Documenten
31 wanneer willen leerlingen grammatica leren jan t sas hoe graag krijgen leerlingen les over taalbeschouwing meer bepaald over gramma tica en hoeveel van dergelijke leerstof beklijft laten we onszelf niets wijsmaken de meeste leerlingen hebben er een hekel aan en elk jaar zijn ze alles weer vergeten hoe komt het anders dat we elk jaar opnieuw heel wat leerstof taalbeschouwing moeten herhalen hoe komt het dat we dat vooral moeten doen met aspecten van woordbenoeming zinsdeelfuncties spellingregels en waarom kennen leerlingen die dingen in juni en horen ze het in september in keulen donderen it is niet de plaats om een bijdrage demotivatie van onze schoolgaande jon te leveren tot de kennisdiscussie geren in het zesde leerjaar gaat twee op die eind 2006 met veel ongenuan drie graag naar school in ceerde uitspraken ze kennen niks de eerste graad van het meer de krantenpagina s haalde jonge secundair onderwijs nog naar de relevantie ren kennen vandaag meer dan hun leeftijd een op drie de knak op met herkenbaar genoten twintig vijftig of honderd jaar terug dertien zoals dat heet taalgebruik uit het daar hoef je niet aan te twijfelen maar de en daar zit meer achter dagelijks leven is schoolse leerstof beklijft blijkbaar minder dan het samenspel der het zoeken dan vroeger of vanuit een andere invals hormonen zoeken en nog hoek bekeken de leraar heeft het blijkbaar eens zoeken moeilijker om zijn leerstof aan de man te na tien jaar aspirant brengen en ervoor te zorgen dat ze vol leraren begeleiden en na doende verankerd wordt is het dan te scholing geven aan leraren stel ik vast dat verwonderen dat een gebrek aan kennis taalbeschouwing vooral in het secundair van vooral de veeleer abstracte grammatica onderwijs nog altijd te deductief wordt het eerste symptoom wordt gegeven simplistisch uitgedrukt komt het steeds opnieuw neer op enkele voorbeeld wat me in heel de kennis en vaardigheden woordjes of zinnetjes theorie oefenin discussie ook is opgevallen is dat er haast gen daar komt nog bij dat leerlingen de nergens wordt gesproken over willen ken leerstof taalbeschouwing vaak op een te nen over motivatie ik vind dat vreemd abstract niveau en op basis van soms internationale onderzoeken en vergelijkende compleet wereldvreemd taalmateriaal aange toetsen prijzen het vlaams onderwijs om zijn reikt krijgen naar de relevantie met herken hoge niveau de hemel in maar drukken met baar taalgebruik uit het dagelijks leven is het een puntige wijsvinger op een van onze zoeken zoeken en nog eens zoeken helaas pijnlijkste plekken de steeds groeiende doen de meeste schoolboeken nederlands juli 2007 nummer 5 36e jaargang 32 weinig anders dan deze oudmodische onderwijs maar omdat het om methodes aanpak blijven promoten en schoolboeken gaat is de aanpak overdraagbaar naar alle zijn veel meer dan leerplannen de grote onderwijsvormen en niveaus het is overi referentiepunten voor leraren gens opvallend hoe beide methodes in hun lesaanbod haast met elkaar lijken te wed het resultaat van dit alles is dat leerlingen ijveren qua originaliteit en motivatiegehalte zich stierlijk vervelen in de les het nut niet even inzoomen inzien van de leerstof en geen enkele relevantie zien met hun taalgebruik laat staan met het dagelijks leven het gevolg is neejandertaal dat ze inzicht missen weinig van de leerstof onthouden en tijdens de les steeds mas saler overschakelen op de automatische tien jaar geleden al ontwierpen vijf leraren piloot het examen valt nederlands neejandertaal voor u denkt ai tegen en in september nu begint de reclamespot en deze pagina kunnen we weer van voor omslaat zeg ik meteen dat deze methode taalgebruik af aan beginnen sinds kort gratis beschikbaar is op het web komt eerst in de handel is ze namelijk uitverkocht op taalbeschouwing dit dreigt te klinken als een de website van neejandertaal vind je 75 volgt verwijt aan leraren en kant en klare lessen taalbeschouwing de misschien overdrijf ik ook meeste met handleiding en de complete een beetje voor de goede didactische visie met tips en suggesties voor zaak maar gelukkig beseffen veel leraren werkvormen in de klas je vindt er ook zelf dat er wat schort ik hoor het ze tijdens antwoord op vragen die ik tijdens de vele nascholingen genoeg zeggen was er maar nascholingen over taalbeschouwing vanuit een manier om grammatica echt boeiend te taalvaardigheid het thema blijft blijkbaar geven dan zouden de leerlingen het aanspreken heb gekregen misschien graag doen en zou ikzelf er ook plezier aan beleven ze zouden de leerstof waar gaat het precies over neejandertaal beter beheersen en we hoefden niet elk jaar is een methode voor lessen taalbeschou opnieuw van nul te beginnen leraren willen wing die leerlingen via gevarieerde en dus heus wel boeiend lesgeven maar zelfs uitdagende opdrachten taalbeschouwing de beste bedoelingen stranden meer dan bijbrengt de methode doet een beroep op eens op een gebrek aan motivatie en de taalvaardigheid spreken luisteren lezen bedroevende resultaten en op school schrijven en ook kijken van de leerlingen boeken die het slechte voorbeeld blijven bovendien vertrekt ze van taal als laag geven wat overblijft is meestal een verwen drempelige en levende materie niet als een sing a la dat verdomde leerplan toch louter abstract en moeilijk systeem taal gebruik komt eerst taalbeschouwing volgt bestaat er dan echt geen manier om taal elke les wordt gekenmerkt door een beschouwing tot een boeiende en concrete doorgedreven inductieve aanpak stimule ontdekkingstocht te maken ja die be rende taalproblemen opdrachten die leer staat en ze heeft vorm gekregen in twee lingen intrigeren succeservaringen qua methodes de een focust op het basis inzicht in het taalsysteem en een diepere onderwijs de ander op het secundair verankering van kennis 36e jaargang nummer 5 juli 2007 33 waar vaardigheden soms compleet los van pak helpt al was het maar omdat leraren de taalbeschouwing worden gegeven worden leerstof zelf opnieuw liever geven het mate beide in deze methode geintegreerd via de riaal dat op deze website ter beschikking taalopdrachten gebruiken de leerlingen hun wordt gesteld werd ontwikkeld voor leerlin vaardigheden om inzicht te verwerven in het gen van de eerste graad secundair onderwijs taalsysteem zonder inzicht immers geen als methode kan ze echter perfect worden echte kennis zeker geen kennis die je verder overgedragen naar lagere of hogere leerjaren helpt in je taalgebruik de leerlingen formu bovendien heeft de ervaring intussen geleerd leren dat inzicht bovendien zelf de veeleer dat de reeds beschikbare lessen ook bruik abstracte theorie die in de deductieve baar zijn in hogere jaren bv in technisch en methode bijna meteen als dorre en moeilijke beroepssecundair onderwijs en bij reme materie op het bord komt komt in deze diering leerlingen die maar blijven sukkelen methode dus via een inductief leerproces uit met begrip inzicht van vooral grammaticale de hoofden van de leerlingen en blijft er daar items beleven dankzij neejandertaal dikwijls door veel beter in zitten wat je zelf vindt een aha erlebnis maak er gebruik van wondermiddelen bestaan niet maar de om te illustreren hoe neejandertaal werkt praktijk heeft intussen bewezen dat deze volgt hier een kort voorbeeld uit het werkboek voor veel leraren compleet omgekeerde aan na het voorbeeld vind je wat toelichting een bank is geen bank stap 1 1 zijn de volgende situaties mogelijk of niet leg uit waarom niet onze hond mocht kiezen in welk been hij wou bijten dat van jan of dat van piet de brandweermannen die last hadden van buikloop sleepten hun darmen door de gang ik moest mijn nagel eruit trekken anders kon ik niet verder werken beweegt albert te veel voet in de grond vastschroeven dan blijft hij wel staan neem een blad maar kijk eerst na of er geen beestjes aanhangen als je hem bij het oor vastpakt en even in de lucht houdt houdt hij snel op met lawaai maken schol zei de man luid maar de politie had er geen oren naar en zocht verder trek gerust aan de haan maar wacht tot de kippen uit de buurt zijn toen jan met zijn zes buizen binnenkwam was vader opgelucht we hebben nog gauw vierhonderd nieuwe ruiten ingeslagen de baas zal blij zijn 2 waar zitten de eigenaardigheden in deze zinnen juli 2007 nummer 5 36e jaargang 34 stap 2 1 maak zinnen met de woorden die de leerkracht je opgeeft vergelijk je zinnen met die van de anderen doe dit in groepjes van drie of vier je mag je leraar niet om uitleg vragen 2 betekenen de woorden in jullie zinnen hetzelfde behoren ze tot dezelfde woordsoort 3 kan je zinnen bedenken waarin jouw woord nog een andere betekenis heeft 4 zoek nog zulke woorden wat betekenen ze maak er een grappige zin mee 5 hoe kom je de betekenis van de woorden te weten samengevat oefening 1 maak zinnen met de volgende woorden tot hoeveel verschillende beteke nissen kom je blik teen kop bakken das 2 welke blunders begingen de mensen die dit schreven broodjes met krap 60 fr als de noot het hoogst is is de redding nabij rijk elkaar de hand keukenprinsessen kunnen heerlijke maaltijden berijden kleed je met steil als jan verjaart zullen we hem eens flink verassen 36e jaargang nummer 5 juli 2007 35 dit is een les over homoniemen dat zeggen vraagt hij waar het verschil vandaan komt we aanvankelijk niet tegen de leerlingen we dat heeft zoals het bij homoniemen past willen immers zoveel mogelijk vertrekken telkens te maken met de betekenisverschillen van de verwondering over een taalfeno van een woord de leerlingen brengen die meen van vaardigheden ook bovendien verschillende betekenissen onder woorden en vermijd je dat leerlingen bij voorbaat gaan de leraar noteert ze op het bord zuchten en steunen mocht je een les starten met de titel het lijdend voorwerp op fase 3 omschrijven en definieren vorm het bord dan mag je vervolgens nog de geven aan inzicht boeiendste les geven het kwaad is al ge aan het eind van de oefening vraagt de leraar schied hoe kan een les over een lijdend welk taalfenomeen zich in de oefening steeds voorwerp nu interessant zijn mevrouw weer voordoet dat noemen we systema tiseren hij vraagt een omschrijving een fase 1 taalaanbod taalvaardigheid definitie van het taalfeno de eerste oefening doen leerlingen per twee meen daaruit moet blijken zij lezen de zinnen overleggen onderling en hoeveel inzicht de leer noteren telkens in welke situatie de beschre lingen al hebben in het hoe kan een les ven handeling of uitspraak mogelijk is zo taalfenomeen allicht zal hij over een lijdend kunnen zij bij de zin onze hond mocht kiezen dat proces een beetje voorwerp nu in welk been hij wou bijten dat van jan of dat moeten sturen maar pas interessant zijn van piet misschien noteren jan en piet als de klas het eens is over mevrouw hadden allebei een bot vast en daaruit mocht een definitie en de leraar de hond kiezen maar misschien bekijkt een ze goedkeurt plakt hij er ander duo dat zo jan en piet richten politie de term homoniem op en honden af hun benen zijn zwaar ingepakt noteren de leerlingen de definitie in het grijze met een beschermende stof en de hond kader samengevat het is essentieel dat moet in een van beide benen bijten en ook dit proces het zoeken naar een juiste misschien zijn er nog andere mogelijkheden omschrijving van het taalfenomeen van de leerlingen komt de grote valkuil is immers dat afhankelijk van het niveau van je leerlingen of de leerlingen in dit soort lessen al gauw door de mate waarin ze allemaal mee zijn kan je hebben dat er wel veel boeiends gebeurt ook stap 2 inlassen in deze stap blijft het maar dat de leraar altijd wel afrondt met zijn denkwerk bij de leerling maar verdiept de eigen formulering van de leerstof dat is niet leraar de zoektocht naar het taalfenomeen dat enkel doorzichtig maar je neemt er je leer hier aan bod komt in neejandertaal vind je lingen ook niet ernstig mee geregeld stappen 2 3 en zelfs 4 alles hangt af van de complexiteit en de moeilijkheids fase 4 oefenen graad van de leerstof voor homoniemen het werk zit erop de leerlingen zijn al moeten twee stappen meer dan volstaan doende tot inzicht gekomen in een taalfeno meen en hebben het zelf omschreven en fase 2 systematiseren misschien zelfs benoemd niets belet je zodra het denk en schrijfwerk erop zit vervolgens de klas nog enkele oefeningen overloopt de leraar klassikaal de antwoorden te laten doen die oefeningen mogen best belangrijk is dat hij op zoek gaat naar duo s traditioneel zijn of wat creatiever kijk maar die verschillende situaties verklaren telkens naar oefening 2 juli 2007 nummer 5 36e jaargang 36 www neejandertaal be ten van taalbeschouwing in de eerste graad secundair onderwijs meteen zeg ik daarbij dit is een heel eenvoudig voorbeeld maar op dat je de methode perfect kan toepassen op vind je op dezelfde alle leerstof taalbeschouwing van elk onder manier opgebouwde lessen rond alle aspec wijsniveau downloaden en proberen neejandertaal werd gemaakt en in de klaspraktijk getoetst door hilde michielssens etienne uleners viviane van dyck en lieve van houtven het project werd gecoordineerd door jan t sas werkboek handleiding oplossingen en didactische visie zijn beschikbaar via taalbeschouwing op de 2 basisschool en elders kinderen kunnen zelf veel moeilijkere zinnen maken dan ze kunnen ontleden hun sommige mensen willen het klassieke zinsont taalvermogen ligt dus altijd voor op hun talige ledingsonderwijs behouden want zo zeggen inzichten wie goed taal kan gebruiken zou ze dan kinderen moeten toch weten hoe een het als zinsontleder wel eens gemakkelijker zin in elkaar zit om goed te kunnen schrijven kunnen hebben deze uitspraak klinkt wel goed maar helaas is ze als redenering totaal fout we sommen even 3 op waar het schoentje knelt in een doorsnee vijfde of zesde klas kon tijdens de hoogdagen van het zins en 1 woordontleden ook slechts een dikke 20 het inzicht in zinnen dat kinderen verwerven procent van de kinderen een zin foutloos binnen het klassieke zinsontledingsonder ontleden voor die andere 80 procent gold wijs is bijzonder klein omdat kinderen van het argument beter ontleden is beter 10 a 12 jaar doorgaans schrijven toen ook al niet nog niet voldoende ab stract kunnen denken om 4 kinderen kunnen echt vat te krijgen op de wetenschappelijk onderzoek heeft voldoende zelf veel zin en zijn onderdelen aangetoond dat het klassiek ontleden niet tot moeilijkere zinnen wat kinderen wel kunnen betere schrijvers leidt integendeel de tijd die maken dan ze is ontleedregeltjes uit het je in grammatica steekt zou je beter beste kunnen ontleden hoofd leren en in volgorde den aan goede schrijfoefeningen toepassen maar dat is wel een bijzonder magere 5 vorm van leren helaas was het dat waar er zijn buiten het ontleden van zinnen zoveel heel veel leerkrachten jarenlang aan andere boeiende vormen van taalbestudering werkten mogelijk dat we maar beter van het saaie ontleden afstappen en kiezen voor boeiende 36e jaargang nummer 5 juli 2007 37 activiteiten waarin we taal op allerlei andere het basisboek verkent het terrein van boeiende manieren kunnen bekijken we taalbeschouwing van de 21ste eeuw het kunnen dus niet blijven vasthouden aan het taalland zeg maar deze verkenning vertrekt oude mensen die dat toch doen denken bij taalgebruik in de breedste zin van het veel te clichematig eigenlijk is het ontleden bij woord bij communicatie via taal van die mensen meer een geloof geworden en daaruit daal je mee af tot op het micro eigenlijk is dat het laatste wat we bij niveau van teksten en verhalen over taalbeschouwing nodig hebben zinnen woorden en klanken tot spelling al die niveaus zijn cirkels van verschillende deze argumentatie van lerarenopleider grootte die in elkaar passen de kleinste en didacticus marc stevens zie cirkel spelling past in de cirkel klanken de taalleerkracht be kan je als springplank cirkel klanken past in de cirkel woorden de beschouwen voor het ontstaan van de cirkel woorden in de cirkel zinnen enz methode taalbeschouwing op de basis school die hij samen met ides callebaut wie met spelling bezig is kan in dit taal schreef een reisgids zo noemen de model niet anders dan met woorden zinnen auteurs de methode die een leerlijn en 40 taalgebruik bezig zijn en wie taal uitgewerkte lessen met tekstmateriaal beschouwing op tekstniveau behandelt in bevat de methode is uitgegeven bij garant de klas zal af en toe afdalen tot op zins en bevat ook een basisboek voor de leraar woord en spellingniveau in dat basisboek vind je de complete trap op trap af dus en didactische visie over taalbeschouwing die hoe relevanter functio de tijd die je in vertrekt van de primordiale vraag wat is neler en levensechter het grammatica taalbeschouwing en net zoals neejander taalmateriaal waarmee je steekt zou je beter taal is taalgebruik het startpunt in de klas werkt hoe besteden aan meer het bij leerlingen zal goede schrijf interessant is dat de auteurs enkele decen beklijven tenminste op oefeningen nia terugblikken waarom in 2000 anders voorwaarde dat je ook over taal en taalbeschouwing denken dan in inductief werkt en de 1970 en als we vernieuwen hoe weten we leraar de zoektocht bin dan of dat wenselijk is of schadelijk in hun nen alle cirkels niet voor zichzelf opeist wie antwoorden freewheelen de auteurs zonder zoekt die vindt laat vooral de leerlingen te theoretisch te worden over filosofische en dan zoeken en wijs ze de weg als dat nodig didactische stromingen ze beantwoorden is op de vraag hoe je als leraar zulke ook concrete vragen zoals welke andere leerstof en leerprocessen rond taalbeschou vaardigheden dan taalvaardigheden kunnen wing dan wel evalueert antwoorden de leerlingen dankzij taalbeschouwing ontwik auteurs met een apart hoofdstuk over kelen welke kennis en attitudes maken ze evalueren zich eigen wat hebben allochtone leer lingen voor wie het nederlands de tweede de reisgids bevat 40 concrete lessen taal of derde taal is aan taalbeschouwing en beschouwing voor de lagere school soms verder wat zijn de voorwaarden voor zin toegespitst op een graad soms ruimer volle taalbeschouwing wat is de rol van de opgevat voor de drie graden maar voor je leraar als je inductief te werk gaat daarmee aan de slag gaat maak je kennis met een leerlijn voor taalbeschouwing die juli 2007 nummer 5 36e jaargang 38 scholen kunnen gebruiken en eventueel ten slotte volgt de batterij van 40 gevarieerde aanpassen aan hun behoefte pedago lessen conform de inductieve aanpak vertrekt gische visie en leerlingenpopulatie de leer elke les vanuit een taalaanbod vanuit lijn krijgt per graad vorm en vertrekt vanuit verwondering over taal dat levert 40 bijzonder de verschillende uitgangspunten waarmee boeiende creatieve en vaak ook heel leuke je al in het basisboek hebt kennisgemaakt lessen op waaraan o i geen leraar of leerling algemeen nadenken over taalgebruik kan weerstaan de leerlingen gaan aan de aspecten van communicatie onderzoeken slag met dat materiaal zoeken systemen zender ontvanger boodschap enz en verwoorden inzichten bij elke les vind je een taalsystematiek teksten zinnen woorden overzicht van lesdoelen motivering een klanken spelling bij elk uitgangspunt van beschrijving van het lesverloop vereiste mate de leerlijn krijg je bovendien lessuggesties rialen aandachtspunten en suggesties voor en discussievragen aangereikt opvolging en uitbreiding een voorsmaakje 36e jaargang nummer 5 juli 2007 39 juli 2007 nummer 5 36e jaargang 40 ides callebaut marc stevens sofie de jonckheere 2000 taalbeschouwing op de basisschool basisboek leuven apeldoorn garant marc stevens ides callebaut 2000 taalbeschouwing op de basisschool reisgids met een leerlijn en 40 uitgewerkte lessen met tekstmaterialen leuven apeldoorn garant jan t sas jan tsas skynet be 36e jaargang nummer 5 juli 2007