Makkelijk, altijd en overal. Iedereen kan taalsteun geven bij het lezen van teksten!

Kernactiviteit

Leerlingen lezen een tekst, vullen individueel een tabel in over de begrippen, verbindingswoorden en de moeilijke woorden en maken in groepsverband een verwerkingsopdracht.

Hoe pak je dat aan?

Bepaal samen met de leerlingen aan het begin van de les het leesdoel. Het leesdoel is afhankelijk van de verwerkingsopdracht. Laat leerlingen nadenken over wat ze uiteindelijk moeten doen met de tekst.

Maak heterogene groepen (sterke en zwakkere leerlingen) van drie leerlingen en verdeel de tekst die gelezen gaat worden in drie stukken. Leerlingen lezen eerst de hele tekst en schrijven de hoofdgedachte op. Daarna vullen de leerlingen (individueel) de onderstaande taalsteuntabel in voor hun stukje tekst.

Begrippen
Welke begrippen worden genoemd en wat betekenen ze?
Verbindingswoorden
Welke verbindingswoorden zie je en bij welk tekstverband horen ze?
Moeilijke woorden / woorden die je niet kent
Zoek op wat ze betekenen en zet dat erachter.


Hierna volgt de verwerkingsopdracht. Voorbeelden daarvan zijn het maken van een samenvatting, een mindmap of toetsvragen. Dit doen ze in de groepjes van drie leerlingen die je hiervoor hebt samengesteld. Elke leerling is verantwoordelijk voor zijn stukje tekst en leerlingen zijn zo wederzijds afhankelijk van elkaar.

Centraal staat hierbij: Waar draait het om in de tekst? Wat is de belangrijkste informatie? Wat is het verband tussen de alinea’s? Leerlingen stellen deze vragen bij elke soort verwerkingsopdracht. Voorbeelden van verwerkingsopdrachten zijn onderaan deze pagina bijgevoegd.

Bespreek de gemaakte verwerkingsopdracht, bij voorkeur, aan het einde van de les.

Met welk effect?

Leerlingen kunnen na het invullen van de taalsteuntabel beter verbanden leggen en informatie uit de tekst in hun eigen woorden uitleggen. Daardoor groeit het begrip van de tekst. Leerlingen halen vaker de belangrijke vaktaalwoorden uit de tekst en kunnen beter het onderwerp benoemen.

Doordat de leerlingen wederzijds afhankelijk zijn voor een goed eindresultaat, zijn ze actiever bezig met het verwerken van hun stukje tekst. Vooral leerlingen die slecht te motiveren zijn en de leeszwakke leerlingen tonen meer betrokkenheid bij het maken van deze groepsopdracht.

Door het samenwerken moeten leerlingen ook over de tekst praten en dat bevordert het begrip van de tekst en de verbanden tussen de delen. Omdat leerlingen gedwongen worden om in eigen woorden over de tekst te praten, komen ze tot een dieper begrip. De onderlinge samenhang tussen de delen wordt op deze manier ook helder.

Waarom werkt het zo?

Leerlingen moeten een tekst niet alleen lezen, maar ook begrijpen. Dit kun je stimuleren door de leerlingen actief op zoek te laten gaan naar de samenhang in de tekst.

Leerlingen hebben voorkennis nodig over verbindingswoorden en tekstverbanden. Daarnaast is het goed als leerlingen al eerder geoefend hebben met de aanpak van moeilijke (onbekende) woorden in de tekst.

De drie pijlers voor taalgericht vakonderwijs zijn: het geven van taalsteun, zorgen voor interactie bij leerlingen en het bieden van context aan leerlingen (Hajer & Meestringa, 2020).

Een manier om taalsteun te geven bij het lezen van teksten is door gericht een tabel in te vullen (Hajer & Meestringa, 2020). In de tabel uit onze opdracht kijken leerlingen naar de begrippen en verbindingswoorden. Hierdoor worden ze zich sneller bewust van bijbehorende tekstverbanden. Ook kijken ze naar de moeilijke (onbekende) woorden uit de tekst en proberen ze te achterhalen wat die woorden betekenen. Het creëren van zo’n overzicht, zorgt voor een begrippennetwerk. Hierbij begrijpen leerlingen de samenhang en verbanden tussen verschillende woorden en delen in de tekst. Ook leren ze hierdoor connecties te maken tussen hun dagelijkse algemene taalgebruik en de school- en vaktaalwoorden. Samen zorgt dit voor meer begrip van de tekst.

Leerlingen werken samen en overleggen om de hele tekst te verwerken. Dat sluit aan bij de pijler van leren in interactie (Hajer & Meestringa, 2020). Bovendien is het bevorderen van interactie over teksten een van de instructieprincipes van effectief begrijpend-leesonderwijs (Van Ammel et al., 2020). Het samenstellen van heterogene groepen bevordert tevens het leren in interactie, omdat leerlingen gebruik kunnen maken van elkaars kennis en aanpak. Ook het tweede instructieprincipe (Van Ammel et al., 2020) komt terug in de opdracht: leerlingen worden aangezet tot functioneel lezen. Ze moeten namelijk vooraf het leesdoel vaststellen en nadenken over wat zij moeten bereiken met de inhoud van de tekst.

Meer weten?

Hajer, M. & Meestringa, Th. (2020). Handboek taalgericht vakonderwijs. Bussum: Coutinho.

Van Ammel, K., Bogaert R., Rogiers, A. & Van Keer, H. (2020). Begrijpend lezen, Instructieprincipe 2: Besteed aandacht aan functioneel lezen. Didactiek Nederlands. https://didactieknederlands.nl/handboek/2020/12/begrijpend-lezen-instructieprincipe-2-besteed-aandacht-aan-functioneel-lezen/

Van Ammel, K., Bogaert R., Rogiers, A. & Van Keer, H. (2020). Begrijpend lezen, Instructieprincipe 4: Stimuleer interactie tussen leerlingen. Didactiek Nederlands. https://didactieknederlands.nl/handboek/2020/12/begrijpend-lezen-instructieprincipe-4-stimuleer-interactie-tussen-leerlingen/

Topping, K., Duran, D., & Van Keer, H. (2016). Using peer tutoring to improve reading skills: A practical guide for teachers. Routledge. https://www.routledge.com/Using-Peer-Tutoring-to-Improve-Reading-Skills-A-practical-guide-for-teachers/Topping-Duran-Van-Keer/p/book/9781138843295

Docentenhandleiding en voorbeeldopdrachten

Hieronder vindt u voorbeeldopdrachten voor taalsteun in de les en voorbeeldopdrachten.

Contact met auteurs bij eventuele vragen/opmerkingen:

  • chewolffschoemaker@mendelcollege.nl
  • gvermeulen@mendelcollege.nl

Auteurs:

Gijs Vermeulen
+ posts

Gijs Vermeulen is docent aardrijkskunde aan het Mendelcollege in Haarlem. Hij schrijft mee aan de aardrijkskundemethode buiteNLand van Noordhoff Uitgevers. Hij deed praktijkonderzoek naar leesvaardigheid bij Nederlands en aardrijkskunde voor het project Na Pisa de Lente (WODN/LTN & SLO).

Carolien Wolff Schoemaker
+ posts

Carolien Wolff Schoemaker is docent Nederlands aan het Mendelcollege in Haarlem. Zij deed praktijkonderzoek naar leesvaardigheid bij Nederlands en aardrijkskunde voor het project Na Pisa de Lente (WODN/LTN & SLO).

Delen: