Vijf redenen waarom we vooral naar poëzie moeten luisteren

Wanneer er een pleidooi voor (meer) poëzieonderwijs wordt gehouden (bijvoorbeeld laatst nog bij De Kwestie), kunnen er veel verschillende ideeën op tafel komen. Wat die ideeën echter vaak gemeen hebben, is dat de focus ligt op het lezen van poëzie. Er zijn echter heel veel redenen te bedenken waarom je poëzie in de klas niet moet lezen, maar vooral moet beluisteren. Ik zet hieronder de vijf belangrijkste redenen uiteen.

1. Klank moet je horen

‘Natuurlijk is poëzie niet voor de ogen gemaakt’, schreef Goethe in 1787. Poëzie moet je hóren! Een belangrijke reden hiervoor is dat klank zo’n essentieel aspect is van poëzie. Niet alleen het rijm kan bijvoorbeeld betekenis in zich dragen, ook het ritme (als dat gestructureerd is: het metrum) kan van semantisch belang zijn. Het luisteren naar poëzie is dan ook een heel andere ervaring dan het lezen van poëzie. Je kunt geen delen overslaan, je kunt niet zelf bepalen of je sneller of langzamer gaat en de wijze van voordracht speelt mee in de betekenistotstandkoming van het gedicht. Waar legt de spreker nadruk op via intonatie? Hoe speelt de spreker met hard-zacht en snel-langzaam? Maar ook: wat voor accent heeft de spreker en welk associaties hebben we met het stemgeluid?

Bekijk en beluister eens de poëzievoordracht van Naomi Warndorff tijdens de finale van het Nederlandse Kampioenschap Poetry Slam in 2016 en probeer te letten op hoe zij klank en stemgebruik inzet om betekenis te genereren.

2. Poëzie is oraal ontstaan

Een tweede reden waarom poëzie vooral beluisterd moet worden, is dat mondelinge voordracht de oorspronkelijke vorm is van het genre. Poëzie is oraal ontstaan en heeft heel lang enkel in die mondelinge vorm bestaan. De Amerikaanse literatuurwetenschapper John Miles Foley maakt in zijn boek How To Read an Oral Poem (2002) een prikkelende vergelijking om te benadrukken hoe belangrijk de mondelinge vorm is voor het genre literatuur in het algemeen en poëzie in het bijzonder. Als je de tijd dat verhalen en gedichten bestaan, zou vergelijken met een jaarkalender, zou begin december pas het schrift ontstaan, zou rond kerst de drukpers worden uitgevonden en zou een kwartier voor nieuwjaar het internet pas ten tonele verschijnen. Het aller- allergrootste deel van de tijd dat de mens verhalen vertelt en gedichten verspreidt, zijn die teksten dus mondeling geweest. En het interessante is: ook ná de uitvinding van het schrift, de drukpers en het internet is poëzie mondeling blijven bestaan. Sterker nog, het internet heeft de verspreiding van mondelinge poëzie alleen maar bevorderd. De Amerikaanse poëzieredacteur Jeff Shotts stelde zelfs eens: ‘The Internet is basically one big poetry audiobook.’

In de online archieven van het Rotterdamse Poetry International Festival zijn vele opnames te vinden van poëzievoordrachten door Nederlandstalige en anderstalige dichters. En op het Vimeokanaal van het International Literature Festival Utrecht vind je de opnames van de afgelopen finales van het NK Poetry Slam. Natuurlijk staat YouTube ook bol van de poëzie; hier kun je een artikel lezen van mijn hand over het gedicht ‘OCD’ van Neil Hilborn dat viraal ging op YouTube.

3. Het luisteren naar poëzie is nog steeds de vaakst voorkomende poëzie-ervaring in Nederland

Het standaardverhaal in onze literatuurgeschiedenis luidt dat poëzie vroeger mondeling was (een luistercultuur) en nu schriftelijk (een leeslampcultuur). In dat verhaal zijn we met z’n allen bewogen van samen met anderen luisteren naar een voordracht, naar individueel en in stilte lezen met een boekje in een hoekje. Uit mijn enquêteonderzoek naar de positie van poëzie in Nederland blijkt dat dit verhaal niet klopt. Aan het begin van de 21e eeuw wordt poëzie namelijk nog steeds vooral mondeling ervaren. Zo is het ervaren van poëzie tijdens een bijzondere gebeurtenis, bijvoorbeeld tijdens een speech op een uitvaart of bruiloft, de vaakst voorkomende poëzie-ervaring onder Nederlandse volwassenen. Ook het horen van een gedicht op de televisie of radio behoort tot de poëzie-ervaringen die het frequentst voorkomen in Nederland. De mondelinge vorm is dus nog steeds de norm voor het grootste deel van de bevolking. Het lezen van poëziebundels komt natuurlijk ook voor in Nederland, maar veel minder vaak dan de orale vorm.

Een recent moment waarop miljoenen mensen over heel de wereld (waarvan 2,9 miljoen mensen in Nederland) gelijktijdig naar poëzie luisterden, was tijdens de voordracht van Amanda Gorman van haar gedicht ‘The Hill We Climb’ tijdens de inauguratie van Joe Biden op 20 januari 2021 (hier terug te kijken met Nederlandse ondertiteling). Gormans gedicht en voordracht passen helemaal in de Noord-Amerikaanse spoken word-traditie. Die traditie bestaat ook in het Nederlands taalgebied. Het door Babs Gons samengestelde Hardop. Spoken word in Nederland (2019) is de eerste bloemlezing van Nederlandstalige spoken word. In het boek staan ook tips waar je voordrachten van die dichters online kunt vinden.

4. Leerlingen luisteren in hun vrije tijd ook naar poëzie

Nederlandstalige rap is al jaren de meest gestreamde muziek in Nederland. Dat betekent dat veel jongeren dagelijks naar teksten luisteren die heel veel poëtische technieken bevatten en die dezelfde stijlmiddelen gebruiken als poëzie. Sterker nog, met de kennis dat ‘rap’ volgens sommigen oorspronkelijk staat voor ‘rhythm and poetry’ in het achterhoofd en de toekenning van de Nobelprijs voor Literatuur aan Bob Dylan nog vers in het geheugen, is het helemaal niet vreemd om liedteksten in het algemeen en rapteksten in het bijzonder als poëzie te beschouwen. Als je dat doet, kom je tot de conclusie dat de meeste leerlingen in hun vrije tijd al luisteren naar poëzie. Dan is de stap naar poëzie in de klas via de mondelinge vorm makkelijk gemaakt.

Nederlandstalige rap- en liedalbums die goed te gebruiken zijn in de klas zijn bijvoorbeeld Lobi da Basi (2014) en Lichthuis (2020) van Typhoon, Vlinders (2020) van S10, Het is (2016) en Bitterzoet (2020) van Eefje de Visser en Kalf (2015) en Lucky (2020) van Roosbeef. Ook delen van het oeuvre van de rappers Ella John, Latifah en Lauwtje zijn geschikt.

5. Het luisteren naar poëzie kan een opstap zijn naar het lezen van poëzie

De laatste reden waarom je naar poëzie zou moeten luisteren in de klas, is dat het luisteren naar een poëzieperformance een uitnodiging kan zijn om meer poëzie te ervaren, bijvoorbeeld in schriftelijke vorm. Een audio- of video-opname van een gedicht kan – net als overigens een foto van een straatgedicht of een screenshot van Instagramgedicht – de eerste opstap vormen naar meer. Binnen deze stepping stone theory bied je eerst iets aan dat de leerlingen al (deels) kennen – de mondelinge vorm kennen ze uit het dagelijks leven en rap, de visuele vorm kennen ze uit de openbare ruimte en social media – en vervolgens gebruik je die (succes)ervaring als opstap naar meer en andere vormen van poëzie. Na het beluisteren van een gedicht kun je de tekst bijvoorbeeld alsnog op papier aanbieden. Welke woorden blijken anders te zijn dan ze dachten? Wat is het verschil tussen het horen en lezen van het gedicht? Ook kun je op basis van formele kenmerken of thematiek een stap maken naar andere gedichten, bijvoorbeeld uit de poëziegeschiedenis.

Lees hier enkele tips die ik eerder uitwerkte over o.a. het combineren van Shakespeare met Ramses Shaffy, en Ingmar Heytze met Herman Gorter. En lees hier van alles over de poëzie-doe-boekenreeks woorden temmen, waarin je wordt uitgenodigd om niet alleen gedichten te lezen, maar heel veel verschillende dingen met die gedichten te doen.

Auteurs:

Kila van der Starre
+ posts

Kila van der Starreis literatuurwetenschapper, lerarenopleider en poëziecriticus. Begin 2021 promoveerde ze op het proefschrift Poëzie buiten het boek. De circulatie en het gebruik van poëzie, dat online beschikbaar is als gratis e-boek. In 2016 stelde ze samen met Sarah Posman en Jeroen Dera de essaybundel Dichters van het nieuwe millennium samen. In 2017 richtte ze de website Straatpoezie.nl op en publiceerde ze het onderzoeksrapport Poëzie in Nederland. In 2018 gaf ze samen met Babette Zijlstra het poëzie-doe-boek 24 uur in het licht van Kila&Babsieuit in de reeks woorden temmen.Meer informatie: Kilavanderstarre.com.

Foto door Joost Bataille (http://www.joostbataille.nl)

Delen:

9 comments

  1. Cyberchase is an animated science fantasy children’s television series that airs on PBS Kids. The series centers around three children from Earth: Jackie, Matt and Inez, who are brought into Cyberspace, a digital universe, in order to protect it from the villainous Hacker (Christopher Lloyd).[4] They are able to foil Hacker’s schemes by means of problem-solving skills in conjunction with basic math, environmental science and wellness. In Cyberspace, they meet Digit (Gilbert Gottfried for the first 13 seasons, Ron Pardo since season 14), a “cybird” who helps them on their missions.[5]

  2. Wow Thanks for this blog post i find it hard to come across extremely good facts out there when it comes to this topic thank for the content website

  3. Wow Thanks for this publish i find it hard to get a hold of decent material out there when it comes to this blog posts thank for the article site

  4. Wow Thanks for this review i find it hard to locate awesome facts out there when it comes to this subject matter appreciate for the site site

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *