Creatief schrijven en verhalen lezen: verhalen vergelijken om inzicht te krijgen in literaire technieken

Wat is de kernactiviteit van de leerlingen?

Leerlingen werken aan het schrijven van een verhaal aan de hand van het vergelijken van hun verhaal met een verhaal van een medeleerling én met een gepubliceerd verhaal van een schrijver. Leerlingen analyseren en evalueren verschillen en overeenkomsten in de gemaakte keuzes van de schrijvers.

Wat is de kernactiviteit van de docent?

Literair lezen en creatief schrijven worden geïntegreerd aangeboden om leerlingen inzicht te geven in de literaire keuzes van schrijvers. Ook wordt begrip van (een deel van) het literaire begrippenapparaat (thema, personages, plot, perspectief) ondersteund.

Hoe pak je dat aan?

Stap 1: Kies een kort verhaal waarin zich een plot ontwikkelt dat de leerlingen in jouw klas kan aanspreken. Het hoeft geen realistisch plot te zijn; een fantasierijk plot dat de verbeelding aanspreekt, bijvoorbeeld een sprookje als Monstermeisje (Schaap, 2022), is bijzonder geschikt om te kijken naar verhaaltechnieken.
Baseer de schrijfopdracht die je de leerlingen geeft bij stap 2 op het thema van het kort verhaal dat je uitkiest. Dat maakt dat er straks een vergelijking mogelijk is tussen het eigen verhaal en het gekozen korte verhaal.

Stap 2: Introduceer je lessenreeks op een aansprekende manier door expliciet aandacht te besteden aan de waarde van verbeelding en creativiteit. Voer bijvoorbeeld een gesprek over creatief zijn en leg uit dat iedereen creatief kan denken en een verhaal kan opschrijven. Laat dan de leerlingen in de eerste les in verschillende schrijfrondes aan de hand van een duidelijke opdracht een kort verhaal schrijven. De opdracht is gebaseerd op het thema van het kort verhaal dat je later laat lezen.

Een voorbeeld van een schrijftaak die past bij Monstermeisje:

Anders
Schrijf een kort verhaal waarin een door jou gekozen hoofdpersoon anders is dan anderen, anders dan verwacht, waardoor hij of zij anderen en zichzelf steeds teleurstelt. Op een dag komt er iemand in het leven van de hoofdpersoon die de boel op z’n kop zet. Wat gebeurt er precies en hoe loopt dat af? Je verhaal mag een sprookje zijn, maar het hoeft niet.

Hoe is het om deze persoon te zijn? Hoe voelt dat en hoe gaat hij/zij ermee om? Hoe is het voor de mensen om hem/haar heen dat hij/zij anders is? Zorg ervoor dat de lezer het verhaal een beetje spannend vindt en zich goed kan inleven in de hoofdpersoon.

Ontlok eerst het schrijven door de leerlingen aan de hand van enkele korte en krachtige beeldassociaties en divergeeroefeningen. Je laat ze zo eerst verhaalstof creëren: een plot en een personage vormgeven, een perspectief kiezen. Moedig steeds het schrijven en het proces aan, het is vooral belangrijk dát ze – met betrokkenheid – schrijven aan hun verhaal. Aan het einde van de les geef je ze de taak mee om de eerste versie van hun verhaal af te schrijven.

Stap 3: Laat de leerlingen in groepjes van twee of drie elkaars verhalen lezen en geef ze daarbij de opdracht om uit te wisselen over het plot, het hoofdpersonage en het gekozen perspectief. Laat ze de verschillende verhalen op deze aspecten eerst vergelijken. Dit kun je doen door vragenkaartjes te maken voor de groepjes of een hulpschema aan te reiken waarmee ze kunnen vergelijken. Het is nu niet de bedoeling dat leerlingen elkaar feedback geven op de kwaliteit van het verhaal, maar dat ze elkaars keuzes vergelijken: ‘Jij hebt een ik-verteller en ik heb een hij/zij-perspectief’, ‘jouw hoofdpersoon is eigenlijk veel zieliger dan die van mij’.
Na het vergelijken laat je de leerlingen analyseren: wat is het verschil in effect tussen een hij/zij-perspectief en een ik-perspectief? Hoe komt het dat jouw hoofdpersoon zieliger is dan die van mij?

Stap 4: Deel het verhaal uit, in dit geval Monstermeisje, en lees het met de klas. Voer vervolgens een kort klassikaal gesprek over het verhaal en de reacties van de lezers erop. Het is belangrijk vooral in te gaan op de beleving van het lezen: wat voor reacties roept dit verhaal op? Ga na of de leerlingen samen de thematische verbinding kunnen vinden tussen hun eigen verhalen en dit verhaal.

Stap 5: Laat de leerlingen weer in dezelfde groepjes van twee of drie praten over het plot, het hoofdpersonage en het perspectief van het voorgelezen verhaal. Laat ze weer een vergelijking maken met het plot, het personage en het perspectief in hun eigen verhalen. Vraag ze nu ook om te evalueren: welke keuze uit het verhaal van je medeleerlingen en dat van de schrijver vind je geslaagd en waarom? Welke keuze vind je het allersterkste en waarom?

Stap 6: De leerlingen wordt in de derde of vierde les gevraagd hun eigen verhaalfragment nog eens te lezen en herschrijven. Als ze dat gedaan hebben, vraag je ze of ze hun verhaal veranderd hebben, wat ze veranderd hebben en waarom. Hier zijn meerdere vormen voor mogelijk: een klassikaal gesprek, een dialoog of een schriftelijke vorm.

Leerlingen gaan met meer betrokkenheid literaire verhalen schrijven en lezen.

Met welk effect?

Leerlingen gaan met meer betrokkenheid literaire verhalen schrijven en lezen. Doordat zij zelf verhaaltechnische keuzes maken en kleine problemen moeten oplossen, krijgen ze meer inzicht in het mechaniek van verhalen en de verhaaltechnieken van auteurs. Doordat de leerlingen met elkaar in gesprek gaan over hun ‘problemen’ en ‘oplossingen’ en de keuzes van de auteur van het voorgelezen verhaal Monstermeisje, is er sprake van actieve verwerking van aspecten van verhaalanalyse en het literaire begrippenapparaat, dichtbij hun eigen ervaringen met het schrijven van een verhaal.

Ook leren leerlingen dat een thema voor een verhaal op veel verschillende manieren kan worden uitgewerkt. Door het vergelijken van hun verhaal met de verhalen van andere leerlingen en het verhaal van Annet Schaap en het analyseren van het effect van de verschillende keuzes, denken leerlingen bewust na over de keuzes die zijzelf én andere schrijvers voor hun verhaal hebben gemaakt en het effect ervan kunnen zij evalueren: wat vind je de meest geslaagde aanpak en welke de minste?

Zelf schrijven heeft een positieve invloed op het verhaalbegrip en de waardering van leerlingen voor verhalen.

Waarom werkt het zo?

Uit onderzoek weten we dat leerlingen die eerst een eigen verhaal schreven, een literair verhaal daarna sneller lazen en met meer emotionele betrokkenheid dan leerlingen die niet schreven (Janssen & Van den Bergh, 2010). Ook bleek het zelf schrijven een positieve invloed te hebben op het verhaalbegrip en de waardering van leerlingen voor verhalen.

We weten dat het voor leerlingen belangrijk is om de wereld van de tekst te verbinden met hun eigen wereld (Schrijvers, 2016; Janssen & Braaksma, 2016). Doordat leerlingen zelf verhaalstof hebben gecreëerd rondom een thema, uit hun eigen voorkennis, verbeelding en ervaringen, zijn ze meer betrokken op de verbeelding en ervaringen die worden uitgedrukt in verhalen van anderen.

Ook onderzoek van Janssen, Broekkamp & Smallegange (2006) laat zien dat er een positieve relatie bestaat tussen literair lezen en creatief schrijven. De onderzoekers pleiten er dan ook voor om creatief schrijven een plaats te geven in het literatuuronderwijs, omdat het de leesattitude positief kan beïnvloeden.

Meer weten?

Broekkamp, H. & M. Kieft (2005). Lezen doet schrijven en schrijven doet lezen. Tsjip/Letteren, 15(1): 29-33.

Broekkamp, H., T. Janssen & H. van den Bergh (2009). Is there a relationship between
literature reading and creative writing’. Journal of Creative Behavior 43(4): 281-297.

Janssen, T., & Braaksma, M. A. H. (2016). Effects of creative writing on adolescent students’ literary response. In M. Burke, O. Fialho, & S. Zyngier (red.), Scientific Approaches to Literature in Learning Environments (pp. 193-212). Amsterdam: John Benjamins.

Janssen, T., & Bergh, H. van den. (2010). Het effect van creatief schrijven op het lezen van korte verhalen. Levende Talen Tijdschrift, 11(1), 3–15. Geraadpleegd van https://lt-tijdschriften.nl/ojs/index.php/ltt/article/view/76

Janssen, Broekkamp & Smallegange. (2006). De relatie tussen literatuur lezen en creatief schrijven. Stichting Lezen.

Rijke teksten | Taalunie. (z.d.). https://www.rijketeksten.org/

Stichting Lezen (2017a). Zo fijn dat het niet fout kan zijn. De invloed van (re)creatief schrijven op lezen. Stichting Lezen.

Stichting Lezen (2017b). Kwestie van Lezen. Creatief schrijven en lezen combineren op de middelbare school. Stichting Lezen.

Van der Leeuw, B., Meestringa, T. & Silfhout, G. van (2016), Geïntegreerd lees- en schrijfonderwijs. SLO.

Delen: