Merk op:
- De relatie tussen het schrijfproces en het langetermijngeheugen is in dit model wederkerig: het schrijfproces kan dus elementen toevoegen aan het geheugen (kennis over de kwestie waarover geschreven wordt, ervaringen met een bepaalde schrijfaanpak (dit werkt wel/niet voor mij).
- De ‘Reviewing’ component heeft net als in het andere model twee subcomponenten, maar de benaming is anders. Hier duiden de auteurs er explicieter op dat ‘reviewing’ ook interne tekst kan betreffen: je kunt ook tijdens het schrijven je plan bijstellen, bijvoorbeeld, de tekst die je van plan was te schrijven.
- De interactie tussen de taakomgeving en het schrijfproces is anders vormgegeven. In het model in de hoofdtekst loopt de input van de taakomgeving via ‘generating’. In het model hierboven wordt die eenduidige relatie losgelaten.
- In Footnote 11, waarnaar het bijschrift van de figuur verwijst, leggen Flower en Hayes uit dat de pijlen duiden op de ‘information flow’, en niet gelezen moeten worden als eerst-dit-en-dan-dat-pijlen, en daarmee evalueren zij mogelijke misconcepties die het model zoals gepresenteerd in de hoofdtekst opriep.
Bron
Flower, L. & Hayes, J.R. (1981). A Cognitive Process Theory of Writing. College Composition and Communication, 32(4), p. 365-387. Model op pagina 370.
Terug naar hoofdtekst.