren formuleren zeker is vooralsnog enkel dit boeiend wordt de toenadering zonder enige twijfel 2 belangstelling wekken di priori teit w p gerritsen heeft ooit zie vier inleidende colleges over middelnederlandse literatuur utrecht 1976 p 51 een parallel gelegd tussen middeleeuwse literatuur en 156 het milieu het milieu is in onze tijd in gevaar overheden bedoelen het in het algemeen goed als er behoefte is aan een autoweg dan zorgen zij dat die er komt maar hou ze in de gaten als er geen milieubeschermers zouden zijn en als die zich niet in onze naam met hand en tand zouden verzetten werden er autowegen dwars door onvervang bare natuurgebieden aangelegd de maatschappelijke taak van een neerlandicus medievist is in de verte vergelijkbaar met die van een milieubeschermer ook hem is een stukje gemeenschappelijk bezit toevertrouwd zijn opdracht is dat stukje literatuur te beheren het toegankelijk te maken voor ieder die er als mede bezitter gebruik van wil maken en het als het moet te verdedigen zodat het in goede staat kan worden doorgegeven aan het nage slacht dat is ook in maatschappelijk opzicht een zinvol werk er moeten mensen zijn die zich hieraan met overtui ging wijden andere maatschappelijke taken zijn zonder twijfel urgenter maar niet belangrijker dit pleidooi bevat tevens een oproep tot leraars wij moeten van lagere school tot universiteit de interesse voor oudere cultuur gaande houden ons geestelijk patrimo nium beheren de fakkel brandende houden en doorgeven doen we dat niet dan zitten we in de kortste keren opnieuw in situaties waarbij kloosterzusters perkamenten hand schriften aan de kook brengen om er stopverf van te maken of waarbij het papieren handschrift van de st servaes legende als toiletpapier in de w c van een notaris werd gehangen of waarbij de oorkonden van sint bertijns door de sansculotten werden gebruikt om er kanonballen van te maken omdat perkament een stevig materiaal bleek te zijn om buskruit bijeen te houden peter ruyffelaere in de standaard der letteren van 21 februari 1987 maar vooraleer serieuze belangstelling bij leerlingen enige kans maakt moeten er wellicht tal van vooroordelen weggeruimd worden op het puin van verkeerde a priori s en misverstanden kan dan een kennismaking met vroeger een gesprek met mensen van zovele eeuwen terug openbloeien 2 1 het opruimen van vooroordelen wellicht is het goed de vooroordelen meteen met een vrij extreem voorbeeld aan te pakken stel je even het volgende voor in het verre ierland bevindt er zich rond 500 een benedictijnerklooster eenzaam temidden van de woeste rotsen de geruchten over verschrikkelijke horden barbaren zijn ook tot hier doorgedrongen maar voorlopig is alles nog rustig in zijn kluis zit de abt een geleerd en boven dien wijs man gereputeerd om zijn vroomheid een oud boek te lezen gaandeweg wordt de man verontwaardigd 157 hij leest immers een boek over de wonderen der schepping maar kan zich onmogelijk verzoenen met wat erin staat opgetekend hij leest immers dat er drie hemelen bestaan dat er een wereld onder de onze is en dat wanneer het daar dag is het bij ons nacht is bovendien zouden er vissen bestaan die op hun huid een heel woud dragen maar wat het summun van absurditeit is zo stelt hij woedend vast is dat judas van een soort weekenddienst zou genie ten iedere zaterdagavond wordt immers zijn helse straf onderbroken de abt gooit driftig het boek in het vuur maar wat gebeurt er nu een engel gods verschijnt hem en vermaant hem dat de waarheid door zijn onbezonnen gedrag verloren is gegaan als straf zal de abt op reis moeten gaan om te zien wat er waar en onwaar is en al zijn erva ringen te boek stellen opdat men opnieuw met gods wondere schepping kennis zou kunnen nemen we hebben het reisverhaal bewaard want de abt in kwestie is niemand minder dan brandaen zijn verslag heet de reis van sint brandaan ik laat bovenstaande door mij gefanta seerde passage in een aangepaste transcriptie van de middelnederlandse tekst volgen de versie in het comburgse handschrift een heilige g man was zonder waan geheten zo was hijj brandaan abt wasa hijj ende regement g overste van 3 000 monniken of daaromtrent geboren uit hiberne gode diend hijj wel gerne erve vond deze vo in t onderzoeken beschreven in oude boeken van vele tekenen ons heren hoort hier moogt t i gijleren van denoeden g gods wijze j hoe dat twee p paradijzen j boven der eerden waren toen las hij hij voort te waren van vele wonders dat menen rr in i vand ende menig gggroot eiland ook las de wijze j here hoe dat ene wereld were hieronder deze eerde ende als hier dagg werde dat at ttdard daar dan nacht zije j zou zij zi n hi las dat hemelen waren drie hij van vissen hieschreven 8 vand hoe dat een woud ende een land gewassen st zijne zwaarde stond o p zijn gegroeid 99 huid hij haarde dat ederseid hi j loochende hijj ten stelligste om dat t zooongelovig was ongeloofwaardig 9 9 ook las hij j hoe dat judas geniette gods ontfermighede g ende hij genade hadde mede j genad bovendien alle zondag es nachte hij hz j en wilde no hijjen mochte dies emmer nieteloven g dit beslist hij en zag j en g t tmeti nenoen me zijnen gogen tenzij7 hijj van toorne verber r end hij j den boek verbrandde endeaf g den schrijvere j enen vloek dat bekocht hij j wel diere daer hij j stond bij j den viere daer die boek in bernende lag die in g el gods hem toesprak p vriend brandaan 0 lieve vrien heves evele misdaan 7je hebt kwaad dat overmids di nen j toren tengevolge van die waarheid dus es verloren nu laat hem bernen daarinne dijijwerd e nog g wel inne je j zal nog9 wel ervaren wat waar ofte logene 8 es di ontbiedt jezus kerst dij jou j gelast 9 dat du zulsaan g varen 0pdes zees baren alomme ende omme 9 aar j du sult beschouwen wat es waar m of wat logene g zij zij mede de vreemde zeereis begint en de vreemdste avonturen vallen brandaan en zijn gezellen te beurt hun schip wordt be laagd door een monster half vrouw half vis een sirene ze varen langs de hellepoort en vanop een berg worden ze door duivels met vuur bekogeld ze ontmoeten judas enz enz men zal het me toegeven en leerlingen zullen het meteen beamen als je hen iets dergelijks presen teert een bijzonder vreemd verhaal echt iets voor middeleeuwers geloofden middeleeuwers nu echt zulk een onzin blijkbaar wel want ook de ernstige geleerde jacob van maerlant heeft het relaas weliswaar verschillend weergegeven in zijn spiegel historiael ca 1288 opgenomen en be schouwt brandaan als een serieuze heilige pas in de 16e eeuw de echte renaissance zou men brandaan doorheb ben en met hem de spot drijven dan loopt het volgende verhaal een rondreizend prediker beklimt in pommeren de kansel en toont een doodshoofd de onbetwistbaar authen tieke schedel van brandaan de predikant vertelt dat hij geld inzamelt voor de bouw van een nieuwe kerk maar dat het hem ten strengste verboden werd om enige gift te aanvaarden van een vrouw die zich aan echtbreuk schuldig heeft gemaakt het resultaat is verbluffend omdat geen enkele dame uit het gezelschap het risico wil lopen voor echtbreekster te worden aangezien komen ze in drommen naar voren om de schedel te kussen en hun geld en juwelen te offeren de prediker verdwijnt en nooit werd er nog iets van zijn kerk vernomen dat is ook niet verwonderlijk als we weten dat zijn naam tijl uilenspiegel was re 1 59 laas uit het 16e eeuwse volksboek bij deze anekdote voelen we ons weer op bekend terrein een ontmaskering van de dwaas naieve middeleeuwse verzinsels het is overigens de vraag of we uilenspiegel wel doorhebben maar hebben we de middeleeuwers wel goed begrepen nemen zij ons niet bij de neus middeleeuwers schonken inderdaad geloof aan het verhaal van brandaan maar dan toch op een andere manier dan wij dat veronderstellen ik bespreek slechts een detail het viseiland brandaan komt op een bepaald ogenblik in de buurt van land en laat het anker uitwerpen enkele van zijn gezellen gaan aan land hakken hout om vuur te kunnen maken voor het eten maar het vuur begint nog maar pas te branden of het eiland verdwijnt in het water het was namelijk een vis met land op zijn rug brandaan en zijn gezellen kunnen zich slechts ternauwernood in veiligheid brengen vreemd vreemd voor een medievist is de situatie duidelijk het vreemde monster is een walvis als je er een natuurencyclopedie als meerlants der naturen bloeme op naslaat wodt dit meteen bevestigd ons scrivet sente ysidorus datmense vint ende vent op haren rigghe erde ende sant ende dan scepe deer an quamen so heelden sijt over lent te samen ende worpen anker ende sloeghen vier teersten dats ghevoelde dat dier so sane et te gronde neder some quamen ten scepe weder ende some die verdronken die metten vischen nedersonken maar dan nog blijft onze indruk van vreemdheid bestaan als zelfs middeleeuwse geleerden zulke nonsens produceren intussen heeft de avontuurlijke overtocht van de atlan tische oceaan door timothy severin ons wel anders geleerd onder leiding van de ierse historicus severin vertrok op 16 mei 1976 vanuit brandon creek bij dingle in het graafschap kerry de leren huidboot brendan naar noord amerika om de theorie dat ieren als eersten amerika ontdek ten aan de praktijk te toetsen de theorie is gebaseerd op allerlei detailaanwijzingen maar vooral op de oude verhalen van st brandaan de navigator die wonderbaarlijke en gedurfde reizen ondernam het scheepje dat hem over de oceaan zou hebben gebracht was een open vaartuig van nauwelijks 11 m lengte een curragh het was samenge steld uit een gevlochten houten raamwerk waaromheen 42 ossehuiden gespannen waren met dergelijke nietige scheep 160 jes zouden ierse monniken brandaan de vikingen 500 en columbus 900 jaarvbbr zijn geweest de route van tim severins tocht met de brendan in de zomers van 1976 en 1977 severin geloofde in die theorie en als bewijs daarvan bouwde hij ook geholpen door de ervaring van plaatselijke vissers een replica van het middeleeuwse scheepstype er volgde een avontuurlijke tocht van 4000 mijl waarbij een noordatlantische route tegenover de pasaatroute van columbus werd gevolgd die leidde via de far oer eilanden ijsland groenland en labrador naar newfoundland waar severin en zijn vijfkoppige bemanning na vijf maanden zeilen gedurende twee seizoenen voet aan wal zetten het boeiend geschreven verslag van severin zie t severin de brendan expeditie met een open huidboot naar noord amerika zoals st brandaan in de zesde eeuw bussum 1978 werpt een nieuw licht op het eiland avontuur van brandaen severin vertelt hoe hij op zeker ogenblik in volle zee plots een eiland in de buurt van de brendan zag opduiken een tiental minuten bleef het in de buurt en zo kon de bemanning het grote zwarte gladde eiland van natte huid identificeren als een walvis van wel 20 m de eilanderva ring van severin heeft niets ongewoons in onze tijd zijn we gewoon een walvis te zien vanuit een vogelperspec tief vanop hoge schepen voor severin en de ierse zeevaar ders die met hun bootje nauwelijks boven het wateropper vlak uitkwamen lag dat anders een walvis kwam walvis achtigen worden namelijk aangetrokken door het gelooide leer zo bleek achteraf als een enorme massa een gigan 161 tisch gevaarte op hen af en kon inderdaad de indruk van een eiland wekken in het eiland avontuur van brandaan zit er dus geobserveerde werkelijkheid verscholen maar nog heeft de passage niet al haar geheimen prijs gegeven in oudfranse bestiaria encyclopedische geschrif ten met de symbolische betekenis van dieren van de 12e eeuw wordt ook het relaas gedaan van de eiland walvis die onderduikt wanneer er op zijn huid vuurtje wordt ge stookt over deze onvrijwillige duik van niet gewaarschuwde zeelui in de zeediepten geven de bestiaria meer informatie ik citeer uit een modern engelse vertaling now this is just the way in which unbelievers get paid out i mean the people who are ignorant of the wiles of the devil and place their hopes in him and his works they anchor themselves to him and down they go into the fires of hell het hele gebeuren heeft plots alles te maken met ons le ven op de avontuurlijke reis van het leven hebben onge loof gebrek aan verwondering over gods schepping gebrek aan kennis van de listen des duivels fatale gevolgen en vergeten we het niet brandaan was bijna naar de diepte meegesleurd zijn twijfels rond de inhoud van het boek kwamen hem bijna duur te staan maar uiteindelijk zal hij zich neerleggen bij het gelovig aanvaarden van gods geheimen brandaan is dus een nieuwe thomas maar de boodschap is zalig zij die geloven zonder te hebben gezien er zit nog veel meer merkwaardigs in de reis van st bran daan men leze er het bijzonder interessante artikel van w p gerritsen op na zeilen met sint brandaan in spiege historiael maart 1980 p 171 180 en het al even stimulerende boekje gepubliceerd n a v de utrechtse brandaan tentoonstelling de wereld van sint brandaan utrecht 1986 bij hes uitgevers hopelijk hebben we met dit voorbeeld meer begrip meer openheid voor middeleeuwse teksten tot stand gebracht maar ook dan moeten we de moeilijkheden geenszins onder schatten opdat het gesprek met mensen van vroeger geen monoloog met onszelf over onze eigen ideeen zou worden moeten we er ons goed van bewust zijn dat er een immense culturele kloof gaapt tussen onszelf en het verleden zelfs zaken die hetzelfde of althans bekend in de oren klinken als nature en stad en wandelen zouden wel eens een totaal andere lading kunnen dekken dan wij ons nu op grond van de moderne connotaties kunnen voorstel len het gevaar van de fata morgana is aanwezig ik geef twee voorbeelden 162 2 2 het risico van de fata morgana in karel ende elegast gaat de keizer met zijn verbannen leenman uit stelen karel is daar niet op voorbereid en steelt onderweg een ploegkouter om toch niet met lege handen aan de dievenkarwei te beginnen in de commentaren op het werk wordt deze passage doorgaans in verband gebracht met het komische karakter van het korte karelverhaal karel zou namelijk met het gevonden ploegmes door de mand vallen de betreurde leuvense medievist e rombauts schrijft in zijn voortreffelijke editie van het werk het voorval met het ploegkouter dat hij d i karel als breekijzer wil gebruiken en het andere met het toverkruid laten ten overvloede zijn onkunde en zijn onhandigheid als inbreker uitkomen maar heeft het middeleeuwse publiek deze passage wel zo begrepen het was immers bekend dat bij huisdiefstal met braak het ploegkouter het normale inbrekersinstrument was het mes werd voor elke gelegenheid in de nabijheid van het te bestelen huis uit een ploeg genomen en na gebruik weggegooid aangezien het bezit ervan alleen al te compromitterend was bij de inbraak waren meestal slechts twee a drie personen betrokken waarbij een dief de woning binnenging een ander buiten bleef wachten om de buit in ontvangst te nemen en eventueel nog een derde medeplichtige wat verder de wacht optrok zo verliep het scenario van een klassieke huisdiefstal met braak in het hele ancien regime zo ook gaat het er in ke aan toe maar waarom drijft elegast dan de spot met karels uitrus ting moeten we zijn reactie doe stoot elegast ende loech ende vragede waer bijt dede maken conste ic te smeesters huus geraken ic dede maken sulc een ic en sack dusgedaen ooit geen besegen te bulken sticken daer men muren mede boude bicken vv 762 68 dan inderdaad als een inconsequentie een jongere interpo latie opvatten zoals hyperpositivistische filologen als een duinhoven zie zijn nieuwe bijzonder betwistbare tekstuitgave menen ik geloof het niet ik vat de situa tie als volgt op karel de grote zal als vorst in zijn contacten met de politionele functionarissen van zijn rijk wel wat hebben opgestoken m b t de gangbare steelpraktijken maar ik geef toe dit is een pre tekstuele veronderstelling hij handelt in ieder geval volgens het klassieke sce nario alleen lijkt hij niet te beseffen dat het ploegkou ter weliswaar handig materiaal was om een opening te snij den in lemen wanden of om vensters of koffers te forceren 163 maar vermoedelijk toch niet direct aangewezen was om muren te doorbreken vgl v 768 karels gemis aan vakkennis blijkt dus niet uit het gebruik van een ploegkouter in se maar uit zijn naieve overtuiging dat hij daarmee meent een kasteel te kunnen binnenbreken ende karel peinsde in sinen moet dit is totten ambocht goet die graven moet in borgen hi moeter toe besorgen sulke dint als hem bedorste vv 723 27 elegasts verbazing is dan ook terecht hij verkeerde in de waan met een ervaren roofridder te maken te hebben en stelt nu tot zijn verbazing vast dat zijn metgezel zich gedraagt als een onhandige amateur die niet eens weet dat voor stenen muren van kastelen maar ook van kerken die adelbrecht beweerde te zijn binnengedrongen een breekijzer is aangewezen vandaar karels krampachtige verklaringen over het verlies van zijn breekijzer vv 769 779 waarop elegast reageert als tes goet genoech mogen wie hier te punte in geraken hierna doet een ander maken vv 780 782 ook hij weet als meester dief dat een ploegkouter tot het inbrekersinstrumentarium behoort en dus bij gebrek aan beter dit keer maar moet worden gebruikt maar indien adelbrecht de dief is waarvoor hij zich uitgeeft zal hij zich een nieuw breekijzer moeten laten maken via een omweg hebben we dus de traditionele interpretatie genuanceerd weliswaar bevestigd karel valt wel niet echt door de mand maar hij krijgt het wel voortdurend lastiger in zijn dievenrol een nieuwe leugen moet hem uit de nood helpen wat geenszins verdoezelt dat hij ook met het ploegmes geen grote handigheid kan voorwenden al was hi groot ende sterc hi en toste niet alsulc werc vv 787 88 dat brengt dan elegast weer tot het vermoeden dat hij geen behendige dief is zie mijn te verschijnen boek dichter en publiek in creatief samenspel het tweede voorbeeld ontleen ik aan de middelnederlandse marialegende beatrijs zie mijn uitgave met commentaar in de facsimile editie van jo van eetvelde beatrijs zellik 1986 bij poketino wanneer beatrijs haar nonnen kleren voor het mariabeeld heeft afgelegd en in haar hemd naar haar geliefde in de tuin snelt verloopt de ontmoeting in onze ogen wel bijzonder vreemd wij verwachten een hartstochtelijke kus en knuffelpartij ze zijn immers reeds zolang op elkaar verliefd en hebben mekaar al zo lang niet meer gezien tenzij via de tralies van een spreekvenstertje niets daarvan integendeel beatrijs 164 voelt zich beschaamd vv 259 262 waren middeleeuwers dan zo preuts zo beladen met sexuele taboes de situatie is heel wat complexer dan dat preutsheid omdat beatrijs betrekkelijk ongekleed is bij haar schaam tegevoelens zou opwekken trouwens even later zal ze zich wel erg royaal aanbieden alsic bi u ben al naect op een bedde wel ghemaect soe doet al dat u ghenoecht ende dat uwer herten voegkt vv 359 362 de tekst geeft inderdaard niet als reden voor beatrijs schaamte dat ze bijna naakt in haar hemd staat maar omdat ze in haar hemd staat blootshoofds is en barvoets daar door is voor de middeleeuwer duidelijk dat beatrijs door het afleggen van haar kloosterkleren voor de jonge ling verschijnt als een beschuldigde bij een rechtszitting de aangeklaagde mocht zich in zijn kleding namelijk niet herkenbaar maken in zijn sociale status en macht had door de uniform voorgeschreven houding in hemd bloots hoofds en barvoets zijn persoonlijke eigenwaarde verloren beatrijs staat hier dus in het boete en schandekleed dat zowel voor de kerkelijke als de wereldlijke rechtbank gold staat volgens ons moderne woordgebruik figuurlijk in haar hemd daarom zal de jongeling haar eerst door zijn meegebrachte kleren tot zijn bruid maken en haar daardoor tegelijk haar sociale status die van adellijke jonkvrouw terugschenken het getuigt vanwege de jongeling van hoofs respect dat hij haar pas daarna kust zelfbeheer sing trouwens zo merkt f lulofs op zie het erg interessante artikel van de groningse hoogleraar emeritus begrip voor beatrijs een onderzoek naar de allegorische verbeelding in de middelnederlandse legende in levende talen 221 van 1961 p 475 491 bij ieder kledingstuk dat ze aantrekt wordt ze verleidelijker nl steeds bege renswaardiger als jonkvrouw het lijkt wel een omgekeerde striptease het is niet zonder belang op te merken dat beatrijs later haar wereldse kleren over haar kinderen produkten van haar zondigheid spreidt vv 776 779 waarbij ze hen bijzonder mooie analogie beiden op de mond kust en als waarachtige boetelinge het klooster binnengaat het is geloof ik vooral deze bewustwording van een culturele kloof die ons denken heilzaam kan relativeren we leren inzien dat er in de loop van de geschiedenis door mensen niet steeds op dezelfde manier werd gedacht dat andere oplossingen op dezelfde vragen mogelijk zijn dat ons denken ook maar een voorlopige stand van zaken weergeeft voor alles leren we op deze wijze begrip opbrengen voor andere opvattingen voor andere verklarings 165 modellen die zoals de onze in de context van die tijd moeten worden beoordeeld ik hoop dat leerlingen via de lessen historische letterkunde iets al was het maar een glimp van dit inzicht van deze levenshouding zouden kunnen opvangen jef janssens voskapelstraat 13 1980 tervuren 166