Wat is de kernactiviteit van leerlingen?
Leerlingen ervaren wat een (hun) tekst met lezers doet opdat zij een sterke behoefte voelen om hun tekst te reviseren, omdat ze beter weten hoe een specifiek genre in een lezer werkt.
Uitgangspunt is dat er een tekst geschreven wordt, die gelezen moet worden: leerlingen moeten beseffen dat een tekst een tekst wordt als iemand die leest. Het meest uitgesproken is een instructie: leerlingen schrijven een instructie, en zien hoe een ander die instructie, waarschijnlijk met problemen, uitvoert. De handeling kan van alles zijn: een proefje, het natekenen van een geometrische figuur, een sportoefening. De werkzaamheid is aangetoond bij het schrijven van instructies, maar met enige goede wil kun je voor elke tekstsoort een lezersreactie bedenken:
- Een goed betoog moet ertoe leiden dat de lezer het argumentatieschema kunnen tekenen (stelling, argumenten, subargumenten) (zie Couzijn 1995)
- Een beschrijving (van een schoen) moet ertoe leiden dat een lezer de juiste schoen kan identificeren in een verzameling schoenen
- Een uiteenzetting moet ertoe leiden dat de lezer het oorzaak-gevolgschema kan tekenen
Leerlingen moeten beseffen dat een tekst een tekst wordt als iemand die leest.
Hoe pak je dat aan?
De basis van de les bevat drie fasen:
- Schrijven: Leerlingen voeren een nieuwe schrijfopdracht uit. In het voorbeeld is het een instructie, omdat dat de meest zichtbare lezershandelingen oplevert. Je laat de leerlingen een tekst schrijven. Aan de opdracht voegt u toe, dat lezers (andere leerlingen) de tekst moeten begrijpen. Als het om een instructie gaat, dan moet een lezer de instructie tot een goed einde brengen. Gaat het om een betoog, dan moeten lezers bijvoorbeeld het betoogschemaatje kunnen maken (stelling, hoofdargumenten, subargumenten). Schrijven leerlingen een verklarende tekst (het ontstaan en de gevolgen van een tsunami, de opkomst van een politieke partij), dan maakt de lezer hardop denkend een oorzaak-gevolgschema van de tekst.
- Observeren: Kies een paar teksten uit fase 1. Leerlingen zien een paar (minimaal twee) lezers aan het werk. Die lezen de tekst hardop en proberen de lezershandeling uit te voeren: de instructie, het betoogschema, het oorzaak-gevolg-schema, een samenvatting van het verhaal. Zie hier voor opties. Bij een instructie bijvoorbeeld: kijk en luister naar een lezer die een handleiding volgt die een van jullie heeft geschreven.
- Reviseren: Leerlingen krijgen de gelegenheid om hun tekst te herzien of te herschrijven: ze passen de opgedane inzichten toe.

In schrijfonderwijsonderwijsonderzoek zijn natuurkundeproefjes een aantrekkelijk onderwerp gebleken. Zulke proefjes om leerlingen instructieteksten te laten schrijven zijn voor het eerst toegepast in nationaal peilingsonderzoek (Zwarts, Rijlaarsdam, Janssens, Wolfhagen, Veldhuijzen, & Wesdorp (1990). Couzijn (1995) testte het effect van het observeren van lezers die zo’n proefje uitvoerden, hardopdenkend een handleiding volgend, op het herschrijven van zo’n handleiding. Studenten aan de educatieve master van de UU hebben allerlei varianten getest, in verschillende leerjaren (zie hier: zoek op de naam van begeleiders: Huub van den Bergh, en/of Jacqueline Evers-Vermeer, of het trefwoord: observeren). Het uitgangspunt is ook gebruikt in zogenaamde ervaringslessen in het effectieve schrijfonderwijsprogramma Beter Schrijven in groep 6-7-8 in het basisonderwijs. Een lessenserie gebaseerd op het principe ‘Lezersfeedback’ is bekend onder de naam Smikkelcasus (Engels: Yummy Yummy case)
Leerlingen ervaren de voldoening dat zij een grote sprong voorwaarts hebben kunnen maken.
Met welke effecten?
Psychologisch
- Leerlingen ervaren eerst hoe het is om een tekst te schrijven; meestal vinden ze dat niet heel moeilijk. Ze kunnen al wel teksten schrijven, maar kennen de nieuwe tekstsoort nog niet zo goed.
- Daarna zien en horen zij wat een lezer met die tekst doet, of, wat die tekst bij een lezer teweegbrengt. Dat levert een enorme leerervaring op. Vaak blijkt al heel snel dat de lezer ‘verkeerde’ dingen doet met de tekst. De tekst lijkt niet te voldoen: de schrijver-leerling zou het liefst meteen willen ingrijpen, voelt een grote behoefte om de tekst te veranderen, te verbeteren. Dat is precies wat het effect van feedback moet zijn: een noodzaak om met de tekst aan de slag te gaan.
- Leerlingen herschrijven hun tekst, en ervaren de voldoening dat zij een grote sprong voorwaarts hebben kunnen maken.
De effecten gaan verder dan de directe behoefte om de geschreven tekst te verbeteren:
- Het besef dat teksten gelezen worden, het besef van de lezerspsychologie, werkt door in andere schrijftaken.
- Het besef dat je teksten aan lezers kunt voorleggen om te zien hoe zij erop reageren, werkt door in andere schrijftaken.
- De ervaring een lezer aan het werk te zien werkt verder door dan de herziening van deze ene tekst: leerlingen doen ook kennis op over het genre (Couzijn, 1995).
Praktisch
Een prettige, intensieve les, waarin leerlingen ervaren veel geleerd te hebben. De noodzaak die leerlingen voelen om hun tekst te veranderen is een goede indicatie voor de kwaliteit van de leeractiviteit. . Als zij niet kunnen wachten om te herschrijven, is de les geslaagd.
Waardoor werkt het zo?
De twee mechanismen die tezamen werkzaam zijn in deze les zijn:
- passende feedback, in begrijpelijke termen
- en doelen stellen: de revisieactiviteit is zeer doelgericht, leerlingen weten dat hun tekst beter zal zijn, met positieve effecten op het zelfvertrouwen.
Meer weten?
Couzijn, M. & Rijlaarsdam, G. (1995). Lees- en schrijfstrategieën: leren door doen of leren door kijken? Vonk, 25, 1, (sept.-okt), p. 42-53.
Couzijn, M.J. (1995). Observation of reading and writing activities: Effects on learning and transfer . Unpublished dissertation. University of Amsterdam.
Rijlaarsdam, G. Couzijn. M, Janssen, T., Braaksma, M. & Kieft, M. (2006). Writing Experiment Manuals in Science Education: The impact of writing, genre, and audience. International Journal of Science Education, 28, 2–3, pp. 203–233.
Rijlaarsdam, G., Braaksma, M., Couzijn, M., Janssen, T., Kieft, M., Raedts, M., Van Steendam, E., Toorenaar, A., & Van den Bergh, H. (2009). The role of readers in writing development: Writing students bringing their texts to the test. In R. Beard, D. Myhill, J. Riley & M. Nystrand (Eds.), The SAGE handbook of writing development (pp.436-452). London: SAGE Publications.
Graag als volgt naar deze bijdrage verwijzen: Rijlaarsdam, G. (2019). Leerlingen met plezier leren reviseren. Didactiek Nederlands – Zo kan het ook. Geraadpleegd [datum] via https://didactieknederlands.nl/zokanhetook/2019/04/leerlingen-met-plezier-leren-reviseren/
Auteurs:

Gert Rijlaarsdam
Gert Rijlaarsdam was 17 jaar leraar Nederlands en is lid van de onderzoeksteam taal-, literatuur- en kunstonderwijs aan de Universiteit van Amsterdam en van de Werkgroep Onderzoek en Didactiek Nederlands van de Vereniging Levende Talen Nederlands.