Niet fluit, fluit!

Publicatie datum: 1993-01-01
Collectie: 24
Volume: 24
Nummer: 1
Pagina’s: 24-27

Documenten

de decaan wordt voorbereid en geoefend deze recensi e les wordt halverwege het tweede schooljaar ge geven noot en literatuu r marten elkerbout de term meertaligheid wordt op verschillende niet fluit fluit manieren gebruikt individuele leerlingen wo rden als m eerta lig aange duid wanneer ze in school buurt en thuis si tuatie vers chillende talen gebruike n schoolklassen waarin meertalige leerlingen zit jac queline frijn en g e r de haan he t taalle rend ten noemen we dan weer m ee rtalig e klasse n kind dordrecht icg publi c ations 1 99 0 2 66 in veel gevallen gaat het bij meertalige lee rl in pag f 42 0 0 g en om le erlingen met deficientie s in beheer sing van het nederlands doordat ze met verschillende talen in verschillende situatie s onder invloed van noam chom s ky heeft de worden ge confrontee rd is hun taalontwikke taalkunde d e afgelopen dec ennia sto rmachti ge ling per taal eenzijdig en geent op de specifieke ontwikkelingen doorg emaakt het probl ee m is gebruikssituatie in de context van het pro ject ec ht er dat h et voor een ni et ges pecialis e e rd wordt de term meertaligheid e x pliciet aan indi publiek moeilijk i s om k ennis te n e me n van di e viduele leerlingen toegekend de vorm di e de ontwikkelin gen taalkundi ge lit era tuur is v a ak meertaligheid van leerlingen aanneemt loopt nogal technisch en daardo or mo eilijk to ega n sterk uite e n er zijn du s zeer veel vormen van kelijk z eke r in het n e derlandse taalge bied i s meertaligheid zie bate laan e a 1989 p 172 we inig literatuur voorhande n die ge makk e lijk te lezen i s batelaan p e a onderwijs in het vak n e derlands het nieuwe boek van frijn e n de haan vo or in meertalige klassen in het voortgezet onder zi et in die lee mte de schrijvers h e bb e n ee n wij s in moer 1 9 8 9 4 p 168 175 twe eledige bedoeling me t he t ta a llerend kind te n eerste willen zij een b es chrijving van h e t taalve rwe rvings pro ce s geven vanuit ee n taal kundig perspectief en ten twe ede wille n zij e e n inleiding geven op de mo d erne taalkund e h et bo ek valt uit ee n in drie de le n in d e hoofdstukken een en twee wordt ee n algeme n e orientatie op het versc hijn sel taal gege ve n d e hoofdstukken drie tot e n m et zev en vormen d e harde kern van h e t bo ek daarin be sc hrijve n frijn en de haan h et ta alverwervingspro ces e n kopp e len dat aan de b elangrijkste ond e rd el en van de taalkund e de fonologie de semantie k de syntaxis en de morfologi e dit ged eelte wordt afg erond met een hoofds tuk ove r modu lariteit waarin zij ingaan op de sam enhang tu s sen de ve rschillende onderdelen module s van d e grammatica e n d e s amenhang tus s en de taal module en andere modul es zoals bijvoorb ee ld d e k e nni s van de wereld het bo e k wo rdt afge sloten met twee hoofdstukken die weer wat al g e me ner van aard zijn het achtste hoofdstuk gaat ove r taal en hersenen en h et ne gende over meertalighe id en twee de taalverwerving 24 moer 1993 i taal en taalaanbo d gen op taalstructuren die verderop in het boek in hoofdstuk vier nog een belangrijke rol zul in de eerste hoofdstukken schetsen de auteurs len spelen boventaal blijkt op dat punt niet het taalkundige perspectief van waaruit het wezenlijk te verschill en van gesproken taal ik boek geschreven is ze presenteren allereerste vind het jammer dat frijn en de haan deze de stelling die het fundament van het boek volgordeverschijnselen niet aangrijpen om te vormt taalverwerving wordt gestuurd door een concluderen dat doventaal net zo natuurlijk is genetisch vastgelegd programma het aangebo als gesproken taal ren taalverwervingsvermogen de rest van he t hoofdstuk wijden ze aan het uitwerken van he t in het tweede hoofdstuk staan frijn en de begrip natuurlijke taal haan uitgebreid st il bij het aangeboren taalver er wordt aandacht besteed aan het verschil we rvingsvermogen en hoe dit taalvermogen de tussen menselijke taal en dierlijke communica taalontwikkeling stuurt ook komt de rol van tiemiddelen menselijke natuurlijke taal heeft het taalaanbod in het verwervingsproces aan de een aantal kenmerkende eigenschappen die bij orde het taalverwervingsproces moet eigenlijk die rlijke communicatiesystemen ontbrek en niet gezien worden als een leerproces maar de belangrijkste zijn compositionaliteit re meer als een groeiproces waarbij het taalaanbod c ur s iviteit en creativit eit als het ware de voeding is die noodzakelijk is co mpos iti o rtaliteit houdt in dat de be tekenis om het taalorgaan te laten groeien van een zin med e afhankelijk is van de struc in dit hoofdstuk wordt ook nog even het tuur van die zin en ni et all een maar een optel werk van creolentaalonderzoeker bickerton som van de beteke ni s van de woorden die in die genoemd e en creolentaal i s een taal die ont zin gebruikt zijn de zinnen piet s laat jan e n staat als kinderen opgroei e n in een taalomge jan slaat piet betekenen niet he tzelfde hoewe l ving waar een zogenaamde pidgin wordt ge be ide zinnen zijn opgebouwd uit de woorden sproken pidgintalen werden bijvoorbeeld door ja n s laa t en p iet slaven gesproken die vanwege hun versch illen recurs iviteit wordt ook we l he t droste effect de moedertalen om te communiceren hun genoemd naar de ouderwets e cacaoblikjes van toevlucht namen tot bijvoorbeeld een sterk ge droste daa rop staat een non afgebeeld die e e n reduceerde vorm van de taal van de plantage blaadje draa gt niet daarop we er een cacaoblikje eigenaren engels en ook wel nederlands met een non erop enz in principe is deze in zo n pidgin mis t allerlei uitdrukkingsmoge bedding oneindig hetzelfde geldt voor taal lijkheden van een gewone natuurlijke taal als door h e t toepasse n van onderschikking of ne kinderen opgroeien in een pidgin omgeving ven s chikking kunnen we in principe oneindig bijvoorbeeld doordat de ouders met elkaar lange zinnen maken communiceren d m v een pidgin dan ontwik cre ativit eit ten s lott e betekent dat men sen kelen zij een taal die rijker is wat betreft s teeds weer nieuwe taaluitingen kunnen pro uitdrukkings mogelijkheden dan de pidgin duc e ren en be grijpen dat hangt natuurlijk s a creolental en blijken bovendien gemeenschap men met de recursiviteit van taal want het taal pelijke kenmerken te hebben die niet terug te repertoire van de mens is daardoor in principe voeren zijn op de brontalen zodoende vormt onbegrensd het creolentaalonderzoek een sterke onder de pogingen om chimpansees taal te leren steuning voor het idee dat er een aangeboren zijn dan ook gedoemd te mislukken het exp e taalvermogen i s riment met vicky is ondernomen zonder dat m e n zich va n tevoren realiseerde dat bepaalde het taalverwervingsproces kennis relevant zou kunnen zijn in dit ge val had die kennis het hele experiment overbo in de volgende hoofdstukken wordt het boek dig kunnen maken wat veel moeite en een technischer en dus moeilijker per hoofdstuk voor het leven getek e nde chimpansee had ge wordt een stadium van de kindertaalverwer scheeld p 13 ving beschreven frijn en de haan hanteren aan de hand van gebarentaal voor doven in daarvoor de in de literatuur gebruikelijke inde troduceren de auteurs hier volgordebepe rkin ling de voortalige fase hoofdstuk drie d e 1993 1 moer 2 5 vroegtalige fas e die bestaat uit de eenwoordfase duceren als taartjes bakken volgorde ov en hoofdstuk vier en de meerwoordfase hoofd nooit bakken taartjes volgorde vo terwijl stuk vijf en de differentiatiefase hoofdstuk bijvoorbeeld engelstalige kinderen jui st ba zes king cookies ennooit cookies bakmg zeggen het engels is een