Publicatie datum: 1997-05-01
Auteur: Marianne Verhallen
Collectie: 26
Volume: 26
Nummer: 5
Pagina’s: 3-21
Documenten
woorden ieren in het onderwijs hoofdpunten en handreikingen marianne verhallen bij taalontwikkeling staat het ieren van woorden en de bijbehorende betekenissen centraal zonder woorden kunnen kinderen niet praten over mensen dieren din gen handelingen gebeurtenissen gevoelens of situaties woorden vormen de kern van taal en taalverwerving clark 1993 het eerste woordje is een mijlpaal in de ontwikkeling van een kind ouders constateren trots dat baby begint te praten peuters leren vervolgens in snel tempo elke dag woorden bij als de kinderen dan op 4 jarige leeftijd naar school gaan hebben ze al een indrukwekkende hoeveel heid woorden verworven toch is dit nog maar een fractie van de totale woorden schat die geleerd moet worden n vergelijking tot de andere niveaus van leerlingen die achterblijven op het gebied taalleren is de woordenschatontwikke van woordkennis kunnen de les niet of min ling uiteindelijk nog het minst op streek der goed volgen in het taalonderwijs is in de voorschoolse periode zijn immers woordenschatontwikkeling lange tijd veron de fonologische en de syntactische ont achtzaamd s verhallen 1994 de laatste wikkeling al grotendeels afgerond jaren is de belangstelling voor het woordle kinderen hoeven relatief gezien niet ren echter toegenomen er verschijnen veel klanken en syntactische structuren steeds meer publicaties en het besef groeit meer bij te leren maar op het gebied van dat de huidige lespraktijk op een aantal woordenschat hebben kleuters het meeste belangrijke aspecten verbeterd moet wor nog voor de boeg op school zullen continu den nieuwe woorden begrippen en betekenis relaties aan de orde komen de woorden dit artikel bespreekt eerst de hoofdpunten schatuitbreiding krijgt in het onderwijs van woordenschatuitbreiding op school steeds nieuwe impulsen dat is een reden drie vragen fungeren als leidraad achter om aandacht voor woordenschat te vragen eenvolgens komen het waarom het wat en het hoe van woordenschatonderwijs ter een andere reden is het sterke verband tus sprake bij de beantwoording van de laatste sen woordkennis en leerprestaties een vol vraag worden een aantal didactische hand doende woordenschat is een voorwaarde reikingen gegeven om mee te kunnen komen in de klas mei juni 1997 nummer 5 26 e jaargang waarom woord wordt uitleg gegeven verklaringen worden verwoord gedachteprocessen wor de vraag waarom woordenschatonderwijs den onder woorden gebracht en in allerlei is eigenlijk voor een deel al beantwoord in bewoordingen worden verschijnselen de inleiding zijn een aantal belangrijke rede gebeurtenissen beschreven die zich elders nen genoemd toch is het zinvol om verder in tijd en ruimte bevinden bijna alle leerstof bij deze vraag stil te staan twee hoofdar en kennis is verpakt in woorden gumenten vormen het uitgangspunt woordkennis is belangrijk voor de talige nu wordt er vanuit een theoretische invals communicatie en het denken hoek vaak een scheiding gemaakt tussen op school is woordkennis zowel doel de communicatieve en cognitieve functie als middel van taal in dagelijkse situaties gaat het dus vooral om de communicatieve functie van taal terwijl in schoolse situaties de cognitie woordkennis is belangrijk in de ve functie voorop staat zo n onderscheid communicatie en het denken lijkt op het eerste gezicht verhelderend maar voor de lespraktijk kan de tweedeling mensen gebruiken dagelijks een enorme juist versluierend werken de kern van de hoeveelheid woorden om even een een zaak is namelijk dat woorden in onderwijssi voudig rekensommetje te maken lopende tuaties tegelijkertijd op beide niveaus func spraak bereikt ons oor met een gemiddelde tioneren een woord is een eenheid van taal snelheid van 3 woorden per seconde in 1 communicatieve functie en van denken uur non stop conversatie passeren 3 x 60 cognitieve functie dat maakt woorden zo seconde x 60 minuten 10 800 woorden bijzonder daarom is woordenschatontwik de revue om te kunnen participeren in de keling direct gekoppeld aan denkontwikke alledaagse sociale communicatie is woord ling en zou woordleren als een rode draad kennis van groot belang en niet alleen van door het onderwijs heen moeten lopen of wege de kwantiteit woorden spelen in het anders gezegd daarom is woordenschat taalgebruik een cruciale rol als dragers van onderwijs een zaak van alle vakken en kan betekenissen zo zien we in telegramstijl het niet beperkt blijven tot een paar losse moeder ziek of in krantenkoppen vrede lesjes uit het taalboek nabij hoe met enkele woorden een bood schap kan worden overgebracht een klas voor een volledig antwoord op de vraag sieke uitspraak van krashen is dan ook als waarom woordenschatonderwijs moeten mensen op reis gaan naar een land waar ze we de twee in een functie van woorden de taal niet van spreken dan nemen ze een nader bekijken tot nu toe heeft dit weinig woordenboek mee om te kunnen commu aandacht gekregen als uitgangspunt voor niceren en geen grammaticaboek het onderwijs we maken een sprongetje in de tijd meer dan 100 jaar geleden stelde woordkennis is noodzakelijk voor de socia lewis carroll in een vervolg op alice in le communicatie maar op school staat wonderland de functie van woorden ter dis woordkennis ook centraal bij het leren in cussie in het trough the looking glass klassituaties zijn woorden de basiselemen wordt alice ondervraagd door een spreken ten voor kennisoverdracht woord voor de mug 26e jaargang nummer 5 mei juni 1997 wat voor insekten verheugen je waar jij vandaan komt informeerde de mug uerheugen doen insekten me helemaal niet legde alice uit want ik ben er nogal bang voor tenminste de grote soorten maar ik kan je wel een paar namen noe men en ze luisteren natuurlijk naar hun namen opperde de mug nonchalant niet dat ik weet wat hebben ze eraan om een naam te hebben zei de mug als ze er toch niet naar luisteren zij hebben er niks aan zei alice maarde mensen die ze namen geven hebben er wat aan denk ik want waar hebben dingen anders namen voor uit carroll 1994 p 165 166 wat hebben mensen aan al die namen voor thought een denkeenheid vygotsky dingen om te beginnen moeten we 1962 ik zou op grond hiervan willen spre natuurlijk constateren dat het belang van ken van een twee in een functie woorden woorden niet alteen is dat de dingen in de moeten bezien worden als taaleenheden wereld een naam hebben met woorden klank of tekenvormen die staan voor kunnen allerlei zaken benoemd worden denkeenheden of beter gezegd voor con maar daarmee is niet alles gezegd als cepten in zo n concept is alle kennis die mensen een woord gebruiken om te refere een taalgebruiker over een categorie heeft ren aan een bepaald element uit de ons als het ware samengebald een woord dekt omringende werkelijkheid dan brengen ze een scala van betekenisaspecten als een dat element in verband met andere elemen volwassene een viervoetig bewegend harig ten waarop ze hetzelfde woord betrekking geval als hond benoemt dan zit daar een laten hebben er wordt niet alleen gerefe conglomeraat van kennisaspecten aan vast reerd maar ook gecategoriseerd onder de onder andere het is een dier heeft een noemer van een woord worden in gedach gevoelige neus houdt vooral van vlees ten allerlei verschijnselen uit de werkelijk kan blaffen moet worden uitgelaten heid geordend een kind dat op een stoel wijst en vraagt isse toet geeft uiting aan terugkerend naar alice in wonderland een denkproces de uiting impliceert dat nadat ze de mug heeft gesproken ontmoet het kind nadenkt over toepassingen van het ze een reekalf in het bos waar de dingen woord stoel en over de categorie stoelen geen naam hebben de gebeurtenissen zijn op grond van de twee in een functie van een woord is tegelijkertijd een unit of woorden direct te verklaren speech een taaleenheid en een unit of in het bos waar de dingen geen naam hebben hoe noem jij je zei het kalf wat had het een zachte lieve stem wist ik het maar dacht de arme alice ze antwoordde nogal somber niks op dit moment maar zou jij me alsjeblieft willen zeggen hoe jij je noemt dat zou best eens kunnen helpen k zal het je zeggen als je een eindje meegaat zei het kalf hier kan ik het me niet herinne ren dus liepen ze samen door het bos alice met haar armen liefdevol rond de zachte hals van het reekalf geklemd totdat ze op een andere akker uitkwamen en daar maakte het kalf mei juni 1997 nummer 5 26e jaargang een plotse luchtsprong en schudde alice s arm van zich af ik ben een reekalf riep het met verrukte stem en jij goede genade bent een mensenkind een plotse blik van schrik kwam in zijn prachtige bruine ogen en even later was het op volle snelheid weggestoven uit carroll 1994 p 169 170 op het moment dat buiten het bos de vocabulary is misschien extreem maar in naamgeving terug is komen ook de achter dit verband veelzeggend ten tweede is het liggende concepten terug met de bijbeho ieren van nieuwe woorden noodzakelijk om rende betekenisaspecten een reekalf is op school de lessen te kunnen volgen in schichtig bang voor mensen hier zien we de inleiding is dit al opgemerkt het is niet al is het voor een reekalf duidelijk het func verwonderlijk dat allerlei onderzoek heeft tioneren van een woord tegelijkertijd in uitgewezen dat woordenschat hoog corre communicatie en in denken leert met schoolsucces bijna alle leerstof wordt overgedragen door middel van woor vygotsky wijst op de betekenis van het den wie minder woorden kent beschikt erkennen van de twee in een functie in het over minder sleutels om kennis te verwer kader van onderzoek door te stellen dat ven ging de eerste stelling sommigen mis the conception of word meaning as a unit schien te ver ieder zal de uitspraak van of both generalizing thought and social nagy onderschrijven increasing vocabulary interchange is of incalculable value for the knowledge is a basic part of the process of study of thought and language vygotsky education both as a means and as an end 1962 p 7 in dit verband moet vooral nagy 1988 p 1 gewezen worden op de betekenis van de twee in een functie als uitgangspunt voor onderzoekers leermiddelenontwikkelaars het onderwijs woorden staan voor concep schoolbegeleiders docenten in de oplei ten en woordenschatuitbreiding is dus ding voor onderwijzers en leerkrachten zelf nauw verweven met conceptuele ontwikke niemand zal het belang van een goede ling en met leren dit raakt het volgende woordenschatopbouw in twijfel trekken het punt dat aparte aandacht verdient op waarom van woordenschatonderwijs staat school is woordenschatuitbreiding zowel eigenlijk niet ter discussie dan rijst er wel doel als middel meteen een andere waarom vraag name lijk waarom heeft vocabulaire opbouw zo weinig aandacht gekregen gezien de op school is woordenschat dubbele rol van woordkennis in het onder uitbreiding zowel doel als middel wijs als middel en als doel zou men ver wachten dat woordenschatuitbreiding een in het verlengde van de twee in een functie van de best uitgewerkte leerlijnen in het van woorden is woordenschatuitbreiding op curriculum is helaas is niets minder waar school om twee redenen belangrijk ten er zijn breed uitgewerkte leerlijnen voor eerste is leren van nieuwe woorden verwe ieren lezen schrijven en rekenen maar als ven met de opbouw van het achterliggend het gaat om woorden leren dan gaat dat conceptueel systeem de stelling van nog meestal op een hap snap manier draper moeller 1971 in een artikel met de gelijknamige titel we think with words bij de systematische aanpak van andere therefore to improve thinking teach onderdelen van het schoolplan steekt de 26e jaargang nummer 5 mei juni 1997 y fragmentarische uitwerking van het woor nieuwe onbekende woorden en betekenis denschatonderwijs schril af de oefeningen sen tegen een goede woordenschatop van de traditionele taalmethodes zijn voor bouw is voor elk vakgebied bepalend en namelijk vormgericht en er is weinig aan zou als een hoofdlijn door het onderwijs dacht voor ontwikkeling en uitbreiding van moeten heenlopen betekenistoekenning een ander opvallend kenmerk is dat de lesjes meestal toetsend onderwijsleersituaties stellen vaak relatief zijn en geen duidelijke opbouw hebben hoge eisen aan de kwaliteit van woordken verbindingen naar andere activiteiten of nis van de leerlingen het gaat dan om ken naar andere vakken ontbreken dat terwijl nis die vaak niet vanzelf tot stand komt er buiten de taalles veel tijd besteed moet maar systematisch aangeleerd moet wor worden aan het uitleggen van woorden den woorden worden niet alleen gebruikt want dat gaat ook hap snap de hele dag om te verwijzen maar leerlingen moeten door juf hier staat sporen meester wat bijvoorbeeld een definitie kunnen geven is trouwens woorden worden dan ter abstracte relaties tussen woorden kunnen plekke van een al dan niet geschikte bete begrijpen enzovoort en hiermee zijn we kenisuitleg voorzien de omschrijving is aangekomen bij de wat vraag vaak ad hoc en voordat het woord door leerlingen is begrepen duikt er al weer een nieuw woord op wat sommige leerlingen zullen in het hap snap aanbod hun weg wel kunnen vinden uit de als het gaat om woordenschatonderwijs is veelheid van woorden en betekenissen die de vraag wat geleerd moet worden de ze tegenkomen pikken bedreven woord eerste die aan de orde is hiervoor is al leerders voldoende kennis op en zo breiden aangegeven dat het grootste deel van de zij gestaag hun woordenschat uit er zijn woordenschatuitbreiding plaatsvindt in de echter veel leerlingen die op gebied van schoolse periode als kinderen op 4 jarige woordenschatverwerving niet zo ver leeftijd naar school komen kennen ze al veel komen het is bekend dat bepaalde groe woorden gemiddeld 2150 productief en pen leerlingen systematisch op woordken 3200 receptief verhoeven vermeer nistoetsen laag scoren veel van de kinde 1989 maar toch hebben kleuters het ren die het nederlands als tweede taal meeste nog voor de boeg engelstalig ieren en veel van de kinderen uit lagere onderzoek heeft uitgewezen dat het aantal sociale milieus er zijn dramatische achter verschillende woorden dat kinderen tot 12 standen die soms niet lijken te worden inge jaar tegenkomen in lesmaterialen oploopt lopen vgl verhoeven vermeer 1989 tot ongeveer 10 000 tienduizend verschil lende woorden alleen al in het schriftelijk het huidige onderwijs slaagt er kennelijk materiaal niet in verschillen in woordkennis weg te werken of te verkleinen daarmee worden natuurlijk hebben kinderen een woordvoor ongelijke scholingskansen in stand gehou raad die vanzelf groeit omdat ze allerlei den en dat kan toch niet de bedoeling zijn woorden oppikken ieder kind kende binnen een efficientere effectieve aanpak is voor de kortste keren het woord flippo maar de minder kansrijke kinderen essentieel dan nog blijft er een enorme hoeveelheid maar ook voor de andere kinderen noodza woorden over de school kan niet al die kelijk zoals eerder is opgemerkt mag zich woorden met bijbehorende betekenissen dat niet beperken tot het vak taal in alle stuk voor stuk aanleren naast het woor lessen en schoolboeken komen leerlingen denleren moet de aandacht dan ook liggen mei juni 1997 nummer 5 26e jaargang op het ontwikkelen van woordleer strate valt nog veel te zeggen maar er is een gieen waarmee kinderen ook op eigen andere kant van de wat vraag die niet kracht hun woordkennis kunnen uitbreiden onbesproken mag blijven het ontwikkelen van een positieve houding ten opzichte van woordleren is daarbij meer nog dan de vraag welke woorden op natuurlijk van wezenlijk belang welk moment onderwezen moeten worden is de kwestie wat er van woorden geleerd graves 1987 beschrijft deze drie compo moet worden een witte vlek er zijn op dit nenten als de doelen van woordenschaton punt nogal wat misvattingen een van de derwijs elk van de doelen zullen we hieron voornaamste oorzaken is de verregaande der apart in beschouwing nemen het gaat simplificatie van het begrip woordkennis om woorden