Wie leest wat? Bedenkingen bij het lezen in niveaugroepen volgens het AVI-project.

Publicatie datum: 1988-03-01
Collectie: 18
Volume: 18
Nummer: 2
Pagina’s: 84-90

Documenten

wie leest wat bedenkingen bij het lezen in niveaugroepen volgens het avi project samenvatting elke lagere school die met haar tijd mee wil zijn hee ft sinds enkele jaren het lezen in niveaugroepen ingevoerd door geregeld te oefenen en te trainen in kleine leesgroepen wil men de technische lees vaardigheid opvoeren om zichtte krijgen op het verworven leesniveau zijn een aantal leestoetsen voorhanden meestal gebruikt men de leestoetsen van het avi project analyse van individualise ringsvormen het geheel steunt op de leesindex a van brouwer voor de berekening van de moeilijk heidsgraad van een leestekst naast de leestoetsen is materiaal ontworpen dat aan deze lf de niveaus beantwoordt onderzoek wijst uit dat de onderbouw op losse schroeven staat 1 zijn de avi leestoetsen betrouwbaar de leestoetsen zijn niet allemaal genormeerd met de factor tekstlengte werd vrijwel geen rekening gehouden er rijzen heel wat bezwaren tegen de scoring omdat leessnelheid onlosmakelijk aan het foutenaantal gekoppeld wordt 2 naast de leesindex a spelen een aantal factoren mee die het leesgemak bein vloeden toch is het zo dat de aanpak didactisch verantwoord is 1 wie in een kleine leesgroep terecht komt krijgt heel wat meer kansen om zijn lees vaardigheid te oefenen 2 door de indeling in negen niveaus worden de leesmoeilijkheden stapsgewijze over wonnen 3 met enkele eenvoudige technieken is het mogelijk om een moeilijkere tekst opnieuw te schrijven en tot een leesbaar geheel te bewerken vooral voor oudere leerlingen met leesproblemen is dit van belang leesgroepen niveaulezen of lezen in vorderingengroepen hee ft sinds enkele jaren ingang gevonden in het lager onderwijs bij die aanpak staan differentiatie en individualisering centraal de leerlingen worden op basis van een bereikt leespeil in kleine g ro epen ingedeeld en krij gen aangepaste leesstof aangeboden de bedoeling is dat ze de leestechniek oefenen door vlot en correct te leren lezen dergelijke aanpak is alleen maar mogelijk als er een duidelijk beeld is van het bereikte leespeil van elke leerling en van de leesklas 84 vonk 1988 18de b nr 2 daartoe zijn een aantal meetinstrumenten voorhanden de een minuut test van brus en voeten berkhout nijmegen door het lezen van los se woorden gedurende een minuut krijgen we zicht op de woordsynthese de differentiele zinnenleestest van dommerholt wolters noordhoff groningen de leerlingen lezen losstaande zinnen die alsmaar langer worden en moeilijkere lange re woorden bevatten de avi toetskaarten vooral de avi toetskaarten verdienen onze aandacht omdat ze behalve de plaatsing in een bepaald leesniveau ook leesstof aanbieden die bij dat leesvaardigheidsniveau past de avi niveaus de avi toetskaarten zijn ontwikkeld op het katholiek pedagogisch centrum in den bosch in het kader van het project analyse van individualiseringsvormen ze zijn onderverdeeld in negen niveaus die met de moeilijkheidsgraad van teksten over eenstemmen de berekening ervan is gebaseerd op de leesindex a van brouwer bij elk niveau horen twee toetskaarten a en b b is gelijkwaardig aan a en is bedoeld als paralleltoets de toetskaarten zijn evaluatief bedoeld d w z dat we toetskaart 4 voorleggen aan leer lingen waarvan we verwachten dat ze niveau 4 beheersen en eventueel naar niveau 5 doorkunnen bijlage 1 uit de normtabel bijlage 2 lezen we af dat leesniveau 4 bereikt is als de leerling de kaart leest in minder dan 1 min 15 sec en daarbij niet meer dan twee fouten maakt de leerling nog in niveau 4 moet blijven oefenen als de leestijd ten hoogste 1 min 30 sec bedraagt en als het aantal fouten niet meer dan vier is niveau 4 niet bereikt is als de leerling meer dan 1 min 30 sec leestijd nodig hee ft of meer dan vier fouten leest dan moet de leerling in een lager niveau oefenen avi sterk en zwak het avi project hee ft in zekere mate de aanpak van het leesonderwijs beinvloed de afneming van de leestoetsen gebeurt met het oog op de plaatsing in een leesgroep waar alle lezers een zelfde peil bereikt hebben de leerkracht kan de toetsen zelf afne men soms gebeurt de afneming met externe hulp remedial teacher ambulante leer kracht schooldirectie p m s centrum e d aansluitend is leesstof voorhanden die past bij het bereikte leesvaardigheidsniveau verschillende uitgeverijen publiceerden lees boeken geordend volgens de negen leesniveaus ook geven de avi lijsten een duidelijk beeld over de leestechnische moeilijkheid van kinderboeken in veel scholen is dan ook een avi bibliotheek ingericht met enige vaardigheid is het mogelijk om zelf teksten op nieuw te schrijven naar een zekere graad van leesbaarheid toe de avi leestoets is zowel criterium als normgericht de toetsen geven niet alleen een antwoord op de vraag op welk niveau en in welke leesboekjes een leerling moet lezen maar bieden ook de mogelijkheid om te oordelen of de score slecht middelmatig of goed 85 is in vergelijking met die van de normale leeftijdsgenootjes bijzonder waardevol is dat de diagnostiek behandelingsgericht is toch vertoont het avi systeem enkele zwakkere punten 1 is de leesindex a een voldoende betrouwbare maat om de moeilijkheidsgraad van een tekst te berekenen 2 is de koppeling van de leestijd aan het aantal fouten voldoende relevant hoe moeilijk is een tekst de berekening van de leesindex a l i a is vrij eenvoudig na een steekproef uit een tekst tellen we het aantal zinnen het aantal woorden per zin het aantal lett ergrepen per woord met die gegevens berekenen we de gemiddelde zinslengte zl door het totaal aantal woorden te delen door het aantal zinnen de gemiddelde woordlengte wl door het totaal aantal le ttergrepen te delen door het aantal woorden de gehanteerde formule is leesindex a 195 213 wi 72 zi van de constante 195 trekken we af 213 van de gemiddelde woordlengte te berekenen per 100 woorden 2 keer de gemiddelde zinslengte de verdeling in de 9 leesniveaus sluit aan op onderscheiden leesindexen bijlage 3 een eerste probleem bij de toetskaarten hoort een normtabel waarmee de leerkracht de prestatie als goed voldoende of onvoldoende beoordeelt deze beslissing leidt tot de plaatsing in een leesgroep waar leesstof van een bepaalde moeilijkheid aangeboden wordt of die beslissing juist is hangt in grote mate af van de betrouwbaarheid van de toets de eerste normen van 1974 werden he rz ien in 1977 met de vermelding dat de normen voor niveaus 5 tot en met 9 voorlopig zijn immers alleen voor de lagere niveau werd een ijkingson derzoek opgezet de andere normen zijn hieruit afgeleid daarbij komt nog dat hoofdzakelijk de leestijd het snelheidsapect in aanmerking kwam de nauwkeurigheid van het lezen i c het aantal en de soorten fouten werd niet nader onde rz ocht j j beishuizen e a 1983 86 een tweede probleem in de volgorde van de avi toetskaarten spelen volgende criteria een rol de woordlengte de zinslengte en de tekstlengte de leesindex a wordt wel geleidelijk kleiner de teksten worden dus leestechnisch moeilijker maar vooral de toename van de tekstlengte ver toont een onregelmatig verloop we kunnen immers verwachten dat iemand die alsmaar beter leest ook binnen een bepaalde tijdsspanne een langere tekst aankan een derde probleem er rijzen nogal wat bezwaren tegen de koppeling leessnelheid en aantal fouten nog maals het voorbeeld van leesniveau 4 als een leerling toetskaart 4 leest in 2 minuten en daarbij 2 fouten maakt hoort hij niet thuis in die groep omdat hij te langzaam leest als een andere leerling toetskaart 4 in 1 minuut leest en daarbij 8 fouten maakt hoort die er niet thuis omdat hij te veel fouten maakt als we allebei de leerlingen in niveau 3 onder brengen bestaat de kans dat de leesgroep onevenwichtig wordt door de verschillende aard van de leesproblemen onderzoek wijst uit dat de moeilijkheden van kaart tot kaart verschillen voor toetskaart 5 is de tijdsdruk enorm groot nl 1 minuut voor andere kaarten weegt de foutenlast zwaarder nl toetskaarten 1 6 en 7 j j beishuizen e a 1983 hieruit besluiten we dat we terecht twijfels mogen hebben over de waarde van de avi toetskaarten als plaatsingsinstrument cijfers zeggen veel maar we kunnen ons de vraag stellen of het leesmateriaal dat tot een avi niveau behoort wel allemaal even moeilijk is is een avi toetskaart wel voldoende representatief voor een hele reeks van boeken de leesindex a is een puur wiskundige bewerking met taalma teriaal als basisgegeven de bewerkingen voeren we uit op aantallen zinnen woorden en lettergrepen toch bestaan er nog heel wat andere kenmerken die bepalend zijn voor de leesbaarheid van een tekst 1 het herkenningseffect de leesindex a houdt geen rekening met de herhaling en herkenning van woorden als bepaalde woorden veel voorkomen worden ze na een tijd herkend en niet meer gelezen de top twintig uit het geschreven nederlands zijn de eenlettergrepige woorden de van een en het in is te niet met op dat die voor hij ik zijn was aan ook de tien frequentste zelfstandige naamwoorden zijn mensen tijd man jaar plaats vrouw leven dag aantal werk 87 2 de zinsbouw de complexiteit van de zinsbouw en de woordvolgorde bepalen ook de leesbaarheid een lange zin hoeft daarom nog niet altijd ingewikkeld te zijn voorbeeld de trein bolde net iets te laat het station binnen net iets te laat bolde de trein het station binnen in de eerste zin koppelen we meteen twee zinsdelen aan mekaar nl de trein en bolde die beperken de verdere gedachtengang van de zin en voorspellen in zekere zin het sta tion hier spreken we van de anticipeerstrategie van der ley 3 de betekenis van de woorden de betekenis van de woorden bepaalt het leesbegrip en dus ook de correcte verklanking ervan voorbeeld de kabouters wensen sneeuwwitje wel te rusten wat is het kwadraat van pi de leesindex a van de eerste zin is lager langere woorden maar gelet op de betekenis is die zin toch makkelijker dan de tweede 4 de inhoud en de tekstsoort hier spelen heel wat factoren mee o m of het om een verhaal of een beschrijving gaat verhalen lezen makkelijker de tekst moet in de belangstellingssfeer van de leerlin gen liggen ook de omvang van het boekje of de tekst kan de leerlingen afschrikken of aanmoedigen blij ft het einde in zicht de omgeving en het leesdoel beinvloeden het leesgemak on gunstig 5 de voorkennis en de context voorkennis is rechtstreeks met de leesact verbonden wie heel wat over sport weet bij voorbeeld zal ook met veel meer gemak het relaas over een sportgebeurtenis lezen en geen twee lezers hebben dezelfde voorkennis er worden minderfouten gemaakt als het gaat om een tekst waarover de lezer een zekere voorkennis hee ft birkmire 1985 6 de belangstelling de belangstelling speelt dermate mee dat leerlingen in staat zijn een tekst te lezen die normaal gezien boven hun niveau ligt op voorwaarde dat het onderwerp ze interesseert balwin e a 1985 7 de typografie en de lay out de typografie en de lay out bepalen het leesgemak er zijn makkelijk leesbare le tt ertypen en moeilijk herkenbare le tt ergroo tt e witruimte en regelbreedte beinvloeden de oogbe wegingen de illustraties ondersteunen versnellen of verstoren zelfs het tekstbegrip 88 hoe leesbaar is die tekst wel op basis van de leesindex a en rekening houdend met recente gegevens van hau wermeiren 1980 is het mogelijk om een tekst die moeilijk leest opnieuw te schrijven in een makkelijkere versie dat aspect wordt uitgewerkt in een volgend artikel deze tech niek is enorm belangrijk voor wie leesbaar materiaal wil aanmaken voor oudere leerlin gen met leesproblemen hier rijst immers een dilemma teksten die ze wel graag zouden lezen zijn leestechnisch te moeilijk en teksten die leestechnisch haalbaar zijn vinden ze niet interessant omwille van bijvoorbeeld de te kinderlijke aspecten ervan besluit niettegenstaande de tekortkomingen en de beperkingen is de kloof tussen onderwijs praktijk en diagnose van eventuele leermoeilijkheden iets kleiner geworden als het lees niveau bepaald is kan onmiddellijk aangepast materiaal aangeboden worden dat de moeilijkheden stap voor stap helpt overwinnen daarenboven biedt de aanpak in kleine leesgroepen voor elk kind meer kansen om vlotte leren lezen immers wie vlot technisch kan lezen maakt de weg vrij voor begrip en plezier in lezen jackie bourlez strandlaan 77 8460 koksijde eric meurisse p a universitaire campus 8500 kortrijk bibliografie beishuizen j j hamaker c van hout wolters b koster k b onderwijsleerprocessen tekst verwerking problemen oplossen p en leermoeili kheden vereniging g g voor onderwijs research swets en zeitlinger 1983 i t boonstra drs h h het didactisch lees spelling onderzoek pedireeks uitgeverij bekadidact baarn bourlez j gilte e meurisse e lees v uur 1 en 2 handleiding dnb uitgeverij pelckmans kapellen 1986 brouwer r h m onderzoek naar de leesbaarheid van nederlands proza in pedagogische studien 1963 40 brus b th en voeten m l m een minuut test berkhout nijmegen 1979 de jonghe c j van dijk j g j moderne leesvormen malmberg den bosch 1977 dekkers p werkplan taal 1 voortgezet lezen malmberg den bosch 1979 dommerholt drs i differentiele zinnenleestest wolters noordhoff groningen nijmeegse werkgroep taaldidactiek taaldidactiek aan de basis wolters noordhoff groningen 1978 van den berg r m en te lintelo h g individualisering van het leesonderwijs avi deel 2 en avi map k p g s hertogenbosch 1977 van der ley a kijk en luistermethode gorkum de ruiter 1982 van hauwermeiren dr p leesbaar nederlands de sikkel 1981 89 bijlage 1 bijlage 3 de vliegtocht niveau 4a leesniveau en l i a pim en loek zijn bij oom piet die woont in een leuk huis niveau 1 en niveau 2 hebben als l i a 110 en hoger met een rieten dak oom werkt vaak in de tuin niveau 3 en niveau 4 hebben als l i a 100 109 niveau 5 hee ft als l i a 94 99 hij heeft een groot geweer niveau 6 hee ft als l i a 89 93 dat gebruikt hij voor de jacht niveau 7 hee ft als l i a 84 88 pim en loek gaan soms naar het bos om bessen te plukken niveau 8 heeft als l i a 79 83 niveau 9 hee ft als l i a 74 78 vandaag gebeu rt er iets fijns oom heeft er al over verteld ze gaan vliegen boven de stad dan kunnen ze alles goed bekijken ze zitten in het vliegtuig loek kijkt door het raam en pim maakt zijn riem vast al gauw zijn ze boven de stad wat lijken de bomen en huizen nu kleinl de auto s zien eruit als speelgoed pim en loek genieten het is net een droom verkleinde afdruk bijlage 2 normering van de toetskaarten het resultaat goed voldoende onvoldoende van toets is indien de totale het aantal de totale het aantal de totale het aantal tekst wordt fouten tekst wordt fouten tekst wordt fouten gelezen maximaal gelezen maximaal gelezen in meer dan niveau in bedraagt in bedraagt meer dan bedraagt 1 a 1 50 2 2 10 5 2 10 5 b 1 50 2 215 5 2 15 5 2 a 1 30 2 1 45 5 v 5 b 1 20 2 1 35 5 1 35 5 3 a 1 25 2 1 40 4 1 40 4 b 1 20 2 1 35 4 1 35 4 4 a 1 15 2 1 30 4 1130 4 de vliegtocht b 1 10 2 1 25 4 125 4 5 a 1 00 2 1 10 4 1 10 4 b 1 00 2 1 10 4 1 10 4 6 a 1 25 2 1 40 4 1 40 4 b 1 25 2 1 40 4 1 40 4 7 a v25 1 1 40 3 1 40 3 b 115 1 1 25 3 1 25 3 8 a 1 30 1 1 40 3 1 40 3 b 1 30 1 1 40 3 1 40 3 9 a 1 30 1 1 40 3 1 40 3 b 1 35 1 1 45 3 1 45 3 90