Documenten
lies alons elwine halewijn en yolande timman woordenschat voor het praktijkonderwijs 1 inleiding scholen voor vso vbo en mavo moeten in de komende jaren hun onderwijs omvor men tot drie onderscheiden leerwegen een theoretische een gemengde en een beroepsgerichte leerweg en het praktijkonderwijs de instelling van deze nieuwe leerwegen en het praktijkonderwijs moet ertoe bijdragen dat het onderwijs beter aan sluit op vervolgopleidingen en op de arbeidsmarkt leerlingen in de drie leerwegen zullen in principe doorstromen naar vervolgonderwijs het praktijkonderwijs zal voor de betreffende leerlingen eindonderwijs zijn in dit onderwijs worden zij toegeleid tot de arbeidsmarkt in het praktijkonderwijs komt de aandacht helemaal op de arbeids markt te liggen en niet op diploma s of vervolgonderwijs het is dus arbeidsmarkt gericht onderwijs wij menen dat de instelling van deze vorm van onderwijs gevolgen heeft voor de selectie van leerstof en dus ook voor de taalaspecten die in het onderwijs aandacht moeten krijgen in dit artikel zullen wij laten zien welke taalaspecten wij bedoelen en waarom het noodzakelijk is om er aandacht aan te besteden 2 het praktijkonderwijs de nieuwe leerwegen van het vso vbo mavo moeten alle leerlingen die in dit onder wijs instromen de kans geven zich op een bij hun mogelijkheden passende manier te orienteren en voor te bereiden op vervolgopleidingen na het behalen van een diplo ma of een deel certificaat kan dan de stap naar het vervolgonderwijs gemaakt wor den er zullen echter leerlingen zijn die om uiteenlopende redenen niet in staat zijn om binnen de gestelde tijd een diploma of certificaat te halen als voorbeeld gelden leerlingen die niet voldoende cognitieve vaardigheden hebben of analfabete allocht one leerlingen die op latere leeftijd naar nederland komen en te oud zullen zijn voor de arbeidsmarkt wanneer zij via een andere leerweg hun diploma zouden halen bin nen de nieuwe opzet van vso vbo mavo wordt voor hen het praktijkonderwijs in gesteld dit type onderwijs dient ertoe de leerling voor te bereiden op de arbeids markt de nadruk in het onderwijs ligt van oudsher op het vakonderwijs en eventuele doorstroming naar vervolgopleidingen voor het praktijkonderwijs is die aandacht voor vakonderwijs al dan niet gekoppeld aan taalonderwijs echter niet voldoende het geven van vakonderwijs is niet hetzelfde als iemand voorbereiden op de arbeids markt bij functioneren op de werkvloer komt meer kijken dan alleen het vak goed beheersen spiegel 15 1997 nr 3 83 89 om de inhoud van het onderwijs in het praktijkonderwijs te kunnen invullen moet een antwoord gegeven worden op de vraag hoe je iemand voorbereidt op de arbeidsmarkt welke vaardigheden geef je aandacht welk lesmateriaal kies je uit en ook welke taal bied je aan om deze vragen te kunnen beantwoorden is het in de eerste plaats noodzakelijk te weten waarin arbeidsmarktgericht onderwijs verschilt van opleidings gericht onderwijs in de volgende paragraaf gaan wij hier dieper op in 3 opleidingsgericht scholen versus arbeidsmarktgericht scholen opleidingsgericht scholen houdt in dat je rekening houdt met die vaardigheden en kennis die je nodig hebt om met succes een opleiding te kunnen volgen wat kennis betreft gaat het natuurlijk om voldoende basis vakkennis maar ook om taalkennis zoals de vaktaalwoorden de vaardigheden die nodig zijn bestaan voor een groot deel uit schoolse vaardigheden gericht vragen stellen antwoord geven op vragen instruc ties begrijpen verslagen schrijven enzovoort qua kennis horen hier ook talige ele menten bij zoals algemene school en instructietaalwoorden kortom opleidingsge richt scholen richt zich voornamelijk op schoolse taal vaardigheden en vakkennis vakkennis zou zeker ook deel kunnen uitmaken van het curriculum van het prak tijkonderwijs hoewel leerlingen ie het praktijkonderwijs doorlopen geen ingewik keld vaktechnisch werk zullen gaan doen het is voorstelbaar dat een bedrijf of een branche die in de regio veel praktijkschoolleerlingen van een baan kan voorzien vooral leerlingen kan gebruiken die al iets van de branche weten of het specifieke werk kunnen uitvoeren waaraan in de regio behoefte is toch zou het accent bij arbeidsmarktgericht onderwijs moeten liggen op de vaar digheden en het bijbehorende taalgebruik die noodzakelijk zijn voor de algemene si tuaties op de werkvloer dit is dan ook het verschil tussen opleidingsgericht scholen en arbeidsmarktgericht scholen hoe meer de opleiding gericht is op een vervolgoplei ding bijvoorbeeld de theoretische leerweg des te meer moet de aandacht liggen op vaktaalkennis en de schoolse taalvaardigheid bij het praktijkonderwijs zal de nadruk moeten liggen op het taalgebruik op de werkvloer in de volgende paragraaf zullen we uitleggen wat we daarmee bedoelen 4 kenmerken van werkvloer taalgebruik 4 1 woordenschat in een opleiding moeten leerlingen mondelinge instructies begrijpen vragen kunnen stellen schriftelijk en mondeling kennis vragen beantwoorden teksten lezen waarin theorie wordt uitgelegd enzovoort de mondelinge en schriftelijke communicatie is vooral gericht op het overdragen van het vak een deel van de communicatie op de werkvloer gaat ook over het werk over het vak ook hier moet de werknemer instructies kunnen begrijpen en vragen kunnen stellen maar hij moet misschien ook zelf instructie kunnen geven hij moet in staat 84 zijn samen met een collega een klus te klaren en dus overleg te plegen over de te vol gen handelwijze toch zijn de situaties waarin en de manier waarop een werknemer informatie krijgt voor een groot deel heel anders dan de situaties waarin een cursist informatie moet begrijpen een voorbeeld van zo n situatie is een gesprek bij een aanstelling frag ment is afkomstig uit een papierfabriek fragment 1 goed je treedt dus vandaag 21 november in dienst onder het jeugdwerk plan daar kom ik straks nog wel even op terug opzegtermijn in principe is zes weken maar we gaan er niet van uit dat je tussentijds weggaat dan kunnen we gehouden zijn aan die zes weken als we je niet kunnen missen meestal gaat het in goed overleg je komt bij de productie algemeen dat wil zeggen we hebben drie productie afdelingen en op elke productie afdeling kom je een half jaar te werken vlak voor dat halve jaar om is heb ik een gesprekje met je met de baas hoe is dat afgelopen jaar gegaan en wat staatje te wachten in de nieuwe afdeling snap je en dan gaan we even wat dingetjes doornemen het basissalaris staat in de aanstellingsbrief dat hoef ik niet te weten ziekenfonds moet ik even weten ik heb spaarneland opgegeven bij de ouwe werkgever was jij ook reeds bij spaarneland lid kan haast niet anders want iedereen is lid van spaarneland een chef is doorgaans niet didactisch geschoold de manier waarop de informatie of instructie gegeven wordt aan werknemers is daarom vaak veel ongestructureerder dan wanneer een docent informatie geeft bovendien moet een werknemer bij zo n gesprek wel weten wat bijvoorbeeld een opzegtermijn is of een aanstellingsbrief of een productie afdeling zo zijn er tal van andere situaties met bijbehorend taalgebruik te noemen een werknemer moet zich ziek kunnen melden vrije dagen kunnen vragen collega s kunnen vragen om een gunst of zij een dienst willen ruilen en dat allemaal op een passende manier dat wil zeggen niet kortaf maar waar nodig beleefd of tactvol hij moet allerlei veiligheidsvoorschriften kunnen lezen en kunnen opvolgen hij moet de arbeidsvoorwaarden kunnen lezen pensioenregelingen begrijpen en belastingformulieren kunnen invullen bij het aflopen van zijn contract moet hij in staat zijn opnieuw werk te krijgen via instanties als het arbeidsbureau of een uitzendorganisaties en via gesprekken met werkgevers een goed werkklimaat staat of valt vervolgens met het contact tussen de collega s in de kantine en tijdens het werk gewoon mee kunnen praten over wat er op televisie was je mening kunnen geven geintjes kunnen begrijpen en misschien zelf maken het zijn vaardigheden die een werknemer de kans geven zichzelf te zijn tijdens het werk taalvaardigheid is daarom een belangrijke factor in het zogenaamde arbeidzaam leven gezien de tijd die een gemiddelde werknemer werkt in zijn leven mag duidelijk zijn dat de voorafgaande scholing een belangrijke bijdrage moet leveren aan de kans dat 85 de werknemer ook daadwerkelijk werk vindt en houdt door die vaardigheden te trainen de vaardigheden zijn deels van sociale aard in de trant van wat doe je wel en wat doe je niet op de werkvloer op tijd komen luisteren naar de chef en assertiviteit maar de meeste vaardigheden bevatten ook een grote talige component bijvoorbeeld wat betreft de woordenschat bij die woordenschat gaat het niet zozeer om schooltaal en vaktaalwoorden maar veel meer om woorden die te maken hebben met het functioneren op de werkvloer dit zijn niet altijd hele specifieke woorden een gemiddeld opgeleide nederlandstalige kent ze vaak wel maar juist voor taalzwakkere leerlingen onderinstromers en neveninstromers is het bijzonder belangrijk dat zij juist die woorden leren bij werkvloerspecifieke woorden valt te denken aan bovengenoemde woorden als aanstellingsbrief maar ook aan loonstrookje pensioenregeling procedure en orders krijgen bij alledaagse woorden die op de werkvloer een grote rol spelen kun je denken aan woorden als prive leven overwerken de ploeg invallen enzovoorts maar ook aan meer woord combinaties zoals ik red het niet voor vast dat wisselt enzovoort het kennen van dergelijke woorden is noodzaak voor leerlingen die na school de arbeidsmarkt op gaan dit betreft natuurlijk niet alleen leerlingen van het praktijkonderwijs ook de leerlingen die de beroepsgerichte leerweg en in mindere mate de gemengde leerweg volgen zullen in de vervolgopleiding al een deel van hun tijd aan het werk zijn 4 2 vaste woordverbindingen een belangrijk kenmerk van gewone alledaagse taal zoals die op en rond de werkvloer gesproken wordt is het veelvuldig gebruik van uitdrukkingen en andere vaste woordverbindingen je kunt daarbij denken aan idiomatische uitingen uitingen waarvan de betekenis vaak niet afgeleid kan worden uit het samenspel van delen die de uiting vormen de betekenis wordt door het geheel gedragen vaak vind je in deze uitdrukkingen beeldspraak bijvoorbeeld op eieren lopen over een nacht ijs gaan soms is de beeldspraak duister bijvoorbeeld het loodje leggen een oogje in het zeil houden je vindt hier ook verouderde begrippen bijvoorbeeld om de haverklap aan de kaak stellen spreekwoorden die figuurlijk kunnen zijn bijvoorbeeld dat is water naar de zee dragen of letterlijk zoals haastige spoed is zelden goed routines en overige spreektaaluitingen die niet strikt idiomatisch zijn maar wel vaak als een vast geheel functioneren voor mij hoeft dat niet ik zie ertegen op enzovoort bijwoorden die uit meer woorden bestaan bijvoorbeeld hier en daar af en toe van a tot z bij deze indeling moet opgemerkt worden dat dit niet de enige mogelijke indeling is en dat er meer groepen min of meer vaste uitingen te onderscheiden zijn 86 ter illustratie van het verschijnsel van de vaste woordcombinaties staan hieronder twee fragmenten van opgenomen gesprekken tussen collega s fragment 2 speelt zich af in een schoonmaakploeg waarbij een gebouwleider d i een voorman een schoonmaker inwerkt fragment 2 ik bedoel het moet van twee kanten komen he van jou verwacht ik ook