leren leren woorden leren zowel in onderwijs als in onderzoek is er ieren over woorden een hardnekkige neiging woorden te beschouwen als wel of niet gekend zowel in schoolboekjes als in toetsen is de traditie woorden leren ten aanzien van woorden je weet het wel of je weet het niet je maakt een vraag goed of van de drie genoemde componenten heeft fout fout betekent het woord is niet woorden leren in onderwijs en onderzoek geleerd goed betekent het woord is wel de meeste aandacht gekregen toch zien geleerd we als het gaat om de invulling van de wat vraag nog veel wife vlekken om te een dergelijke dichotomie doet geheel geen beginnen is er levensgroot het selectie recht aan de werkelijkheid er zijn gradaties vraagstuk er zijn niet honderden maar vele van woordkennis lopend van ik ben dat duizenden woorden te leren voor het woord ooit wel eens eerder tegengekomen onderwijs is de afweging welk woord wel en tot daar heb ik mijn proefschrift over welk woord niet welk woord nu en welk geschreven nagy 1988 deze gedachte is woord later steeds aan de orde overigens niet nieuw al in 1927 schreef dolch we need first to point out two extre de laatste tijd zijn er woordenlijsten ver mes a word as a symbol that can be put to schenen die een empirisch gegronde some use in thinking or communication keuze mogelijk maken de selectie criteria and the word as representing the total full nut en frequentie hoeven niet meer intui ness of meaning which human experience tief ingezet te worden verschillende streef may associate with it between the two en frequentielijsten zie verhullen verhallen extremes there are naturally all degrees of 1994 kunnen een basis bieden om doel meaning for different individuals p 182 woorden te selecteren voor bepaalde leerja ren de toevoeging voor bepaalde leerja woorden worden dan ook niet in een keer ren is hier relevant want voor een geleerd de kennis van een woord wordt systematische opbouw van de woorden langzaam opgebouwd deze kwestie is veel schat kan de wat vraag niet los gezien te lang onderbelicht gebleven in het onder worden van de wanneer vraag in alle leer staande schema overgenomen uit nation jaren op allerlei plaatsen van curriculum 1990 staat systematisch opgesomd wat moet woordenschat worden uitgebreid het leren van een woord allemaal in kan maar het ontbreken van een woordenschat houden leerlijn wreekt zich ook hier over selectie 26a jaargang nummer 5 mei juni 1997 woordleerdoelen vorm gesproken r hoe klinkt een woord p hoe wordt het woord uitgesproken geschreven r hoe ziet het woord eruit p hoe wordt het woord gespeld positie grammaticaal r in welke zinspatronen staat het woord p in welke zinspatronen moet het woord gezet collocaties r welke typen woorden zijn voor of na het woord te verwachten p met welke typen woorden moet dit woord gecombineerd wor den functie frequentie r hoe algemeen is het woord p hoe vaak is het woord te gebruiken toepassing r waar kan het woord verwacht worden p wanneer kan dit woord gebruikt worden betekenis concept r wat is de betekenis van het woord p welk woord moet worden gebruikt om deze betekenis uit te drukken associaties r welke andere woorden roept het woord op p welke relaties met andere woorden zijn er te maken uit verhallen verhallen 1994 p 171 naar nation 1990 p 31 de opbouw van het schema is duidelijk en de concepten aitchison 1987 heeft de lijkt volledig er is een vierdeling gemaakt opbouw van woordenschat geschetst aan namelijk vorm positie functie en betekenis de hand van drie verschillende principes bij elk van de vier onderdelen wordt een het gaat om labelen categoriseren en net onderscheid gemaakt tussen r receptieve werkopbouw kennis en p productieve kennis het sche ma geeft weliswaar zicht op de verschillen labelen de aspecten van woordkennis maar laat het leren van een woord begint met het nog niet zien dat er verschillende gradaties koppelen van de woordvorm aan een ele van het kennen van een woord zijn daar ment uit de werkelijkheid een kind leert voor biedt een beschrijving van de ontwik eerst waar een woord in een bepaalde con keling van woordkennis meer aanknopings text betrekking op heeft het leert bijvoor punten uitgaande van de twee in een beeld dat de klankcombinatie b 1 oe m ver functie van woorden een woord als taal en wijst naar een exemplaar van het bosje denkeenheid is de vraag dus hoe leren narcissen dat op een bepaald moment kinderen woordvormen en de achterliggen thuis in de kamer op tafel staat mei juni 1997 nummer 5 26e jaargang categoriseren dan op te vatten als knopen en daartussen het kind heeft bloem geleerd op het niveau zijn allerlei verschillende verbindingsdraden van labelen in een bepaalde situatie een tot stand gekomen vooral de betekenisver tweede stap is uitbreiding van de toepas bindingen bloem steel bloem bloeien singscontexten het kind moet leren wat de bloem plant spelen een centrale rol in het bandbreedte van het woord is bloem is taalgebruik en bij het leren vormverbindin niet alleen van toepassing op de narcis in gen bloem roem treden slechts in bepaal het vaasje op tafel maar ook op de krokus de situaties op de voorgrond bijvoorbeeld in de tuin de afbeelding van een roos in het bij het maken van rijmpjes prentenboek enzovoort het kind vormt zich een idee van de categorie bloemen het deze drie principes staan centraal bij