Publicatie datum: 1995-01-01
Auteurs: Wam de Moor, Dees Maas
Collectie: 05
Volume: 05
Nummer: ?
Pagina’s: 10-14
Documenten
wat betekent de tweede fase voor litera tuur bij nederlands om een beeld te krijgen van de mogelijkheden die er in de tweede fase zijn als het gaat om literaire vorming geven we in deze bijdrage d e officiel e gegevens van de vakontwikkelgroep nederlands zoals deze aan de stuurgroep tweede fase zijn voorgelegd dit betekent dat er nog wijzigingen denkbaar zijn eerst maar het totaal van het vak domein subdomein havo uur vwo uur literatuur leesdossier literatuurge schiedenis begrippen 140 188 mondelinge taal vaardigheid voordracht groepsdiscussie 40 60 leesvaardigheid analyseren beoordelen 58 60 schrijfvaardig heid gedoc opstel 110 124 taal verschijnse len 12 20 vrije ruimte 40 48 totaal beschik bare tijd 400 500 algemene doelstelling literatuur vwo en havo de kandidaat is in staat op grond van gegevens in en informatie over de tekst de eigen perceptie en waardering van een literair werk toe te lichten on der verwijzing naar de inhoud en vorm van de tekst en voorzover relevant naar de literair historische en sociaal maatschappelijke achtergronden de kandidaat is in staat de eigen literaire belangstelling en ontwikkeling te onderzoeken en die aspecten van literatuur te onderscheiden die al dan niet waardevol zijn voor zijn persoonlijke ontwikkeling 10 wat betekent de tweede fase voor literatuur bij nederlands deze eindtermen worden uitgewerkt in de subdomeinen leesdossier literatuur geschiedenis en literaire begrippen leesdossier 1 de kandidaat kan een leeslijst samenstelle n met tenminste 12 titels van een erkende literaire kwaliteit ze bevat naast proza ook poezie en voor het vwo tenminste 3 werken van voor 1880 voor havo gaat het om 8 resp 2 titels 2 de kandidaat kan strategieen gebruiken waarmee minder direct toeganke lijke teksten of genres benaderd kunnen worden 3 de kandidaat kan relevante informatie verzamelen en selecteren waarbij ook gebruik gemaakt wordt van geautomatiseerde gegevensbestanden 4 de kandidaat kan zijn persoonlijke leeservaring beschrijven verdiepen en evalueren 5 de kandidaat kan de eigen literaire smaakontwikkeling beschrijven en eva lueren in een leesautobiografie en een afsluitend balansverslag 6 de kandidaat kan de neerslag van de eindtermen vastleggen in een leesdos sier literatuurgeschiedenis 1 de kandidaat heeft een overzicht van de hoofdlijnen va n de literatuurge schiedenis dat wil zeggen kennis van de chronologie en de globale kenmerken van de voornaamste pe rioden va n de westerse cultuur in het algemeen en de nederlandse cultuur in het bijzonder voor vwo niet voor havo kennis van belangrijke verschuivingen in de loop der tijd in de literatuur ten aanzien van inhoud vorm en opvattingen 2 vanuit dit overzicht kan de kandidaat gemotiveerd een keuze maken voor de onder leesdossier 1 bedoelde 3 resp 2 literaire werken voor 1880 aan de hand van opdrachten kan de kandidaat deze werken vanuit het literair histori sche perspectief in een leesverslag uitdiepen en verwerken literaire begrippen 1 de kandidaat is in staat bij bovengenoemde activiteiten gebruik te maken van het gangbare begrippenapparaat inrichting van het examen alle drie subdomeinen uit het domein literatuur leesdossier literatuurge schiedenis e n begrippenapparaat worde n samenhangen d getoets t i n ee n schoolexamen middels een gesprek op basis van het leesdossier bepaalde on derdelen ui t het leesdossier kunnen op enig moment voorafgaande aa n dit schoolexamen reeds beoordeeld worden toelichting leeslijst d e werken zijn afkomstig uit het nederlandse taalgebied dus in clusief de vlaamse de surinaamse en de antilliaanse literatuur 11 wat betekent de tweede fase voor literatuur bij nederlands strategieen gebruiken he t is van belang dat de kandidaat bewust leert om gaan met literatuur dat geldt in het bijzonder voor minder direct toegankelijke teksten een strategie is gericht op het leren omgaan met en begrijpen van li teratuur bijvoorbeeld ee n oude tekst een duistere roman of poeziebundel dit bevordert de reflectie op het literaire leesproces en de eigen leeservaring relevante informatie gedoeld wordt op de bekende naslagwerken voor ne derlandse literatuur kritisch lexicon e d als ook op voor leerlingen toegan kelijke letterkundige publikaties bijvoorbeeld diepzee bzzlletin literatuur bulkboek en recensies en besprekingen in dag en weekbladen beschrijven verdiepen en evalueren van eigen leeservaring d e leerlingen krijgen bij elk werk een opdracht die bestaat uit de beschrijving verdieping en evaluatie van de leeservaring de beschrijving is in feite de eerste reactie van de leerling op het werk in het kort motiveert de leerling de boekkeuze beschrijft waa r volgens hem het boek over gaat en geeft een eerste persoon lijke reactie de verdieping is gekoppeld aan een specifieke verwerkingsop dracht bijvoorbeeld bespreking aan de hand van de vakliteratuur of recensies vergelijking met de leeservaring van medeleerlingen karakterisering van de personages analyse van de spanningsopbouw behandeling vanuit de biogra fie va n de schrijver en diens opvattingen vergelijking met andere werken van de betreffende auteur vergelijking met andere auteurs of literaire werken be handeling vanuit literair historische context de kandidaat dient op vele ma nieren te reflecteren variatie in de verdiepingsopdrachten is daarvoor noodza kelijk de evaluatie houdt een eindoordeel in over het boek en een evaluatie van de eigen leeservaring waarbij de leerling aandacht besteedt aan wat hij moeilijk verwarrend of onduidelijk vond leesautobiografie en balansverslag het begin van het leesdossier is de lees autobiografie de kandidaat beschrijft hierin zijn ontwikkeling als lezer in het verleden tot op het moment van de aanvang van de tweede fase het balans verslag is een verslag waarin de kandidaat een pas op de plaats maakt en het eigen leer en leesproces evalueert leesdossier de literaire smaakontwikkeling komt tot stand in een longitu dinaal proces waarin de leerling steeds meer onderscheid leert maken tussen diverse literaire teksten elk met hun eigen kwaliteiten o m dat proces te kunnen begeleiden en beoordelen dient de kandidaat vanaf de aanvang van het literatuuronderwijs in de tweede fase een leesdossier aan te leggen en bij te houden dit leesdossier bevat tenminste een leesautobiografie d e verwer kingsopdrachten een balansverslag en een bibliografie van de gelezen en ge raadpleegde literatuur literatuurgeschiedenis voor zowel het havo als het vwo is gekozen voor een volledig zij het globaal overzicht van de literatuurgeschiedenis voor dit doel is het van belang dat de leerlingen exemplarisch aan de hand van tekst voorbeelden een overzicht hebben gekregen op basis waarvan ze een gemoti veerde keuze kunnen maken voor de oude werken van voor 1880 vervolgens dienen ze de werken zelfstandig in een literair historisch perspectief te plaat sen in zijn algemeenheid betekent dat dat de kandidaat die eigenschappen van 12 wat betekent de tweede fase voor literatuur bij nederlands teksten kan onderscheiden op grond waarvan tijdvakken en stromingen kun nen worden ingedeeld gangbaar begrippenapparaat hieronder verstaan we onder meer algemeen fictie literatuur lectuur thema motief metafoor symbool iro nie literaire stijl poetica proza verteller perspectief verteltijd vertelde tijd fabel sujet vooruitwij zing terugverwijzing ruimte personages genre of tekstsoort poezie bladspiegel wit rijm metrum ritme enjambement dichtvorm het is uitdrukkelijk de bedoeling dat het begrippenapparaat in dienst staat van de reflectie op en de communicatie over literatuur het kan dus niet afzonder lijk worden geexamineerd commentaar van de spl al eerder heeft de stichting promotie literatuuronderwijs gereageer d op de plannen zoals die zijn voorgelegd om te beginnen willen wij onze waardering uitspreken voor de grote zorg vuldigheid waarmee u het onderdeel literatuur hebt benaderd wij zijn ver heugd dat veel van de recente ontwikkelingen in de literatuurdidactiek in uw stuk terug t e vinde n zijn me t name de aandacht voo r de tekstervaring in combinatie met de tekstbestudering en de belangrijke plaats van het leesdos sier hebben ons aangenaam getroffen o p enkele punten willen wi j echter onze zorg uitspreken a in uw stuk blijft he t multi intercultureel onderwij s onbesproken n u op een toenemend aantal scholen voor havo vwo ook in de bovenbouw sprake is van soms meer dan vijftig procent leerlingen met een niet nederlandse achter grond vaak verdeeld over meer dan twintig verschillende nationaliteiten lijkt het ons van groot belang dat hier ruime aandacht aan wordt besteed de moge lijkheid surinaamse en antilliaanse literatuur op de leeslijst te plaatsen zien wij niet als intercultureel onderwijs b naar onze mening is het niet verstandig de leerlingen te veplichten oudere literatuur op de leeslijst te plaatsen het blijft voo r de meeste leerlingen een moeilijke opgave die teksten zelfstandig te lezen en dat leidt vaak tot de oude kwaal van het consumeren van uittreksels of het napraten van secundaire lite ratuur wij zijn grote voorstanders van de behandeling van enkele oudere wer ken maar dan in de klas dit onderdeel behoort ons inziens dus in het hande lingsgedeelte uiteraard betreuren wij het dat deze voorstellen op zeer veel scholen een ver mindering van het aantal uren literatuuronderwijs zulle n betekenen tevens baart het ons zorgen dat de korte leeslijst ertoe zou kunnen leiden dat leerlin gen wel een zeer beperkte kijk krijgen op het totale literaire aanbod ander zijds vertrouwen wij erop dat de door u voorgestelde aanpak de leerlingen zal aanzetten tot verdieping en dat heeft in het kader van de leesbevordering wel licht een gunstig effect 13 wat betekent de tweede fase voor literatuur bij nederlands wij delen deze opvattingen van het bestuur van de spl dat kan men nauwe lijks ander s van ons verwachten waar zoveel ideee n die wij al vijftien jaar propageren in het voorstel van de vog nederlands zijn gerealiseerd ook is zichtbaar dat hetgeen gewonnen werd met de cven naar de geest behouden is gebleven benauwd worden we wel van het geringe aantal uren waarin een en ander moet gebeuren in beide gevallen is sprake van een reductie tot minder dan de helft voor het havo was beschikbaa r 298 uur voor het vwo 488 dat is du s 140 resp 188 geworden wanneer er op nader te formuleren wijze wordt samengewerkt met andere kunstvakken en cultuurgeschiedenis in het kader van culturele en kunstzin nige vorming is er wel wat terug te winnen maar waar al zo geklaagd werd over de kwaliteit van het literatuuronderwijs is het voorlopig nog niet te vat ten hoe deze vermindering kan worden opgevangen namens de redactie wam de moor dees maas 14
Gerelateerd:
- Fictie in de basisvorming, een leerplan
- Een spiegelcurriculum voor communicatief taalonderwijs: een veldaanvraag nader beschouwd
- Verscheidenheid in eenheid en eenheid verscheidenheid. Twaalf docenten Nederlands over hun literatuuronderwijs in de bovenbouw van havo en vwo.
- Het afleiden van woordbetekenissen uit context: een poging deze vaardigheden te trainen.