Publicatie datum: 1990-01-01
Auteurs: Petra Wieler, Dana Constandse
Collectie: 21
Volume: 21
Nummer: 5
Pagina’s: 193-196
Documenten
foru m wo rd e n een uitgan gs pun t van m ij n ond erzoe k i s d e hy pot hese dat i n el ke benade ring van h e t litera t uuron derwij s sp ecifie ke vooronders tel l ingen g e hantee rd worde n ove r de tali g e inter reactiesop actie tusse n d e b etro kken en docent e n leerl in ge n leer lin g e n onder elkaar vragen stellen aa n mijn o nd erzoek heeft weliswaar be trekk ing op het literatuuronderwijs dat o p duitse scho literaire teksten l en voor voor tgezet ond erwijs g egeve n wo rdt maar dit staat een vergelijking niet in de weg oo k in dui tslan d zijn er docenten die de d oel stellin g nastreven d ie b oekhout n oemt de in moer i99o 3 stelt li d ia boe khout h e t p ro l eerli ngen assertief te mak el p i og in over b leem aan de ord e h oe je leerlingen ertoe ku nt eenstemming met de terminologie die gehan brengen dat zij zelf vragen stellen over een lite teerd wordt in de actuel e d ui ts tal i ge l iteratuur raire tekst wat willen zij te wete n komen over didactisc he discussie zou haa r d oels tell ing die tek st tot dusver zij n h aa r ervarin gen n iet l ui den de l ee rli ngen aan te sp o re n o m o p b asis bemoe digen d en zij vraa gt zich dan oo k a f h oe van individuele l eve nser var ing hun s ubjec tieve dit aange p akt kan wor d en petra w ie le r en zing eving aan een li teraire tek st te r sprake te d ana constandse geven elk een r e actie breng ed he t realiseren van d ez e doe l stelli ng ste lt ho g e eisen aan de gesprek svaa rd igheid van de leer l ingen wi e ooit heeft gepr o b eerd teg enover petra wieler een goed bekende uitgebreid te beredeneren waaro m een bep aal de literair e teks t h em haar twee soorten gesprekken enerzij d s aans p rak en and er zijds toch oo k weer niet zal zich deze problematiek onmiddellijk over literatuur ku nnen indenk e n het is las tig ge nuanceerde oo rd el en onder woor d en te brengen in h et ge val van een gesp rek me t een goede b e ken de ver onders tel t h e t ook een specifiek soo rt tali ge leerl ingen h ebben te weinig zelfvertrouwen interactie wie een p oging onderneemt ee n oor om zic h assertief op te stellen in schoolse dis deel over een l ite rair werk uit te l egg e n stelt cussies over literaire teksten zij achten h un z ich in o p een b egrip zoekende ui twisselin g van eigen interp retatieve pogingen minderwaard ig gedachten tussen gelij kwaar dige gespreksp art als d e d ocen t een interpreta t ie voor s t el t wo rdt ners al s d e and er dan vraagt waaro m d enk j e die o nmi ddellijk als d e enig j uiste gezien en is d at dan zal die vraag opgevat word en als een het gedaan met de d iscussie tot deze niet al te pogin g o m tot een be ter begr ip te komen en op ti m istische con staterin g komt lid ia b oek nie t a ls een vra ag ter controle va n d e k enn is of hout i99o na haar eerste ervaringen met een het inz i cht wie zo n v raag beantwoordt ve r on derwijsmetho de die ero p gerich t is de posi wacht een reac tie als oh nu s nap ik het of tie van d e docent als d e dominante gesprek s h oe kom je d aar nu bij en is te recht verb aasd partner in schoolse discussies over literatuur als de ande r r e agee rt met d at is goed fout zoveel mogelijk te reduce ren geant woord met andere woo rd en gesprekken een vergelijkbare probleemstelling was voo r tussen goede bekenden over literaire teksten mij aanleiding t ot ee n uitgeb reid on d er zoek worden gek enmerkt doo r een sy mmetrische relatie naar de p atronen die ten grondslag l iggen aan tusse n d e gesp rek s partners die vanu it een com gesprekken tussen leerl ingen en docent in het municatieve houding ar g umentere n b ij hun pogin literatuu ronderwijs wiele r 1989 a ls we de gen wederzijds b egrip tot stand te bren gen positie van de docent als dominante gespreks d ergelijke ges p re kken over d e waardering par tner willen relativeren m oet duid el ijk zijn van l ite raire werken zijn sowieso al m oei lijk h oe gespre kken ove r literatu ur gestructu reerd maar h et is nog moeilijk er ze in een insti t utio 1990 5 m oe r 193 nele context als het onderwijs te realiseren dat ties terech t er z ij n wezenlijke versch illen tus wordt duidelijk als men naar de structurele sen t wee soorten gesp re kken over literatuur pri nci p es va n een klassegesprek kij kt deze enerzijds zijn er ges prekk en d ie g er ich t zijn gesprekssituatie is in het algemeen voorna op het tot stand brengen van wederzijds begrip melijk gericht op kennisoverdracht kenn isver en die een communicatieve houding vooron werving en prestatie con trole daarvoo r is d ers t ellen an d erzij ds gesp rek ken d ie gericht de competentievoorsprong van de docent een z ijn op de dem ons t ratie van kennis en inzic ht noodzak elijke voorwaarde hier is dus sprake en die een strategische houding vooronder van een asy mmetrische relatie tusse n de ges preks stellen gegeven deze stand van zaken zijn par t n er s in cas u leraa r en l eerling het d oel va n er geen eenvoudige oplossingen voor boek d e kennisoverdracht v raagt niet alleen va n d e houts dilemma voor mezelf ben ik tot de con leraar maar ook van de leerling een strategische c l usie gekomen dat vragen die tot een syste houding voor de leraar is die strategie gericht op matische an alyse of ee n o mvattende inter p reta het controleren van de kennis en het inzicht van tie van een literaire tekst leiden in elke vorm d e leerli nge n voor de leerli ngen o p het demon van lite rat uurond er wij s uiteind elij k d oor de streren ervan docent aan de o rde gesteld moeten worden hij in boe kho uts klassen achtten d e leerlinge n of zij beschikt imme r s over de kennis die vereist zi ch n iet i n st aat g eschikte v ra g en bij een literair is om de juiste en dat zijn in dit verband de verhaal te stelle n e n na m en zij hun eigen inter meest indri ngende vrage n te s telle n vragen pretatie van een gedicht niet au serieux er die een cont roversiele en geen gageerd e literai re werd wel dru k gediscussieerd maar ui teinde discussie van een groe p leerli ngen onderling op lijk werd er toch een beroep gedaan op de do gang brengen hebben hun functie dan al ver cent einde van de discussie ik ga ervan uit dat vuld z ij z ijn d e eerste stap naar de vaardigheid d eze breuk sam enhang t met d e overgang van om over subjectieve literai re zingeving te com een communicatieve naar een strategische hou mu niceren d i ng in o nderli nge di sc ussies hante ren lee rlin g en een p atroon da t g ericht is o p een verhelde ring van hun s ubj ec tieve bel angstelling voo r een literaire tekst da arbij probe ren ze vanuit dana constandse een communicatieve houding aan hun klasge noten du idelijk te maken wat ze nu precies be vragen moet doelen in d e interactie met de docent hanteren lee rling e n een v raag antwoordp atroon dat vol doet aan de conventies van een literaire discus sie in een lessituatie d aarbij p robere n ze vanuit h oe krij g je leerli ngen zover dat ze inderd aa d een strate gisc he h o ud i ng aa n de le raar duidelijk zelf vragen gaan stellen aan een tek st en h oe te m ak en d at ze goed e leerlin gen zijn al s d e maak je ze duidel ij k dat hu n interpretatie net zo docent d e v ra gen st el t willen zij wel over het steekhoudend kan zijn als die van de docent antwoord nadenken presteren a ls de docent twee intrigerend e vrage n va n lidia b oe k hout een i nterp ret atie g eeft accepteren zij dat als waa rop ik in kort b es tek een antwoord w1 pro he t goede antwoord ke nnisoverd racht ken b eren te geven geb aseerd o p mijn ervaringen nelijk bestaat er ook vanuit het perspectief van als l erares aan een v w o schoo l de leer ling en een di e pg aand ver schil tussen een communicatief en een strategisch vraag nad at ik ja ren lang tekstbegr ip h ad onderwe an two ordp atroo n e n is dat voo r hen aa nl eidi ng zen aan de hand van teksten met vraged be tot een fund a menteel verschillende houding sloot i k o p een gegeven moment de leerl i ngen dan wel wezenlijk ver sch illend e ges p re ksb ij zelf de v ra gen te laten stellen d a t b etrof toen dragen zowel zakelijk e als l ite raire teksten en ik begon h et gevoels mat i g g egronde verzet van lee rlin ermee in d e twee d e en derde klassen want ik g en te g en een combinatie van d e ze handelings h ad toen geen hoge re p atro nen is g ezien de stru ctureel te g enstrij dige ik deed het eerst stap voor stap alinea voor kenmerken van de b ij beh oren d e gesprekssitua alinea co uplet voor couplet en steeds bijs tu 194 moer 1990 5 rend als e r geen of te weinig vrage n kwa men hem beschreven in he t arti kel ervaringen ge zo van al s nie mand wat te vragen heeft over vraagd bl ok 1 964 deze alinea dan wee t dus iedereen wat dit recept voor deze we rkwijze laat groepjes woo rd b etekent joep vertel jij he t m aar eens leerl ingen over ee n te k s t twee soorten v ragen of nou d an heb ik nog wel wat te vrage n bedenken zogenaamde n vragen waarop ze waarom staa t er in regel 7 dat d e sc hrijver zich zelf h et antwo ord denke n te weten en s vra schaam t d aarbij raakte ikzelf nog a l eens gen waa rop ze geen ant woord wete n het beschaamd in mijn wantrouwed omdat de moe t e n wel esse ntiele v ragen zij n leidt d a arna gev raagde l eerling wel d egelij k ant woo rd op een klassegesprek waarbij d e gr oepj es om de mij n v raag wi st d eze aanp ak is nog al frikke beurt een van hun vragen lanceren en alle an rig maar wel leerd en de leerlingen d aardoo r dere groepjes d aaro p a ntwoorde n vaak hadd en langzamerhand wat voor soo rt v r agen ik van ze ze die vraag zel f oo k bedach t al of niet met verwachtte antwoord erbij de vragende groep beoordeelt h adden we de h ele t e kst op deze manier ten slotte welk antwoord van de anderen hen doorgewerkt dan keken we nog even samen h et mees t bev re d i gt e ventueel d aarover no g naar de v r agen die de sc hoolboek schr ijver e rbij d iscussie tussen de g r oe pen d e le raa r is allee n gesteld had meestal had den we h e t groo t s t e tec hnisch voorzitter bemoeit z i c h nie t m e t d e deel daarvan al gehad en zeg nu niet da t d e inh oud van d e discussie wel moet hij mijns in leerlin gen hun vragen ui t het boek h aal den zie ns vaa k ervoor zo rge n da t er arg umenten ui t d at was namelijk echt niet zo i n elk geval we r d e teks t gegeven wor den den er al tijd oo k heel and ere vragen gestel d de meest succesvolle les daa rb ij was die keer vooral de onbekende woordel van de leerlin dat de klas ee rs t zelf d e tek st had uitgezoc ht ik gen kwamen vaa k niet overeen met de moeilijke had een bundeltje met avant gardistische poezie woord en waa rnaar t ra d itio neel i n de eerste in de klas ver spreid nieu we griffels sch one leien v raag geinform eerd wor dt maar ook d ieper en ze daarin ee n tekst ter beh and elin g l aten zoe gaan d e vragen van de leerlingen we ken af van ken er kwam toen een aantal voorstellen en na de boekenvragen zek er wat de formulerin g be stemming werd het ee n zo o p he t oog ond oor treft ten s l otte de vragen uit h e t boek die niet gronde lijk gedicht van lu cebert aan de ord e ware n geweest bek e ken we nog o p toen ze aan he t ei nd van het d er d e l es uur zinvolheid dan eindelijk mij n menin g over het gedich t overigens b en ik destijds niet zo te werk ge vroegen wees ik ze eers t o p al hun re d enerin gaan omdat ik de l eer l in gen assertiever wi ld e gen die vo l gens mij b es t ko nden en gaf toe n ma k en maa r omdat ik vond dat h et b ean t woor mij n i nterpretatie m et een slag om de arm want d en van de vragen ui t h et boek niet l eidde tot ik wist het werk el ij k ook niet zo zeker op een beter begrip van de tekst schrijve n de d en ze mij n antwoord nie t maar h et resultaat van de aanpak was d at de lee r dat hoefde toch al n ooi t met antwoorde n he t li ngen a l snel mee r vragen ginge n s t ellen e n ging er immers om dat ze meedachten en leer interessanter e b ovend ien bleven ze veel meer den argumenten in de tekst te vinden gericht op de t e kst voor alle dui d el ij kh ei d desastreu s sl ech t ging d e me t hod e blok i n de an t woo rd en werden in eerste insta ntie doo r een voor m ij nieuwe 3 havo over een door de leerli ngen gegeven en beoordeeld en ze mij gekozen nie t zo moeilij ke zakelij ke te kst hoefden ze niet in hun schrift te schrijven de leerlingen be d acht e n vooral vragen naa r een dergelijk e s tap voor stap aan p ak ge woordbetek enis en tot mij n ontz etting ook br ui kt e i k later in de hogere klassen bij literai re ontleedopdrachten die niets met de interpreta teks ten en wat een g l o r ieus moment toen een tie van doe n h a dden wat is he t gezegde in die student in mijn s gymnasium een gedicht va n zin h ooft b eh andeld e en in het nauw gebrac ht werd toen de leerlingen hem vrage n erover gingen vragen stellen is dan oo k hel emaal nie t mak stellen die h ij niet zo gauw te b eantwoord en kelijk h oe moeilijk vond ik he t niet zel f als wist beginnend l e raar om vragen b ij ee n tekst te b e maar i k heb ook wel ande r s gewerkt geins pi den k en een h eleb oel teks ten ge b rui kte ik nie t reerd d oor een aanp ak van wouter b lo k door omdat ik er n ie t genoeg v ragen b ij wist h oe 1990 5 moer 1 95 dankbaar was ik t oen voor d e lesjes met v ra g en soort vragen te stellen m isschien leerden ze i n het b oek ook al von d ik het no gal eens stom daarvan wel wat voor soort vragen er allemaa l me vragen m aar het besp aarde m e hee l wat moge l ij k zij n m aar dat is heel wat a nde r s d an werk en onzekerheid ze vrij te laten om te v ragen wat zij te weten ook stagiaires hebben er moeite mee ze stel willen komen over een tekst len daarom n og al eens vragen die ze zelf in hun o pl ei di ng hebb en geh ad daarom denk ik dat ten sl o tte nee m ik de u itvreter van nescio er bij leerlinge n ook in eers te instantie z ulle n ter ug en merk dat het me moeite kost over die tekst gr ij pen op het soort vrage n dat ze kennen vier vragen te bedenken ik word er als steeds voor leerlingen is er misschien nog een ander e motioneel zeer d oor get ro ffen en h eb eigenlij k pr obleem ee n ond erwijsdesk undige van jaren geen zin i n b egri p svraged eventueel zou ik h er schreef eens dat volgens h em h et belang w ille n praten over wat anderen nou vinden van rij k ste wa t leer lin gen van d e school mee kr egen zo n ma n als japi en of ze ook d enk en d at de de zekerheid was dat vragen stellen getuigt van schrij ver symp athie voor hem h eeft d omh ei d ze moc hte n imme rs op schoo l allee n m isschien hebb en de leerlingen hierover in maar een vraag stelle n wanneer ze iet s niet b e hun gr oepj es wel same n gepr aa t m aar daa rover g re p en geen vraag durve n stellen omdat ze niet wisten maar is d at niet o p veel sc holen nog zo i n elk of dat wel mocht h oe zou d en jullie met j api geval al s leerlingen in hun schoolloopbaan zo n zijn omgegaan z o n vraag h adde n ze mis houding wordt azngeleerd verander je dat niet schien n og nooit i n hun sch oolboek gevonden zomaar even m oet je dus eigenlij k toc h maar beginnen met heb ik hierboven nu de werkwijzen beschreven ze te leren wat voor vrage n er allemaal mogen waardoor d e leerli ng e n zelf vrage n gaan stellen dan daarnaast natuurlijk in alle lessen belang aan een tekst ja en nee stelli ng ton en voor hun inbreng en laten me r ja leer h et ze st a p voor sta p geef ze in het be ken dat je ze serieus neemt en zeker niet na een gin niet t e veel eigen verantwoordelijkheid laa t p aar lessen al resultaten ve rwachten ze niet metee n los op een te groot s tuk tek st neem bij voorkeur t amelijk m oeil ij ke tekstj es waarover m a kkelijk vrage n t e stelle n zij n o f literatuur nog bet er laat ze zelfeens een tek st kiezen en nee want er zit me een zinnetje dwars in b lo k w ervaringen gevraag d in de nieuwe het artike l van l i dia b oekhout z e schrijft h et taalgids 47 1964 p 201 21 1 gaa t e ro m wat zij de lee rling en te weten willen b oe khout l vr agen stellen aa n l iteraire teksten komen over een teks t en d an denk i k dat een in moer i99o 3 p io9 r io heleb oel leerlinge n over een h eleboel teksten wiel er p sprachliches handeln im literatur unterricht helemaal niets te weten willen kome n en wie als didaktisches problem bern l ang 1989 d isser con seque nt is moet dat d an wel goedvind en tatie rheinisch westfalische technische hoch of niet schule aachen zoa l s een van mij n collega s zij n leerlingen n ie t verplichtte over een gedicht of ve rhaal te p raten al s z e dat niet wi ld en als ze zo emotio neel get ro ffe n wa re n bij voorb eeld d at ze de stemming niet st uk wilden ma ken o ok m ij is het we l overkome n dat maar ee n leerling een vraag had name lijk of d e and ere n multa tuli s ideeen ook zo p rogressief vo nden nou d at von den ze niet ik b etwijfel ook of mijn l eerlingen altijd vra gen stel den over zak en die ze ech t zelf wilden we ten als ik i n het begin zo stap voor sta p bezig was dwong ik ze dan nie t alleen maa r om mij n 196 m oe r 1990 5