Literatuurmuur. De torens van februari.

Publicatie datum: 1998-01-01
Collectie: 29
Volume: 29
Nummer: 5
Pagina’s: 226-229

Documenten

literatuurmuu r king tot d e verkla ri ngen reali stisc h e teg en over niet reali s ti sch e verklari ngen en vraagt l ee rlinge n of z e van r e ali s tische ve rhal e n houden of juist niet maeike bosma s d e docent vertelt in he t kort de bel angrijkste carien bakker gebeurtenissen vlak nadat thoma s uit d e zee i s h e rre ze n werd hij opgevan ge n door een oud e m a n de torenwa c hter avla thomas sluit vrie ndsc hap me t t eja een tonke dragt d e toren s van februa ri amst e r meisje en h a ar vader jan en hond teja dam leopold 1 973 1 99 blz hij wordt door d e ze men s en tim ge no e md late r blijkt dat hij tom h ee t doe lg roep 2hv 6 d e do c ent verte lt da t tom er uite indelijk tijd 3 0 minuten ac hter is ge kome n ho e hij weer t erug moet mat eriaal komen naar w aar hij vanda a n komt d e fragm e nten uit de to re ns van fe bruari do c ent vra a gt d e leerlingen om tijde ns het 1 p 179 twe e krantenknip s els voorl e zen van h e t volgende fragme nt t e be ii p t6 p z 8 nu b e gin ik opnie uw e e n d enken op s chrijfb oe kj e w a arom tom e n t eja h et mo e ilijk vinden iii p r7 o p r ei v e rvolg van schelen xxx om afscheid te neme n of h et e e n r ealis ti s ch bo e k zal zijn of ni e t e n plannin g hoe ze d at w e t en daarna l eest de docent fragm e nt in voor t d e l e erlingen lezen de twee krantenknip s els waa ri n tom en t ej a praten over w eggaan en uit de to re ns van fe bru ari zi e fragme nt i de vraa gt d e leerlinge n naar hun b evindingen le e rlin ge n s chrijven kort op wat er volge ns d e doce nt b espree kt sa m e n m e t d e l ee rlingen hen met thomas wit gebeurd zou kunnen in rela ti e tot te ks t we rkelijkhe id of hier e n zijn tusse n 29 februari 1964 e n r a pril 1 964 nu houde n we van elkaa r w e zu lle n elkaar in jouw w e r eld als vreemd e n aa nkijk en en 2 de do cent v erte lt dat dez e twe e kranten jouw were ld is d e mijne niet per se l e tterlijk berichten in het boek d e tore ns van fe brua ri genom en mo e t e n word e n van tonke dragt st a an in dat bo e k draait h e t om de vraag w a t is er me t tho mas gebeurd 7 d e leerlin ge n ve rt elle n of z e v erde r zoude n d e do ce nt ve rt elt dat h e t boek e i genlijk h e t will e n l ez en in h e t dagboek van tho mas wit d a gboek va n thomas wit is en dat w e da a rin de docent geeft ev e ntu e el nad ere informati e geda chten en gevoelens van hem kunnen ove r tonk e dragt en vertelt da t de toren s van lezen e n natuurlijk w a t er tuss en 2 9 februari februa ri een niet realistis c h verhaal i s en i ap ri l is g eb e urd met h em informatie over tonke drag t d e l eerlingen lezen fragm e nt ii wa arin tho mas vat prob ee rt te krij ge n op d e wat er met tonke dr agt we rd ge bore n op 12 no vemb e r h e m geb e urd i s 19 3 0 in dj aka rta h e t grootst e de el va n haar ze noteren welke vreemde ding e n thoma s j e ugd brac ht zij door in indone sie w aarv an zijn ov e rkomen dri e jaar in een j apans gevange nkamp daar ze bedenken nogmaals wat er gebeurd zou verveeld e zij zich vaak tot z e op h e t ide e kunnen zijn met thomas kw am met e en vriendinnetje ee n bo e k te ga an s chrijv e n z e fanta seerden verhal e n over 4 enkel e le erlin g en lezen hun antwoorden voor wijde verten avontuurlijk en zonde r pri kkel de doc e nt be s preekt verschille n m e t betr ek draad 226 moer 1998 5 later werd ze na haar studie aan de akade tu rn prijs en in 1 9 7 6 de staatsprijs voor jeugd mie voor beeldende kuns t e n in den haag literatuur voor ha ar hele oeuvre l er a r e s t e kenen aan een middelbare school va a k onderbrak z e de les om een verhaal t e