svo taal hoofdstuk 3 beschrijft de ontwikkeling van de het feit dat nederlandse kleuters uitsluitend spraakklanken aan de hand daarvan wordt de tweewoorduitingen met ov volgorde produ fonologie geintroduceerd zoals steeds in dit ceren is opmerkelijk omdat de volgorde vo in gedeelte van het boek zijn het steeds de kinder het nederlands e taalaanbod wel voorkomt in taaldata die de stof verlevendigen we treffen de nederlands e hoofdzin staat het w e rkwoord bijvoorbeeld de volgende dialoog aan immers voor het objec t kinderen bakken volw eetjijjluit taartjes dat wijst erop dat het kind geri cht kind nietfluit fluit zo e kt naar taaldata die hem helpen vast te s tel uit dit voorbeeld kan worden geconcludeer d l e n of de taal die het verwerft ee n sov taal of dat de ontwikkeling van de perceptie vooruit e en svo taal is loopt op de produktie het kind verstaat wel dat fruit onterecht wordt uitgesproken als fluit d e differentiati e fase s taat centraal in hoofdstuk maar kan de r nog niet produceren 6 ik ken geen helderder inl eiding op de g en e ratieve morfologie er valt weer veel interes het vierde hoofdstuk gaat over de ontwikke sants te leze n bijvoorbee ld het opm erkelijke ling van het mentale lexicon e n geeft daarme e feit dat kinderen eerst c o rre cte s terke v e rle ook inzicht in de woordsemanti e k de zins s e den tijd s vorme n hantere n althans vanuit vo l mantiek kan niet aan bod komen omdat de au wass en oogpunt die later word e n in gewiss eld teurs de s e mantiek introduc e ren bij de een tegen inc orre ct e zwakk e vorm en li epen woordfase de auteurs zijn hier terecht erg wordt in e en latere fa se loopt e n of ze lfs liep voorzichtig met het doen van al te sterke uit ten dit geval van c hangin g for th e wor se kan spraken er is nog maar weinig bek e nd over de word en verklaard uit het feit dat h e t kind in inrichting van het mentale lexicon en aan d e ee rst e instantie we inig r e den he e ft om aan t e verschill ende theorieen die zijn voorgesteld nemen dat er van e nig e systemati ek in de v e rl e kleven allerlei bezwaren als de auteurs zich af d e n tijds vorming van het n e derlands sprake i s vragen of het kind eerst specifieke en later alge de mee st frequent e werkwoord en in h et n e mene kenmerken verwerft of ande rsom dan derlands hebben namelijk e e n st erke onre g el doen zij opeens wel e en onvoorzichtige uit matige verlede n tijdsvorm pas al s het kind spraak de tweede theorie eerst algemene ontdekt dat woorden gele ed kunn e n zijn e n kenmerken ivt e is ons inziens h e t aantr e kke vervolg e ns het regelmatige zwakke verlede n lijkst niet all een conceptueel maar ook omd a t tij ds syste em ontwikkelt zal h e t d o or ove rgene die h et in kindertaaluitingen zo regelmatig ralisatie correcte s terke vormen vervang e n voorkom en van overgeneralisaties kan verant door incorre c t e zwakke h e t kan wel tot in de woorden p 114 dat is een merkwaardige basis schooll e eftijd duren voordat het kind het conclusie want in kind e rtaal komen onderg e volwass en sy s t eem van ste rk e e n zwakke neralisatie s net zo goed voor werkwoorden b eheers t in hoofdstuk 5 komt de syntaxis aan bod je hoofdstuk 7 behandelt modulariteit de modu kunt merken dat het met enthousiasme ge lariteitsdoctrine houdt in dat grammaticale en schreve n is het is op oorspronkelijk onderzoek andere kennis is opgedeeld in onderdelen mo van jacqueline frijn gebase erd sov verschijn dules deze modules kennen ieder hun eigen selen in het nederlands de onderliggende principes maar ze werken wel samen het is zinsvolgorde in het nederlands i s subject ob een vrij abstract hoofdstuk hoewel de beschrij ject verbum kunnen aan de hand van kinder ving van de samenhang tussen de werking van taaldata mooi worden gedemonstreerd zo blij het geheugen en de grammaticainodule