Iedereen die een keer een toespraak of presentatie moet houden staat voor een prachtige maar ingewikkelde taak. Je hebt hard gewerkt aan je speech en nu is het moment aangebroken dat je deze gaat voordragen. Dat wil je vol enthousiasme doen, zonder voortdurend op je spiekbriefje of je PowerPointslides te kijken. Maar: hoe onthoud je je speech, zodat je zonder zorgen het podium kunt betreden? Daar bleken de klassieke retorici (de presentatieadviseurs in Athene en Rome) al verbazend gedetailleerde ideeën over te hebben (memoria-adviezen). In dit artikel presenteren wij de kern van hun ideeën en beschrijven we hoe de adviezen over het belang van de memoria in de loop van de tijd sterk veranderd zijn, bij welke soorten toespraken spiekbrieven en ondersteuning wel acceptabel gevonden wordt en wat oefenen in de 21e eeuw betekent.
Memoria in de klassieke retorica
Een van de verdiensten van de klassieke denkers (zoals Aristoteles, Cicero en Quintilianus) is dat ze de complexe activiteit van het voorbereiden en houden van een overtuigende toespraak hebben opgedeeld in vijf taken van de spreker.
Vijf taken van de spreker
- De inventio: verzin een goede inhoud en gebruik daarbij de drie overtuigingsmiddelen van Aristoteles als checklist: logos, ethos en pathos (voor meer verdieping over ethos, zie Baars & Andeweg, 2022)
- De dispositio: plaats de verschillende bouwstenen van je toespraak die je tijdens het zoeken naar inhoud hebt verzameld in een zo effectief mogelijke volgorde
- De elocutio: verwoord de inhoud met een rijkdom aan stijltechnieken en stijlfiguren
- De memoria: oefen de toespraak zodat je het podium zonder zorgen kan betreden
- De actio: presenteer je toespraak met enthousiasme en overtuigingskracht
Cicero en Quintilianus vonden het een doodzonde om een tekst voor te lezen en ongeoefend voor een publiek te gaan staan. Zij beschreven uitgebreid hoe je de memoria, de vierde sprekerstaak, kon vervullen en je tekst uit het hoofd kon leren.
Het geheugenpaleis
Een belangrijke en uitgebreide techniek om te memoriseren is die van het geheugenpaleis. Als spreker plaats je informatie uit je toespraak in de kamers (loci) van een denkbeeldig paleis (de hal voor de inleiding, de keuken voor het eerste kernpunt, en de kamers voor de volgende). Je zorgt ervoor dat je beelden kiest bij de inhoud van je toespraak en de inhoud met die beelden verbindt. Door vervolgens een (imaginaire) route langs deze kamers te lopen oefen je de speechinhoud in de goede volgorde. Cicero adviseert voor je geheugenpaleis extreme of bizarre beelden (imagines agentes) te kiezen die samenhangen met de inhoud van de toespraak, zodat je de verschillende kernpunten van de toespraak (en de overgangen tussen die kernpunten) beter kunt onthouden als je de denkbeeldige route langs de verschillende kamers aflegt. Felle kleuren, bloederige of grappige details zouden die beelden bijvoorbeeld memorabel maken.
De kern van de ‘geheugenpaleis-aanpak’ is: de toespraak ordenen in kleine porties informatie en die vervolgens in de goede volgorde aan extreme beelden koppelen, en zo gebruik te maken van de principes van organiseren, visualiseren en associëren (Baddeley, 2009). Vervolgens is het zaak om te oefenen, door deze imaginaire routes vaak af te leggen. Yates (2014) heeft een overzicht gegeven hoe het onderwijs in deze memotechnieken in de loop der eeuwen zich ontwikkeld heeft en de journalist Joshua Foer (2012a) heeft beschreven hoe hij door deze oude technieken toe te passen wereldkampioen ‘onthouden’ is geworden. Daarmee toonde hij aan dat die klassieke technieken ook tegenwoordig wel degelijk effectief kunnen zijn. In een veelbekeken TED-talk geeft Foer (2012b) een illustratie van de toepassing van het geheugenpaleis – met name in de inleiding van zijn verhaal.
Toch denken de meeste presentatieadviseurs tegenwoordig anders over de noodzaak en waarde van deze memorisatietaak in de moderne spreekpraktijk.
Moderne memoria: niet memoriseren maar oefenen
Wat zijn de ideeën van spreekadviseurs in de eind-twintigste en eenentwintigste eeuw over de memoria? Wackers (2021) heeft in zijn dissertatie 80 Engels- en Nederlandstalige presentatieadviesboeken geanalyseerd en concludeert dat uit het hoofd leren van een toespraak lang niet altijd aangeraden wordt.
Een zeer kleine minderheid van drie adviseurs beveelt klassieke technieken als het geheugenpaleis aan. Bij een meerderheid van de adviseurs blijft het echter onbeschreven. Uit het hoofd leren is beslist geen centraal onderdeel van het spreekonderwijs meer. Sterker nog: bijna een derde van de adviesboeken adviseert om een toespraak niet uit het hoofd te leren.
Als belangrijkste nadeel van uit het hoofd leren noemen adviseurs dat dit het ethos van de spreker op twee manieren kan schaden. Ten eerste kan een spreker hierdoor onnatuurlijk en saai overkomen. Adviseur Mertens (1992: 31) zegt daarover: “Spreek nooit uit het hoofd tenzij u de talenten hebt van de acteur of de cabaretier. Beschikt u daar niet over, dan wordt u een papegaai en een mens in die vorm is een verschrikking om naar te luisteren. U wordt dan het toppunt van gemaaktheid en, aangezien het spreken natuurlijk en authentiek moet zijn, kan dat echt niet.” Ten tweede verhoogt uit het hoofd leren de kans op een black-out en het vergeten van belangrijke delen van de speech.
De adviseurs onderscheiden vier manieren om een speech voor te bereiden: een geheel uit het hoofd geleerde speech, een speech met als basis een uitgeschreven tekst, een goed geoefende speech die niet verankerd is in een geschreven tekst, en een improvisatiespeech. De meeste adviseurs blijken een voorkeur te hebben voor de goed geoefende speech zonder een uitgeschreven versie. Deze variant biedt de voordelen dat de spreker natuurlijk overkomt en tegelijk een voldoende gestructureerd verhaal houdt.
Wat wordt dan wel geadviseerd over de mate van memoriseren? Oefenen.
Oefenen, oefenen, oefenen
In plaats van het memoriseren en onthouden van een speech noemen de adviseurs tal van voorbereidingsstrategieën, waar de volgende drie de kern van vormen (Wackers, 2021: 32- 38):
- Oefen. De adviezen variëren van alleen thuis voor een spiegel oefenen, via proefdraaien voor een klein publiek van kritische vrienden tot een generale repetitie op locatie (met relevante apparatuur zoals microfoon, Powerpoint en eventueel autocue).
- Maak een spreekschema. Zet daarop je kernpunten aangevuld met belangrijke zinnen, eventueel geschreven op kleine kaartjes die je gemakkelijk in je hand kunt houden; beperk je tot een punt per kaart. (Tegenwoordig gebruiken sprekers vaak hun telefoon, maar ook dan geldt: beperk het geloer op dat apparaat zo veel mogelijk, omdat je dan minder aandacht aan je publiek geeft).
- Leer essentiële zinnen uit je hoofd. Denk aan zinnen uit de opening en het slot, overgangszinnen, citaten, grapjes en anekdotes.
Tegenwoordig wordt anders aangekeken tegen de afwijzing van spiekbrieven door Cicero en Quintilianus. Het gebruik van een Powerpoint als openbare spiekbrief is in veel presentaties een geaccepteerd middel (maar niet bij politieke speeches, gelegenheidsspeeches en TED- talks). Zelfs het presenteren vanaf een volledig uitgeschreven tekst (al dan niet via autocue) is in formele en gewichtige omstandigheden aanvaardbaar (jaarredes, oraties, troonrede, verklaringen).
Paradoxaal is wel dat we een spreker waarderen die op een natuurlijke manier uit het hoofd spreekt (als het ware uit het hart), maar de indruk wekt het niet uit het hoofd geleerd te hebben of er veel voorbereidingstijd ingestoken te hebben. Professionele sprekers in Nederland blijken weinig tijd en energie te steken in het oefenen, weten we uit gesprekken met speechschrijvers. Des te groter was de waardering voor het feit dat premier Rutte een lange speech, de H.J. Schoolezing, uit het hoofd hield, net als de politici Asscher en Klaver bij hun toespraken tijdens de Algemene Beschouwingen. Sprekers met deze ambitie kunnen wel degelijk profiteren van de klassieke memoriatechnieken.
Kortom
Tegenwoordig lijkt de klassieke kunst van het onthouden dus enigszins vergeten te zijn, zo blijkt uit Making Messages Memorable van Wackers (2021). Moderne presentatieadviseurs zien proefdraaien in de vorm van oefenen als essentieel voor het goed uitvoeren van de vijfde spreektaak, de actio. Immers, zo kun je recht doen aan de structuur en stijl, en kun je je maximaal concentreren op je presentatietechniek.
Hebben we dan niets meer aan het geheugenpaleis? Toch wel, want wie goed wil oefenen en vertrouwd wil raken met de speech kan principes van ordenen, visualiseren en associëren of elaboreren nog steeds met impact inzetten. Voor meer inzichten uit de geheugentheorie en retorica, in hoe een publiek een toespraak onthoudt en hoe een spreker de presentatie memorabel maakt, zie het artikel ‘Memorabele toespraken I: geheugentheorie en praktijkadviezen’.
Verder lezen
Memorabele toespraken I: geheugentheorie en presentatieadviezen
Memorabele toespraken II: spreekpraktijken en effecten van retentietechnieken
Bronnenlijst
Aristoteles. Retorica. Vertaald, ingeleid en van aantekeningen voorzien door M. Huys. Groningen: Historische Uitgeverij, 2004.
Baars, S. & Andeweg, B. (2022). Feedback op het schrijfproces. In WODN Werkgroep Onderzoek Didactiek Nederlands (Ed.), Handboek Didactiek Nederlands. Levende Talen. Geraadpleegd [datum] via: https://didactieknederlands.nl/handboek/2022/09/ethos-deel-1- over-een-deskundiger-aardiger-en-hoffelijker-spreker-zijn/
Baddeley, A., Eysenck, M.W., & Anderson, M.C. (2009). Memory. New York: Psychology Press.
Cicero. Drie gesprekken over redenaarskunst. Weten – denken – spreken. Vertaald en toegelicht door H.W.A. van Rooijen en A.D. Leeman. Amsterdam: Athenaeum – Polak & Van Gennep, 1989.
Foer, J. (2012a). Het geheugenpaleis. De vergeten kunst van het onthouden. Amsterdam: De Bezige Bij. (Vertaling van: Moonwalking with Einstein: The Art and Science of Remembering Everything. New York: Penguin Press, 2011).
Foer, J. (2012b). Feats of memory anyone can do. TED-talk, te raadplegen via: https://www.ted.com/talks/joshua_foer_feats_of_memory_anyone_can_do?subtitle=en&dela y=3m
Mertens, V. (1992). Spreken voor publiek. Leuven-Apeldoorn: Garant.
Quintilianus. De opleiding tot redenaar (Institutio oratoria). Vert., ingel. en van aant. voorz. door P. Gerbrandy. Groningen: Historische Uitgeverij, 2001.
Wackers, M. (2021). Making messages memorable. The influence of rhetorical techniques on information retention. Amsterdam: LOT. Dissertatie Universiteit Leiden.
Yates, F. (2014). The Art of Memory. London, UK: Random House. (Origineel gepubliceerd in 1966).
Graag als volgt naar deze bijdrage verwijzen: Jong de, J. en M. Wackers (2024). Memoria – de vergeten kunst van het onthouden van je toespraak. In WODN Werkgroep Onderzoek Didactiek Nederlands (Ed.), Handboek Didactiek Nederlands. Levende Talen. Geraadpleegd [datum] via [https://didactieknederlands.nl/handboek/2024/12/memoria-de-vergeten-kunst-van-het-onthouden-van-je-toespraak/]