de gebruik van het woord is niet meer aan een opbouw van woordkennis in de voor context gebonden schoolse ontwikkelingsfase leert een kind de namen van dingen ideeen gebeurtenis uiteindelijk moet het kind precies leren hoe sen en handelingen uit de omringende ver de betekenis van een woord reikt de wereld terwijl de ervaringswereld en daar categorie krijgt in de loop der tijd een mee de kennis van de wereld zich uit steeds duidelijker afbakening het gaat om breidt breidt ook de kennis van nieuwe het leren van verschillen tussen bijvoorbeeld woorden en de achterliggende begrippen bloem en plant of om een abstract voor zich uit de groeiende woordenschat is als beeld te nemen verschillen tussen woorden het ware een index van toenemende als raadsel en grap bij het uitbreiden van wereldkennis in de volgende fase als kin de toepassingscontexten en de preciezere deren naar school gaan krijgt de woorden afbakening van het betreffende concept schatuitbreiding nieuwe impulsen kinderen worden steeds meer verschillende beteke ieren niet alleen nieuwe woorden bijvoor nisaspecten verworven een kind doet beeld kroes als synoniem voor beker maar steeds meer kennis en ervaringen op rond ook nieuwe begrippen evenaar en nieuwe bloemen bijvoorbeeld dat bloemen op de abstracte betekenisrelaties tussen woorden markt of in winkels verkocht worden dat ze bijvoorbeeld hierarchische relaties in reek in vaasjes staan in de tuin of in het park sen als voedsel groente prei dat bloemen bloeien geuren verdorren verschillende kleuren kunnen hebben water in de klas gaat het aanvankelijk in de kleu nodig hebben enzovoort al deze gegevens tergroepen nog min of meer om concrete worden opgenomen in het zich ontwikke betekenistoekenningen er wordt in het lende concept bloem en zo groeit de kennis kringgesprek gepraat over het hondje van van de betekenislading van het woord mattijs dat altijd kwispelt gaandeweg wordt de betekenistoekenning niet alleen netwerkopbouw uitgebreider maar ook abstracter in de in de loop der tijd terwijl het kind ervaring bovenbouw krijgen kinderen het woord opdoet met verschillende toepassingscon hond niet meer besproken in specifieke texten van een woord komen er steeds concrete contexten maar in een meer alge meer verbindingen met andere woorden tot mene zin er wordt gesproken en geschre stand het woord krijgt steeds meer relaties ven over de hond als diersoort behorend tot in het semantisch netwerk woorden liggen de categorie zoogdieren hierarchische niet allemaal als een berg losse erwten in betekenisrelaties komen steeds meer cen het hoofd opgeslagen het mentale lexicon traal te staan waardoor woorden en hun de woordenschat in het hoofd van de betekenissen steeds meer in een logisch mens is een hecht netwerk woorden zijn verband worden begrepen 26e jaargang nummer 5 mei juni 1997 r schepsel zoogdier vogel vis insect hond olifant tea a n mus kanarie zalm forel bij mug 1 spaniel tekkel de logisch hierarchische relaties zijn essen ding hoeft niet van de grond af aan te tieel voor vooral schoolse betekenistoe worden opgebouwd alle betekenisas kenning van woorden het woord kan in rui pecten van het oude concept ziekenhuis mer verband worden begrepen woord zijn al voorhanden kennis wordt als het goed gaat zo geleide lijk verdiept de betekenistoekenning wordt kinderen ieren nieuwe woordvormen steeds abstracter en schoolser een ander voor nieuwe concepten voorbeeld is het woord koken in eerste bijvoorbeeld een kind leert het woord instantie leren kinderen het woord koken in tabel zowel de woordvorm als het con verband te brengen met soep of aardappels cept zijn onbekend alle betekenisas in de onderbouw is deze betekenistoeken pecten moeten nog geleerd worden ning voldoende later leren kinderen dat koken ook betekent dat water een kook kinderen breiden bij oude woorden en punt bereikt en dan overgaat in damp nog concepten kennis uit verder in het onderwijs leren kinderen dat bijvoorbeeld een kind kent het woord koken niet alleen bij water maar ook bij stronk in de betekenis van onderste andere vloeistoffen hoort en dat verschillen deel van een omgehakte boom het de vloeistoffen verschillende kookpunten breidt bij het oude woord stronk het hebben koken verplaatst zich langzaam oorspronkelijke concept uit als het leert van de keuken naar het laboratorium dat stronk breder kan worden opgevat en ook van toepassing is op het onder als antwoord op de wat vraag kunnen we ste harde stuk van kool of sla nu de inhoud van woordenschatonderwijs als volgt kenschetsen leren woorden leren kinderen leren nieuwe woordvormen voor oude concepten naast het leren van nieuwe woorden en bijvoorbeeld een kind dat het woord zie betekenissen staat voor de wat vraag het kenhuis kent leert het nieuwe woord kli ieren woorden leren als tweede op het niek het kind kan met behulp van het lijstje het is duidelijk dat niet ieder afzon oude concept ziekenhuis het nieuwe derlijk te leren woord op school kan worden label kliniek toevoegen de betekenisla uitgelegd en ingeoefend dat is niet haal mei juni 1997 nummer 5 26 jaargang baar en niet wenselijk leerlingen moeten om op eigen kracht woordkennis uit te brei uiteindelijk zelfstandig met woorden kunnen den er zijn verschillen tussen kinderen met omgaan en middelen aangereikt krijgen om betrekking tot de richting die ze uitgaan op eigen kracht woordkennis uit te breiden sommigen hebben een efficiente methode ook als volwassenen worden we steeds maar anderen gaan een minder goede weg geconfronteerd met woorden die we niet het idee achter ieren woorden leren is dat volledig of helemaal niet kennen bijvoor kinderen door het onderwijzen van strate beeld gevoelstemperatuur of internet elk gieen op het juiste spoor gebracht kunnen mens leert zonder meester of juffrouw nieu worden om zo het ongestuurde woorden we woorden en betekenissen bij naast de ieren te verbeteren een van de belangrijk gestuurde verwerving in leersituaties waar ste trajecten van zelfstandige woorden bij een afgemeten hoeveelheid woorden schatuitbreiding is het leren van woorden uit wordt aangeleerd is er een levenslang pro de context waarbij het kunnen afleiden van ces van ongestuurde woordenschatverwer de betekenis centraal staat ving wat houdt dat in afleiden van de beteke kinderen moeten dus niet alleen woorden nis van een onbekend woord op basis van ieren maar ook vaardigheden ontwikkelen contextgegevens is een complexe vaardig om de steeds opduikende nieuwe woorden heid verschillende processen spelen een te verwerken leerkrachten moeten dus rol dit kan het beste worden uitgelegd aan niet alleen woorden behandelen maar leer de hand van een voorbeeld sternberg lingen begeleiden bij het vinden van de weg 1987 de eerste keer dat hij een argobral zag was tijdens een zakenreis in australie na een zware bespreking voelde hij zich moe en lamlendig hij had een taxi genomen en zich naar het park laten rijden plotseling zag hij daar bij de hoofdingang de argobral hij greep naar zijn fototoestel maar het was al te laat bij het afleiden van de betekenis moet een ervaringen je maakt op reis foto s om aantal cognitieve operaties worden verricht bijzonderheden vast te leggen bijvoor selectief informatie uitfilteren het is bij beeld een interessant gebouw een voorbeeld relevant dat de man in kunstwerk of iets van de natuur bij het australie was in een park het is niet fotograferen van levende objecten moet relevant dat de man zich moe en ellen je vaak snel zijn anders is het te laat dig voelde en dat hij zich met een taxi het gaat hier niet om een standbeeld of naar het park had laten rijden een bijzondere plant maar waarschijnlijk selectief combineren van relevante om een dier cues je kan een argobral zien maar blijkbaar niet vaak de man is ouder en het ieren woorden leren is niet een kwes heeft er nog nooit een eerder gezien tie van het leren toepassen van vaste regels argobrallen komen voor in australische of een aantal trucs kinderen moeten een parken strategisch plan van aanpak hebben die selectief vergelijken met voorkennis strategieen fungeren niet alleen als woord inpassen van nieuwe informatie in oude leerstrategie maar zijn ook als taalgebruiks informatie relateren aan eigen kennis en strategie inzetbaar bij begrijpend lezen en 26e jaargang nummer 5 mei juni 1997 luisteren bij het voorbeeld van de argobral zo n plan van aanpak functioneert op is dat al duidelijk naar voren gekomen het woordniveau bij het leren woorden leren zou net zo goed om begrijpend lezen als maar ook op tekstniveau bij het begrijpend om woorden leren leren kunnen gaan lezen en luisteren de drie aspecten woor goede strategiegebruikers zullen informatie denschat begrijpend lezen luisteren en die ze in een mondelinge of schriftelijk tekst voorkennis worden door nation 1993 als krijgen aangeboden doelgericht selecteren een cyclische route met elkaar in verband combineren en vergelijken met voorkennis gebracht woordenschat begrijpend luisteren voorkennis lezen het is een doorgaande lijn waarmee op in het kader van woordenschatuitbreiding langere termijn het incrementele proces van bespreken we raden uit de context niet woorden leren uit de context te verklaren is als didactisch principe maar als aan te leren de kennis van woorden breidt zich uit en strategie met het accent op langetermijn daarmee de achterliggende concepten dat doelen na een keer is de betekenis van betekent toename van de voorkennis het een onbekend woord niet geleerd maar de geen weer leidt tot beter begrip bij luisteren tweede keer zal een persoon of kind het en lezen bij beter begrijpend lezen groeit woord herkennen en in de nieuwe context de kennis van woorden enzovoort in dit andere betekenisaspecten proberen in te cyclische proces is raden uit de context passen of eventueel te corrigeren evenals een belangrijke factor bij de derde keer de vierde keer enzovoort opnieuw zien we dat woordleren geen nu laat het voorbeeld van argobral zien dat kwestie is van alles of niets maar eerder de context rond een woord zelden voldoen van steeds een beetje meer en opnieuw de informatie biedt om de precieze beteke zien we de centrale plaats van woorden nis van een woord af te leiden eon argobral schat in communicatie en in onderwijs is kennelijk een zeldzaam diertje maar wat een vogel een muisje een soort buidel naast het afleiden van de betekenis uit de dier dat is nog onduidelijk het gaat hier context zijn er nog andere strategieen echter niet om de vraag of raden uit de zoals het analyseren van woordvorm en het context een goede manier is om woorden gebruik van woordenboeken verder hoort aan te leren die vraag heeft in de literatuur het inschatten van de mate waarin de bete veel aandacht gekregen en is uitgebreid kenis van een woord gekend is ook in het onderzocht zowel voor het moedertaalon rijtje thuis dit laatste is niet zozeer een stra derwijs als voor het vreemde talenonderwijs tegie van woordenschatuitbreiding maar zie voor een overzicht mondria 1996 een voorwaarde voor het inzetten van de andere woordleerstrategieen als leerlingen steeds ten onrechte denken dat ze woor mei juni 1997 nummer 5 26e jaargang den voldoende kennen terwijl dat niet het den tussen woorden getrokken zijn woor geval is dan zullen ze er bij het leren geen den zijn ingeweven in dit netwerk en woord aandacht aan besteden het kunnen begrip wordt dan mede bepaald door de inschatten van eigen woordkennis is altijd betekenisverbindingen die de taalgebruiker de eerste stap kan leggen een kind leert bijvoorbeeld het woord tijger verbinden met roofdier samen met leeuw panter en daarmee is de bete leren over woorden kenistoekenning op een ander plan geko men de woorden komen ten opzichte van voor het beantwoorden van de way vraag elkaar in een logisch kader te staan het is staat als derde en laatste doel ieren over zinvol om de verschillende relaties tussen woorden genoteerd het is zinvol kinderen woorden te leren herkennen en te leren bekend te maken met principes van woord manipuleren vooral de hierarchische rela leren en aspecten van woordkennis ze ties die de opbouw van kennis grotendeels zouden dan beter zicht krijgen op hun eigen structureren moeten aandacht krijgen zie woordenschatverwerving het ieren over de paragraaf woorden leren in verband woorden valt dan in een aantal verschillen met het uitvoeren van formele schoolse de subdoelen uiteen vgl graves 1987 opdrachten moeten kinderen met dit soort betekenisverbindingen bewust kunnen wer leren wat het betekent om een woord te ken kennen leren over niveaus of gradaties van woord leren om figuurlijk taalgebruik te her kennis is voor kinderen waardevol als voor kennen en te gebruiken bereiding op het leren inschatten van de figuurlijk taalgebruik idioom en spreek eigen woordkennis op metacognitief woorden komen aan bod in bijna elke taal niveau en om zich bewust te worden van methode de uitwerking kan nogal verschil verschillende leerdoelen len soms is het de bedoeling dat leerlingen de betekenis uit het hoofd ieren een leer leren dat woordbetekenissen varieren kracht memoreerde in een nascholingscur polysemie is een belangrijke eigenschap sus het geval van haar eigen elfjarige doch van veel woorden de meeste woorden ter die thuis een overhoring over hebben meerdere betekenissen daarom spreekwoorden moest ieren bij het spreek kan de betekenis van woorden zelden in woord paarlen voor de zwijnen werpen een keer uit een context worden begrepen stond als uitleg het schone voor het bij woordenschatopbouw gaat het niet onwaardige verkwisten de dochter vroeg alleen om het leren van meer woorden haar moeder het laatste uit te leggen het juist het leren van nieuwe betekenissen bij eerste begreep ze wel dit is een extreem oude woorden is een belangrijke compo voorbeeld van onzinnige leeractiviteiten het nent zie het voorbeeld koken en stronk in gaat bij figuurlijk taalgebruik natuurlijk vooral dit artikel kinderen leren dat woordbeteke om het herkennen en leren gebruiken van nissen varieren in verschillende contexten allerlei vormen van beeldspraak metaforen taalgrapjes woordspelingen enzovoort relaties tussen woorden leren herken nen en manipuleren leren woorden te waarderen niet alleen voor leerkrachten maar ook voor ten slotte is een fundamentele doelstelling leerlingen is het belangrijk te weten dat een kind moet ervaren dat het leuk en zinvol woordenschat geen verzameling losse is om woorden te verwerven dit attitude labels is maar een netwerk waarin verschil aspect heeft veel te weinig aandacht gekre lende betekenisrelaties als verbindingsdra gen saaie invuloefeningen of leerlesjes zijn 26a jaargang nummer 5 mei juni 1997 weinig bevorderlijk voor de motivatie het wekt ten onrechte de suggestie dat het om kan ook anders woordenschatspelletjes een ondeelbaar geheel zou gaan eerder is quizzen kruiswoordraadsels rebussen uit al onderstreept dat het bij woordleren juist beeld en raadspelletjes stimuleren de aan gaat om de verwerving van een conglome dacht voor woorden en betekenissen raat van verschillende betekenisaspecten leren woorden te waarderen is geen woorden hebben niet een bepaalde beteke afzonderlijk subdoel maar een doorsnij nis maar een meer of minder uitgebreide dend gegeven de betrokkenheid van het betekenislading kind bij woordenschatactiviteiten is niet alleen doel maar ook voorwaarde nieuwe woorden worden niet in een keer geleerd hoe een vuistregel voor woordenschatonderwijs is herhaling herhaling en nog eens herha na het waarom waarbij het ging om het ling een woord moet herhaald worden wil belang van woordleren en woordenschat het beklijven de ervaring wijst het uit en in onderwijs en na het wat waar het vooral onderzoek is het steeds weer aangetoond ging om inhoud en leerdoelen rest nog de een woord dat maar een keer aan de orde hoe vraag en hiermee komen we op het is gekomen wordt bijna altijd zo weer ver terrein van de didactiek natuurlijk moeten geten herhaling is niet alleen noodzakelijk de besproken hoofdlijnen hier doorgetrok voor het inslijpen in het