het ken n e derlandstalige kinderen in de modulariteitsidee goed illustreert meerwoordfase systematisch uitingen te pro de al eerder genoemde recursiviteit van de na 26 moer 1993 i tuurlijke taal houdt in dat het mogelijk is om goed hoofdstuk maar de geboden informatie is zinnen in te bedden in andere zinnen zeker niet nieuw voor wie wel eens een inlei dend boekje over psycholinguistiek heeft gele roofvogels kunnen goed zie n zen gezien het feit dat frijn en de haan een roofvogels die op konijnen jagen kunnen algemene inleiding op de taalkunde beogen te goed zien i inbedding geven is het terecht dat bijvoorbeeld afasie aan roofvogels die op konijnen jagen die in ho de orde wordt gesteld len leven kunnen goed zien 2 inbeddingen roofvogels die op konijnen jagen die in ho hoofdstuk 9 gaat over meertaligheid en twee len leve n die meerdere uitgang en hebben de taalverwerving de belangrijkste theorieen kunnen goed zien 3 inbeddingen op dit gebied passeren zeer globaal de revue frijn en de haan richten zich wel erg nadruk ra roofvogels kunnen goed zie n kelijk tegen de constructietheorie die theorie 2a roofvogels die op konijnen jagen kunnen gaat ervan uit dat tweede taalverwerving net als goed zien i inbedding eerste taalverwerving wordt gestuurd door 3 a roofvoge ls di e op konijnen die in hol en le aangeboren principes hoewel er zeer zeker ven jagen kunnen goed zien 2 inbedding e n verschillen zijn tussen het proces van eerste en 4a roofvogels die op konijnen die in hol e n die van tweede taalverwerving hoeven die ver meerdere uitgangen hebben l even jagen schillen nog niet te betekenen dat de t2 ver kunnen goed zien 3 inbeddingen werver geen gebruik meer kan maken van zijn aangeboren taalkennis bij de huidige stand van wat b e treft d e taalmodul e is er geen ve rs chil zaken van het onderzoek kan die conclusie nog tuss en d e zinnen 4 en 4a in beide is sprake van niet worden getrokken drie inbeddingen toch is zin 4 veel acceptab e ler dan zin 4a dat kan worden verklaard uit d e co n c lu si e werking van een ander e module het korte ter i nijngeheugen het taallerend kind is in mijn ogen een zeer ge de capacite it van het korte termijngeheugen slaagd boek het is niet all een fraai van vormge is bep e rkt zow e l bij de produktie al s bij de per ving maar ook geschreven in een prettige en ceptie van zin 4 kan het geheugen na de ver heldere stijl didactisch is het meestal uitste werking van een bijvo eglijke bijzin weer wor kend kindertaaldata il lustreren de taalkundige den gewi st en kan d e volgende worde n stof die steeds zonder al te ingewikkelde for verwerkt bij zin 4a moet steeds nog gewacht malismen wordt aangeboden het is voor mij worden op het re s tant van de eerste bijzin ter moeilijk om vast te stellen of het boek inder wijl al met d e verwerking van de volgende daad leesbaar is voor me nsen die geen taalkun moet worden begonnen 4a bela s t het kort e dige achtergrondkennis hebben maar voor le termijngeheugen dus te veel vandaar ook dat raren nederlands die zich niet in de taalkunde zin 3a ve el a c ceptabeler is dan zin 4a hebben gespecialiseerd lijkt het mij een prima boek om hun taalkundige kennis weer eens op hoewel dit tweede gede elte van het bo ek voor te fr issen het boek komt dus op een zeer ge veel lez e rs niet erg gemakkelijk zal zijn weten schikt moment nu de cven heeft voorgesteld frijn e n de haan mijn s inzie ns steeds de balan s om taalkunde een plaats te geven in het ver te vinden tussen wetenschappelijkheid en lees nieuwde vwo programma baarheid wellicht worden de kindertaaldata wat overwoekerd door de taalkunde maar de wijze waarop frijnen de haan een consi s tente taalkundige visie in verband brengen met kin dertaalverwerving dwingt respect af taal en hersenen meertalighei d over hoofdstuk 8 kan ik kort zijn het is een 1993 1 moer 27