PISA is geen argument voor een leesoffensief. Of wel? Drie feiten

Er is veel te doen over lezen, leesvaardigheid, ontlezing, leesmotivatie. Nogal vaak wordt het PISA-rapport over Nederland dan benut om de argumentatie kracht bij te zetten dat ‘het allemaal heel erg is met het leesonderwijs’ en ‘dat het veel beter moet’ (Gubbels et al., 2019). Het rapport maar weer eens gelezen. We staan immers aan de vooravond van een leesoffensief, zegt men. Nou goed, onderwijs kan altijd beter. Onderwijsbeleid ook. Milieubeleid ook. En nog wat van die dingen. Dat hebben we nu eenmaal: geloof in de vooruitgang, en de vrees te kort te schieten. Een tandje bij, kan altijd! Als je je best maar doet! Nog meer je best doen! Maar laat dat leesoffensief niet gebaseerd zijn op internationaal vergelijkend onderzoek zoals PISA, hoe goed het ook is uitgevoerd, en hoe nuttig het ook is. PISA biedt geen argumenten dat het in Nederland zo heel slecht gesteld is met het leesonderwijs en dat het alsmaar minder wordt. En laten docenten Nederlands zich niet in de hoek drijven dat daar bij Nederlands alle ellende begint. 

1. Niveau

In het Pisa-rapport worden leesvaardigheidsniveaus onderscheiden. Het minimumniveau voor 15-jarigen is bepaald op niveau 2. In Nederland haalt 24% van de leerlingen van 15 dat niveau (nog) niet. In Europa is dat 21%. Niet zo heel erg een Nederlands probleem lijkt me. Bij natuurwetenschappen haalt 20% het niveau niet dat passend zou zijn voor 15-jarigen. Niet zo heel erg een probleem van het vak Nederlands, lijkt mij, als een vijfde van de jongeren het niveau voor Nederlands/natuurwetenschappen niet haalt.

2. Motivatie

Nederlands jongeren lezen als het nodig is of moet (zei tabel 4.1 hieronder, uit Gubbels et al., 2019, p. 35). Ze scoren het laagst in Europa op leesplezier. Dat was tien jaar geleden niet heel erg anders: ook toen scoorde Nederland het laagst. Nog steeds is voor ongeveer 20% lezen een van de favoriete hobby’s, vindt 20% het leuk om met anderen over boeken te praten. Je zou zeggen: 20% van de 15- jarigen willen wel Nederlands gaan studeren: lezen en over teksten praten. Vakgroepen Nederlands zijn reuzeblij met deze cijfers, lijkt me. Voor anderen was lezen al iets dat vooral iets is wat je doet als het nut heeft: in 2009 vond 54% dat ze lazen omdat het moet, (nu 63%), 35% vond het tijdverspilling (nu 42%), 51% las alleen als ze informatie nodig hadden (is nu 59%). Duiden die cijfers op weinig leesplezier? Ze duiden op sterk nuttigheidsdenken. En dan: Voor rekenen-wiskunde en de natuurwetenschappelijke vakken is de internationale positie van Nederland ten aanzien van plezier in deze vakken niet veel anders.

Interessant: Nederlands 15-jarigen zijn het meest tevreden over hun leven van heel Europa (Gubbels et al., 2019, p. 75). Ik ben erg benieuwd naar de correlatie tussen leesvaardigheid, leesplezier, en levensgeluk!

3. Misschien dit?

Meer dan een kwart van de vijftienjarigen vindt lezen moeilijk, ongeveer een kwart zegt van zichzelf dat ie niet vloeiend kan lezen (zie tabel hieronder, Gubbels et al, 2019, p. 37). Voor een aantal leerlingen gaat dit niet beter worden, zij verlaten het onderwijs bijna, als zij de PISA-toetsen hebben afgeraffeld.   

Dit getal, 25% leerlingen van vijftien jaar zegt altijd al moeite gehad te hebben met lezen, dit is misschien wel een getal waarvan we zouden kunnen zeggen, dat moet toch niet mogen? Na negen jaar onderwijs in lezen nog het gevoel hebben dat je er moeite mee hebt? Dat je zo vaak teksten hebt moeten lezen (en vragen hebt moeten maken!) waar je geen gat in zag? Een schoolleven verziekt met teksten die je niet aan kunt? Wat is hier aan de hand? Anna Bosman, hoogleraar orthopedagogiek in Nijmegen, zei in de hoorzitting van de Tweede Kamercommissie over leesvaardigheid begin oktober, dat ieder kind (vrijwel ieder kind) moet kunnen leren lezen. Dat het onbestaanbaar is dat er zoveel verschil is tussen scholen in het aantal dyslexieverklaringen, zei ze ook. Ze durfde het aan te stellen dat het aantal dyslexieverklaringen een aanwijzing is voor de kwaliteit van het (voorafgaande?) leeronderwijs. Want het kan niet dat er zoveel leerlingen zijn met zulke leesproblemen.

ALTIJD al moeite gehad met lezen: negen jaar lang. Geen pretje. Niemand in die negen jaar die je eens opbeurde, dat je dingen mocht lezen waar je wel wat mee kon? Van die leerlingen zouden we er eens een paar wat nader moet spreken over hun onderwijsloopbaan om te zien wat daar gebeurde, al die jaren. 

Literatuur

Gubbels, J. (2020). Moeite met evalueren en reflecteren: wat betekent dat?Didactiek Nederlands – Handboek. Geraadpleegd via link.

Gubbels, J., van Langen, A. M. L., Maassen, N. A. M., & Meelissen, M. R. M. (2019). Resultaten PISA-2018 in vogelvlucht. Enschede: Universiteit Twente. Link.

Resultaten Pisa in vogelvlucht. Link.

Auteurs:

Gert Rijlaarsdam
Website | + posts

Gert Rijlaarsdam was 17 jaar leraar Nederlands en is lid van de onderzoeksteam taal-, literatuur- en kunstonderwijs aan de Universiteit van Amsterdam en van de Werkgroep Onderzoek en Didactiek Nederlands van de Vereniging Levende Talen Nederlands.

Delen:

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *