Toen ik nog voor de klas stond en even geen zin had in hoofdgedachtes of kwatrijnen vroeg ik de leerlingen weleens: waarom bestaat er eigenlijk taal? Nouschka: ‘Ja, meneer, dat is toch duidelijk: zonder taal begin je niets. Niemand zou elkaar begrijpen. En zichzelf ook niet’.
Een prachtantwoord, vind ik, al is het natuurlijk zo dat ook mét taal lang niet iedereen zichzelf en de ander begrijpt, of zelfs maar wil begrijpen. Dat werd afgelopen lente weer eens op bijzondere wijze benadrukt, toen er op sociale media flink geklaagd werd over het jongste examen Nederlands voor vwo. Dit keer niet zozeer door de leerlingen die het maakten – die vonden het in het algemeen wel te doen – maar door uitgevers en schrijvers, met als vaandeldrager Kluun, wiens grote klacht zelfs nos.nl haalde. Met onverhulde woede had de auteur een filmpje op Tiktok en Instagram gepost. De eerste tekst van het examen was namelijk een betoog dat pleit voor het vermijden van ‘pulp’ in het literatuuronderwijs. Kluun: ‘Examenmakers vinden boeken die heel veel kinderen aan het lezen krijgen, pulp. Hoe durven ze!’
De verontwaardiging dat deze mening door examenmakers gebezigd werd, spatte van het scherm; Kluun verscheurde het examen zelfs. Impliciete boodschap van de auteur: waar je het niet mee eens bent, dat mag kennelijk niet bestaan. Tja, dan hoef je ook niet meer te begrijpen.
Nu heeft iedereen, bekende Nederlanders incluis, natuurlijk recht op een eigen woedend Tiktokfilmpje, en ook dat is taal, maar problematisch wordt het wel als de woede berust op onwaarheden. Zo zijn de meningen die in examenteksten naar voren komen uiteraard niet gelijk te stellen aan de meningen van de examenmakers. Dat kán zelfs niet, want elk examen bevat teksten die tegen elkaar ingaan. Zo ook dit examen, dat na de door Kluun zo verfoeide tekst 1 vier tekstfragmenten opvoert met allerlei kritiek tégen het betoog in tekst 1. Kritiek die de leerlingen vervolgens moeten samenvatten, moeten evalueren en moeten relateren aan redeneringen in tekst 1. Want dát is wat examenmakers doen: vragen stellen bij teksten en zo leerlingen uitdagen op die teksten te reflecteren, ze echt goed te begrijpen, ze te evalueren, zodat ze niet alles wat er staat maar meteen voor waar en overtuigend aannemen. Van Kluun geen woord over de kritische fragmenten, noch over de vragen die over de teksten werden gesteld.
Ook geen woord over hoezeer dit héle examen ging over verhalen en de manieren waarop je ze kunt vertellen. Je zou toch denken dat schrijvers en uitgevers blij zouden worden van een eindtoets Nederlands vwo die leerlingen via heel verschillende teksten en tekstfragmenten (uiteenlopend van scholieren.com tot een literaire column van Nina Weijers) drie uur lang dwingt na te denken over wat goede verhalen kunnen zijn, en over hoe verhalen bijdragen aan ons denken over en begrip van onszelf en de wereld. Maar nee, Kluun was dus allesbehalve blij daarmee. Of zou hij simpelweg de rest van het examen niet gelezen hebben?
Want dat past wel in het huidige maatschappelijke klimaat, en bij hoe sociale media vaak werken: niet de wens te begrijpen maar de verontwaardiging voedt onze verhalen. Maak je kwaad, het liefst over een misstand van een vage macht (de overheid, de elite, examenmakers…) en aandacht en likes zijn verzekerd. Of de misstand waarover je je zo kwaad maakt echt bestaat, of de werkelijkheid misschien niet toch wat genuanceerder is, dat lijken nauwelijks interessante vragen meer. De verontwaardiging is werkelijkheid genoeg.
Want dat past wel in het huidige maatschappelijke klimaat, en bij hoe sociale media vaak werken: niet de wens te begrijpen maar de verontwaardiging voedt onze verhalen.
Ziehier het tegenwicht dat het schoolvak Nederlands kan (en moet) bieden: leren lezen, kijken en luisteren niet om alleen bevestiging te zoeken, maar om te begrijpen. Leren schrijven en spreken niet om alleen je mening te herhalen, maar om begrepen te worden.
Hulde dus aan alle docenten Nederlands die, ondanks dat ze eigenlijk met veel te weinig zijn om dit belangrijke werk op grote schaal te kunnen uitvoeren, hun leerlingen ieder jaar onvermoeibaar zó goed lesgeven dat deze ook in het huidige woeste klimaat in staat zijn ingewikkelde teksten te begrijpen en hun eigen mening te vormen door goed te lézen. Precies wat dit examen toetste.
Verontrustend is het wel dat het vervolgens een schrijver is die het sléchte voorbeeld geeft. Juist van onze professionele verhalenvertellers zou je toch hopen dat ze de tijd nemen om eens goed te lezen en na te denken voor ze hun primaire verontwaardiging publiekelijk vertalen in woorden, of in het verscheuren van de tekst van een ander. Zo zal niemand elkaar begrijpen.
En zichzelf ook niet.
Auteurs:
Martijn Koek
Martijn Koek (1969) werkte 26 jaar als docent Nederlands en Literatuur aan het Keizer Karel College in Amstelveen en is sinds 2021 lerarenopleider Nederlands en hoofddocent talendidactiek bij het cluster Talen van de Hogeschool van Amsterdam. Naast zijn werk als leraar/lerarenopleider is hij lid van WODN en onder andere betrokken geweest bij de ontwikkeling van de website Lezen voor de Lijst. Ook publiceerde hij diverse artikelen over literatuuronderwijs. In 2014 werd hij verkozen tot beste leraar Nederlands van Nederland. In 2022 promoveerde hij aan de Universiteit van Amsterdam op het proefschrift Think Twice: Literature Lessons that Matter,een vakdidactische studie naar hoe kritisch denken een plek kan krijgen in literatuurlessen op het VWO.