geheugen een ken worden het gaat tenslotte om de andere kwestie is dat woorden zelden in didactische uitwerking hoe moeten de aan een keer helemaal begrepen kunnen wor te leren woorden en betekenissen op een den woorden liggen niet kant en klaar hun juiste manier in de les worden aangeboden hele betekenislading uit te stralen verschil en ingeoefend hoe komen de aan te leren lende contexten belichten verschillende woorden en betekenissen uiteindelijk betekenisaspecten terecht in het geheugen van de leerlingen uit het voorgaande zijn direct een aantal in taalmethodes komen woorden vaak een belangrijke uitgangspunten voor het onder malig in lesjes aan de orde de kans op wijs af te leiden hieronder zullen de voor goede begripsopbouw en inbedding in de naamste principes de revue passeren woordenschat zodat het woord onthouden wordt is dan uiterst gering het kan niet vaak genoeg gezegd worden bij woorden woordleken is vooral het leren schatonderwijs moet herhaling en variatie van betekenis van contexten centraal staan als woordenschatonderwijs moet recht doen aan de twee in een functie van woor woorden kunnen op verschillende den dan moet de aandacht niet eenzijdig niveaus gekend worden gericht zijn op de vormkant woorden zijn zoals gezegd op te vatten als labels die het onderwijs dient rekening te houden met staan voor concepten het leren van de ver het feit dat woorden in verschillende grada schillende betekenisaspecten en betekenis ties gekend worden dit is niet alleen verbindingen is dan de kern van woorden belangrijk voor het bepalen van het beginni schatonderwijs overigens wordt hier veau van kinderen ook bij het vaststellen opzettelijk niet gesproken over de beteke van leerdoelen is dit principe belangrijk de nis van woorden het bepaalde lidwoord leerkracht moet niet alleen onderscheid mei juni 1997 nummer 5 268 jaargang maken tussen receptieve en productieve trokken omdat de labels niet tot de taal van beheersing een genuanceerdere inschat de school behoren het is zaak zo snel ting is gewenst en leerdoelen moeten zo mogelijk nederlandse woordvormen te scherp mogelijk gesteld worden aan de ieren zodat de kinderen net zo goed als de ene kant hoeven woorden niet altijd op het eentalige leeftijdgenootjes van het onderwijs hoogste niveau gekend te worden een kunnen profiteren vage notie van betekenis is soms in eerste instantie voldoende maar aan de andere leerstofselectie is dan altijd de eerste kant is in onderwijsleersituaties vaak precie bepalende stap voor het woordenschaton zere betekenistoekenning en diepere derwijs valt er veel te kiezen leerkrachten woordkennis vereist het is niet voldoende en methodeschrijvers moeten prioriteiten als kinderen in de les maar zo n beetje stellen en steeds afwegen welke woorden weten waar het over gaat het effect van de wel en welke niet voor behandeling in aan klok en de klepel is bij leren juist een gevaar merking komen je hoeft er geen streef of leerlingen moeten verschillende betekenis frequentielijst op na te slaan om te zien dat aspecten van woorden goed kennen en die bepaalde oefeningen op dit punt geheel niet betekenissen kunnen inzetten bij denkpro deugen bijvoorbeeld een lesje uit een taal cessen methode voor groep vijf derde leerjaar laat de kinderen de volgende woorden in een de laatste vier punten kunnen onder het woordenboek opzoeken om de betekenis kopje extra aandachtspunten voor tweetali te noteren pips fuut traag zege praal ge kinderen worden gerubriceerd het gaat hans mombakkes gewei met een bewus hier om principes die in woordenschaton tere afweging is er al veel gewonnen derwijs sowieso belangrijk zijn maar die met betrekking tot tweetalige kinderen extra aandacht behoeven overigens zouden we voldoende woorden in dit verband ook moeten denken aan dia lectsprekende kinderen of eentalige kinde het is al gezegd een probleem bij woor ren die op het gebied van taal een achter denschat is er valt zoveel te leren zoveel stand hebben woorden en zoveel betekenissen wat is voldoende voor allochtone kinderen of taalzwakkere kinderen zijn er nog bereke efficiente selectie ningen te maken ten aanzien van het weg werken van de achterstand om de neder efficiente selectie van woorden en leerdoe landse leeftijdgenootjes in te halen moeten len is noodzakelijk er zijn zoveel woorden allochtone kinderen van groep 1 tot en met te leren met name anderstalige leerlingen groep 4 tweede kleuterklas tot en met het moeten dringend nederlandse woorden tweede leerjaar elk jaar zo n 1000 woorden ieren om mee te kunnen draaien in de les extra leren appel vermeer 1994 zij hebben ten opzichte van de nederland se klasgenootjes een achterstand die ont iedereen is het er over eens dat het accent staat doordat zij les krijgen in een tweede vooral in de eerste leerjaren dus in de taal het nederlands veel te vaak en te snel onderbouw op woordenschat moet komen krijgen anderstalige kinderen het stempel te liggen daar wordt immers de basis van taalarme kinderen natuurlijk is niets gelegd maar ook in hogere leerjaren moet minder waar de anderstalige kinderen heb woordkennis systematische aandacht krij ben net zo goed als de nederlandstalige gen onderwijs is in het algemeen een pro kinderen labels en concepten verworven bleem van tijd maar concepten blijven aan het zicht ont 26e jaargang nummer 5 mei juni 1997 v n