echt wat he een beetje extra inzet dat je echt de handen uit de mouwen steekt dat je d r echt aan gaat staan en dat je als t eens zo uitkomt en ik zeg kan je vandaag het kantoortje ook nog effies meenemen dat dat dan kan dat dat dan geen probleem is van mijn kant ik ben ook echt de beroerdste niet ik ben niet zo iemand die met zijn vinger langs het richeltje gaat ik bedoel je moet vertrouwen op elkaar hebben het volgende fragmentje vindt plaats in een supermarkt een medewerker krijgt instructie fragment 3 a eh meneer ramosan ik kan geen smith originals meer vinden b nee da kan wel kloppen t is gewoon niet aan te slepen vanmiddag komt de nieuwe voorraad dus we zullen effe nee moeten verkopen als klanten erom vragen moet je maar effe zeggen dat het storm loopt ken d r ook niks aan doen a okee b ben je achter klaar verder a ja b okee dan kun je abdul gaan helpen bij de deli effe spiegelen en vakken vullen let je d r op dat het jullie van achter naar voor werken want eh ik zie dat jullie vergeten dat nog wel eens snapez vous a komt voor mekaar de min of meer vaste uitingen en de vakspecifieke woorden zijn gecursiveerd er zitten een paar echt idiomatische uitdrukkingen bij namelijk de handen uit de mouwen steken en storm lopen verder zien we routines en andere vaste uitingen het moet van twee kanten komen eraan gaan staan ik ben de beroerdste niet vertrouwen hebben in er niets aan kunnen doen t is niet aan te slepen nee verkopen snapez vous en komt voor mekaar tot slot zijn er een aantal woorden en woordcombinaties die een specifieke betekenis hebben in het betreffende vak een kantoortje meenemen achter deli spiegelen vakken vullen en van achter naar voren werken aan uitdrukkingen zoals t is niet aan te slepen en nee verkopen kun je zien dat sommige algemene uitdrukkingen toch meer verbonden zijn aan het ene beroep dan aan het andere in dit geval met beroepen in de detailhandel of andere 87 verkopende beroepen dit geldt ook voor met de vinger langs het richeltje gaan dit is geen idiomatische uitdrukking in de strikte zin van het woord omdat de betekenis nog steeds echt letterlijk is maar in de wereld van de schoonmaak speelt een dergelijke uitdrukking uiteraard een specifieke rol in fragment 2 wordt met deze uitdrukking gezinspeeld op een onaangename manier van werkcontrole voor de praktijk van de arbeidsmarktgerichte scholing is het natuurlijk niet zo belangrijk om een precieze indeling van verschillende types vaste uitingen te hanteren waar het om gaat is dat veel uitingen in de spreektaal als een vast geheel gebruikt worden als mensen spreken construeren ze namelijk niet voortdurend zinnen woord voor woord ze putten veelvuldig uit een voorraad kant en klare brokken taal veel zinnen of delen van zinnen worden als een vast geheel gezegd dit geldt natuurlijk voor de algemene spreektaal maar ook voor de specifiekere beroepstaal de hoorder begrijpt deze eenheden als een vast geheel en de leerder moet ze ook als een vast geheel leren vanwege dit karakter van spreektaal moet in het onderwijs aandacht gegeven worden aan dergelijke algemene of beroepsspecifieke vaste woordcombinaties in het praktijkonderwijs echter zal dit taalgebruik een veel prominentere plaats moeten krijgen dan in andere leerwegen het praktijkonderwijs leidt op tot de arbeidsmarkt waar andere leerwegen een vervolgopleiding tot doel hebben terwijl er in opleidingen meer sprake is van formeel mondeling en schriftelijk taalgebruik vindt informatieoverdracht op de werkvloer grotendeels mondeling plaats zie voor een behandeling van de didactiek van vaste woordcombinaties yolande timman idioom meer dan het zout in de pap de didactiek van idioom in het vreemde talenonderwijs in handelingen elfde colloquium neerlandicum ivn 1991 5 werkvloer taalgebruik in het onderwijs de kenmerken van werkvloer taalgebruik vragen om een andere inhoud en benadering van het onderwijs in het woordenschatonderwijs aan taalzwakke leerlingen onderinstromers en neveninstromers wordt veel aandacht besteed aan schooltaalwoorden en vaktaalwoorden hiervoor zijn verschillende onderzoeken beschikbaar en is lesmateriaal ontwikkeld maar juist die schooltaalwoorden voor zover het niet de instructietaalwoorden betreft zijn lang niet altijd van belang voor het functioneren op de werkvloer wel van belang zijn de alledaagse woorden van de werkvloer en vaste woordcombinaties en juist die woorden vormen geen aandachtsgebied in het voortgezet onderwijs voor arbeidsmarktgericht scholen moet dus dit soort woorden geselecteerd worden maar hoe kom je erachter welke woorden en vaste woordcombinaties dat zijn deze woorden vind je niet op school hiervoor moet je op bezoek bij de arbeidsmarkt voor de selectie van deze woorden is het noodzakelijk om de taal en de taalgebruikssituaties op de werkvloer en in sollicitatiegesprekken in kaart te brengen bij taalgebruikssituaties gaat het om situaties die in alle branches bedrijven veelvuldig voorkomen bijvoorbeeldje telefonisch ziek melden praten met collega s 88 over werk om hulp vragen bij een klus maar ook om situaties die gebonden zijn aan een bedrijf branche in het ene bedrijf moeten bijvoorbeeld iedere dag werkbriefjes worden ingevuld en worden de belangrijke mededelingen per memo verstuurd terwijl in het andere bedrijf hoofdzakelijk met elkaar via de telefoon wordt gecommuniceerd en belangrijke mededelingen in het werkoverleg worden besproken in een onderzoek naar de frequente en nuttige alledaagse woorden van de werkvloer zal eerst moeten worden geinventariseerd welke taalgebruikssituaties in een bedrijf branche veelvuldig voorkomen en welke daarvan van belang zijn dit onderzoek zal in samenwerking met bedrijven van een bepaalde branche moeten worden uitgevoerd met behulp van een vragenlijst deze vragenlijst moet door chefs van de werkvloer werknemers en zo mogelijk ook de personeelschef worden ingevuld op basis van deze inventarisatie moeten de frequente en nuttige taalsituaties worden geselecteerd de mondelinge situaties kunnen vervolgens in het bedrijf met goede opname apparatuur live worden vastgelegd aan de hand van dit authentieke materiaal kunnen dan de belangrijke opvallende en nuttige woorden en vaste woordcombinaties gekozen worden daarnaast moet het schriftelijke materiaal van de werkvloer formulieren mededelingen werkopdrachten enzovoort worden verzameld voor zover dat gebruikt wordt in de geselecteerde taalgebruikssituaties ook hieruit worden de bruikbare woorden en vaste woordcombinaties gehaald dit vooronderzoek zal een lijst met vaste woordcombinaties en algemene werkvloerspecifieke en een aantal vaktaalwoorden opleveren de vervolgstap is dat deze woorden en de bijbehorende context de inhoud van het onderwijs in het praktijkonderwijs voor een groot deel gaan bepalen de gemaakte opnames van authentieke gesprekken passen prima in een dergelijke lespakket aan de hand van realistische situaties kunnen de leerlingen kennismaken met en oefenen met de werkelijkheid van de werkvloer zo n specifiek lespakket waarin enerzijds aandacht wordt besteed aan de vaktaalwoorden en anderzijds aan de woorden voor het werken in het algemeen bereidt de leerlingen voor op hun toekomstige functie op de arbeidsmarkt 89
Gerelateerd:
- Fictie in de basisvorming, een leerplan
- Een spiegelcurriculum voor communicatief taalonderwijs: een veldaanvraag nader beschouwd
- Verscheidenheid in eenheid en eenheid verscheidenheid. Twaalf docenten Nederlands over hun literatuuronderwijs in de bovenbouw van havo en vwo.
- Het afleiden van woordbetekenissen uit context: een poging deze vaardigheden te trainen.