Observatie
Een eenheid van observatie in een proces wordt meestal gedefinieerd als een deel van het proces waarin de denkactiviteit en het object niet verandert. Zodra de denkactiviteit verandert (de proefpersoon is eerst ideeën aan het bedenken, mentaal, en gaat die dan opschrijven) of het object verandert (de proefpersoon verwijdert een zin, en vervolgens nog een zin verderop in de tekst) dan spreek je van een andere eenheid van observatie.
Onderzoekstechnisch is het van belang dat onderzoekers het eens zijn over de eenheden. Daarom is het gebruikelijk dat een substantieel deel van de fragmentering gedaan wordt door twee onafhankelijk werkende codeurs. Daarna kan men vaststellen in hoeverre de eenheden betrouwbaar, dat wil zeggen, niet individueel bepaald, tot stand zijn gekomen. Fragmenteren of segmenteren vereist dat de codeur globaal op de hoogte moet zijn van wat schrijfprocessen inhouden, want zonder interpretatie kan men geen eenheden vaststellen, omdat men ‘gevoelig’ moet zijn voor het veranderen van denkactiviteit en object.
Analyse
Een observatie-eenheid hooft niet hetzelfde te zijn als een analyse-eenheid. Je kunt als onderzoeker geïnteresseerd zijn in hoe vaak een bepaalde eenheid (bijvoorbeeld: genereren van ideeën) voorkomt. En misschien wil je weten of dit in zwakke teksten minder vaak gebeurt dan in sterke teksten. In dat geval valt de observatie-eenheid samen met de analyse-eenheid. Je kunt ook geïnteresseerd zijn in opeenvolgingen, je analyse-eenheid is dan op zijn minst een tweetal opeenvolgende observatie-eenheden. Bijvoorbeeld: je wilt weten of het lezen van een stukje uit een bron gevolgd wordt door nog een stukje bronlezen, of dat bronlezen gevolgd wordt door notities, om zo verschillende stijlen van bronnenlezen te achterhalen.
Terug naar hoofdtekst.