Publicatie datum: 1985-01-01
Auteurs: Liesbeth Hooijberg, Hans Verweij
Collectie: 03
Volume: 03
Nummer: 2
Pagina’s: 95-106
Documenten
liesbeth hooijberg 8i hans verweij wegwijzer gewogen het voordeel van het wat later verschijnen van een boekbespreking is dat er ervaring kan zijn opgedaan met het te bespreken werk voor ons ligt het didactiekboek van jacques vos en tjitte wierds ma wegwijzer voor het moedertaalonderwijs in het tweede en derdegraadsgebied uitgegeven door educaboek culemborg in 1983 het is door de eerste van de twee besprekers gebruikt in vakdidactiekcolleges binnen de opleiding nederlands mo a van het nutsseminarium in amsterdam de gebruikerservaring vormt de basis van deze bespreking we komen er later op terug 1 beschrijving wegwijzer zoals we het boek in deze bespreking zullen aan duiden is een in fors formaat a 4 uitgevoerd boek van ongeveer 300 pagina s het telt veertien doorgenummerde hoofdstukken ver deeld in twee delen na hoofdstuk 4 begint het tweede deel om een goed overzicht te geven van de onderwerpen die in dit boek worden behandeld nemen we de inhoudsopgave over achtergronden deel 1 1 een leerplan voor moedertaalonderwijs waarom en hoe 2 thematisch werken of cursorisch werken 3 hoe differentieer je 4 heb je de rapporten al klaar deel 2 5 moedertaalonderwijs en groepswerk 6 ideeen voor luisteronderwijs 7 de spreekbeurt 8 taalbeschouwing 9 spelling 10 werken met teksten 95 spiegel 3 1985 nr z 95 106 11 brieven schrijven 12 een leerplan voor literatuuronderwijs 13 verhalen schrijven 14 expressief taalgebruik elk hoofdstuk begint met een omkaderd cursief gedeelte waarin het onderwerp wordt geintroduceerd de indeling van het hoofdstuk wordt uitgelegd en soms ook uitgangspunten worden gegeven de hoofdstukken van deel 2 bestaan voor een substantieel gedeelte soms vrijwel volledig uit lesvoorbeelden en lessuggesties in dit deel staan veel tekeningen schema s en plaatjes in het hele boek staan noten in een zeer breed gehouden linker marge de ruime lay out doet prettig en luxe aan misschien een beetje te voor een studieboek maar doet ook vermoeden dat de auteurs zich wat de inhoud betreft tot het uiterste hebben moeten beperken wegwijzer is bestemd voor docenten en aanstaande docenten moedertaal met name die in het tweede en derdegraadsgebied p 9 aparte aandacht voor deze doelgroep beargumenteren de auteurs met de uitspraak dat de docent die in dit gebied werk zaam is zich geplaatst ziet voor andere problemen dan zijn col lega die les geeft aan een school voor havo of vwo p 9 twee alinea s later volgt een beperking vos en wierdsma richten zich vooral op lbo en mavo en minder op het mbo omdat daarover nog maar weinig is gepubliceerd het deel achtergronden bevat twee passages waarin het doel van het boek op een verschillende manier is verwoord de eerste pas sage bij de de samenstelling van dit boek zijn wij uitgegaan van een sectie die wil werken aan een leerplan voor het moeder taalonderwijs vanuit de dagelijkse situatie zo n sectie ziet zich geplaatst voor een groot aantal praktische vragen die moeten worden beantwoord deze vragen kunnen direct te maken hebben met de lespraktijk hoe leer ik mijn leerlingen brieven schrijven maar ze kunnen ook betrekking hebben op echte leerplanzaken hoe differentieren we werken we thematisch hoe moet je cijfers geven als je gedifferentieerd aan het werk gaat p 10 voor al deel 1 gaat volgens de auteurs op deze vragen in deel 2 geeft een exemplarische uitwerking de tweede passage wij hebben met dit boek vooral de bedoeling gehad de moedertaaldocent in het tweede en derdegraadsgebied een naslagwerk te bieden uit de door ons gegeven lessuggesties spreekt een visie op het moedertaalonderwijs p 11 nu stelt het eerste doel hulp bij het ontwikkelen van een deelschoolwerk plan wel andere eisen aan een boek dan het tweede doel naslag werk we zullen in deze recensie nagaan welk van de twee doelen feitelijk wordt nagestreefd om de beschrijving volledig te maken het boek bevat een meestal toegelichte literatuuropgave per hoofdstuk een overzicht van gebruikte schoolboeken een literatuuropgave auteursregister en een register op onderwerpen 96 2 manier van bespreken er begint zich in spiegel al een kleine traditie te ontwikkelen op het gebied van de bespreking van vakdidactiek handboeken griffioen 1984 p 44 geeft een kader van drie fundamentele vragen die de subjectiviteit van dergelijke besprekingen moet inperken 1 welke opvattingen over taal taalgebruik en taalverwerving liggen aan dit boek ten grondslag 2 welke opvoedkundige en onderwijskundige denkbeelden liggen aan dit boek ten grondslag 3 kan dit boek ook qua presentatie iets voor de praktijk van de lezer betekenen toch aarzelen we om dit beschrijvingsmodel zonder meer toe te passen op wegwijzer in vergelijking met ander handboeken neemt de uiteenzetting van uitgangspunten kwantitatief gezien een zeer kleine plaats in zoals uit de beschrijving hiervoor al blijkt bestaat het leeuwedeel van het boek uit lesvoorbeelden en lessug gesties waaruit de uitgangspunten moeten blijken een bekriti sering van wegwijzer op het punt van te summier geformuleerde uitgangspunten zou niet alleen dit boek maar dit soort boeken veroordelen en tegenstanders van praktijkgerichte didac tiekboeken zijn we beslist niet aan de andere kant geven de auteurs hun produkt meer pretenties mee dan een duur uitgegeven verzameling interkoms een blad met concrete lesideeen ze noemen hun boek een handboek naast onder andere zeggenschap en moedertaaldidactiek daarbij willen ze docenten uit het tweede en derdegraadsgebied meer bieden dan de andere hand boeken juist dit laatste punt is interessant vooral ook omdat er zo n behoefte is aan dergelijke informatie in de opleidingen tot leraar voor dit gebied we vatten dit als eerste punt aan daarna bespreken we de expliciete uitgangspunten met alle kant tekeningen die we hierboven plaatsten vervolgens bekijken we of de lessuggesties en lesvoorbeelden inderdaad in het kielzog van de uitgangspunten zitten om deze bespreking niet al te lang te maken nemen we daarna twee hoofdstukken om wat verder te bespre ken een nieuw element in boekbesprekingen brengen we in door een gebruiksgeschiedenis te schetsen waarom werd dit boek gekozen en hoe werd het gebruikt in een opleiding we eindigen met een aantal aanbevelingen voor gebruikers onderzoekers en schrijvers 3 een didactiek voor mavo en lbo wegwijzer pretendeert een handboek te zijn voor het moedertaal onderwijs in het mavo en lbo het bestaansrecht van dit boek naast alle andere handboeken wordt daaraan zelf ontleend we moe ten helaas constateren dat deze pretentie niet wordt waargemaakt wegwijzer is hooguit een boek dat door de concrete aanpak en de 97 vele voorbeelden meer aanslaat bij docenten uit mavo en lbo dan om maar een paar willekeurige voorbeelden te noemen zeggenschap en moedertaaldidactiek de onderwijzende duizend poot uit mavo en lbo die vaak meer vakken moet geven dan alleen nederlands wordt door vos en wierdsma nadrukkelijk tot hun doel groep gerekend p 9 omdat deze docenten waarschijnlijk niet tot de vakdidactische voorhoede behoren kiezen vos en wierdsma voor een compromis tussen traditie en vernieuwing tot zover de docentengroep waarop zij zich richten over de leerlingen van de genoemde schooltypen zeggen vos en wierdsma het volgende ze hebben behoefte aan een duidelijke gestructureerde manier van werken meer dan leerlingen uit het eerstegraadsgebied van groot belang is het op de motivatie van de leerlingen te letten en ze op verschillende manieren te laten leren toelichting hierbij wij realiseren ons dat het hier gaat om leerlingen die in hun onderwijsverleden vaak al een negatieve selectie hebben meegemaakt dit heeft het vertrouwen in het eigen kunnen meestal niet vergroot ze vinden vaak van zich zelf dat ze niet kunnen leren p 10 over het moedertaalonderwijs staat in de achtergronden ver meld moedertaalonderwijs moet een duidelijke band hebben met de ervaringen van leerlingen en taalverschijnselen die de leraar aan de orde wil stellen moeten bij voorkeur worden ontleend aan de eigen omgeving van de kinderen in werksituaties op school moeten leerlin gen hun eigen taal streektaal thuistaal kunnen gebruiken p 11 een mager geheel van algemeenheden nog leger gemaakt door bepa lingen als vaak en meestal het eerste deel van wegwijzer zie de inhoudsopgave hiervoor behandelt enkele onderwijskundige en vakdidactische zaken ook daarin komen de leerlingen de leraren noch de kenmerken van mavo en lbo verder aan bod kenmer kend is bijvoorbeeld dat de opmerking over het onderwijsverleden van veel leerlingen die al een heel proces van negatieve selec tie achter de rug hebben totaal niet terugkeert in het onderdeel over cijfers geven voor veel leraren is de indeling in a b en c niveau een jaarlijks terugkerend enorm probleem deze leraren zullen zich nauwelijks gesteund voelen door het feit dat vos en wierdsma dit ook een lastige kwestie vinden p 23 waarmee we aan willen geven dat wegwijzer geen onderwijskundige verankering heeft in het tweede en derdegraads gebied vos en wierdsma geven daarentegen een verzameling les voorbeelden en lessuggesties die naar hun mening geschikt zijn voor mavo en lbo wat zouden we dan willen een boek dat wel een onderwijskundige verankering heeft in het doelgebied zo n boek zou moeten begin nen met een voornamelijk beschrijvend hoofdstuk lesgeven in mavo en lbo waarin informatie zou moeten staan over 98 de leerlingen maatschappelijke positie van de jongeren die deze schooltypen bevolken hun sociale herkomst en hun voor land waar komen ze terecht na het examen hun belangstelling voor zaken binnen en buiten de school hun houding ten op zichte van leren en school het is erg gemakkelijk op te mer ken dat de mavo of de lbo leerling niet te omschrijven is p 10 en het daarbij te laten rubin 1976 en dieker man 1982 hebben laten zien dat het heel goed mogelijk is veel zinvolle informatie te geven van daaruit conseguenties te vinden voor het moedertaalonderwijs is een geweldige uitda ging die soms in vakdidactiekcolleges op lerarenopleidingen wordt aangegaan de plaats van het vak in deze schooltypen de eindexameneisen de lessentabel de relatie van het vak nederlands tot andere vakken wat in het boek te weinig naar voren komt is dat nederlands een vak is met een heel ander karakter in het alge meen vormend onderwijs als het mavo het algemeen beroeps onderwijs als het lbo of het werkelijk beroepsgerichte onder wijs als het mbo het leerplan voor nederlands moet passen in het leerplan van de school in het mbo kan nederlands een sterke beroepsgerichte component bevatten door aan te sluiten bij praktijk en werkstukopdrachten van andere vakken in mavo en lbo scholen krijgt nederlands weer een ander inkleu ring kritische reflectie gaat op deze manier niet verloren maar ontstaat daarentegen pas wanneer in het vak nederlands het totale opleidingsperspectief serieus genomen wordt specifieke vragen om hulp en assistentie die de leraar neder lands in deze schooltypen bereiken hierbij zou een tweetal onderwerpen aan de orde kunnen komen die tot onze verwondering in wegwijzer geheel ontbreken namelijk de taak van de leraar nederlands ten opzichte van kinderen die van oorsprong anderstalig zijn en de taak van de leraar nederlands ten op zichte van kinderen met lees en schrijfproblemen in beide gevallen gaat het als gevolg van selectiemechanismen vooral in de zogenaamde lagere stroom van het voortgezet onderwijs om een aanzienlijke groep stellen we te hoge eisen aan dit vakdidactiekboek we vinden van niet met het noemen van een specifiek doelgebied leggen vos en wierdsma zichzelf de eis op hun vakdidactiek te verant woorden ten opzichte van dat doelgebied in feite plegen we alleen maar een titelanalyse en ontlenen daaraan eisen een boek dat gaat over moedertaalonderwijs in het tweede en derdegraadsgebied moet niet alleen over moedertaalonderwijs gaan maar ook over het tweede en derdegraadsgebied en vooral een relatie tussen die twee zaken leggen los nog van het feit dat je van een dergelijk boek ook een visie op het moeder taalonderwijs in de genoemde schooltypen kunt verwachten 99 4 welke weg wijst wegwijzer bij sommige andere didactiekboeken lijken de lesvoorbeelden bedoeld om de uitgangspunten toe te lichten bij vos en wierdsma is het andersom uit de door ons gegeven lessuggesties spreekt een visie op het moedertaalonderwijs p 11 daarna wordt toch zij het uiterst summier ingegaan op de uitgangspunten we vatten deze expliciete uitgangspunten samen zie p 11 1 moedertaalonderwijs moet een duidelijke band hebben met de ervaringen van leerlingen 2 aansluitend bij de veranderingen in het moedertaalonderwijs ligt de nadruk in dit boek op taalvaardigheid 3 taal is niet alleen communicatie maar ook expressiemiddel 4 leerlingen moeten tijdens hun schoolloopbaan regelmatig kunnen reflecteren op hun eigen taalgebruik en taalgebruik in het algemeen daarom wordt er in dit boek plaats ingeruimd voor taalbeschouwing daartoe behoort ook de traditionele spraak kunst over de gemeenplaats in 1 noch over het wonder van redeneerkunst in 4 willen we het hier hebben veel opvallender vinden we dat deze uitgangspunten zo zijn geformuleerd dat ze het opnemen van bepaalde vakonderdelen expressie of een nadruk die gelegd wordt taalvaardigheid rechtvaardigen het zijn geen uitgangspunten die als een rode draad door het hele boek lopen ze hebben hun functie gehad bij het beargumenteren van de inhoud van het boek en dat lijkt hun enige functie te zijn de visie van vos en wierdsma blijft impliciet de titel van het boek lijkt dan ook bij uitstek verkeerd gekozen allerlei andere passages onderstrepen onze mening dat vos en wierdsma geen duidelijke visie willen geven in hun boek wij zijn voorstanders van onderwijsvernieuwing maar wij hebben er oog voor dat veel docenten niet van de ene op de andere dag op een totaal andere wijze kunnen en willen functioneren wij geven informatie over nieuwe ontwikkelingen die zich bij het moeder taalonderwijs hebben voorgedaan daarnaast proberen wij echter zoveel mogelijk rekening te houden met de situatie in veel scholen hierdoor heeft ons boek misschien wat al te veel een compromiskarakter gekregen wij hebben daar vrede mee p 9 in de zinnen hierna wordt op een twijfelachtige manier schools en gestructureerd onderwijs aan elkaar gelijk gesteld vanuit het bovenstaande zal het niet erg verrassend zijn dat vos en wierdsma het begrip normale functionaliteit verwerpen als een soms wat modieus etiket p 12 5 de opbouw van het boek de veertien hoofdstukken van wegwijzer zijn zoals gezegd ingedeeld in twee delen in deel 1 staan vier hoofdstukken die gericht zijn op leerplanontwikkeling in deel 2 bespreken vos en 100 wierdsma het directe lesgeven vooral in de hoofdstukken die in dit deel zijn ondergebracht doen ze veel lessuggesties die exemplarisch bedoeld zijn het vijfde hoofdstuk moedertaalonderwijs en groepswerk is het eerste van de hoofdstukken die gericht zijn op het lesgeven in de inleiding op dit hoofdstuk p 101 verantwoorden vos en wierdsma dat ze discussieren en groepswerk in een hoofdstuk onderbrengen wanneer we leerlingen in groepen laten werken houdt dit in dat zij beschikken over voldoende discussievaardig heid het zou in sommige gevallen zelfs verkeerd kunnen werken als tussen discussieren en groepswerk een al te nadrukkelijk onderscheid wordt gemaakt bij de leerlingen kan dan namelijk de misvatting postvatten dat het er bij groepswerk om zou gaan samen een oplossing voor een probleem te vinden terwijl het bij dis cussieren in de eerste plaats belangrijk zou zijn je tegenstander te overtroeven p 101 in 5 1 worden achtergronden behandeld onderverdeeld als volgt 5 1 1 groepswerk is leren samenwerken 5 1 2 waarom groepswerk 5 1 3 groepswerk is zeer complex vooral in de lagere klassen willen vos en wierdsma groepswerk leren samenwerken en leren discussieren zien als gelijk aan elkaar waarbij ze de voorkeur geven aan de middelste aanduiding in de rest van dit korte paragraafje beginnen ze met de beant woording van de waarom vraag bij het moedertaalonderwijs leren de leerlingen vaardigheden te beheersen die zij ook nodig hebben bij andere vakken die op school worden gegeven p 102 de rest van het antwoord op de waarom vraag is in het volgende para graafje te vinden kennis en vaardigheden kunnen worden geoefend aangeboden leerstof kan worden verwerkt nieuwe onderwerpen en thema s kunnen worden onderzocht de leerlingen leren samenwerken p 102 en verder kan groepswerk bijdragen tot de democratisering van het onderwijs de leerlingen staan centraal en niet langer de leraar juist vanwege deze antwoorden vinden wij dat dit hele hoofdstuk eigenlijk in het eerste deel thuishoort het deel over leerplan ontwikkeling de keuze voor groepswerk is een principiele en even fundamenteel als het kiezen voor thematisch onderwijs of voor een bepaalde manier van differentieren tussen die twee hoofdstukken thematisch werken en differentiatie was de meest logische plaats geweest ook voor vos en wierdsma is moedertaalonderwijs in eerste instan tie communicatie onderwijs p 32 toch behandelen ze in aparte hoofdstukken het discussieren in het hiervoor genoemde hoofdstuk over groepswerk het luisteren hoofdstuk 6 de spreekbeurt hoofdstuk 7 de traditionele deelvaardigheden worden gescheiden gepresenteerd terwijl er zeker wanneer je thematisch werken ook uitgebreid naar voren brengt alles voor te zeggen valt om al die 101 aspecten van de communicatie meer geintegreerd aan de orde te laten komen in zeker zin geldt deze opmerking ook voor de aandacht die vos en wierdsma besteden aan het literatuuronderwijs enerzijds de receptieve kant van taalexpressie en aan verhalen schrijven en expressief taalgebruik anderzijds de produktieve kant van taal als expressiemiddel een gemiste kans lijkt ons temeer daar in het produktieve hoofdstuk wel veel opmerkingen worden gemaakt over de receptieve kant vermoedelijk speelt hier het compromis karakter van het boek een rol 6 een paar hoofdstukken nader bekeken we willen nu een paar hoofdstukken uit wegwijzer wat uitgebrei der bespreken maar vooraf nog een algemene opmerking over de hoofdstukken wat opvalt is namelijk dat de hoofdstukken niet dezelfde interne structuur hebben sommige hoofdstukken beginnen na de cursief gedrukte inleiding met theoretische achtergronden 7 of uitgangspunten 11 of vra gen 12 literatuuronderwijs andere starten na de inleiding meteen met lesideeen bij sommige hoofdstukken doen de auteurs een poging tot verantwoording vooraf bij andere achteraf ter wijl bij enkele hoofdstukken een dergelijke poging ontbreekt het is jammer dat vos en wierdsma niet hebben geprobeerd de hoofd stukken volgens een vaste structuur op te bouwen dat zou de overzichtelijkheid van het boek zeer ten goede zijn gekomen hoofdstuk 14 draagt de titel expressief taalgebruik maar de aandacht voor expressief taalgebruik wordt versmald tot de aan dacht voor werken met poezie de titel is dus niet adequaat in de inleiding op dit hoofdstuk wordt het onderdeel drama nog even genoemd over het onderdeel drama zouden we een heel hoofdstuk kunnen schrijven we hebben besloten dat niet te doen veel goede suggesties voor dit onderdeel zijn al verschenen terwijl aan het werken met gedichten in ons land minder aandacht is besteed p 277 dat is jammer maar waarschijnlijk een noodzakelijke afweging door de beperkte omvang van het boek maar vervelend is het dan wel dat er nauwelijks literatuur over drama wordt genoemd het hoofdstuk is als volgt opgebouwd 14 1 creativiteit 14 2 moet je steeds creatief lesgeven 14 3 werken met poetische teksten het aardige van de lessuggesties is dat veelal de receptie en de produktie van poezie aan elkaar gekoppeld worden en dat ook de relatie tekst beeld een plaats krijgt de lessuggesties zijn geordend naar leerjaar al noemen de auteurs deze indeling uiterst flexibel in dit hoofdstuk zijn ze niet bepaald verras send voor wie de meest voor de hand liggende literatuur op dit gebied kent koch 1971 portegies zwart 1975 dijkstra e a 102 1973 maar we vinden dat niet erg belangrijk ze zijn duidelijk beschreven en de indeling in jaren is minstens een discussie waard jammer is dat het boekje van willem wilmink over lezen en schrijven van poezie niet is gebruikt wilmink 1983 en dat geen overzicht wordt gegeven van allerlei speciaal voor jongeren samengestelde bundels gedichten zoals die van fens 1979 in de inleiding op het zesde hoofdstuk ideeen voor luister onderwijs stellen de auteurs zichzelf vragen als wat is luisteren precies is een luisterles niet erg onnatuurlijk is leren luisteren niet veel meer leren concentreren of leren onthouden moet luisteronderwijs niet altijd verbonden worden met spreek onderwijs omdat beide in de praktijk van alledag ook samen gaan pp 117 118 deze vragen worden niet beantwoord in een onderdeel theoretische achtergronden dit hoofdstuk start daarentegen meteen met les voorbeelden vos en wierdsma geven wel een visie op luister onderwijs het onderwijs in luisteren dient onzes inziens gege ven te worden in situaties die zoveel mogelijk overeenkomen met maatschappelijke momenten van luisteren ofwel in zo volledig mogelijke communicatieve situaties p 122 ook normale func tionaliteit als criterium wordt genoemd uitdrukkelijk naast andere criteria waarom hier trouwens wel en in de andere hoofd stukken niet de lesideeen ademen echter de sfeer van elck wat wils wat versterkt wordt door het feit dat in dit hoofdstuk veel lesideeen staan geformuleerd in een of twee zinnen zonder bijvoorbeeld een lesdoel we geven een staaltje geluiden en korte fragmenten herkennen aandachtig luisteren bevorderen neem bijvoorbeeld fragmenten van radio en televisie programma s op en laat leerlingen die herkennen wat wil hij nu eigenlijk van me gericht luisteren naar een ver zoek in een verhaal kun je me de weg wijzen een routebeschrijving geven de be schrijving wordt achteraf gecontroleerd p 125 een compliment verdient de literatuuropgave bij dit hoofdstuk die uitgebreide annotaties bevat een dergelijke lijst is binnen opleidingen bruikbaar voor scriptieschrijvers maar ook verhel derend voor de lezer die zich verder wil inlezen 7 een gebruiksgeschiedenis een van ons werkt met wegwijzer in een opleiding nederlands mo a voor dit boek is op vrij pragmatische gronden gekozen het was het meest recente boek dat voor de cursus 1984 1985 gekozen zou kunnen worden waardoor de literatuurverwijzingen ook heel recent zijn het bevat veel literatuurverwijzingen in feite een vrij uit 103 voerige geannoteerde bibliografie per onderwerp het compli ment van hierboven geldt ook voor de andere hoofdstukken het is qua omvang geheel te gebruiken in de geringe hoeveel heid tijd die in een mo opleiding gereserveerd is voor vakdi dactiek gedurende de vierjarige opleiding in het tweede jaar l i in het derde 1 in het vierde jaar uur per week op jaar basis totaal dus 2 uur het bevat veel in feite voornamelijk lessuggesties waarnaar de studenten in verband met hun stages zeer dorstig zijn het richt zich expliciet op het tweede en derdegraadsgebied de ervaringen na een jaar werken met een tweedejaars een derde jaars en een vierdejaarsgroep zijn als volgt de studenten die al onderwijs of stage ervaring hebben vinden het boek te redun dant er staat te vaak hetzelfde in de studenten die nog vol strekt geen kijk op de praktijk hebben vinden het boek onduide lijk vaag en abstract dit vermindert overigens wanneer ze zelf een of meer van de lesideeen hebben uitgeprobeerd er wordt in deze colleges niet alleen met wegwijzer gewerkt naast dit boek werken we met een aantal schoolboeken talent taal vandaag en functioneel nederlands om te zien hoe bestaande methodes gestalte geven aan de verschillende aspecten van het moedertaalonderwijs ook artikelen uit vooral moer en levende talen worden als aanvulling gebruikt evenals gedeeltes uit griffioens tegenspraak griffioen 1982 het voordeel van het feit dat uit wegwijzer niet direct een kristalheldere visie op het moedertaalonderwijs blijkt