Begrijpelijke taal: wat is dat?

Samenvatting

Begrijpelijke taal, wat is het? Is begrijpelijke taal een kwestie van eenvoudige woorden en korte zinnen of is er meer aan de hand? In deze bijdrage laat Leo Lentz zien dat er verschillende opvattingen bestaan over die vraag. Hij pleit voor een benadering waarin het perspectief ligt op de lezer van de tekst en niet op een lijst met kenmerken die je simpelweg kunt afvinken waarna je zou weten of de tekst begrijpelijk is. Want of een tekst begrijpelijk is hangt af van veel meer factoren en laat zich niet met zo’n lijstje bepalen.

Volgens de Taalunie heeft elke burger in Nederland recht op begrijpelijke taal (bron 1). Daarom helpt zij, samen met wetenschappers en taalexperts uit de praktijk, de overheid om begrijpelijker te communiceren. Dat is nog steeds hard nodig, zo blijkt bijvoorbeeld uit het jaarverslag van de Nationale Ombudsman over 2019: een van de voornaamste klachten van burgers over de overheid is dat het allemaal veel te ingewikkeld is (bron 2).

Bron 2: Nationale Ombudsman (2020). Regel Regie. Jaarverslag 2019, blz. 11

Dat roept de vraag op wat begrijpelijke taal precies is en hoe dat versimpelen plaats moet vinden. Volgens sommigen is begrijpelijke taal gewoon goed verzorgde spreektaal (bron 3). Is spreektaal dan meestal wel begrijpelijk? En waarom moet begrijpelijke taal verzorgd zijn? Volgens anderen is begrijpelijke taal hetzelfde als taalniveau B1 (bron 4). Maar wat is dát dan: taalniveau B!?

Bron 3: Definitie van begrijpelijke taal

Wie deze bronnen raadpleegt, krijgt niet zo’n duidelijk antwoord op de vraag wat begrijpelijke taal nu precies is. En blijkbaar verschillen de opvattingen nogal. In deze bijdrage vertel ik hoe wetenschappers erover denken.

In Engeland en de Verenigde Staten noemen ze begrijpelijke taal Plain Language. In 2017 publiceerde Karen Schriver1 een indrukwekkend overzichtsartikel over de ontwikkeling van dat begrip. Daar vinden we de volgende definitie:

A communication is in plain language if its wording, structure, and design are so clear that the intended audience can easily find what they need, understand what they find, and use that information.
(Plain Language Association International. (2016). What is plain language?

Plain Language Network

In deze definitie kiest zij het perspectief van de lezer (of luisteraar) die een bepaald resultaat voor elkaar krijgt: die lezer kan relevante informatie vinden, begrijpen en toepassen. Met het vinden duidt zij op de toegankelijkheid van een document. En die is sterk afhankelijk van het ontwerp, de structuur en de woorden die in de titel, kopjes en links gebruikt worden. Daarmee wordt ook duidelijk dat het niet alleen gaat om het taalgebruik, maar ook om het gebruik van grafische middelen en afbeeldingen. Met het begrijpen duidt zij op het interpretatieproces van de lezer, die de tekst goed moet kunnen verwerken en daar een mentale representatie van moet kunnen maken. Dat is nog weer wat anders dan het toepassen, want dan gaat het om de beslissingen of handelingen die de lezer moet uitvoeren in zijn of haar eigen context. Zo kan de tekst vier maal daags twee tabletten ertoe leiden dat de lezer besluit bij elke maaltijd en voor het slapen gaan de medicijndoos te pakken.

Zo’n op de lezer gerichte definitie is een heel andere definitie dan wat we in de eerdere bronnen zagen, waarin kenmerken van de taal zelf onderdeel waren van de definitie. Hier dus niks over makkelijke woorden, korte zinnen en alinea’s of zoiets vaags als een B1-niveau. Dit verschil in perspectief is belangrijk, want daarmee bepaal je ook hoe je antwoord kunt geven op de vraag of een tekst geschreven is in begrijpelijke taal. Als je kiest voor een definitie met zo’n opsomming van kenmerken, moet je gaan kijken of die kenmerken daadwerkelijk in de tekst te vinden zijn. En sommige kenmerken kunnen met behulp van een softwareprogramma heel makkelijk vastgesteld worden. Maar kies je voor de definitie van Schriver, dan moet je gaan kijken of de lezer inderdaad in staat is om de informatie te vinden, begrijpen en toe te passen. Het voordeel van die werkwijze is ook dat helder wordt voor wie de tekst met name begrijpelijk moet zijn. Het gaat immers om een test bij the intended audience, zo zegt de definitie.

Visualisatie van de de taalniveaus

Een tekst kan voor de ene lezer volkomen begrijpelijk zijn, terwijl de ander er geen touw aan vast kan knopen. De begrijpelijkheid van teksten is namelijk voor een groot deel afhankelijk van de voorkennis van de lezer. Het begrijpen van een tekst is in essentie: een verbinding maken tussen kennis die je al hebt en kennis die de tekst aanbiedt. (Zie ook de bijdragen in dit Handboek over cognitieve processen die bij het lezen betrokken zijn.) Daarom is een verslag van een honkbaltoernooi voor jonge honkballers veel makkelijker te begrijpen dan voor hun grootouders die geen idee hebben wat er wordt bedoeld met woorden als pitcher, wijdbal, en innings. Daarnaast verschillen lezers natuurlijk ook in hun ervaring met teksten, die hun leesvaardigheid bepaalt, en hun motivatie om zich in de tekst te verdiepen. De begrijpelijkheid van een tekst is dus afhankelijk van allerlei lezersfactoren.

Maar naast de kenmerken van de tekst en de kenmerken van de lezer is er nog een derde factor van belang: de taak die de lezer uit moet voeren. Wie een recept leest om te beslissen of hij vandaag Thaise curry wil eten, voert een andere taak uit dan de lezer die voor het aanrecht staat en tussen tekst en kookplaat navigeert. De student op een kookschool, die zich voorbereidt op een toets over de Oosterse keuken, gaat nog weer anders te werk. We onderscheiden taken waarbij de lezer iets moet onthouden, zoals bij onderwijsteksten vaak het geval is, iets moet doen of maken, zoal bij het recept, of iets moet beslissen, zoals de keuze voor een autoverzekering. Een en dezelfde tekst is met de ene taak soms veel moeilijker dan met de andere taak.

Zo komen we terug bij de definities uit het begin van dit hoofdstuk en kunnen we scherper formuleren wat begrijpelijke taal niet is. Het is niet een vorm van verzorgde spreektaal, want onbegrijpelijke taal vind je net zo vaak in spreektaal als in schrijftaal. En taalverzorging is een groot goed, maar heel iets anders dan begrijpelijke taal. Begrijpelijke taal heeft ook niks te maken met B1. Deze aanduiding komt uit het zogenaamde referentieniveau voor taalvaardigheid van sprekers in een vreemde taal. Het is bedoeld om te bepalen wat iemand zoal kan die bijvoorbeeld een half jaar een cursus Spaans heeft gevolgd.

Desondanks verkopen veel taalbureaus hun adviespraktijk daar goed mee. Het is een handig cliché geworden in de marketing, waar zelfs sommige overheidsorganisaties nogal naïef op afkomen. Maar er is niet zoiets als een taalniveau van een tekst. En het is ook onzin te beweren dat de meerderheid van de Nederlanders een tekst op dat niveau zou kunnen begrijpen of dat je met een softwareprogramma zou kunnen vaststellen dat een tekst voor die meerderheid begrijpelijk is. Zie toelichting op de site van NWO over Begrijpelijke Taal.

Afsluitend kunnen we onze definitie van begrijpelijke taal nu als volgt formuleren:

Een document, website of ander product van communicatie is begrijpelijk als de beoogde gebruikers de informatie die zij nodig hebben kunnen vinden, kunnen begrijpen en kunnen toepassen op hun eigen situatie en aldus de voor hun relevante taak ermee uit kunnen voeren, dankzij de heldere verwoording, de toegankelijke structuur en het (grafisch) ontwerp.

Wie wil vaststellen of een document begrijpelijk is, moet dus nagaan of mensen uit de doelgroep er goed mee presteren. Dan voer je dus eigenlijk een lezersonderzoek uit. Je kunt ook proberen de begrijpelijkheid te peilen door het document zelf goed te bestuderen, dat noemen we een bureau-analyse, of door een softwareprogramma voor het scannen van teksten te gebruiken. Aan die beide methoden kleven voor- en nadelen. Die bespreek ik in een andere bijdrage.

Graag als volgt naar deze bijdrage verwijzen: Lentz, L. (2020). Begrijpelijke taal: wat is dat? Didactiek Nederlands – Handboek. Geraadpleegd [datum] via [https://didactieknederlands.nl/handboek/2020/09/begrijpelijke-taal-wat-is-dat/].

Auteurs:

Leo Lentz
+ posts

Leo Lentz is hoogleraar aan de Universiteit Utrecht op het terrein van taal en communicatie. Hij doet onderzoek naar de begrijpelijkheid van teksten en de gebruiksvriendelijkheid van digitale documenten. Dat zijn meestal alledaagse teksten, zoals bijsluiters bij medicijnen, kookrecepten of formulieren en websites; maar hij doet ook onderzoek naar minder alledaagse documenten die te maken hebben met financiën: hypotheekaktes, pensioendocumenten, aanmaningen en verzekeringen.

  1. Schriver, K. (2017). Plain Language in the US Gains Momentum: 1940–2015. IEEE Transactions on Professional Communication. 60 (4), 343-383.
Delen: