Deze artikelen zijn deels gebaseerd op het hoofdstuk Tekst en Cognitie, van dezelfde auteurs, in het boek Taal in Gebruik, Theo Janssen (red.), ’s-Gravenhage: SDU, 2002.
We zagen al dat lezers coherentie niet alleen construeren tussen aaneensluitende zinnen, maar ook tussen alinea’s en andere grotere delen van een tekst.
1. Coherentierelaties expliciet maken helpt lezers
Coherentierelaties als oorzaak-gevolg (daardoor), contrast (maar) of temporele opeenvolging (en toen) kunnen de structuur van een hele tekst vormen. Ook op het niveau van de hele tekststructuur zijn er talige markeerders die de structuur expliciet maken. Behalve om connectieven gaat het dan ook om grotere signalen zoals uitdrukkingen en complete zinnen. In tabel 1 zie je enkele voorbeelden (het overzicht is niet volledig).
Coherentierelatie | Connectief | Signaalwoord/zin |
Opsomming | en, ook, daarnaast, bovendien | Daar komt bij dat |
Temporele opeenvolging | en toen, daarna, later | Later op die dag, Een week later… |
Oorzaak-gevolg | daardoor, daarom, dus | het gevolg daarvan is |
Contrast | maar, enerzijds, anderzijds | Daar staat tegenover dat |
Middel-doel | opdat, zodat | Het doel is.. het middel is… |
Probleem-Oplossing | Het probleem is… De oplossing is Om te voorkomen dat… |
Experimenteel leesonderzoek heeft laten zien hoe deze structuursignalen of coherentie- markeerders bijdragen aan beter tekstbegrip: Lezers van teksten met deze signalen konden sneller het verband leggen tussen de zinnen en vaak begrepen ze die tekstdelen ook beter. Ook andere expliciteringen van de structuur hebben zulke positieve effecten. Voorbeelden zijn goede kopjes in een tekst en zogenaamde advance organizers: organiserende alinea’s of signaalzinnen aan het begin van een tekst, die de structuur weergeven van de tekst die volgt (Lorch, Lemarié & Chen, 2013). De reden: lezers krijgen zo informatie over de relatie tussen de tekstdelen.
Of het nu is met of zonder coherentie-markeringen, lezers die tekststructuur goed kunnen doorzien, zijn in het voordeel. Ze hebben bijvoorbeeld verwachtingen over de manier waarop een tekst vanaf een bepaald punt verder zal gaan. Dat helpt bij het lezen van langere teksten. Dit inzicht is ook bruikbaar in het onderwijs.
2. Tekststructuur uitleggen op school?
Spreken we over hele teksten, dan zijn die vaak georganiseerd in structuren die combinaties vormen van coherentierelaties. Bijvoorbeeld: opsommingen gevolgd door twee alinea’s die een contrast vormen. Voortbouwend op Amerikaans onderzoek onderzoekt Hilde Kooiker-den Boer (Kooiker-den Boer, Evers-Vermeul & Sanders, 2019) of leerlingen in het basisonderwijs baat hebben bij uitleg over de diverse structuren die je in teksten kunt tegenkomen.
Tabel 2 geeft een overzicht van die structuren, die in allerlei opzichten gelijkenissen vertonen met coherentierelaties. Interessant zijn ook de graphical organizers in de rechterkolom, die de tekststructuren grafisch vormgeven. Scholieren die les kregen over tekststructuren, waarbij ook gebruik werd gemaakt van deze grafische vormen, scoorden hoger op tekstbegrip (Bogaerds-Hazenberg, Evers-Vermeul & Van den Bergh, 2020). Momenteel doen we daarnaar ook in Nederland steeds meer onderzoek: het proefschriftonderzoek van Hilde Kooiker-Den Boer bestudeert onder welke voorwaarden dit goed werkt en bij welke lezers. Ook gaat ze in op de vraag hoe lessen hierover er precies uit moeten zien.
Verder lezen:
Bogaerds-Hazenberg, S.T.M., Evers-Vermeul, J. & van den Bergh, H.H. (2020). A meta- analysis on the effects of text structure instruction on reading comprehension in the upper elementary grades. Reading Research Quarterly, (pp. 1-28).
Bogaerds-Hazenberg, S.T.M. Begrijpend lezen: óók aandacht voor tekststructuur. Vaktaal, 32 (4), (pp. 12).
Kooiker-den Boer, H.S., Sanders, T.J.M. & Evers-Vermeul, J. (2019). Tekststructuur in de Kennisbasis Nederlandse taal. Orthopedagogiek: Onderzoek en Praktijk, 58 (11-12), (pp. 291- 309).
Lorch, R.F. Jr, J. Lemarié, H.T. Chen (2013). Signaling topic structure via headings or preview sentences. Psicologia Educativa, 19, 59-66.
Lees hier de andere delen over teksten, cognitie en communicatie
- Deel 1: coherentie
- Deel 2: referentiële coherentie
- Deel 3: relationele coherentie
- Deel 4: welk connectief hoort bij welke relatie?
Graag als volgt naar deze bijdrage verwijzen: Sanders, T. & Spooren, W. (2021). Teksten, Cognitie en Communicatie, deel 5: tekststructuur: relationele coherentie op tekstniveau. In WODN Werkgroep Onderzoek Didactiek Nederlands (Ed.), Handboek Didactiek Nederlands. Levende Talen. Geraadpleegd [datum] via [https://didactieknederlands.nl/handboek/2021/10/teksten-cognitie-en-communicatie-deel-5-tekststructuur-relationele-coherentie-op-tekstniveau/]
Auteurs:
Ted Sanders
Ted Sanders is hoogleraar Taalbeheersing van het Nederlands en onderzoeker binnen het Utrecht Institute of Linguistics van de Universiteit Utrecht. Hij doet onderzoek naar coherentie in tekst en discourse. Daarbij maakt hij gebruik van theoretische, corpus-analytische en experimentele methoden, om bijvoorbeeld te achterhalen hoe lezers teksten begrijpen. Hij heeft een grote interesse in begrijpelijke taal, met name binnen overheid-burger-communicatie.
Wilbert Spooren
Wilbert Spooren is hoogleraar Taalbeheersing van het Nederlands en onderzoeker bij het Centre for Language Studies (CLS) van de Radboud Universiteit. Hij doet onderzoek naar en geeft onderwijs over samenhang in tekst en gesprek, met een bijzondere belangstelling voor taalgebruik in nieuwe media. Ook is hij geïnteresseerd in taalgebruik in genres en effectieve communicatie van overheden en instellingen.
https://www.ru.nl/personen/spooren-w/