is dat studenten hun kritisch inzicht kunnen scherpen aan het boek van een leraar die fouten maakt kun je ook veel leren dat is natuurlijk geen reden geweest om het boek in te voeren maar meer een manier om te roeien met die riemen die je hebt misschien is een ander voordeel dat het boek de docent of student die het leest alle ruimte biedt om zijn haar eigen onderwijsvisie in te vullen te gebruiken uit het boek wat daarmee in overeen stemming is en weg te laten wat niet past een van de doelstellingen van het boek we citeerden die in het begin van deze bespreking was dat het een docententeam hulp zou kunnen bieden bij het ontwikkelen van een deelschoolwerkplan wegwijzer biedt hiervoor veel materiaal en zet in een aantal hoofdstukken veel relevante vragen op een rijtje maar aan de andere kant is het boek te weinig systematisch alleen voor lite ratuuronderwijs wordt de zaak voldoende uitgewerkt en te weinig coherent wat dit laatste punt betreft wegwijzer is een slecht voorbeeld voor leerplanschrijvers 8 conclusies en aanbevelingen ons eindoordeel over het boek willen we graag geven in de vorm van een aantal aanbevelingen aan verschillende mensen aan docen ten in het doelgebied aan studenten in opleiding aan opleiders 104 onderzoekers op het gebied van de vakdidactiek en aan schrijvers in deze sector leraren uit mavo en lbo willen we aanraden dit boek als ideeen bron en naslagwerk te gebruiken vanuit de eigen visie op het vak er staan veel aardige lesideeen in in vrijwel alle hoofd stukken we noemen met name de hoofdstukken over brieven schrij ven taalbeschouwing en literatuuronderwijs ook voor studenten is dit boek een bron voor lesideeen al is het erg belangrijk dat goed wordt gereflecteerd op de doestellingen een groeiend kritisch inzicht moet op den duur leiden tot een gemotiveerde keuze uit dit boek voor beide groepen geldt dat het boek een uitstekende documentatiegids is door de geannoteerde bibliografie per hoofdstuk opleiders willen we aanraden dit boek zeker niet als enig materiaal te gebruiken in vakdidactiek colleges belangrijk is dat er een coherente visie tegenover wordt geplaatst waarvoor bijvoorbeeld tegenspraak erg geschikt is juist de onvolkomenheden van het boek kunnen het kritisch inzicht van de studenten prikkelen de lesideeen gaan pas echt leven voor de studenten wanneer ze zijn uitgevoerd onderzoekers willen we suggereren eens te gaan kijken naar de selectie van handboeken en het gebruik ervan uit zo n onderzoek kan nuttige informatie komen voor toekomstige schrijvers van handboeken misschien een aardig scriptie onderwerp schrijvers en potentiele schrijvers van handboeken willen we vooral wijzen op de verschil lende inkleuring van het vak nederlands in mavo lbo en mbo vooral de positie van het vak nederlands in het mbo en een adequate didactiek voor het vak in dit schooltype bestaat op dit moment nog niet amsterdam juni 1985 bibliografie e diekerhof leren wat moet je ermee over jeugdcultuur en onderwijs muiderberg coutinho 1982 p dijkstra e a creatief taalonderwijs purmerend muusses 1973 k fens ed goedemorgen welterusten gedichten voor kinderen en andere volwassenen gekozen door kees fens amsterdam querido 1979 j griffioen tegenspraak handelingsorientaties voor de leraar nederlands in het voortgezet basis onderwijs groningen wolters noordhoff 1982 105 j griffioen h damsma zeggenschap grondslagen en een uitwerking van een didactiek van het nederlands in het voortgezet onderwijs groningen wolters noordhoff 2de herz en verm dr 1978 k koch wishes lies and dreams new york vintage books 2de dr 1971 leidse werkgroep moedertaaldidactiek moedertaaldidactiek een handleiding voor het voortgezet onderwijs muiderberg coutinho 1980 f portegies zwart poezie als kinderspel amsterdam 1975 l b rubin pijn en moeite hoe arbeidersgezinnen leven baarn ambo 1976 w wilmink koen maak je mijn schoen willem wilminks schriftelijke cursus dichten bussum van holkema en warendorf 1983 eerder gepubliceerd in vrij nederland de blauw geruite kiel 106