In de curriculumvoorstellen voor de bovenbouw vmbo-havo-vwo zal er ruimte zijn voor scholen en secties om een deel van het curriculum zelf in te vullen (20%). De WODN heeft met docenten en vakdidactici een eerste poging gedaan om scenario’s voor degelijke keuzes op te stellen. Het bestuur van Levende Talen Nederlands heeft in de zomer van 2019 bij de minister bepleit dat leerlingen in bepaalde sectoren (vmbo) en profielen (havo, vwo) onderwijs Nederlands kunnen krijgen dat voorbereidt op een vervolgopleiding.
Zulk onderwijs plaatst leerlingen in een min of meer authentieke context in de vervolgstudie of beroepenveld. Leerlingen ervaren het belang van de rol van taal in een essentiële beroepssituatie.
Project idee: Hanneke Gerits, Gert Rijlaarsdam
Projectleiding: Mara Rooijmans, Twan Robben, Gert Rijlaarsdam
Het project is geheel via digitale communicatie tot stand gekomen tussen juni-november 2021. Iedereen droeg belangeloos bij.
Volgende stappen: we zullen deskundigen uit de opleidingen Taalbeheersing en Journalistiek vragen welke vakinhoudelijke begrippen bij zouden kunnen dragen aan een beter begrip van de taaksituaties. Zulke begrippen kunnen de scenario’s verrijken. De Werkgroep Onderzoek en Didactiek Nederlands wil immers bruggen slaan tussen onderwijspraktijk en wetenschap.
Meer informatie: Gert Rijlaarsdam, g.c.w.rijlaarsdam@uva.nl
UIT DE BRIEF VAN LEVENDE TALEN NEDERLANDS AAN DE MINISTER:
VMBO. Het verwerven van beroepsgerichte taalcompetenties moet deels gebeuren via contextrijke onderwijsleersituaties, die meestal beschikbaar zijn in de beroepsvoorbereidende lessen van de twee laatste leerjaren. Zulk onderwijs is sectorspecifiek en vindt plaats, binnen en buiten de school, in simulaties en stages. De rol van het vak Nederlands en de specifieke expertise van de docent Nederlands in die component is cruciaal en moet geborgd door sector- specifieke lessen en groepen te organiseren, met inbreng van Nederlands en de docenten van de beroepsvoorbereidende vakken. De schoolorganisatie zal hierop moeten anticiperen.
HAVO. In het havo ligt het accent op het voorbereidend toegepast wetenschappelijke karakter van de schoolsoort. Dit betekent dat leerlingen kennis opdoen van beroepspraktijken uit verschillende sectoren waarin professionele communicatie een hoofdrol speelt, zoals crisiscommunicatie, gezondheidscommunicatie, marketing, journalistieke technieken, discussie- en debatvaardigheden in specifieke beroepscontexten. Zij nemen ook kennis van toegepast onderzoek naar dergelijke praktijken, zoals onderzoek naar wat werkt in crisiscommunicatie en persuasieve technieken, en oefenen in contextrijke situaties.
VWO. In de bovenbouw van het vwo ligt het accent op het voorbereidende wetenschappelijke karakter van de onderwijssoort. Dat betekent dat taal, taalgebruik, taalcultuur en literatuur ook object van studie zijn, en dat leerlingen inzichten opdoen over de wetenschapsvorming over taalsystemen, taalgebruik en literatuur, ook in historisch perspectief, die inzichten kunnen toepassen, en leren over die inzichten te communiceren.
PROJECTOPBRENGSTEN
In dit eerste verslag bieden de deelnemers hun eerste werkstukken aan; werk in uitvoering. Het zijn uitgewerkte ideeën, in de vorm van scenario’s. Die scenario’s bieden vaksecties hopelijk steun bij het bedenken van eigen invullingen van de ruimte die het leerplan gaat bieden. Alle werkstukken vindt u hier: https://ltn.publicatieserver.nl/show-issue/14. Individuele werkstukken vindt u via de link bij de auteur.
vmbo:
Mara Rooijmans: Rooijmans, M. (2021). Instructies leren schrijven. Projectpublicatie 8 van het WODN-project Taal leren gebruiken in context. Utrecht: Levende Talen Nederlands
Ilse Vaan: De Vaan, I. (2021). Communicatie rond een evenement. Projectpublicatie 3 van het WODN-project Taal leren gebruiken in context. Utrecht: Levende Talen Nederlands
Peggy van den Dungen: Van den Dungen, P. (2021). Een wervende uitnoding leren schrijven voor lichamelijke opvoeding. Projectpublicatie 11 van het WODN-project Taal leren gebruiken in context. Utrecht: Levende Talen Nederlands
Anneke Memelink; Memelink-de Roij, A. (2021). Telefoongesprek leren voeren. Projectpublicatie 1 van het WODN-project Taal leren gebruiken in context. Utrecht: Levende Talen Nederlands
havo:
Klaske Elving: Elving, K. (2021). Meertaligheid in de klas. Projectpublicatie 5 van het WODN-project Taal leren gebruiken in context. Utrecht: Levende Talen Nederlands
Jan Willem Van der Weij: Van der Weij, J.W. (2021). Een ontwerp overzichtelijk en aantrekkelijk te presenteren: chunking. Projectpublicatie 4 van het WODN-project Taal leren gebruiken in context. Utrecht: Levende Talen Nederlands
Maurice Dumont 1: Dumont, M. (20210. Beroepsoriëntatie via journalistieke technieken. Projectpublicatie 9 van het WODN-project Taal leren gebruiken in context. Utrecht: Levende Talen Nederlands
Maurice Dumont 2: Dumont, M. (2021). Taal in voorlichting en reclame. Projectpublicatie 10 van het WODN-project Taal leren gebruiken in context. Utrecht: Levende Talen Nederlands
Lara Meijer: Meijer, L. (2021). Juridisch taalgebruik en juridische beroepen. Projectpublicatie 6 van het WODN-project Taal leren gebruiken in context. Utrecht: Levende Talen Nederlands
vwo:
Twan Robben: Robben, T. (2021). Onderzoekstaal verwerven in interdisciplinair onderzoek. Projectpublicatie 12 van het WODN-project Taal leren gebruiken in context. Utrecht: Levende Talen Nederlands
Erwin Mantingh & Twan Robben: Mantingh, E., & Robben, T. (2021). Onderzoek leren doen naar gespreksvaardigheid. Projectpublicatie 2 van het WODN-project Taal leren gebruiken in context. Utrecht: Levende Talen Nederlands
Laura Borghols: Borghols, L. (2021). Taal in de rechtszaal. Projectpublicatie 7 van het WODN-project Taal leren gebruiken in context. Utrecht: Levende Talen Nederlands