bibliografi e vertell en omdat kinderen die verhalen mooi vonde n besloot tonke dragt z e op te schrij verhalen van de tweelingbroers ven en aan tijdsch ri ften te sturen toen er een de brief voor de koning verhaal werd geplaatst durfde ze h a ar boek ge h e im en van h e t wilde woud verhalen van de twee ling broe rs uit te geven d e de zeve nspro ng verfi lmd brief v oo r de koning volg d e en werd b ekroond tore nh oog en mijle n breed me t d e prij s voor h e t kinde rbo e k v a n h e t j aa r he t ge vaarlijke ve ns t e r 1 963 in 1 97 1 kreeg tonk e dra gt voor ogen van tijge rs to renh oog en mijle nbreed d e ni e nke van hi ch d e blauwe boe kanie r fragment i twee krantenknipsels u it uit d e s t e d e lijke cour an t d e ste delijke couran t 2 maart 196 4 2 april 1964 op zaterdag 29 februari j l is van huis gisteren is tom wit 15 die al een maand weggelopen de jongen thomas wit roep spoorloos was teruggevonden de heer naam tom oud 14 bijna 15 jaar d j een buurman van de familie wit signalement lang van postuur donker kwam hem tegen en herkende hem de blond haar grijze ogen draagt waarschijn jongen zwierf door de duinen dicht bij de lijk een donkerblauwe spijkerbroek grijze haven en hoewel hij lichamelijk niets man trui en blauw windjak een ieder die inlich keerde bleek hij geestelijk enigszins in de tingen kan verschaffen wordt verzocht zich war te zijn hij kon zich namelijk volstrekt in verbinding te stellen met de politie niet herinneren wat hij de afgelopen maand had gedaan en waar hij was geweest hij wist alleen te vertellen dat hij zich plotse ling op het strand bevond en dacht dat het 29 februari was fragment i i nu begin ik opnieuw plotseling zag ik de zee erboven donkere wolken behalve een lichte streep bij de horizon het was eb wie ben ik hoe kom ik hier wat doe ik hier mijn voeten doen pijn ik probeerde me iets te herinneren maar raakte er alleen maar door in de war er waren voetsporen op het strand ze begonnen aan de rand van het water en liepen op mij toe er was iets eigenaardigs aan ik zag ook het schip in de verte het vreemde schip maar alles is vreemd dus dat schip is misschien juist heel gewoon ik keek een tijd lang naar de voetsporen mijn eigen voetafdrukken ze liepen van de zee op me af andere sporen waren er niet dat is echt vreemd ik kan toch niet uit zee gekomen zin mijn kleren waren droog behalv e 1998 5 moer 227 de onderste rand van mijn broek mijn schoenen waren maar een beetje vochtig mijn schoenen ze zaten verkeerd omgewisseld ik bedoel dat mijn rechterschoen links zat en mijn linkerschoen aan de rechtervoet ik ging zitten om ze uit te trekken toen merkte ik dat ook mijn handen pijn deden mijn vingers zaten vol bloed ik had me gesneden wat is hieruit op te maken de sporen in het zand en het feit dat mijn schoenen verwisseld waren je zag dat ook aan de afdrukken hoe ik aan de snee in mijn vingers kwam ontdekte ik al gauw ik deed mijn schoenen uit en trok ze weer goed aan ik staarde naar het verlaten strand met de sporen naar de grijze kalme zee naar het schip in de verte het is niet meer verdwenen ben ik met het schip gekomen vlak bij me begon een smal pad dat naar boven de duinen in ging ik meende ook daar afdrukken van mijn voeten te zien in het zand ja natuurlijk ik bekeek mezelf voor zover ik kon een jongen of jongeman in vuile gekreukte kleren die niet lekker zitten ik stond op om een plas te doen ik liep een eindje het strand op en zette een paar keer een voet in de afdrukken maar ik durfde niet helemaal naar de zee te gaan ik liep terug naar de duinen ging weer zitten en dacht na ik had het gevoel dat ik heel wat had meegemaakt maar ik kwam niet te weten wat het was verschrikkelijk ik bevoelde mijn gezicht zijn mijn ogen licht of donker hoe oud ben ik ik had een horloge om mijn rechterpols het stond stil en ging ook niet tikken toen ik het met stuntelige vingers opwond het is vast mijn eigen horloge niet de wijzers stonden en staan nog op even over half vijf ik vroeg me af hoe laat het was veel later hoe wist ik dat het was dag en de lucht was bewolkt ik stak mijn handen in de zakken van mijn jak dat had ik meteen moeten doen kijken wat ik bij me had het eerste dat ik vond was een bultig pakje wat erin zat kon ik meteen een naam geven brood ik at er wat van dat deed me goed verder vond ik de scherven van een gebroken spiegeltje daar had ik me aan gesneden wat moest ik met een spiegel in mijn zak ik probeerde mezelf te bekijken maar ik zag alleen stukjes en beetjes van een gezicht dat ik niet kende telkens weer angstige ogen ik gooide de scherven weg daarna bekeek ik alle dingen die ik nog meer bij me had een vierkante lap waar ik mijn vingers aan afveegde en mijn neus in snoot vijf of zes glimmende schijven waarvan ik niet wist waarvoor ze waren nu weet ik het weer de oude man heeft het me gezegd en toen herinnerde ik het me geld geldstukken ik vond ook een zaklantaarn kapot een knipmes een schrijfding stift en een boekje een opschrijfboekje fragment i n vervolg van het dagboek van tom tim wit maandag 29 maart je kunt in de regen wandelen en niet nat worden je kunt nat worden en het niet erg zelfs fijn vinden met teja kun je zwemmen lopen rennen vliegen alles maar de kokardebloemen waren omgewaaid en verflenst en het raamloze huisje maakte haar bang mij niet niet meer we moesten praten maar we hadden er geen zin in we zwierven kriskras door de wilde duinen maar eindelijk kregen we het toch koud en toen bracht ze me ergens naar binnen waar het warm was en waar we iets konden drinken we zaten voor een raam waaruit we over de grijze zee keken en ik vertelde haar van mijn plan maar zij zei dat ik moest gaan net als haar vader we gingen ergens anders zitten zodat i k 22 8 moer 1998 5 de zee niet hoefde te zien we speelden met elkaars vingers en ik zei dat ik niet weg wou je weet waarom ze zei hier en nu houden we van elkaar en als je me vergeet wat ik haast niet kan geloven dan heeft dat zo moeten zijn 5 waarom moet het zo zijn ik wil niet geloven dat het zo zal zijn alsof het een natuurwet is toch ben ik bang dat het zal gebeuren als jij nou eens mee zou gaan ik had dat niet moeten zeggen ik wist al dat ze niet mee wil of niet kan toch verweet ik het haar ze kreeg tranen in haar ogen maar veranderde niet ik ben van hier hier hoor ik thuis het is hier precies goed voor mij ergens anders kan ik niet leven ik zou ongelukkig zijn daar en het jou verwijten ik wil jan ik wil dit hier vandaag gisteren ik wil dat niet kwijtraken ik wil het allemaal bij me houden jou ook tim jou ook maar ik zie nu dat het niet kan jij kunt het ook niet helpen pas nu begrijp ik waarom je bleef zoeken al heeft ons dat nu hier gebracht tim ik wil niet vergeten als het waar is wat ze allemaal zeggen zal ik toch ook vergeten als ik meega ook jou zal ik me niet herinneren we zullen elkaar in jouw wereld als vreemden aankijken en weer van elkaar houden hoe kun je dat zo zeker zeggen jouw wereld is de mijne niet misschien ben je heel anders daar ik zei o nee vast niet maar ze bleef haar hoofd schudden en trok haar handen weg lieve tim je kunt maar een ding doen je moet gaan luister naar me ik ben ouder dan jij niet ouder ik praat niet over jaren dat kan me niet schelen xxx de bladzijden zijn erg gevlekt moeilijk leesbaar 1998 5 moer 229

Auteurs:

Carien Bakker

Carien Bakker is als vakdidacticus Nederlands verbonden aan de lerarenopleiding van de Rijksuniversiteit Groningen en in die hoedanigheid medeverantwoordelijk voor het opleiden van eerstegraadsdocenten Nederlands.

E-mail: c.h.w.bakker@rug.nl.